Oud 25-09-2003, 20:27
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
Moet hoofdstuk 2?

---------------------------

Het onbegrijpelijk verbod


1
Twee keer in mijn leven ben ik de persoon kwijtgeraakt waarvan ik op dat moment het meest hield. De eerste keer was zes jaar en een dag geleden. De tweede keer was gisteren.
17 augustus betekende twee keer van de achtendertig keren dat ik het meemaakte hetzelfde: intens verdriet – pijn van die soort die jij ongetwijfeld nog nooit gevoeld hebt. Wat het verdriet deze keer misschien nog net iets intenser maakt dan zes jaar geleden, zijn de onbeantwoorde vragen, maar goed, ik loop op de zaken vooruit.
17 augustus 1997 was de eerste mokerslag. Hannelore was er niet meer. Zomaar, weg. Ik heb het allemaal van dichtbij meegemaakt. Het ene moment hou je haar klein, poezelig handje vast, het andere moment heb je nog steeds dat handje vast, maar hangt er geen lichaam meer aan. Weet je godverdomme wat voor een gevoel er dan door je heen gaat? Weet je het? Nee hé, je weet het niet.
17 augustus 2003, gisteren, was de genadeslag. Laura was er niet meer. Zomaar, weg. Ik heb het allemaal van dichtbij meegemaakt. Het ene moment hou je haar volgroeide, zachte hand vast, het andere moment heb je nog steeds die hand vast, maar hangt er geen levend lichaam meer aan. Weet je hoe dát voelt? Nee, dat weet je niet.
Misschien vraag je je nu af welk voorval mij het meeste leed heeft aangedaan. Tot op de dag van vandaag heeft er mij nog nooit iemand deze vraag gesteld. Logisch ook: slechts één iemand op deze wereld wéét dat ik tweemaal hetzelfde heb moeten meemaken. Ik.
Getuigt het van weinig respect om mijzelf die vraag te stellen; welke datum mij de meeste pijn bezorgd heeft? 17 augustus 1997 of 17 augustus 2003? Misschien wel, in zeker opzicht is het mijn liefde voor Hannelore en Laura vergelijken, en dat zou als het ware een winnaar en een verliezer moeten aanduiden, niet? Wel, ik zeg je dit: in dit verhaal is er geen sprake van winnaars. Enkel en alleen verliezers.
Het is simpel: mijn liefde voor Hannelore en Laura is even groot: een liefde zo intens, dat ik zeker weet dat niemand ze ooit voor iemand heeft gevoeld. Klinkt dat pretentieus? Is de waarheid pretentieus? Nee.
Als je dan toch persé wilt weten welk voorval voor mij nu het ‘ergst’ was, dan zullen we moeten kijken naar de nevenverschijnselen, zoals ik ze noem; de dingen die mij werden aangedaan náást het verlies van Hannelore en Laura. Op 17 augustus 1997 verloor ik mijn vermogen tot lopen. Ik zou voortaan enkel en alleen wandelend door het leven moeten gaan. Indien u een intellectueel bent die achter elke zin een vorm van beeldspraak zoekt: ik bedoelde de vorige zin wel degelijk letterlijk. Op 17 augustus 2003 verloor ik naast Laura niet veel. Integendeel, ik kréég iets: een boel onbeantwoorde vragen. Vragen die vanbinnen, diep in mij, alles wat nog rechtstond (niet veel meer) kapot maken. Wat nu het ergst is…ik zou het niet weten, en eerlijk gezegd kan het me ook niets schelen. Ik weet alleen dat het genoeg is geweest. Ik heb niks meer om voor te leven.
Ik heb nog een behoefte, één enkele wens, en dan is het genoeg geweest. Mijn behoefte? Wel, als ze me morgen vinden, hier op mijn kamer, dan zou ik graag hebben dat er tenminste één iemand de waarheid weet. Eén enkel iemand op deze hele aardbol. Ik heb besloten dat jij, ja jij, de twijfelachtige eer hebt mijn verhaal te mogen horen. Jij…ja jij. Mijn verhaal.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 25-09-2003, 20:54
Shadowme
Avatar van Shadowme
Shadowme is offline
ik vind hem mooi!
__________________
never send spam. that's bad. very bad
Met citaat reageren
Oud 26-09-2003, 18:19
Fladdergeval
Fladdergeval is offline
Misschien een rare vraag hoor, maar kwam er niet laatst in een van jouw verhaalbeginselen ook een Laura voor? En zo ja: is dat toevallig of houdt het per ongeluk expres een klein verbandje met elkaar? Begin mezelf erg nieuwsgierig te maken

Even een ding wat me verschrikkelijk stoort: je zegt
Citaat:
clubje schreef op 25-09-2003 @ 21:27:
Vragen die vanbinnen, diep in mij, alles wat nog rechtstond (niet veel meer) kapot maken.
Gadver!
Haakjes in een verhaal! Als ik érgens niet tegen kan is het wel haakjes in een verhaal. Ik weet eigenlijk helemaal niet of mijn haatgevoelens jegens haakjes wel gegrond zijn, maar ik vind in ieder geval dat, zéker in dit geval, je de toevoeging 'niet veel meer' makkelijk tussen komma's of eventueel tussen streepjes kan zetten. Pfoei, deze informatie vind ik zelfs veel te belangrijk voor tussen hakjes!

Ok gezanik, excuus. Over de rest zal ik niet zeiken. Ik vind het een mooie bodem voor een verhaal, niet uitgewerkt op het niveau dat je kan, maar ik denk dat dat nog wel kan komen. Ja, ik ben wel benieuwd naar vervolg (zeker als het met die combinatie te maken gaat hebben maar dat zal wel niet he, vreemde gedachtenkronkels van mij ook altijd). En ik wil ook op zn minst kunnen lezen wat voor verbod er precies op gelegd gaat worden (hoor ik vast al te snappen of niet? Hm, mooie titel wel).

Oke, ik dwaal af. Conclusie: Moet hoofdstuk 2? Ja. Punt.


<= wat een fantastische smiley trouwens! hihi
Met citaat reageren
Oud 27-09-2003, 08:36
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
Dat is typisch iets voor mij Fladdergeval: als ik een boek lees met veel haakjes, dan irriteer ik er mij ongelooflijk aan. Maar als ik zelf een verhaal schrijf, dan tolereer ik het plots

------------------

2
Tot zes jaar geleden was de zondag heilig voor mij. Dat heeft niks met religie te maken, maar alles met voetbal. De zondagochtend op die groene mat mogen aantreden om met je vrienden tegen die bal te gaan schoppen, als je het zelf nooit hebt mogen meemaken weet je niet waarover ik spreek. Het is intens genot, plezier van de bovenste plank. Het klinkt misschien cliché in de oren: het romantische beeld van een voetbalploegje met allemaal dikke vrienden…maar het wás zo!
Ik was de patron van de ploeg, de kapitein, de leider waar iedereen wel een beetje naar opkeek. Iedereen wist maar al te goed dat er geen ploeg meer zou zijn zonder mij; ik waste de voetbaltruitjes, ik zorgde voor de administratie. Die voetbalploeg was wel een beetje mijn levenswerk, ja.
We waren een bescheiden provinciaal ploegje maar we hebben vaak hoogstaand voetbal gebracht, al zeg ik het zelf. Of dit feit ter zake doet in mijn verhaal, durf ik te betwijfelen, maar ik vermeld het toch maar.
Het moet ergens in de herfst geweest zijn. Het regende zacht en het was al behoorlijk koud. Ik trad binnen in de cafetaria en maakte mij op voor wat misschien wel het leukste moment was van zo’n hele zondagochtend: na de match een frisse, welverdiende pint drinken met de vrienden. Ik kwam altijd als laatste in het clublokaal binnen, omdat ik na de wedstrijd altijd nog wat papieren moest invullen bij de scheidsrechter.
Ik geloof dat we die ochtend hadden gewonnen. De sfeer was alleszins goed. Toen ik binnentrad waren ze – mijn jonge teamgenoten - bezig onbedaarlijk te lachen, waarschijnlijk een zoveelste platte mop. Mijn biertje stond al klaar op de tafels waarrond mijn garde jonge spelers zaten te kletsen. Ik ging erbij zitten en mengde mij geamuseerd in het gesprek. Het eerste kwartier na zo een match was altijd euforisch en luidruchtig. Een tijdje en drie biertjes later werd het altijd wat rustiger. Ik zat naast Erik en merkte dat hij voortdurend naar zijn horloge tuurde. Ik vroeg hem of hij op iets of iemand wachtte. Hij boog zich naar mij toe en antwoordde nogal geheimzinnig dat zijn vriendin hem kwam ophalen en dat ze hier ieder moment kon zijn. Het leek wel alsof hij opgelucht was dat hij het eindelijk aan iemand kon vertellen, alsof ik op dat moment dat hij me vertelde over zijn nieuwe vriendin, eventjes een vaderfiguur was voor hem. Ik was dan ook de enige van de ploeg die getrouwd was. Ik was vijfentwintig jaar, al de rest was zo’n vijf jaar jonger.
Ik knikte en keek in zijn ogen. Was hij zenuwachtig? Daar leek het wel op. Ik wachtte even, maar vroeg het hem dan toch: waarom was hij zo nerveus? Hij kende zijn vriendin nog maar vijf dagen en was naar eigen zeggen nogal wantrouwig tegenover mensen. Dit kwam door eerdere ‘teleurstellingen in vrienden en vriendinnen’. Wat hij daarmee bedoelde, durfde ik niet te vragen, het deed er ook niet toe.
Ik vroeg hem glimlachend of hij misschien vreesde dat ze niet zou komen en hem nu al, na vijf dagen, in de steek zou laten. Erik keek me geïrriteerd aan. Het was de nagel op de kop.
Hij wendde zijn blik van mij af, tuurde opnieuw naar zijn horloge, en daarna naar de deur van de cafetaria. Zou ze komen? las ik in zijn ogen. Plots fleurde zijn gezicht op. Instinctief draaide ik mijn hoofd en keek nieuwsgierig naar de deur.
Daar stond ze, wachtend in de deuropening. Lang, golvend, glanzend bruin haar. Hoge hakken, lange rok, witte coltrui. Marjolein, heette ze, vertelde Erik me later. Hij stond op, groette iedereen en verliet de nietsvermoedende, luidruchtige meute.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.

Laatst gewijzigd op 27-09-2003 om 10:53.
Met citaat reageren
Oud 27-09-2003, 10:36
Fladdergeval
Fladdergeval is offline
Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 09:36:
Dat is typisch iets voor mij Fladdergeval: als ik een boek lees met veel haakjes, dan irriteer ik er mij ongelooflijk aan. Maar als ik zelf een verhaal schrijf, dan tolereer ik het plots
Nu al schrijfersallures ??

Over hoofdstuk twee: Leuk stuk om te lezen, je schrijfstijl is anders maar erg leuk. Wat luchtiger dan je Peter-Eva-verhaal. Wel vraag ik me af en toe af of alles wat je zegt wel relevant is. Je herhaalt af en toe dingen die storen. Toch maakt het me wel nieuwsgierig: waarom vertel je dit? Wat voor rol gaat dit stuk tekst in het verhaal spelen? Ja, het nodigt mij persoonlijk wel uit tot verder lezen .

Even een paar kleine dingetjes over het verhaal:

Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 09:36:

een voetbalploegje met allemaal dikke vrienden…maar het wás zo!
Euhm, wat wil je hier nou zeggen? Een voetbalploeg bestaand uit goeie vrienden, toch? Beetje vaag geformuleerd.

Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 09:36:
Of dit feit ter zake doet in mijn verhaal, durf ik te betwijfelen, maar ik vermeld het toch maar.
Leuk! Alleen zou ik niet twee keer maar zeggen.

Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 09:36:
Toen ik binnentrad waren ze – mijn jonge teamgenoten - bezig met onbedaarlijk te lachen, waarschijnlijk een zoveelste platte mop.
'bezig met onbedaarlijk te lachen', dat kan niet. 'Met' moet weg: 'bezig zijn te lachen'. Jouw versie is volgens mij geen Nederlands .

Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 09:36:
Ik trad binnen in de cafetaria en maakte mij op voor wat
misschien wel het leukste moment was van zo’n hele zondagochtend: na de match een frisse, welverdiende pint drinken met de vrienden. Ik kwam altijd als laatste in de cafetaria binnen, omdat ik na de match altijd nog wat papieren moest invullen bij de scheidsrechter.
Je zegt twee keer match en twee keer cafetaria in een alinea, dat stoort mij een beetje. Ik weet alleen niet echt een alternatief... Misschien dat je de tweede cafetaria kan vervangen door café en de tweede match door de wedstrijd ofzo. Maar goed, ik zeik.

Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 09:36:
k was dan ook de enige van de ploeg die getrouwd was. Ik was vijfentwintig jaar, al de rest was zo’n vijf jaar jonger.
Dat je vijf jaar ouder bent heb je kort geleden al aangestipt. Je zegt dat jij als enige al getrouwd bent, wat de lezer er eigenlijk al weer op attent maakt dat jij ouder bent. Dat zou ik hier dus niet nog een keer vermelden, dat verveelt.

In ieder geval, ga door!
Met citaat reageren
Oud 27-09-2003, 11:03
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
3
Het zou twee jaar duren voor ik de eerste keer met Marjolein naar bed zou gaan. Twee jaar heb ik gewacht, doorgebracht op een perron, wachtend op een trein met een – zo leek het wel – eindeloze vertraging. Op dat moment begon mijn leven eigenlijk pas echt.
Het duurde niet lang voor Erik Marjolein meebracht naar onze matchen, de zondagochtend. Marjolein leerde de vriendinnen kennen van enkele andere spelers en vormde al gauw samen met een viertal andere jonge vrouwen ons trouwste supporterslegioen.
Marjolein werd één van ons. Dat was geen opmerkelijk proces, het gebeurde immers vaak dat een speler zijn nieuwe vriendin meebracht naar het voetbal. Vriendinnen kwamen en gingen, sommigen bleven wat langer, sommigen waren er al zolang onze ploeg bestond.
Ik leerde Marjolein kennen zoals iedere andere speler dat deed. Ze was eerder het stille type, maar als haar wat gevraagd werd, ging ze daar altijd uitvoerig op in. Erik nam haar geregeld vast, kuste haar, liet haar op zijn schoot zitten. Niks speciaals.
Hoe langer hun relatie duurde, hoe meer ik mij ging ergeren aan hun verliefde gedrag. Eriks gedrag was soms ronduit kinderachtig, je kon duidelijk zien dat hij nog niet veel liefjes gehad had in zijn leven. Het leek alleen mij op te vallen. Op het veld betrok ik hem minder en minder in het spel. Dat lijkt nu wel arrogant van mij, maar voor liefde moet je vechten en zijn er geen bondgenoten, alleen vijanden, daar ben ik heel eerlijk in.
Ik was getrouwd, ja. Ik was verliefd op mijn vrouw, dat zweer ik. Ik hield van Katleen. Ik heb heel mijn leven van Katleen gehouden; vanaf de dag dat ik haar leerde kennen tot gisteren. Misschien ben jij er zo eentje die vindt dat verliefd zijn op twee mensen onmogelijk is. Ik zal je dit zeggen: je slaat de bal volledig mis. Ik heb het meegemaakt en het is wel degelijk mogelijk! De graad van verliefdheid was wel verschillend, dat wel, maar ik ben altijd van Katleen blijven houden. Hoe meer ik Marjolein zag, weliswaar, hoe groter mijn liefde voor haar werd. Hoe meer ik Erik ging haten. Hoe meer Katleen het moest afleggen tegen Marjolein.
Elk jaar, omstreeks de kerstperiode, was het de gewoonte dat we met de ploeg een uitstapje maakten. Zo een uitstapje begon meestal rustig, en eindigde ergens in een café of disco. Het jaar ervoor waren we bijvoorbeeld gaan minigolven, daarna iets gaan eten in een frituur, en uiteindelijk gestrand in een café.
Dat jaar gingen we bowlen, en wat er daarna gebeurde zouden we wel zien.
Ik ben het type dat altijd wil winnen, weet je wel. Het eerste spelletje had Mark, onze diepste spits, gewonnen. Het tweede spelletje was voor Ellen – de vriendin van Mark. Het derde en laatste spelletje was een nek-aan-nekrace tussen opnieuw Mark, Erik, en mij. We hadden nog elk één keer te gaan. Mark mocht eerst en hij kegelde acht…eh…kegels neer. Dat was niet genoeg voor de overwinning. Ik keek naar Erik.
“Jij eerst,” zei ik zo vriendelijk mogelijk.
Hij keek mij glimlachend aan en leek als het ware vertederd door mijn aardigheid, alsof op zijn gezicht te lezen stond: bedankt voor alles. Zijn vaderfiguur, dat was ik, en die (valse) rol beviel me wel.
Hij stapte naar voren en nam een oranje bowlingbal in zijn handen. Zonder aarzelen zette hij enkele stappen, liet de bal uit zijn handen glippen, en smeet een strike (voor diegenen die het niet weten; een strike betekent dat je alle tien kegels omver werpt). Hij lachte en stak zijn armen in de lucht.
“Nu moet jij ook een strike smijten om te winnen,” lachte hij.
Ik had zin om de bowlingbal die ik in mijn handen vasthad op zijn voet te smijten.
Ik keek even rond en zag dat alle ogen op mij gericht waren. Ook Marjolein. Katleen, mijn vrouw, knikte en knipoogde dat het me wel zou lukken.
Ik stak mijn middel- en wijsvinger in de twee daartoe bestemde gaatjes. Met trillende benen stapte ik voorwaarts en smeet mijn eerste bal. Zes kegels. Dat was niet genoeg, maar ik had nog een bal! Ik nam dezelfde oranje bal die Erik daarnet gebruikte en nam vastberaden een aanloop. Opnieuw liep ik naar voor en smeet de bal hard, rechtdoor in de richting van de vier overblijvende kegels. Drie kegels vielen om. Eén kegel bleef staan. Eén kegel, kun je het geloven? Eén.
Erik juichte. Marjolein omhelsde hem, kuste hem. Ik hoef je waarschijnlijk niet te vertellen hoe woedend ik was.
Ik legde mijn hand rond de schouders van Erik en riep: een rondje van de kapitein! Iedereen juichte en Erik gaf me een ‘vriendschappelijk’ klopje op de rug. De sfeer kon niet meer stuk.

Het kon niet uitblijven: na enkele drankjes in de bowlingzaal en een stop bij de plaatselijke pizzahut belandden we uiteindelijk in een kleine, gezellige, maar luidruchtige disco. In de bowlingzaal en de pizzahut was ik het die telkens autoritair als eerste de groep binnenleidde. In de disco daarentegen gingen ik en mijn vrouw Katleen als laatste binnen, de jonge veulens die ik de hele avond al onder mijn veilige vleugels had gehouden, voelden zich als het ware plotseling bevrijd. Dollend en kirrend van plezier schuifelden ze enthousiast de disco binnen. Ik en Katleen liepen hen achterna. Katleen keek wat bedrukt om zich heen en fluisterde in mijn oor:“We blijven niet te lang hé?”
“Nee nee,” stelde ik haar gerust, “hoogstens twee uurtjes.”
Wat onwennig ging ik bij de rest van de ploeg staan die al elk met een pilsje in hun handen stonden. Ook ik kreeg er natuurlijk eentje aangereikt. Enkele vriendinnen van spelers waren al onbeschaamd bezig hun sierlijke lichamen te laten swingen op de ritmische muziek. Enkel Marjolein stond nog bij de jongens, naast Erik. Wat was ze toch zo onopvallend mooi. Alle andere meisjes hadden strakke topjes, stevige jeans of doorzichtige witte broeken aan. Marjolein droeg een losse trui die ze weliswaar uitdeed omdat het haar te warm werd. Daaronder had ze een wit-groen bloesje aan. In haar linkerhand hield ze een pilsje vast, dat was niet van haar gewoonte.
Ik liep naar haar toe en vroeg fluisterend in haar oor:
“Waarom dans je niet mee met de andere meiden, drempelvrees?”
“Ja, zoiets,” glimlachte ze, aangenaam verrast door de begrijpende toon waarmee ik dat laatste woord uitsprak.
“En jij?” vroeg ze mij.
“Net hetzelfde, al dat extraverte gedans, niets voor mij.”
“Ja, bij mij is het net zo. Ik durf het bijna niet te zeggen maar ik probeer me zelfs wat moed en durf in te drinken,” schreeuwde en fluisterde ze in mijn linker oor, terwijl ze haar linkerhand omhooghield en mij haar pilsje toonde.
“Nog een biertje?” onderbrak die hufter van een Erik ons.
“Ja, ik wel,” antwoordde ik.
“Ik ook,” riep Marjolein.
De muziek was nu echt wel luid.
“Ik ben niet de enige meid die niet danst hoor,” zei Marjolein.
“Nee?” vroeg ik verbaasd en keek om me heen.
“Je vrouwtje,” verduidelijkte ze me.
“Oh…juist ja, ze is ook niet meer van de jongste he,” zei ik ietwat minachtend.
“Mja…”
Erik reikte ons beiden een biertje aan. Ik nipte er even van en voor ik kon verdergaan tegen Marjolein, riep Katleen:
“Fries!”
Ze wenkte me met haar beide handen.
(Voor de slechte verstaander, Fries is en was dus mijn naam. Het is echt wel aangewezen dat te weten, anders snap je van mijn verhaal vast geen snars.)
Katleen wenkte me dus.
Ik vloekte inwendig en ging bij haar staan.
“Waar is het toilet hier?” vroeg ze me.
“Hoe moet ik dat nou weten!” probeerde ik boven het geluid van de housemuziek uit te roepen.
“Wat?”
“Dat ik het niet weet!”
“Hoe moet ik dan naar het toilet…”
“Jaja,” onderbreekte ik haar, en ik tikte Frank, één van de spelers, op zijn rug.
“Frank, weet jij soms waar het toilet hier ergens is?”
“Tuurlijk Fries, ginds achteraan links,” en hij wees naar de achterste linkerhoek van de zaal.
“Ok, bedankt.”
Katleen deed teken dat ze het nu ook wist en verdween in de meute dansende jongeren.
Ik zag dat Marjolein met Erik stond te babbelen en ik durfde er niet opnieuw gaan bijstaan. Ik zag dat ze ondertussen elk al een nieuw biertje in hun handen hadden en dus bestelde ik er ook nog maar eentje, voor de hele ploeg trouwens.
Een uur en vele pilsjes later stond ik nog steeds naast Katleen. Alle meiden – ook Marjolein (de alcohol deed als vanouds goed zijn werk) – waagden zich op de dansvloer. Ook bijna alle spelers stonden uitbundig te dansen. Ik en Katleen stonden er – zoals elk jaar trouwens – wat onwennig bij.
Erik kwam naar me toe met een dienblad vol biertjes.
“Alstublieft kapitein,” en hij gaf me het zoveelste bekertje. Katleen bedankte.
Hij nam zijn dienblad en wrong zich behendig – dat had hij beslist eerder gedaan – tussen het volk. De jongens juichten bij het zien van zoveel gerstenat en ook de meiden namen elk hun biertje. Ik zag hoe Marjolein in drie grote slokken haar pilsje naar binnen werkte. Haar ogen stonden leeg en bol. Ze deed teken naar Erik dat hij bij haar moest komen. Toen hij bij haar gekomen was begonnen ze uitdagend tegen elkaar aan te dansen. Ik slikte even.
Een kleine minuut later fluisterde Erik wat in Marjoleins oor. Zonder aarzelen, zonder omkijken en zonder zich iets aan te trekken van de rest nam Erik haar hand vast en leidde haar tussen de dansende menigte.
Zonder twijfelen schreeuwde ik in Katleens oor:
“Ik ga even naar het toilet,” en ik liep weg.
Ik gíng ook naar het toilet. Niet omdat ik moest plassen. Nee; Erik en Marjolein waren immers ook de toiletten ingedoken. Godzijdank de mannen-wc. Een tiental seconden nadat ze het toilet waren binnengegaan deed ook ik de deur open.
Het toilet zag eruit zoals in de films: vies, vuil, ranzig, enz. Het enige wat nog ontbrak om het plaatje compleet te maken was een junk die een lijntje zat te snuiven. Een jongen – ik schatte hem 17 – legde zijn haar goed terwijl hij geconcentreerd in de spiegel keek. Hij knikte tevreden en verdween, terug de disco in.
Daar stond ik dan, alleen in het toilet. Alleen zeg je? Ja, alleen. Schijnbaar alleen. Het enige wat ik zag, waren vijf wc-hokjes en vijf kranen, één ervan spoot water. Het kon niet anders dan dat Erik en Marjolein in één van de hokjes zaten. Ik liep, zonder ook maar enig geluid te maken, naar de hokjes toe. De eerste vier stonden open, de laatste was gesloten.
Ik ging binnen in het toilet ernaast en sloot zachtjes de deur. Ik ging zitten op de pot en probeerde het bonkende geluid die uit de disco kwam, uit mijn gehoor weg te filteren. Wat overbleef was een straal stromend water. En.…En een vrijend koppel.
Ik drukte mijn oor tegen de houten wand, maar dat was eigenlijk niet nodig; de wanden gingen tenslotte toch niet tot aan de vloer en het plafond.
Ik hoorde wat ik niet wilde horen. Gehijg, gesnotter, gedempt gegil.
“Oh ja,” siste Marjolein, als een volleerd pornoactrice.
Erik kreunde zachtjes, maar toch duidelijk hoorbaar.
“Jij bovenop,” zei hij een stuk harder, alsof hij wilde dat ik het hoorde.
Ik hoorde wat gestommel en een tiental seconden later begon het opnieuw.
“Gnn, grrr…”
Beestachtige geluiden, intens genot.
“Vlugger,” gebood Erik, alsof hij de baas was, de leider.
“Jaa,” kreunde hij goedkeurend.
Ik hoorde hoe Marjolein bij iedere beweging een zucht liet vallen. Nog steeds kwam er niemand het toilet binnen. Hoe is het mogelijk? Pakweg duizend bezoekers in de disco en niemand die moest pissen. Alsof de duivel ermee speelde.
Marjoleins gehijg nam toe in volume. Ze liet hoorbaar alle remmen los en het kon niet anders of de alcohol deed al haar schaamte verdwijnen.
“Lekkerrrr,” gilde ze, zo luid dat ik dacht dat mijn trommelvlies zou scheuren.
Erik begon te grommen en kreunde op gedempte toon:
“Jaa…”
Het geluid hield spontaan op. Marjolein giechelde.
“Geil hoor.”
Ik verstarde, leunde achterover, en stierf. Daar, op dat moment, stierf ik, voor de eerste keer in mijn leven. Ik zou nog vaak sterven.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.

Laatst gewijzigd op 27-09-2003 om 16:03.
Met citaat reageren
Oud 27-09-2003, 14:13
Fladdergeval
Fladdergeval is offline
R.I.P Fries...
Eén ding clubje: wil je alsjeblieft vandaag niet meer posten, anders begin ik nooit aan mijn huiswerk

Hm, Fries begint al aantrekkelijk te worden, hij is toch wel blond he?
Oké dom commentaar. Kortom: schrijf verder!




BTW: haakjes, weeeeh
Met citaat reageren
Oud 27-09-2003, 15:59
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline


-------
4
Anderhalf jaar later stierf Erik. Te pletter gereden op een huis. Jammer.
Ik belde aan en probeerde mij in te beelden hoe ze er zou uitzien. Ik gokte dat ze een oud hemd zou aanhebben van Erik, dat ze grote wallen onder haar ogen zou hebben en dat haar haar los en slordig langs haar schouders zou hangen.
Ze deed niet open. Ik belde nogmaals. Na opnieuw een hele poos wachten hoorde ik uiteindelijk dat iemand de deur ontgrendelde. Marjolein deed open. Waarachtig: ze had een oud hemd aan van Erik, ze had zelfs een das aan van hem. Toen ze me zag draaide ze zich om, liep terug het huis binnen en zei zacht:
“Kom binnen.”
Het leek alsof ze onder haar (of zijn) hemd niets aanhad. Toen ze in de woonkamer in kleermakerszit op de zetel plaats nam, zag ik dat ze een kort broekje aanhad. Hoe ging het met haar?
“Goed,” zei ze aarzelend, “en met jou?”
Ik glimlachte minzaam, alsof het aan haar was om die vraag te stellen.
“Met mij gaat alles goed. Maar eerlijk…hoe gaat het? Eet je wel goed?”
“Maak je maar geen zorgen om mij,” zei ze hees.
Er viel een stilte.
“Het was een mooie begrafenis,” zei ik plots, mezelf vervloekend dat ik het voor elkaar gekregen had de grootste clichézin ooit uit te spreken.
“Mooie begrafenissen bestaan niet.”
Ik schrok van deze diepzinnige en correcte mededeling.
“Je weet dat…”
Ze keek op.
“Je weet dat je altijd op mij kunt rekenen. Als er iets is moet je maar bellen op mijn mobieltje, ok?”
“Ja, maar…”
“Je hebt toch mijn nummer?”
“Ja, dat gaf Erik me ooit, lang geleden.”
Ze begon zachtjes te snikken. Ik wist niet hoe me te gedragen en in een wanhopingspoging ging ik naast haar zitten, legde mijn arm rond haar schouders en sprak zachtjes:
“Sttt, stil maar..”
“Hoe kon dit nou gebeuren!” riep ze uit.
Ik schrok en ging wat rechtop zitten. Ze begon opnieuw te huilen en ik klemde haar nog wat steviger tegen me aan. Ze begon harder te wenen en legde haar hoofd tegen mijn borst. Daar waar ik - zoals destijds in de disco - zoveel keer ben gestorven, daar fleurde ik nu terug op. Het was een volmaakt moment, voor mij althans. Minuten lang zaten we daar, tot ze zichzelf plots oprichtte en naar de keuken liep.
“Koffie?” vroeg ze, op een gespeelde, opgewekte toon.
Ik verzette me wat in de fauteuil en zei dat ik wel wat lustte. Toen ik dronk van de koffie die ze me gaf, moest ik me inhouden om het niet terug uit te spuwen. De koffie was koud en bitter, zeker achtenveertig uren oud. Ik beheerste me en slikte.
Ze kwam terug naast me zitten en verklaarde de verschillende liedjes die op Eriks begrafenis gespeeld werden. Bob Dylan omdat hij zo geïntereseerd was in politiek, Nick Cave omdat Into my arms ‘hun’ liedje was, Herman van Veen omdat hij daar als kind zo van hield, en Radiohead omdat het pastte bij de sfeer. Ik hield wel van die muziek, maar het enige wat ik op dat moment hoorde waren strijkers en houtblazers die fictieve muzieknoten deden dansen rondom het hoofd van Marjolein. Ik zat daar, alleen bij Marjolein, bij haar thuis, op de zetel. Alleen. Eindelijk. Toch wist ik dat ik niet te overhaast te werk mocht gaan.
Ik stond op, legde mijn hand op die van Marjolein en verzekerde haar dat ik nog vaak op bezoek zou komen en dat ze me ten alle tijde mocht bellen. Ze bedankte me, snikte zachtjes, en leidde me naar de deur.
“Ik zal blijven komen naar het voetbal hoor, de zondag,” stelde ze me gerust, toen ze de deur voor me opendeed.
“Moet je zeker doen,” zei ik, “het zal je goed doen.”
Ik ging langs haar voorbij en wandelde het huis uit.
“Bedankt voor je bezoekje.”
“Geen probleem.”
“Daag.”
“Daag.”
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Oud 29-09-2003, 07:28
lotjesnotje
Avatar van lotjesnotje
lotjesnotje is offline
zo ik vind dit dus zekker wel weer een mooi verhaal he. Ga door het is echt goed
Met citaat reageren
Oud 29-09-2003, 21:11
Pandemonium
Pandemonium is offline
ja wel leuk! maar je moet niet er in zette (voor diegene die het niet wat het is enzo) dat is erg storend
__________________
Hoor niet alles wat je gelooft
Met citaat reageren
Oud 30-09-2003, 15:30
Envy
Avatar van Envy
Envy is offline
Citaat:
lolly schreef op 29-09-2003 @ 22:11:
ja wel leuk! maar je moet niet er in zette (voor diegene die het niet wat het is enzo) dat is erg storend
en jij meot geen woorden vergeten
__________________
your papa never told you about right and wrong
Met citaat reageren
Oud 30-09-2003, 16:05
Pandemonium
Pandemonium is offline
__________________
Hoor niet alles wat je gelooft
Met citaat reageren
Oud 02-10-2003, 17:05
Fladdergeval
Fladdergeval is offline
Citaat:
clubje schreef op 27-09-2003 @ 16:59:


-------
4
Anderhalf jaar later stierf Erik. Te pletter gereden op een huis. Jammer.
Euhm, is een huis net zoiets als een motorfiets - iets waar je op kan rijden? Of ben ik heel dom en snap ik gewoon de logica niet?

Citaat:
Lolly schreef op 29-09-2003 @ 22:11:
ja wel leuk! maar je moet niet er in zette (voor diegene die het niet wat het is enzo) dat is erg storend
Dit volg ik al helemaal niet...

Zou ik wel wakker zijn? Ik begreep mijn wiskundetentamen ook al van geen kanten...
Met citaat reageren
Oud 03-10-2003, 14:01
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
"Te pletter gereden op een huis"...met zijn auto, of motorfiets, of whatever...?

En sinds deze week studeer ik verder en zit de hele week op kot. Ik ben dus enkel in het weekend thuis en kan dan enkel posten. Maar 'k heb nog een paar hoofdstukken in reserve.

greetz
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Oud 05-10-2003, 16:07
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
5
Ze bleef inderdaad komen, op zondag, naar het voetbal. Ik bleef ook komen, bij haar thuis. Ik was als het ware altijd al een beetje een vaderfiguur geweest voor Erik, en toen Erik een relatie kreeg met Marjolein, dan werd ik zowaar de vaderfiguur van hen allebei, van de relatie op zich. Nu Erik er niet meer was en Marjolein alleen achterbleef, wie moest er dan voor haar zorgen? Het sprak voor zich dat ik hier mijn verantwoordelijkheid opnam. Niemand keek daar vreemd van op, al was het maar omdat bijna niemand ervan wist.
Ik dacht er allicht meer aan dan Marjolein, maar tussen ons bloeide een soort van vriendschap. Hoezeer Marjolein het ook wilde verbergen, ze had iemand nodig toen Erik stierf. Ze had wel enkele vriendinnen, in hoofdzaak de andere meisjes van het voetbal, maar échte vrienden…die had ze niet echt, zoals niemand bijna op deze aardbol.
Haar ouders? Hadden nooit iets gezien in die Erik, nu hij er niet meer was, was het meer een overwinning dan een verlies voor Marjoleins ouders. Gelijk hadden ze. Haar ouders hebben het nooit met zoveel woorden gezegd, maar ze waren blij dat Erik er niet meer was. Marjolein wist dat, en hoefde dus ook geen hulp van die scheinheilige ouders. (Dank je paps en mams). Zodoende werd ik Marjoleins rots in de branding. Ik was er al altijd geweest en zou er altijd zijn. Ik.
Een half uurtje voor de training begon (op woensdag en vrijdag) ging ik altijd even langs bij Marjolein. De eerste weken na Eriks dood was het natuurlijk mijn taak haar te troosten en te luisteren naar haar klaagliederen met als oorzaak het verlies van haar liefste. Na een kleine maand begon ze - de tijd heelde bij haar inderdaad vele wonden - zich te herpakken. We begonnen te praten over elkaar, over onze levens, over hoe onze dag was, over de voetbalmatch van zondag, over mijn hobby’s, haar hobby’s, mijn kijk op het leven, haar kijk op het leven. Er groeide een goede verstandhouding tussen ons. Ik had zelfs soms het gevoel dat ze een beetje opkeek naar mij, misschien omdat ik vijf jaar ouder was en daarom geacht werd meer levenswijsheid te bezitten. Misschien wel omdat Erik mij altijd beschouwd heeft als zijn beste vriend, als zijn constante in moeilijke tijden. Misschien vond Marjolein wel dat ze dat vertrouwen van Erik nu moest overnemen.
Op één van die befaamde woensdagen - het kan ook een vrijdag geweest zijn - ging ik dus bij haar langs. Toen ze de deur opendeed en zag dat ik het was, ging ze meteen opzij en maakte met haar hand een teken waarmee ze wilde zeggen dat ik mocht binnenkomen. Ik zei dat ik geen tijd had omdat de training binnen een kwartier zou beginnen, en dat ik eigenlijk alleen maar even langskwam om haar uit te nodigen om ergens iets te gaan eten, straks, na de training. Mijn vrouw was immers niet thuis en ik gaf toe dat ik allesbehalve een keukenprins was. Ook mijn zoon en dochter waren er niet, want die waren mee met moeder.
Ze twijfelde even en vroeg wat ik in mijn hoofd had. Ik zei dat ik gewoon ergens een snack wou gaan eten, type spaghetti of crocque monsieur. Opnieuw twijfelde ze even maar zei tenslotte dat het goed was. Ik zou haar om 21 uur ophalen.
Wat we gedaan hebben op training en wie er allemaal aanwezig was, dat weet ik niet meer. Wat ik me wel nog herinner, is dat ik als eerste uit de douche was. Nog net voor ik de deur van het kleedhokje achter me dichtsloeg, riep ik:
“Tot vrijdag jongens!”
Ik haastte me naar mijn auto, stak de sleutels in het contact, en scheurde in een rotvaart de straat uit.
“Hey.”
“Hallo, je bent vroeg!”
Ik keek op mijn horloge.
“Nou ja, valt mee toch?”
“Mannen komen altijd te laat,” lachte ze.
“Ik ben een uitzondering, altijd al geweest.”
“Oh ja?”
“Ja hoor,” lachtte ik. Ik ging een stapje opzij en ze ging het trapje af dat voor haar voordeur lag. Ze sloot de deur en ik vroeg waarin ze zin had.
“Zeg jij het maar.”
“Nee nee, voor mij is het eender, als ik maar kan eten.”
“Ja, maar jij nodigde mij uit, dus het is niet aan mij om te kiezen waar we heen gaan.”
“Ok dan, naar de Italiaan?”
“De Italiaan, it will be,” kirde ze opgewekt.
Toen ik me met Marjolein in de auto naar het Italiaans restaurant begaf, besefte ik dat ik de situatie nu pas echt gevaarlijk werd. Stel je voor dat Katleen mij ziet, of dat ze het hoort van iemand anders. Ik met een andere vrouw uit eten! Ik kon natuurlijk altijd verzachtende omstandigheden inroepen. Het is Marjolein, een weduwe, de (ex-) vriendin van Erik die ik al jaren onder mijn hoede hield! Ik kon haar toch niet in de steek laten!
Het doet er nu eigenlijk niet meer toe. Niemand heeft ons ooit gezien en Katleen heeft nooit, echt nooit iets gemerkt van wat er gaande was tussen mij en Marjolein.
Maar voor ik te vlug alles ga verklappen: op dat moment was er dus nog niets aan de hand tussen mij en Marjolein. Als het van mij afhing natuurlijk wel, maar zij beschouwde mij alleen maar als een steun en toeverlaat in moeilijke tijden.
Ik vertelde haar hoe leuk de training wel was geweest. Het regende en er is nu eenmaal niets leuker voor een voetballer dan een nat veld. Lekker glijden en tackelen. Het was weer een leuk avondje met de jongens geweest.
Ik wist dat ik Marjolein hiermee pijn deed. Ik deed haar beseffen dat de dood van Erik eigenlijk geen onoverkomelijk verlies was voor de ploeg. Het plezier was er nog altijd, de groepsgeest bleef in ons midden. Een foto met een zwart lintje in de cafetaria, dat wel.
Ik parkeerde mijn auto dicht bij het restaurant en merkte dat er niet veel volk was. Perfect, dacht ik. Ik deed het portier langs de passagierszijde open en ze lachte met een blik van: het hoeft allemaal niet zo galant hoor, het is maar een simpele spaghetti die we komen eten.
Toen we binnentraden, merkte ik nog vier andere aanwezigen: een bejaard en een jong koppel. Als de logica gerespecteerd zou geweest zijn, dan zouden ik en Marjolein ook een koppel geweest moeten zijn. Maar goed; niet alles is logisch. Wat wel logisch was, was dat Luciano – zo heette de chef van het restaurant, echt waar! – ons welkom heette en ons een tafeltje aanwees. Ik vond het wel een behoorlijk belachelijke situatie: alsof hij ons een plaats moest aanwijzen, er waren lege tafeltjes zat!
Vriendelijk zoals we waren volgden we Luciano. Hij schoof een stoel achteruit en liet Marjolein plaatsnemen. Toen we beiden zaten, en Luciano weer verdwenen was, moesten we lachen om de misplaatste professionaliteit van Luciano.
“Gelukkig maar dat hij ons een plaats aanwees, ik dacht op het eerste gezicht dat we weer zouden moeten vertrekken, overvol zit het hier!”
Marjolein grijnsde.
“Eigenlijk moeten we medelijden hebben met die arme ober, straks gaat hij nog failliet.”
“Luciano red zich wel.”
“Luciano?”
“Ja, zo heet hij.”
“Oh, je kent hem?”
“Kennen is een groot woord, ik kom hier gewoon vaak.”
“Oh.”
Ik nam de kaart maar las hem niet, ik wist immers al wat ik zou eten; net zoals altijd: een spaghetti bolognaise, simpel maar goed.
“Wat neem je?”
“Een spaghetti.”
“Dan neem ik hetzelfde.”
Ik glimlachte en sprak haar niet tegen. Het feit dat we hetzelfde eten, moet onze eenheid symboliseren, dacht ik.
Luciano verveelde zich klaarblijkelijk want daar was hij alweer.
“Is de keuze al gemaakt?”
“Ja, twee spaghetti’s aub,” zei ik vriendelijk.
“En om te drinken, meneer?”
“Oh, daar heb ik nog niet over nagedacht eigenlijk! Euh…geef mij maar een porto!”
“Voor mij hetzelfde,” lachte Marjolein.
Mooi, dacht ik, ze neemt de symboliek over.
Luciano noteerde braaf alles, en verdween zonder nog iets te zeggen. Ik vond het plots spijtig dat er zo weinig volk zat in het restaurant; nu zou het waarschijnlijk niet lang duren voor het voedsel gereed was.
“Het ziet er hier leuk uit,” zei Marjolein als officiële opener.
“Ja, best een leuke tent hier.”
“Kom je hier dan soms eten met Katleen en de kinderen?”
“Ja, soms, of alleen, als ik over de middag weinig tijd heb.”
“Oh.”
“Ze brengen ook pizza’s aan huis.”
“Oh. Luciano weet van aanpakken,” zei ze met een glimlach.
Even een korte stilte.
“Waar zijn Katleen en de kinderen naartoe, dat je zo alleen thuis bent deze avond?” ging ze verder.
“Naar Katleens moeder. Ze woont vrij ver, twee uren rijden van hier. Ongeveer elke maand gaat ze, samen met de kinderen, die moeten hun oma ook af en toe eens zien natuurlijk. Soms ga ik mee, maar niet zoveel.”
“Schoonmoeders hé,” lachte ze.
“Daar zeg je het,” zei ik nuchter, hopend dat het gesprek zo vlug mogelijk zou afwijken van Katleen.
Ik keek haar diep in de ogen en zei hees:
“Hoe gaat het nu eigenlijk met je, Marjolein?”
“Oh…”
Ze zuchtte even.
“Goed.”
“Je weet dat…”
“Als ik die koppeltjes daar zie,” onderbrak ze me terwijl ze naar de vier andere aanwezige personen in het restaurant wees, “dan krijg ik het soms wel nog eens moeilijk.”
“Dat is te begrijpen,” stelde ik haar gerust.
Opnieuw even een stilte.
“Zou je…,” ging ik voorzichtig verder, “nee, je kunt echt wel een nieuwe relatie aan hoor. Je hoeft je echt niet schuldig te voelen tegenover wie dan ook, en je moet er echt geen gras over laten groeien, je hebt geen tijd te verliezen!”
Ze zette een vette grijns op.
“Nou…”
“Even een kanjer van een cliché bovenhalen: het leven gaat verder.”
“Ik weet het hoor,” zei ze, “ik weet het.”
Daar was Luciano met onze spaghetti’s. De porto’s hadden we natuurlijk al eerder gekregen.
“Ik ben echt niet van plan eeuwig vrijgezel te blijven hoor,” zei ze met fonkelende ogen, na haar eerste beet. “De eerste man die ik tegenkom waarvan ik weet dat ik misschien ooit van hem kan houden, die zal ik niet vlug loslaten. Of ik die nu volgend jaar of vandaag leer kennen, dat maakt mij niet uit.”
Ze legde nadruk op ‘vandaag’, althans, dat dacht ik toch.
Op dat moment, daar in dat Italiaans restaurant, veranderde er iets. Iets, tussen ons. Het zou nooit meer hetzelfde zijn. Het kleine vlammetje was ontstoken. Nu nog blazen tot het een groot kampvuur zou worden.
We aten onze spaghetti’s op, praatten nog wat, en ik bracht haar naar huis. Ik gaf haar een afscheidskus op de wang en zei:
“Tot zondag.”
“Tot zondag.”
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Oud 05-10-2003, 16:08
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
6
Het zou nog een kleine week duren voor ik de eerste keer met haar naar bed ging.
Ik leek wel een verliefde puber, telkens toen ik bij Marjolein aanbelde. Sinds die avond bij de Italiaan wíst ik dat ze me vertrouwde, dat ik haar op één of andere manier in mijn macht had. Indien je het nog niet zou weten: liefde draait slechts om één ding: de macht hebben, de touwtjes in jouw handen!
Goed, ik belde een weekje na ons bezoek bij de Italiaan aan, en verwachtte dat ik blij onthaald zou worden. Toen ze opendeed keek ze me bedroefd aan. Ze ging terug het huis in en ik liep haar achterna. Terwijl ze voor mij de living inwandelde zei ze, als uit het niets:
“Ik ga hier weg, Fries.”
Ik schrok. Mijn eerste reactie was: jij? Weg? Niks van, jij blijf hier, dicht bij mij.
“Hoe…?” stamelde ik.
“Ik bedoel dat ik vertrek, weg uit dit dorp. Hoe zeer ik het ook probeer, sommige dingen zullen me altijd blijven herinneren aan vroegere tijden…mooie tijden die ik noodgedwongen achter me moet laten, wil ik ooit opnieuw gelukkig worden.”
Ik zag het al voor mij: ik met haar koffers in mijn handen, haar achterna hollend in de vlieghaven, zij incheckend aan de balie, klaar om te emigreren naar één of ander exotisch eiland.
Ik werd op slag weemoedig.
“Het hoeft toch allemaal niet zo snel,” probeerde ik.
“Mijn besluit staat vast Fries, ik vertrek naar de stad, een dertigtal kilometer verderop.”
“Oh…”
“Dertig kilometer is toch niet onoverkomelijk ver om mij te bezoeken, en omgekeerd?”
Mijn gemoedstoestand steeg van dertig onder nul naar vijftig plus. Ze wou dus dat ik haar bleef bezoeken. Ze wilde weg van hier, wat begrijpelijk was, maar ze had een nieuwe woonplaats gezocht die niet te ver was zodat we elkaar nog regelmatig konden zien. Als dat geen hint, geen goed teken, geen goed vooruitzicht, of wat dan ook was!
“Ik heb je raad opgevolgd,” zei ze, “ik laat er geen gras over groeien. Volgende week verhuis ik al. Hier is het adres.”
Ze nam een briefje die op tafel lag en gaf het me. Het adres stond er al opgekribbeld. Een briefje, speciaal voor mij geschreven zodat ze het zeker niet zou vergeten te geven.
Het was al laat en ik moest naar de training.
“Ik moet weg, maar…”
“Kom je me in het weekend opzoeken,” onderbrak ze me, “als je het niet meteen vindt moet je me maar bellen op mijn mobieltje.”
“Ok,” zei ik, niet capabel om iets diepzinnigers uit te brengen.
“Ok dan,” sprak ze vastbesloten. Het leek wel alsof zij nu alles regelde, alsof zij besliste waar en wanneer we elkaar zouden zien.
Toen ik met mijn auto naar de training reed, gaf ik mezelf rekenschap van wat er zonet gebeurd was. Uiteindelijk was dit alles nog zo slecht niet. De laatste dagen was ik, telkens ik in de beurt van Marjolein kwam, ongerust om me heen gaan kijken. Zou er iemand iets vermoeden? Zou Katleen van wantrouwige oude buurvrouwen te horen hebben gekregen dat ik wel erg vaak op bezoek kom bij die arme Marjolein? Zou iemand ons gezien hebben in dat Italiaans restaurant? Zou iemand onraad ruiken? Een dorp is klein en een gerucht is al vlug een vaststaand feit.
Nu Marjolein dertig kilometer verder ging wonen in een stad waar niemand ons kende, werd dat probleem (of het er nu was, nog moest komen, of nooit zou zijn) vanzelf opgelost.
Ik reed naar het voetbalterrein, trainde met de jongens, douchte me, stapte terug in mijn auto, en reed in het naar huis gaan nog even voorbij Marjoleins (oude) huis, maar stopte niet. Ja, het was beter dat ze verhuisde, zolang ze maar binnen bereik bleef.

Zaterdagmiddag ging ik naar de stad. Ik stopte bij een lokale krantenwinkel en kocht een plattegrond van de stad.
“Veulenstraat 78,” mompelde ik. Ik zocht in het register en vond algauw de straatnaam die ik zocht. Op de kaart vervolgens, merkte ik dat ik niet zo ver verwijderd was van Marjoleins nieuwe woonplaats.
Ik nam opnieuw plaats achter het stuur en wrong mij tussen het drukke stadsverkeer in de richting van de Veulenstraat. Toen ik er aankwam merkte ik dat er zich een waterloop bevond achter de rij huizen.
Ik parkeerde mijn auto in het begin van de straat omdat ik zag dat ik ieder leeg parkeerplekje dat ik zag, moest benutten, of ik zou nog uren mogen rondrijden. Ik sloot mijn auto, keek nog even rond, bang om toch maar een bekende te ontmoeten, het toeval is nu eenmaal een onberekenbaar, magisch iets dat ik verdenk het slecht voor te hebben met mij.
Het duurde niet lang vooraleer ik nummer 78 gevonden had. Toen ik aanstalten maakte om aan te bellen, betrapte ik er mezelf op zenuwachtig te zijn. Vreemd eigenlijk, want deze situatie had alles in zich om mij op mijn gemak te laten voelen: de kans op ongewenste pottekijkers was hier vrij miniem, terwijl die kans in het dorp zowat maximaal was. Misschien betekent dit een soort van nieuw begin, dacht ik. Nu, jaren later, besef ik dat mijn nervositeit toen voortsproot uit een onderhuids voorgevoel dat er iets op til was. Ik had het altijd al geweten, maar nooit volledig willen beseffen om mezelf niet op te zadelen met valse hoop.
Valse hoop was het allerminst. Toen ik aanbelde en ze opendeed en zag dat ik het was, verscheen er een brede glimlach op haar zachte, strakke, gladde en vooral mooie gezicht. Marjolein had zo een gezicht dat ervoor zorgde dat, als het begon te lachen omwille van jou te zien, je dag niet meer stuk kon. Zo ook dus die keer.
Ze had nog haar slaapkleren aan. Een lang gewaad, volgens mij geheel van satijn. Toen ze zich omdraaide en mij naar de woonkamer leidde (dat kon ze zo goed, voor je uit lopen en je leiden naar de plaats waar je moet zijn), zag ik haar blote rug. Nergens was een oneffenheid te bespeuren. Ik kon mijn ogen niet bedwingen af te glijden naar haar achterste. Door haar satijnen kleedje kon je haar ondergoed zien, een witte slip met blauwe bloemetjes. Ze verontschuldigde zich en verklaarde dat ze nog maar net opgestaan was, en dat het gisteren laat geworden was, met die verhuis en zo.
Ze liet me het huis zien. Eerst de woonkamer, die aan de voorkant van het huis lag. Dan de keuken, de berging en de zitkamer met achter de schuifdeuren het balkon. Mooi was dat, het balkon dat uitkeek op de stadsrivier.
“Het schijnt dat in de zomer hier ononderbroken bootjes met toeristen voorbijvaren,” fluisterde ze op geheimzinnige toon.
“Leuk,” zei ik, aandachtig het hele huis bestuderend.
“Dan heb je daar nog de kelder,” zei ze, toen ze naar een deur in de keuken wees, maar hem niet opendeed, omdat ze waarschijnlijk veronderstelde dat ik nu eenmaal niet echt gebrand was op het zien van de kelder. Gelijk had ze.
“Nu nog alleen boven,” ging ze opgewekt verder.
Toen ze voor mij de trap opliep, gleed mijn blik opnieuw af naar haar bevallige, vrouwelijke vormen. Deed ze dat nu opzettelijk of niet, het sensuele (in mijn ogen toch) wiebelen met haar kont? Zoveel lef had Marjolein niet, dus het was niks.
Ze toonde me met enige trots de badkamer, de logeerkamer en haar eigen slaapkamer.
“Een tweepersoonsbed?” vroeg ik.
“Dat bed stond hier al,” verklaarde ze nuchter. “Daarbij, je weet nooit wie ik mee naar huis neem,” zei ze nu op een meer ondeugende toon. Erik is verleden tijd, dacht ik, dat was toch al iets.
We daalden opnieuw de trap af en ze zette thee voor ons beiden. Ik stond voor de grote, dubbele ruit en keek over het balkon naar de rivier. Het begon lichtjes te regenen.
“Het is hier gezellig,” riep ik vanuit de woonkamer in de richting van de keuken.
“Ja, vind ik ook,” antwoordde ze, toen ze terugkwam met twee rokende kopjes.
Ik ging zitten in de brede lederen zetels, terwijl Marjolein de thee op tafel zette.
“Heb je het gemakkelijk gevonden,” vroeg ze terwijl ze naast mij ging zitten. Wat ik antwoordde, weet ik niet meer, ik herinner me alleen nog dat ik het warm kreeg vanbinnen toen haar knie de mijne raakte. Nu gebeuren zulke dingen wel vaker, maar net toen ik bedacht dat ze haar knie wat opzij ging plaatsen, merkte ik dat ze juist niks deed.
Ik keek haar in de ogen en zij wendde haar blik af. Positief of negatief teken? Jezus, wat voelde ik me een puber. Niet achter alles iets zoeken, kalmeerde ik mezelf. Toen ze zich oprichtte en ver voorover boog toen ze mij de thee aaanreikte was ik het zeker. Wat gaf ze mij een diepe inkijk, dat is het minste wat je kan zeggen. Volwassen of niet, ik krijg een kanjer van een erectie. Toen ik met schaamrood op de wangen mijn blik oprichtte, zag ik dat ze mij vastbesloten, ondeugend en amusant aan het observeren was. Zonder enig schaamtegevoel legde ze haar hand, zonder dat ik het echt zag gebeuren, op mijn kruis.
Een minuut later lagen we in haar tweepersoonsbed. Het moment waar ik al langer dan twee jaar op wachtte, was eindelijk aangebroken. Met klamme handen omhelsde ik haar en voerden we elkaar een ochtend lang naar verscheidene hoogtepunten.
Daar, op dat moment werd ik opnieuw geboren. Twee jaar (sinds de pijnlijke scène in de disco) was ik dood, daar in haar loft werd ik opnieuw geboren. Noem het een primitieve vorm van reïncarnatie. Daar werd ik opnieuw geboren, en zoals het een geboorte betaamt, begon ik vanaf dat moment een nieuw leven. Ik had nu twee levens: één met Katleen, en één met Marjolein.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.

Laatst gewijzigd op 05-10-2003 om 16:17.
Met citaat reageren
Oud 10-10-2003, 15:32
Zazoo
Zazoo is offline
mooi verhaal. wanneer komt de rest? dit is toch niet t einde? anders snap ik t eerste hoofdstuk al helamaal niet...
Met citaat reageren
Oud 11-10-2003, 13:37
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
7
Ik kan je nu wel vertellen hoe hartstochtelijk mijn relatie met Marjolein was. Welke romantische, geniepige uitstapjes we wel allemaal gemaakt hebben. Op hoeveel verschillende plaatsen we de liefde bedreven hebben. Dat zou ik je inderdaad allemaal kunnen meedelen. De vraag is alleen: wat heeft het voor nut? Volgens mij niet veel.
Ik kan je wel verzekeren dat een dubbelleven leiden, ongemeen vermoeiend is. Ik moest twee vrouwen tevreden stellen: zowel Katleen en Marjolein eisten mijn aandacht op en ik moest altijd voor beiden klaarstaan. Ik besef maar al te goed dat je nu waarschijnlijk denkt: wat een walgelijk figuur moet die Fries me wel zijn! Er twee vrouwen op nahouden! Wel, ik heb het je al eens gezegd, meneer de betweter, ik hield zielsveel van die twee vrouwen! Zowel Katleen en Marjolein waren de vrouw van mijn leven. Hoe vreemd het ook klinkt, het wás zo.
Ondertussen stopten mijn twee kinderen natuurlijk ook niet met opgroeien. Thomas en Laura, mijn twee oogappels, ontwikkelden zich van peuter naar kleuter. Thomas was zes, Laura acht, toen ik mijn relatie begon met Marjolein.
Ik moest telkens weer op mijn woorden letten als Katleen of één van mijn kinderen vroeg hoe mijn dag geweest was. Meer dan eens flapte ik er bijna uit dat het leuk was geweest bij Marjolein. Hoe dan ook, ik mag niet klagen, nooit is er iemand achter mijn relatie met Marjolein gekomen. Het is best zo; niemand zou het begrepen hebben. Marjolein was wel een stuk jonger dan Katleen, dat is een feit dat nooit zou veranderen, en ik ben ook maar een man met hormonen. Ook was mijn relatie met Marjolein veel jonger dan die met Katleen. Ik wil maar zeggen: iets nieuws is altijd beter, denk je toch. Ook zag ik Marjolein slechts sporadisch, terwijl ik echt woonde bij Katleen. De kans op de vorming van ergernis was dus veel groter bij Katleen dan bij Marjolein. Ik moet eerlijk zeggen dat Marjolein daar nooit misbruik van gemaakt heeft: we praatten openlijk over mijn huwelijk met Katleen en ze respecteerde mijn verplichtingen jegens Katleen. Ze besefte dat ik van Katleen hield, én dat ik twee kinderen met haar had die ik nooit in de steek zou laten.
Pas op, ik heb me vaak schuldig gevoeld, laat daar geen twijfel over bestaan. Zoals gezegd was Marjolein een stuk jonger dan Katleen. Bij het vrijen met Katleen moeten denken aan Marjolein om tot een hoogtepunt te komen: niet gemakkelijk om dat in overeenstemming te brengen met je geweten.
Enfin, mijn leven was perfect: de twee vrouwen waarop ik verliefd was, mocht ik lief hebben, en ik had twee schatten van kinderen.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Ads door Google
Oud 11-10-2003, 17:28
Zazoo
Zazoo is offline
mooi. wil meer lezen...
Met citaat reageren
Oud 12-10-2003, 15:33
comfortingdream
comfortingdream is offline
Ik vind het mooi en vlot geschreven. Ik kan bijna niet wachten op het vervolg. Na elk hoofdstuk krijg ik zin om een volgend hoofdstuk te lezen en da's een goed teken! Wanneer komt het volgende hoofdstuk?
Met citaat reageren
Oud 12-10-2003, 16:08
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
Niet zo gauw allicht
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Oud 12-10-2003, 16:32
comfortingdream
comfortingdream is offline
Waarom niet?
Met citaat reageren
Oud 12-10-2003, 17:11
clubje
Avatar van clubje
clubje is offline
Omdat ik de hele week op kamers zit en dan kan ik niet schrijven. En in het weekend als ik thuis ben, dan heb ik meestal geen zin in schrijven. Maar ik schrijf zeker verder.
__________________
Beminde Christen 't is beter of gistn| Under the sea, I'm not the only one who wonders what life would mean if we hadn't been disappointed in the sun.
Met citaat reageren
Oud 12-10-2003, 18:39
comfortingdream
comfortingdream is offline
Aah! Het aantal hoofdstukken dat je had is opgebruikt. Echt, zeker verder schrijven. Ik vond het echt goed geschreven. Ik begrijp dat het moeilijk is om te schrijven maar zeker niet opgeven. Ik ben een fan.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Nieuws, Achtergronden & Wetenschap Tussentijdse peiling
Verwijderd
435 31-03-2009 17:28


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:03.