Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 22-02-2006, 19:31
joes
Avatar van joes
joes is offline
Dat is lang geleden, hier. Ik moet een PW maken, voor het vak Nederlands en ik mag een verhaal schrijven, omdat je ook een tweede vak moet hebben beschrijf ik het leven van iemand uit het dorp waar ik woon. Waardoor ik de geschiedenis erin verwerk, hier is een stuk. En wees kritisch, het is namelijk ook voor mijn examen, al zal mijn leraar vast niet té streng zijn. Ik wee tnog neit of dit het hoofdstuk is waar ik mee begin, dat is te plotseling denk ik. Komt 'ie.

17 september 1944 -
Het was op zo’n mooie zondagse namiddag, met nazomers weer, ze hadden net gegeten. Er waren nog wel soldaten op het dorp maar niet veel meer, de meeste waren door boeren met paard en wagen naar België of verder gebracht. Moeder stond net in de tuin, om Evert binnen te roepen en vader was binnen in zijn grote stoel aan het rusten. Hij was vaak moe en ontzettend gespannen, keek schichtig om zich heen en had veel hoofdpijn. Evert was bijna zeven jaar oud en rende vrolijk door de tuin terwijl moeder waarschuwend riep dat hij zijn zondagse kleding schoon moest houden en maar naar binnen moest komen. “Volk!” riepen tante Lies en tante Riet terwijl ze de tuin binnenstapten. Moeder keek om en lachte breeduit. “Goedemiddag, alweer” knipoogde ze en ze gebaarde Evert stil te staan. “Hoi” riep Evert en rende toen hard naar binnen. Moeder schudde haar hoofd en keek hem na. “Hij is zo druk” zei ze zachtjes tegen tante Lies, die bij haar was komen staan. “Hoe is het met moeder?”. Tante Lies haalde haar schouders op en tante Riet keek naar de grond. “Ze zit op haar einde, To is nu bij haar”. Moeder knikte en keek naar de deur waar Evert op zijn knieën door de kier zat te kijken naar zijn moeder en haar twee zussen. “Wat zit jij te gluren, Evert?” riep ze. Evert giechelde en duwde de deur helemaal open. “Hoi” riep hij hard en rende weer terug naar binnen. “Wees stil voor vader!” riep moeder hem nog achterna. Evert rende de kamer in, langs vader, de trap op en de hal over tot hij bij het raam boven was en hij weer in de tuin kon kijken. Daar stonden moeder en zijn tantes dichtbij elkaar, aan het praten over alles en iedereen. Vader vond moeders zussen altijd vervelend, ‘ze praatten teveel en zeiden te weinig’ zei hij altijd en dan werd moeder boos. Hij zag hoe zijn tantes nog een stapje dichterbij moeder zetten. “Hoe is het nu met Wim?” vroeg tante Riet voorzichtig. “Nog steeds slecht eigenlijk” zei moeder zachtjes, terwijl ze om zich heen keek. “Hij denkt nog steeds dat ze het op hem voorzien hebben, dat ze zeggen dat het zijn schuld is. Soms wordt hij badend in het zweet wakker, of praat hij in zijn slaap met ze. Ik weet niet wat ik moet doen. Soms wordt hij zo kwaad als ik er wat van zeg. Hij vergeet ook steeds meer dingen. Hij is gewoon veranderd”. Tante Lies fronste haar wenkbrauwen. “Wie zijn zij dan?”. Moeder haalde haar schouders op, “het ligt vast aan dat werk voor die bunkers, vast die moffen”, fluisterde ze maar ze leek niet overtuigd van haar eigen antwoord. “Wat heeft hij dan gedaan?” vroeg tante Riet, maar moeder haalde haar schouders op en schudde haar hoofd. “Niets. Eigenlijk denk ik dat zij..”. Evert klopte op het raam en zwaaide naar zijn moeder en tantes. Ze zwaaiden terug en hij lachte hard, toen stond hij op en rende weer naar beneden. “Doe nou eens rustig Evert” riep moeder naar boven, maar Evert stond alweer in de deur opening, beneden. “Hoi” riep hij en stak zijn tong uit. Tante Riet lachte maar moeders wangen werden rood en ze stapte boos op Evert af. “Kom hier” zei ze en Evert gehoorzaamde geschrokken. “Sorry moeder” fluisterde hij. Moeder pakte ruw zijn bovenarm beet en trok hem dichter naar haar toe. “Niks ervan, ik word zo moe van jou. Ga maar naar binnen, naar je kamer en wees eindelijk eens stil”. Evert draaide zich met gebogen hoofd om en liep naar de deur opening. “Dag ” zei hij zachtjes tegen zijn tantes en deed de deur dicht. Hij hoorde hoe zijn tantes afscheid namen van moeder en liep gedwee naar boven.

Het was vroeg in de avond toen hij de vliegtuigmotoren hoorde ronken in de verte. Zonder na te denken liep hij de trap af, de kamer in. Vader was net opgesprongen en liep nu een beetje gehaast naar buiten. Evert vroeg moeder of hij ook mocht gaan kijken en ze knikte. Hand in hand liepen ze naar buiten, de straat op. Met toegeknepen ogen staarden ze de lucht in, zoekend naar de vliegtuigen. “Daar” wees vader en hij tilde Evert op. “Maar waarom vliegen ze daar?” vroeg hij achterdochtig en Evert keek naar hem. “Wat denkt u vader?”. Vader schudde zijn hoofd. “Ik weet niet wat ik denken moet”. Sien Geertse kwam ook naar buiten met haar kroost en kwam bij hen staan. “Niet zo bang Willem” zei ze spottend, “ze zullen wel weer naar Vlissingen gaan”. Meerdere mensen kwamen de straat op om de vliegtuigen te bekijken, sommige, onder andere Siens man en zoon, renden richting de molenweg om het beter te zien. Evert keek met grote ogen naar de vliegende machines en glimlachte een beetje. “Oh, ziet u dat vader?” zei hij onder de indruk. Vader reageerde niet en hield zijn ogen strak op de vliegtuigen gericht, maar moeder wreef over Simons been en zei bezorgd: “Wees maar niet teveel onder de indruk Evert, wat die dingen aanrichten is altijd iets afschuwelijks, ongeacht van wie ze zijn”. Sien knikte beamend en trok haar jongste dochter tegen zich aan. “Zo is het maar net Johanna” zei ze terwijl ze naar de rookpluimen keek, die in de buurt van Vlissingen opstegen. Maar plotseling, boven de duinen van Groot-Valkenisse liet een van de voorste vliegtuigen zijn gekleurde lichtkogels vallen. Heel even was iedereen stil en toen begon iedereen door elkaar te roepen en te rennen. “Allemachtig” schreeuwde Sien ontzet en ze probeerde haar kinderen bij zich te roepen. “Ze komen hier!” riep overbuurman Leen ontzet en rende terug zijn huis binnen. Vader zette het ook op een rennen, terug het huis in. “Kom Jo” riep hij terwijl hij binnen, de deur naar de kelder, onder de trap, opentrok en Evert naar binnen duwde. “Sneller zoon, kom Jo, rennen!”. Moeder was nog op straat blijven staan toen vader al weg rende. “Kom maar Sien, kom!” riep ze terwijl ze Siens oudste zoon en dochter het huis binnen duwde. Sien kwam erachteraan gerend met haar kleinste dochtertje en zij bleven in de gang staan terwijl de kinderen de kelder in geduwd werden. “Waar is Jan?” riep Sien plotseling verward, “En Wannes? Waar is Wannes?”. Moeder pakte Sien vast en duwde haar tegen zich aan, “die komen zo”, riep ze. Het geweld werd steeds sterker en Siens dochtertje Jacoba begon te huilen. Evert keek angstig om zich heen en greep vaders hand. Deze keek naar Evert en drukte hem vervolgens tegen zich aan. “Stil maar” fluisterde hij, maar hij klonk zelf net zo ongerust en Evert begon ook te huilen. Toen plotseling hoorden ze de bommen naar beneden suizen en voelden hoe ze vlakbij insloegen. “Ik zei toch, ze komen achter me aan” schreeuwde vader, met tranen van woede en angst in zijn ogen, naar moeder. Zij gilde iets onverstaanbaars terug. De ruiten sprongen uit hun sponningen en de muren scheurden. Sien en moeder hielden elkaar stevig vast terwijl vader hen ook de kelder in probeerde te trekken. Bij de volgende bommenregen werden de deuren naar binnen geslagen en werd alles donker en grauw van de stof en rook. Vanuit Souburg werden de werd er op de vliegtuigen geschoten en de granaten ontploften boven het dorp. Het leek wel of de vloer golfde.

Moeder en Sien lagen half in de kelder en gilden, terwijl de kinderen angstig ook begonnen te gillen. Vader zat tegen de muur gedrukt en hield Evert stevig vast terwijl de rook langzaam optrok en het weer wat lichter werd. Ze konden langzaamaan elkaars gezichten weer zien. “We moeten hier weg” schreeuwde moeder terwijl ze Sien de kelder uit duwde en vervolgens de kinderen pakte. “Nee!” schreeuwde vader en hij bleef zitten met Evert in zijn armen. “Laat hem los, Willem! Laat hem los. Dan blijf jij zitten maar mijn zoon komt met mij mee” riep moeder woedend. Vader hield Evert echter stevig vast en moeder pakte zijn hand en trok er aan. Evert begon ook te bewegen, door moeders angst werd de zijne ook groter. “Vader, laat me gaan” riep hij angstig en verward terwijl hij Sien met haar kinderen zag wegrennen. Vader liet hem los en Evert rende achter Sien aan. “Kom nou Willem” riep moeder, maar vader bleef angstig tegen de muur gedrukt zitten en Sien begon om moeder te roepen. Even bleef moeder staan maar toen draaide ze zich om en rende weg, op zoek naar een veiligere plek.

Toen het gevaar geweken was, kropen ze uit de bunker waar soldaten hen binnen hadden gelaten en haastten zich terug naar het dorp. De uitwerking van de bommen werd steeds duidelijker. Op de straten lagen overal stukken ruit en hout. Ze trapten op dakpannen, stukken steen en klei. Evert herkende er verschillende stukken meubelen en kleren terwijl zijn angst groter werd over wat hij in het midden van het dorp zou aantreffen, over hoe hij vader zou aantreffen. Daar aangekomen drong het eindelijk door wat er was gebeurd, huizen waren met de grond gelijk gemaakt en de mensen zaten er nog onder. Evert begon meteen naar zijn huis te rennen wat verderop om de hoek stond. Het stond er nog. Ook moeder begon te rennen naar haar huis. “Vader”, riep Evert ontzet. “Vader, alstublieft, antwoordt toch”. Hij struikelde bijna over al het puin wat op de weg lag, maar rende het huis binnen. Vader strompelde net uit de kelder, geheel verward. Moeder kwam ook het huis binnen gerend en viel vader om zijn nek. “Och Willem” huilde ze. Maar vader wist niets te zeggen en Evert keek naar hem. “Ik snap er niets van” fluisterde vader. Moeder schudde haar hoofd en drukte haar gezicht in zijn hemd. De sirene begon te loeien, er was brand uitgebroken bij het café. “Och, mijn zussen en moeder!” zei moeder opeens geschrokken en ze stond op en rende weg. “Vader?”, vroeg Evert verward maar vader reageerde niet en dus rende Evert zijn moeder achterna. Mannen en vrouwen waren op straat aan het zoeken naar overlevenden en schreeuwden allerlei bekende namen. Evert werd misselijk van de gedachte dat zij het niet hadden overleefd en bleef rennen naar het café van Simpelaar. De brandweer was daar druk aan het werk en in de kelder van Simpelaar probeerde men hem te redden. Zijn been lag klem en hij kon niet wegkomen, Evert wilde helpen maar hij werd ruw weggeduwd door de werkende mannen. “Ga ergens anders zoeken, Evert, dit moet jij niet zien”. Evert liep achteruit en bleef toekijken tot hij zag hoe Simpelaars dochtertje uit de kelder werd gedragen. Haar armpjes hingen slap naar beneden en haar hoofd bewoog een beetje heen en weer bij elke stap die de brandweermannen zetten, ze waren te laat. In een golf van misselijkheid draaide hij zich om en gaf over. Hij kneep zijn ogen dicht en begon te huilen. “Gaat het, jongen?” vroeg een van de mannen die voorbij liep en klopte op zijn rug. Evert vermande zich en begon te rennen naar het huis van zijn opoe, waar moeder was. Hij wilde naar zijn moeder toe. Om hem heen vielen mensen elkaar huilend om de nek terwijl hij verder rende. “Moeder” schreeuwde hij. “Moeder!”. Maar het huis van zijn oma kon hij niet vinden. Moeder en tante Lies wel. Ze zaten aan de andere kant van de weg, terwijl mannen en vrouwen door het puin liepen. “Mama” riep Evert en hij rende naar zijn moeder. Hij struikelde halverwege en viel in een grote plas modder. Helemaal vies stond hij op en strompelde wat verder, overal was er tussen de brokken puin water, en modder. Verward keek hij om zich heen en hij voelde tranen achter zijn ogen brandden. “Wat is er gebeurd, mama?”. Hij viel in haar schoot en begon hevig te schudden en te huilen. “Dochtertje Simpelaar is dood, moeder. Ik heb het gezien”. Maar moeder streelde slechts zijn haren en zei niets. Ze lag met haar hoofd op tante Lies’ schouder terwijl ze met betraande ogen vooruit staarde. “Tante…”, ze schraapte even haar keel en Evert keek op. “Tante Riet, tante To en opoe ook”. Hij draaide zich om en staarde ontzet naar het puin waar mensen overheen liepen en naar elkaar schreeuwden maar hij zag ze niet zo duidelijk, de nacht kwam opzetten.
__________________
You're such a fucking freakshow
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 25-02-2006, 13:06
Vogelvrij
Avatar van Vogelvrij
Vogelvrij is offline
Indrukwekkend wel, hoor! Goed geschreven, heb er niet veel op aan te merken.

Citaat:
Er waren nog wel soldaten op het dorp
Op het dorp? In het dorp, neem ik aan
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Met citaat reageren
Oud 25-02-2006, 14:19
Verwijderd
Inderdaad indrukwekkend, heel goede 'sfeer'beschrijving. Het leek heel echt. Je schrijfstijl is ook mooi, heel 'volwassen' op een of andere manier. Het enige wat ik minder vond waren de vele namen, ooms, tantes, broertjes, zusjes. Ik kon ze allemaal niet uit elkaar houden en dat maakte vooral in het begin het verhaal wat onleesbaar. Nu is het waarschijnlijk ook niet zo belangrijk om in dit geval precies te weten wie wie is, wellicht is het expres gedaan? (in de de zin van ook symbolische chaos creëren?) Maar toch zou het fijner zijn om te weten wie wat nou zegt.
Het begin doet me een beetje denken aan De kleine blonde dood, met die vader, zoontje, de oorlog.
Ga zo door
Met citaat reageren
Oud 25-02-2006, 14:25
Vogelvrij
Avatar van Vogelvrij
Vogelvrij is offline
Ik neem aan dat de vele namen zijn gebruikt omdat het waargebeurd is, of heb ik dat nu helemaal mis?
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Met citaat reageren
Oud 25-02-2006, 14:30
Verwijderd
Citaat:
Vogelvrij schreef op 25-02-2006 @ 15:25 :
Ik neem aan dat de vele namen zijn gebruikt omdat het waargebeurd is, of heb ik dat nu helemaal mis?
Dat hoeft helemaal niks met elkaar te maken te hebben. Het is ook niet nodig om minder personages aan te voeren, denk ik, maar wel om wat meer duidelijkheid te scheppen.
Met citaat reageren
Oud 25-02-2006, 17:40
joes
Avatar van joes
joes is offline
Het is inderdaad waargebeurd, gewoon IN het dorp (ja sorry) waar ik woon. Ik heb wat dagboeken en andere verhalen doorgespit. Ik zal het duidelijker proberen neer te zetten,, voo rmij is het makkelijker om te lezen aangezien ik weet wie wie is maar het is wel logisch dat het voor anderen minder makkelijk is. In ieder geval bedankt voor de reacties

Ik ben wel beetje bang, dat Evert te oud lijkt voor zijn leeftijd?
__________________
You're such a fucking freakshow
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
De Kantine Ze Opende Een Nieuw Saaitopic En Je Zal Niet Geloven Wat Er Gebeurde. Amazing...#1949
Fitematrulle
500 05-04-2016 22:04
Verhalen & Gedichten De Blauwe Overall
joes
0 11-06-2007 10:18
De Kantine Wat voor belachelijke mensen wonen er bij jou in de buurt?
Uice
75 20-11-2005 19:03
Verhalen & Gedichten Begin van verhaal
Peace
10 22-03-2005 19:26
Games Rpg
Kairi
60 05-02-2003 15:13
De Kantine BoB de Bouwer...
Secreet
19 21-07-2002 04:39


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:09.