Ik wil vinden, niet zoeken
naar beukenhouten tafels,
een kopje thee erbij,
gewoon gevonden worden.
Zeven, acht, negen, tien,
wie niet weg is, wordt gezien.
Ik kom waar niemand was,
achter mijn kamerdeur,
onder de dekens.
Ik heb me nooit verstopt,
dus word ik niet gevonden,
als een vlieg achter de kast.
De zoeker is de vinder,
maar hij hoeft niet te kijken,
want iedereen doet mee.
Schreeuw voordat de wereld krimpt.
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Laatst gewijzigd op 15-09-2006 om 10:00.
|