Opgave:
d. Voer een toets uit waaruit blijkt of een verband tussen de beursbewegingen voor en na Nieuwjaar is. Beperk het uitvoeren van de toetsingsprocedure tot de volgende punten:
1. De keuze van de toetsingsgrootheid
2. De verdeling van de toetsingsgrootheid als de nulhypothese waar is
3. De berekening van de waarde van de toetsingsgrootheid.
4. Het bepalen van de kritieke waarde
of de overschrijdingskans
5. het verwoorden van de conclusie.
Uitwerking:
d. 1.Toetsingsgrootheid
2. X2 is bij onafhankelijkheid (H0) chikwadraat verdeeld, met df = (r-1)(c-1) = 1
3. Berekening X2: Eerste cel: O = 48 en E =
dus (O-E)2/E = (20 – 17.92)2/17.92 ≈ 0.2414
Zo vinden we ≈ 1.524
4. Het is een rechtseenzijdige toets: als X2 ≥ c dan H0 verwerpen. Met c = 3.84 uit de χ2(1)-tabel (α= 0.05).
5. 1.542 < 3.84, dus H0 niet verwerpen
Er is op 5%-significantieniveau geen verband tussen de wijziging van de beurskoersen in december en het eerste kwartaal aangetoond
Gegeven:
Kruistabel:χ2-verdeling met df = (r-1)(c-1) bij toets op samenhang, als verwachte celaantallen ≥ 5.
Vraag:
D.m.v. welke berekening gaan we van die 0.2414 naar 1.542?