Economie oefeningen

[Caviamax]

Hallo,

Ik heb morgen een proefwerk economie over vakbonden, Qa=Qv, evenwichtsloon en indexcijfers (en alles wat bij deze onderwerpen horen). Mijn vraag: kan iemand wat opgaves voor mij verzinnen die betrekken hebben op vooral het wiskundig-aspect van de economie? Dus bereken het evenwichtsloon, indexcijfers, werknemersurplus etc.

Als iemand een opdracht voor mij kan verzinnen zou dat fijn zijn. En als diegene hem ook nog zou kunnen nakijken zou dat super zijn. Ik post het dan vanmiddag nog.

Ik hoop dat iemand mij kan helpen.

Caviamax

[the economist]

Qa= 40 + 3P
Qv = 200 -P
a. bereken het evenwichtsloon
b. bereken het werknemerssurplus

hint:

Spoiler

dat is dus, omdat werknemers hun diensten aanbieden, het prodsurplus

c. stel dat bijv de overheid een min loon overeenkomt met de bonden. van 50.
bereken de werklooshied.

en wat typical is voor procenten:

gegeven
inflatie 3.7%
loonstijging (per uur) 4.5 %
stijging productievolume 4.2 %
bevolkingsgroei 1.3 %
stijging arbeidsproductiviteit 3% (reëel)

a) Verklaar waarom een werknemer individueel meer loonsverhoging kan krijgen dan via de CAO is afgsproken.
Stel dat in een bepaalde sector gestreefd wordt naar volledige prijscompensatie voor dit jaar.
b) Hoe groot zal de looneis bij de CAO-onderhandelingen in deze sector zijn?
c) Wie zitten er bij de CAO-onderhandelingen tegenover elkaar aan tafel?
d) Hoe groot is de initiële loonstijging
e) Stijgt of daalt de verhouding loon : winst? Verklaar het antwoord met behulp van de gegeven percentages
f) Zijn de loonkosten per eenheid product gestegen, gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.
g) Is de werkgelegenheid gestegen gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.

hier ↓ niet spieken !! dat doe je morgen maar

Spoiler

a) Volledige prijscompensatie = 7%.
b) Initiële loonstijging = 8-7 = 1%
c) Er ontstaat extra financiële ruimte door de stijging van de arbeidsproductiviteit en door stijging van de prijzen voor ongeveer 7 + 3 = 10%. De lonen stijgen slechts met 8%, dus blijft er iets extra over voor de winst. De lonen dalen dus in verhouding tot de winst. De verhouding winst : loon stijgt.
d) Loonkosten per product = loonkosten per werknemer/productie per werknemer (apt) De loonstijging is 8%, maar de loonkosten per product stijgen met minder dan 8% omdat de arbeidsproductiviteit toeneemt. De loonstijging per product is (1,08/1,03) x 100 = 104,9. De loonkosten per product stijgen dus met 4,9%.
e) Werkgelegenheid = productie/apt. De productie stijgt in verhouding meer (4%) dan de arbeidsproductiviteit (3%). De werkgelegenheid zal dus gestegen zijn

kun je ven feedback geven of dit maakbaar was, en welk niveau (havo/vwo) je doet ?

[Caviamax]

the economist schreef:

Qa= 40 + 3P
Qv = 200 -P
a. bereken het evenwichtsloon
b. bereken het werknemerssurplus

hint:

Spoiler

dat is dus, omdat werknemers hun diensten aanbieden, het prodsurplus

c. stel dat bijv de overheid een min loon overeenkomt met de bonden. van 50.
bereken de werklooshied.

en wat typical is voor procenten:

gegeven
inflatie 3.7%
loonstijging (per uur) 4.5 %
stijging productievolume 4.2 %
bevolkingsgroei 1.3 %
stijging arbeidsproductiviteit 3% (reëel)

a) Verklaar waarom een werknemer individueel meer loonsverhoging kan krijgen dan via de CAO is afgsproken.
Stel dat in een bepaalde sector gestreefd wordt naar volledige prijscompensatie voor dit jaar.
b) Hoe groot zal de looneis bij de CAO-onderhandelingen in deze sector zijn?
c) Wie zitten er bij de CAO-onderhandelingen tegenover elkaar aan tafel?
d) Hoe groot is de initiële loonstijging
e) Stijgt of daalt de verhouding loon : winst? Verklaar het antwoord met behulp van de gegeven percentages
f) Zijn de loonkosten per eenheid product gestegen, gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.
g) Is de werkgelegenheid gestegen gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.

hier ↓ niet spieken !! dat doe je morgen maar

Spoiler

a) Volledige prijscompensatie = 7%.
b) Initiële loonstijging = 8-7 = 1%
c) Er ontstaat extra financiële ruimte door de stijging van de arbeidsproductiviteit en door stijging van de prijzen voor ongeveer 7 + 3 = 10%. De lonen stijgen slechts met 8%, dus blijft er iets extra over voor de winst. De lonen dalen dus in verhouding tot de winst. De verhouding winst : loon stijgt.
d) Loonkosten per product = loonkosten per werknemer/productie per werknemer (apt) De loonstijging is 8%, maar de loonkosten per product stijgen met minder dan 8% omdat de arbeidsproductiviteit toeneemt. De loonstijging per product is (1,08/1,03) x 100 = 104,9. De loonkosten per product stijgen dus met 4,9%.
e) Werkgelegenheid = productie/apt. De productie stijgt in verhouding meer (4%) dan de arbeidsproductiviteit (3%). De werkgelegenheid zal dus gestegen zijn

kun je ven feedback geven of dit maakbaar was, en welk niveau (havo/vwo) je doet ?

Dank je wel voor de oefeningen! Ik heb ze gemaakt. Die spoiler snap ik niet, zijn dat de antwoorden?

Ik doe trouwens Havo, eindexamen dit jaar. Ik vond de vragen wel te doen, alleen als die spoiler de antwoorden zijn heb ik volgens mij (bijna) alles fout... Die rekenvragen vond ik moeilijker, maar dat komt meer omdat ik gewoon moeite met rekenen heb. Misschien zou je er naar kunnen kijken? Het liefst vanavond, maar als dat niet lukt is het geen probleem.

Caviamax

Qa= 40 + 3P
Qv = 200 -P
a. bereken het evenwichtsloon
Dan stel je de formules aan elkaar gelijk. Dus:

Qa=40+ 3P
Qv=200-P

Qa=Qv
40+3P = 200-P
P+3P = 200 -40
- wordt +, + wordt –
3P = 160
160/3 = 53,3

Op het laatst deel je dus rechts door link (maakt het nou nog uit of je alles met P naar links of rechts verschuift?)

b. bereken het werknemerssurplus
Weet ik eigenlijk niet… ik denk dat je 53,3 moet invullen in de formule Qa (want dat is toch aanbod naar arbeid, dus komt van de arbeiders?)? Als dat klopt, dan:

Qa=(40+3) * P (hier dus 53,3) dus
(40+3) = 43 * 53,3 = 2291,9

c. stel dat bijv de overheid een min loon (deze term ken ik niet) overeenkomt met de bonden. van 50. bereken de werkloosheid.
Ik denk dat je 50 voor P moet invullen, maar in welke formule…? Ik doe ze beide. Heb ik de theorie goed? Ik schat ik Qa invullen, maar dan heb ik B fout, toch?
Qa=(40+3) = 43 * P (50) = 2150 mensen zijn werkloos
Qv=(200)-P =200 * P (-50) = 150 mensen zijn werkloos

[the economist]

Nou, ik heb nog net een gaatje.
P+3P = 200 -40
1 peer + 3 peer = 4 peren
dus ook 4p
dit is dan 160, P = 40, maar verder goed.

Het werknemerssurplus is alles boven de aanbodlijn, maar onder de lijn P = 40 (dit is een horizontale lijn. Je moet nu de oppervlakte van die driehoek* uitrekennen.
* of veelhoek

het is het totaal van het voordeel dat werknemers hebben, omdat ze de baan misschien al voor 30 accepteerden, maar er toch 40 loon voor krijgen. het totaal van al deze individuen
stel dat het loon 50 is:
invullen in de vraag naar arbied, deze wordt dan 200 - p = 200 - 50 = 150
en ook invullen in aanbod van arbeid: qa = 40 + 3P = 40 + 150 = 190
Er wordt dus bij dit hoge loon 190 aangeboden (iedereen wil wel werken voor zo'n loon), maaar er wordt slechts 150 gevraagd (een deel van de productie wordt te durr en gaat naar t buitenland).
aanbod = 190 en vraag = 150 dus 40 'aanbieders' worden niet gevraagd en die zijn dus werkloos.

oo, ik heb de voute antwoorden gecopypastet. . Tja, alleen het aantal vragen al kwam niet overeen.

[the economist]

a) Verklaar waarom een werknemer individueel meer loonsverhoging kan krijgen dan via de CAO is afgsproken.
hij kan bijv promotie hebben gekregen
Stel dat in een bepaalde sector gestreefd wordt naar volledige prijscompensatie voor dit jaar.
b) Hoe groot zal de looneis bij de CAO-onderhandelingen in deze sector zijn?
dan willen ze loon ↑ gelijk met de inflatie, dus 3.7 %
c) Wie zitten er bij de CAO-onderhandelingen tegenover elkaar aan tafel?
vakbonden en werkgeversbonden
d) Hoe groot is de initiële loonstijging
= stijging apt = 3%
e) Stijgt of daalt de verhouding loon : winst? Verklaar het antwoord met behulp van de gegeven percentages
die daalt. de winsten stijgen in verhouding harder. inlatie 3.7 + apt 3 = 6.7 % zouden de lonen kunnen stijgen om gelijke tred te houden met de winsten. (waarbij dan die 3.7 puur prijscompensatie is)
f) Zijn de loonkosten per eenheid product gestegen, gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.
de lonen stijgen harder dan de apt. Per product zul je dus iets meer loonkosten hebben (nominaal ! dus dat geeft niet, want met de inflatie meegerekend valt de loonstijging wel mee)
g) Is de werkgelegenheid gestegen gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.
er worden 4.2 % meer producten gemaakt. Dit komt enerzijds onmdat de mensen meer konden produceren (=↑ apt), maar dat verklaart slechts 3 %. de andere 1.2 % moet dus gekomen zijn omdat er meer mensen werken = gestegen werkgelegenheid.
NB: de andere % staan erbij om t lastg te maken

[Caviamax]

Oeps... Vergeten tweede deel te posten...

a) Verklaar waarom een werknemer individueel meer loonsverhoging kan krijgen dan via de CAO is afgesproken
Dit komt doordat deze werknemer bijvoorbeeld over heeft gewerkt, of een promotie verdient heeft. De arbeidstijd kan ook een rol spelen.
Stel dat in een bepaalde sector gestreefd wordt naar volledige prijscompensatie voor dit jaar.
b) Hoe groot zal de looneis bij de CAO-onderhandelingen in deze sector zijn?
Ik weet dat prijscompensatie wil zeggen dat de lonen evenredig stijgen met de prijzen, hierdoor blijft de koopkracht intact. Volgens mij doe je de loonstijging – inflatie = 4.5% =3.7% = 0,8 zullen de lonen dus stijgen.
c) Wie zitten er bij de CAO-onderhandelingen tegenover elkaar aan tafel?
Dat ligt eraan. Als de CAO geldig is voor een hele bedrijfstak, dan onderhandelen de directie en de vakbonden met elkaar. Normaal gesproken onderhandelen de werknemers- en werkgeversbonden (vakbonden) met elkaar.
d) Hoe groot is de initiële loonstijging?
Initiële loonstijging is een loonstijging bovenop de prijscompensatie. Hier dus loonstijging – inflatie = 4.5% =3.7% = 0,8 zullen de lonen dus stijgen. (Loonstijging – prijsstijging).
e) Stijgt of daalt de verhouding loon : winst? Verklaar het antwoord met behulp van de gegeven percentages.
De loonruimte zal daalt omdat de arbeidsproductiviteit lager ligt dan de loonstijging. (Klopt dit?)
f) Zijn de loonkosten per eenheid product gestegen, gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.
Vraag snap ik niet zo goed… Ik denk dat de loonkosten gestegen zijn want de loonstijging is groter dan het productievolume.
g) Is de werkgelegenheid gestegen gedaald of gelijk gebleven? Verklaar het antwoord.
Gedaald t.o.v de inflatie, want die is groter.