Advertentie | |
|
14-12-2003, 13:04 | |
Het was dit zelfmedelijden dat ik nooit achter mezelf gezocht had. Maar ik geloofde hem, al was het alleen maar om de vanzelfsprekendheid waarmee hij me vertelde mezelf niet te serieus te nemen. Als we samen aan tafel zaten, klemde ik mijn ellebogen tegen mijn ribben en vervloekte ook ik mezelf als het me niet lukte mes en vork op de goede manier te hanteren. Met een vuist sloeg hij op tafel en liet de pannendeksels rinkelen. De doperwtjes die van mijn vork naast mijn bord rolden vielen hierbij geheel uit de toon. De rest van de maaltijd verliep in stilte. Op een gegeven moment vond hij dat het genoeg was geweest en ging hij met zijn benen over elkaar achter de krant zitten. Dan ruimden we af en verdween ik naar boven. Mijn moeder vertelde dat dit hem verontrustte. Het viel me op dat zijn houding wat zorgelijk was en dat de lijnen onder zijn ogen zich steeds duidelijker begonnen af te tekenen.
__________________
Because the holes in my soul host no thrill.
|
15-12-2003, 14:00 | ||
Citaat:
P.S Iktochookvanjou. Sssst.. |
15-12-2003, 15:52 | |
Hoewel hij zijn blikken op me vast bleef pinnen, viel het me op dat zijn houding wat zorgelijk was en dat de lijnen onder zijn ogen zich steeds duidelijker begonnen af te tekenen.
Ik verbeeldde me zelfs dat zijn stappen wat rusteloos klonken als hij van me wegliep. En niet onterecht, want op een avond hoorde ik zijn voeten schuifelen tot vlak voor de deur van mijn slaapkamer. Ik lag al in bed en had het licht uitgedaan. Het schijnsel van het lampje op de gang maakte lange schaduwstrepen die bijna tot de poten van mijn bed reikten. Mijn kinderlijke geest maakte nog even klopgeesten en messteken, maar rustte niet toen hij de kamer binnenstapte. Hij ging zwijgend op mijn bed zitten. In de staat van halfdroom had het een bizarre nachtmerrie kunnen zijn. Zijn hoofd had er ter plekke af kunnen vallen, maar bleef stevig staan terwijl hij sprak. “Ik denk dat je wel begrijpt waarom ik het nodig vind om even bij je te komen.” Hij verwachtte geen antwoord. Ik keek naar de kleine glinsteringen die zijn ogen waren. “Ik zal kort zijn. Ik vind het ondraaglijk.” Stilte. “Ik voel me niet op mijn gemak in mijn eigen huis. Er hangt een vervelende sfeer. Gespannen.” -“Ja”. “Je gaat maar door het huis, als een spook. Ik zie je nooit. En het is mijn huis.” - “Maar iedereen woont er, toch?” “Je zegt nooit wat tegen me. Je bent er wel, maar we hebben geen contact.” Stilte. “Ik vind er echt helemaal niets aan. En ik vind ook dat er iets moet veranderen.” - “Ja.” “Dus dat wilde ik je eigenlijk vragen. Wat je gaat veranderen.” - “Ja maar, papa..” “Ik begrijp wel dat je daar even over na moet denken. Vind jij het leuk dan, hoe het gaat?” - “Nee.” “Nou. Dan hoor ik het wel van je. Welterusten.” Stoppels schuurden langs mijn wang.
__________________
Because the holes in my soul host no thrill.
Laatst gewijzigd op 15-12-2003 om 15:56. |
16-12-2003, 18:50 | |
Onze Vader
Pater noster qui in caelis es sanctificetur nomen tuum veniat regnum tuum fiat voluntas tua sicut in caelo et in terra panem nostrum supersubstantialem da nobis hodie et dimitte nobis debita nostra sicut et nos dimisimus debitoribus nostris et ne inducas nos in temptationem sed libera nos a malo Mattheus 6: 9-13 We wonen nu al zo lang samen, en nog steeds is het zo dat ik ’s nachts op de trap een vreemde tegenkom. Ik hoor hem stommelen en probeer te bedenken hoe hij eruit zal zien. Zijn ogen en de gebogen lijn van zijn neus doemen voor me op, maar verdwijnen even snel weer. Als we elkaar dan aankijken, bekijk ik de geschrokken blik in zijn ogen. De lijnen om zijn mond en neus, die zichtbaar worden in het fletse licht dat door het dakraam valt. Snel bewegen we langs elkaar heen. Ik loop verder de trap af en betrap mezelf erop dat ik sneller loop dan ik eerst deed. Ik sluit de deur van de wc achter me en blijf even staan. Wacht tot ik zijn voetstappen niet meer hoor. Ik laat me op de wc-bril zakken, om even later slaapdronken de trap te beklimmen. Als ik weer in bed lig, hoor ik hem in de kamer naast de mijne ademhalen. Ik merk dat ik het irritant vind hoe zijn ritme het mijne doorbreekt. Het duurt een hele tijd voordat het me lukt om weer in te slapen. De volgende ochtend staat hij verkreukeld in de keuken. Hij draagt een donkergroene kamerjas, die slordig dichtgebonden is met een ceintuur van dezelfde stof. Soms hangt hij een beetje open. Dan probeer ik niet te kijken, maar valt mijn blik als vanzelf op zijn buik, zijn grijzende borsthaar, en voel ik medelijden. Ik zou hem er heel hard kunnen schoppen en het enige wat hij waarschijnlijk zou doen, is met een moeizame kreun voorover buigen. Hij zou uithijgen, langer dan ook hij zelf zou willen. Soms herken ik hem overdag niet eens. Hij kan ineens opdoemen vanachter een deur, met een verwarde blik in zijn ogen. Of hij mij daar ook niet verwachtte, op dat tijdstip. Toch zeggen we elkaar gedag en als één van beiden het vergeet, wordt de persoon in kwestie er nadrukkelijk aan herinnerd. Want onder één dak heerst vrede. We knikken beleefd en glimlachen soms zelfs. Zelden kijken we elkaar daarbij aan. Dat hebben we nooit gedaan. Ook vroeger niet, toen hij me nog wel direct aansprak. Of die indruk kreeg in tenminste, want na afloop droeg ik zijn woorden op mijn schouders en meed ik de deur van zijn kamer een aantal dagen extra zorgvuldig. Het is die deur die ik me het meest herinner. De deur die sloot als ik langsliep. Ik kan me niet herinneren of hij ooit met een woedend gebaar dichtgesmeten is. Wel weet ik dat zijn woorden eronderdoor kwamen als hij ze niet over me heen donderde. Ik heb het woord ‘papa’ heel lang niet voluit kunnen schrijven. Want papa was degene waar mijn moeder over sprak als ze de zwakke man verdedigde, die achter zijn grove façade verborgen zat. Tenminste, dat zei ze. Ze sprak over liefde en over angst en leerde me woorden kennen die ik later zou terugvinden in poëzie. Soms zei ik iets terug, maar meestal haalde ik mijn schouders op. Als ik me toch woorden liet ontglippen, kwam hij de volgende dag naar me toe om de droombeelden, die ik heimelijk achter de strakke streep van zijn mond gezocht had, te laten versplinteren. Ik klemde mijn handen om de zitting van mijn stoel en hoorde hoe zijn stem steeds luider werd. Ik herinner me gebalde vuisten, nagels in mijn been, om de tranen terug te dringen. Hij trok me uit elkaar met verwijten en begane fouten. Fouten die ik maakte terwijl hij zwijgend achter me stond. Of vlak voordat zijn voetstappen bonkten op de trap. Hij was er altijd. De grenzen legde hij voor mijn voeten en bij iedere stap trad ik ze. Dus zelfmedelijden stond mij niet. Het was dit zelfmedelijden dat ik nooit achter mezelf gezocht had. Maar ik geloofde hem, al was het maar om de vanzelfsprekendheid waarmee hij me vertelde mezelf niet te serieus te nemen. Als we samen aan tafel zaten, klemde ik mijn ellebogen tegen mijn ribben en vervloekte ook ik mezelf als het me niet lukte mes en vork op de goede manier te hanteren. Met een vuist sloeg hij op tafel en liet de pannendeksels rinkelen. We keken naar de doperwtjes die van mijn vork naast mijn bord rolden. De rest van de maaltijd verliep in stilte. Op een gegeven moment vond hij dat het genoeg was geweest en ging hij met zijn benen over elkaar achter de krant zitten. Dan ruimden we af en verdween ik naar boven. Mijn moeder vertelde dat dit hem verontrustte. Hoewel hij zijn blikken op me vast bleef pinnen, viel het me op dat zijn houding wat zorgelijk was en dat de lijnen onder zijn ogen zich steeds duidelijker begonnen af te tekenen. Ik verbeeldde me zelfs dat zijn stappen wat rusteloos klonken. En niet onterecht, want op een avond hoorde ik zijn voeten schuifelen tot vlak voor de deur van mijn slaapkamer. Ik lag al in bed en had het licht uitgedaan. Het schijnsel van het lampje op de gang maakte lange schaduwstrepen die bijna tot de poten van mijn bed reikten. Mijn kinderlijke geest maakte nog even klopgeesten en messteken, maar was niet opgelucht toen hij de kamer binnenstapte. Hij ging zwijgend op mijn bed zitten. In de staat van halfdroom had het een bizarre nachtmerrie kunnen zijn. Zijn hoofd had er af kunnen vallen, maar bleef stevig staan terwijl hij sprak. “Ik denk dat je wel begrijpt waarom ik het nodig vind om even bij je te komen.” Hij verwachtte geen antwoord. Ik keek naar de kleine glinsteringen die zijn ogen waren. “Ik zal kort zijn. Ik vind het ondraaglijk.” Stilte. “Ik voel me niet op mijn gemak in mijn eigen huis. Er hangt een vervelende sfeer. Gespannen.” -“Ja”. “Je gaat maar door het huis, als een spook. Ik zie je nooit. En het is mijn huis.” - “Maar iedereen woont er, toch?” “Je zegt nooit wat tegen me. Je bent er wel, maar we hebben geen contact.” Stilte. “Ik vind er echt helemaal niets aan. En ik vind ook dat er iets moet veranderen.” - “Ja.” “Dus dat wilde ik je eigenlijk vragen. Wat je gaat veranderen.” - “Ja maar, papa..” “Ik begrijp wel dat je daar even over na moet denken. Vind jij het leuk dan, hoe het gaat?” - “Nee.” “Nou. Dan hoor ik het wel van je. Welterusten.” Stoppels schuurden langs mijn wang. De zurige geur van vervlogen aftershave op een ongewassen lijf. Mannenlijf. En even wilde ik me oprichten om mijn armen om hem heen te slaan en mijn wang tegen de zachte mouw van zijn badjas te drukken. Hij ging en ik voelde me misselijk. Uit de kamer naast me mijne kwamen nog lang gedempte stemmen. De volgende morgen was hij weer asgrauw en kaatste hij tegen de deur van het keukenkastje dat hij slecht geslapen had. Ik stapelde verbeten de borden op elkaar. “Die dingen kunnen wel stuk, hoor.” - “Ja. Dat weet ik.” Met een klap zette ik ze tegen de achterkant van de kast. Stilte. Ik hoorde dat hij ademhaalde om iets te zeggen. Ik pakte een bord van de stapel. Draaide me om, en liet het zonder op te kijken op de grond vallen. Het brak heel mooi in vier stukken. Bijna zonder splinters. Op haar knieën ging mijn moeder met stoffer en blik de keuken door. Mijn vader verdween zonder een woord te zeggen naar boven. Nog steeds heb ik hem niet gezegd dat ik die nacht ook niet kon slapen.
__________________
Because the holes in my soul host no thrill.
Laatst gewijzigd op 17-12-2003 om 09:04. |
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] (voorlopig nog titelloos) WolterB | 4 | 20-01-2006 12:43 | |
Verhalen & Gedichten |
hulp nodig, schrijfopdracht, een titelloosje nog... Secreet | 4 | 30-10-2003 08:22 | |
Verhalen & Gedichten |
verhalenwedstrijd: titelloos Vlooienband | 0 | 01-10-2003 14:29 | |
Verhalen & Gedichten |
Nog eventjes titelloos. Vlooienband | 11 | 31-01-2003 20:11 | |
Muziek |
Ulver - Perdition City NecroDopey | 17 | 14-12-2002 13:33 | |
ARTistiek |
titelloos(1e verhaalige post hier btw) stroopwafel | 12 | 20-01-2002 19:52 |