Oud 30-04-2004, 23:55
Verwijderd
Een nogal anders verhaal dat die andere, Genesis. Het idee ontstond toen ik samen met mijn broer puin van zijn verbouwing weg ging brengen.

- - -

Bik, bik, bik, bik.
Stukjes steen spatten tegen mijn bril terwijl ik de badkamertegels laat zien wie de baas is. Als we klaar zijn met deze muur, kan mijn vader de nieuwe tegels erop metselen en is de verbouwing van de badkamer eindelijk gedaan. Ik kan haast niet wachten tot we weer normaal kunnen douchen. Alleen al de gedachte aan warm stromend water dat een kleine plas om je voeten vormt, doet me wegdromen. Totdat ik met de beitel de nagel van mijn duim eraf bik.

De afgelopen drie dagen heb ik niets kunnen doen, maar gelukkig is mijn vader niet vies van hard werken. De badkamer is af en als ik een plastieken zak om mijn hand bind, zal ik vanavond weer normaal kunnen douchen. Alleen al het puin zal eerst weggebracht moeten worden.
“Zoon,” zegt mijn vader, “we gaan het puin wegbrengen.”
“Wegbrengen?” antwoord ik. Mijn vader lijkt mijn naam nooit te kunnen onthouden.
“Ja, naar de gemeentelijke vuilstortplaats.”
“En ik ga mee?”
“En jij gaat mee.”
“Ok, pa.”

De band met mijn vader is niet bepaald warm te noemen. Niet alleen omdat hij mijn naam vaak vergeet, maar ook omdat we elkaar weinig spreken. Ik leef in mijn kamer op zolder en hij leeft in zijn stoel beneden, slapend, met de sport op de televisie. Oh, het is een sympathieke man, maar ik ken hem niet zo goed.
In de auto wordt geen woord gewisseld. Ik ben nog nooit bij de gemeentelijke vuilstortplaats geweest en vraag me af hoe het is. Ik zie het voor me als een enorm gat in de grond dat alles verslindt. Een enorme verbrandingsoven waarin alles gestort wordt, om het met een nucleair vuur teniet te doen. Of misschien een enorme pers waarin alles tot dobbelsteenformaat geperst wordt. Ik weet het niet. Ik vraag het ook niet.

De vuilstort plaats is heel anders. Er zijn verschillende containers waarin het vuil moet komen. Verfresten en oude tubes gaan bijvoorbeeld niet samen met het oude steen en beton, terwijl hout weer helemaal ergens anders moet. Gelukkig hebben wij vrij homogeen afval en zijn we dus snel klaar. Ik zoek naar een kantoor, of een kassa waar we kunnen betalen, maar mijn vader zegt dat we weer gaan.
“Maar, hoeven we niet te betalen hiervoor?”
“Nee, particulieren mogen gratis hun afval dumpen.”
“Particulieren mogen gratis?”
“Ja. Bedrijven niet, maar gewone mensen met een verbouwing wel. Bedrijven moeten er dik voor betalen.”
De rest van de weg zijn we stil. Ik denk na.

Dat had ik misschien beter niet kunnen doen, omdat dat het begin van alle ellende was. Het was avond en ik probeerde plezier te scheppen uit het kijken naar de televisie. Ik begreep er niets van. Maar ik had mijn aandacht er ook niet bij. Ik dacht na over bedrijven die hun afval aan particulieren gaven, zodat die het konden storten. Voor een bedrag, goedkoper dan bij de gemeente. De bedrijven zouden gelukkig zijn, de particulieren ook, alleen de gemeente niet. Maar de gemeente was nooit gelukkig.
“Vader?”
“Ja, jongen?”
“Wat gebeurt er als een bedrijf haar afval aan een particulier geeft, en er wat geld bij doet, waarna de particulier het afval gratis stort bij de afvalstortplaats van de gemeente, en het geld houdt?”
“Wel… dan… uhm…”
“Dan krijgt de particulier toch geld? Zonder er eigenlijk veel voor te doen?”
“Hm. Daar zeg je zo wat… Dat is niet eens zo’n gek idee, dinges…”
Zie je? Ik had het beter niet kunnen doen.

Het volgende weekeinde wekte mijn vader me vroeg. We moesten naar de vuilstortplaats.
“Maar we hebben helemaal geen vuil meer.”
“Nog niet, maar we gaan het ophalen. Je kent Theo toch nog wel? Die heeft een aannemersbedrijf en wij gaan bij hem voor een kleine bijdrage wat puin halen.”
Zo gezegd zo gedaan. Theo was het type man dat je zou verwachten achter de naam Theo en de functie aannemer. Dik, harig en verbrand door de zon. Plus een opvallende bilnaad.
Bij de gemeente had men niets door. Er zijn wel meer mensen die flinke verbouwingen hebben en twee weken achter elkaar vuil komen storten. Bovendien herkenden ze ons misschien niet eens. Wij hebben gezichten die mensen snel vergeten, mijn vader en ik.

Theo had ook vrienden die wel wat rommel kwijtwilden en het gevolg was dat we een flink aantal klanten kregen die hun vuil in onze auto wilden stoppen. Maar omdat het niet paste, moesten we een aanhangwagen huren bij een vriend van Theo. Deze werd tot de rand toe vol geladen en met al dit vuil kwamen we bij de stortplaats.
“Zo, da’s een flinke verbouwing die u daar heeft”, zei de man in het oranje pak bij de persmachine.
“Ja, we zijn een zolderkamer aan het maken voor de ze meneer hier”, huichelde mijn vader. Ik lachte zenuwachtig van ja en knikte met mijn knieën van nee.

Twee weken later was de aanhangwagen niet meer genoeg en moesten we een vrachtwagen van mijn oom lenen. Hij wilde er echter ook wat voor terugzien, dus het geld dat we van twee bouwbedrijven kregen, ging naar hem toe. Gelukkig hadden we nu in totaal al zo’n acht bedrijven waar wij het afval voor regelden. Ik voelde me er echter steeds minder bij op mijn gemak.
Onderweg sloeg mijn vader mij op de knie.
“Dat was een geweldig plan van je, jongen. Het geld stroomt binnen. Ik heb vaak gedacht dat je niet in de wieg gelegd was voor het denkwerk, dat je meer van je moeders kant gekregen had, maar volgens mij had ik toch verkeerd.” Ik wist niet wat ik moest zeggen.
Bij de stortplaats aangekomen keken de gemeentewerkers wel wat vreemd. De enorme hoeveelheid puin die we nu bij ons hadden ging het bouwen van een zolderkamer ver te boven.
“Ja, dat zit zo, na de zolderkamer hebben we de keuken maar aangepakt. En wij hebben een nogal enorme keuken, dus komt er een hoop afval bij kijken. Oei, wat een werk is het toch”, vertelde mijn vader zenuwachtig. Ik geloof dat ze wel wat doorhadden, maar ze gaven er niet zoveel om.

De week daarna kregen we nog meer vreemde blikken.
“Je zal het niet geloven”, vertelde mijn vader, “maar toen ik het laatste tegeltje van mijn keukenmuur vastdrukte, sodemieterde de hele voorgevel eruit! Nou, je wilt niet weten hoeveel puin dat geeft. Toch al gauw een vrachtwagen vol. Ja, het is een flinke verbouwing.”
De gemeentewerkers knikten en zwegen.

De week daarop was er een man met een stropdas bij. Bij aankomst gebood hij ons te stoppen en bij hem te komen.
“Heren, ik ben hier in naam van de gemeente. Deze vuilstortplaats levert de laatste maanden een buitensporige hoeveelheid particulier vuil op en ik hoorde van de mensen hier dat u voor ongeveer tachtig procent van alle puin verantwoordelijk bent. Hoe zit dat?”
Mijn vader slikte hoorbaar een krop weg uit zijn keel en ik verschuilde me achter de deur van de enorme vrachtwagen. “Wel,” begon mijn vader, “dat zit zo. We hebben wat tegenslag met de verbouwing gehad. Nadat we de voorgevel enigszins gerepareerd hadden, kwam het dak naar beneden en moesten we de zolderkamer dus ook weer opnieuw in elkaar gaan zetten. U zou ons huis eens moeten zien… het is één grote bouwplaats. Ik ben altijd weer blij als een boel van die ellende bij uw fantastische stortplaats kwijt kan.”
“Hm. Dat huis zou ik zeker eens moeten zien, eens te meer aangezien u volgens mijn informatie in een huurwoning woont. Maandagmorgen om elf uur stuur ik iemand van de gemeente langs om poolshoogte te nemen. U hoort nog van ons. Goedendag.”

Op de terugweg werd niet gepraat. Van de vrolijke overwinningsfeer was niets meer over. Mijn vader mompelde af en toe door zijn zweet heen. Hij was boos, bang maar vooral in paniek. Bij het binnenrijden van onze straat, remde hij niet af voor de drempel.We hotsten eroverheen en raasden door.
“Pa! Remmen!”
Maar mijn vader remde niet, hij gaf alleen maar meer gas en ramde de vrachtwagen met geweld de voorgevel van ons huis in. Gelukkig droegen we allebei onze gordel en was mijn moeder niet thuis. We kwamen er met een lichte hoofdpijn en wat schrammen af.
Mijn vader sprong al snel de wagen uit, pakte uit de schuur een grote hamer en begon de muren en de rest van de gevel als een wildeman kapot te rammen. Ik probeer hem tegen te houden, maar hij gooide me tegen de grond.
“Snap je het dan niet? Als die gladjakker van de gemeente erachter komt wat we de afgelopen tijd gedaan hebben, dan worden we minimaal het huis uit gezet! We krijgen torenhoge boetes!”
Ik vroeg me af of het nog uit zou maken of in het huis mochten blijven, aangezien mijn vader het toch stuk aan het maken was, maar het leek me verstandiger om niets te zeggen en op de stoeprand te gaan zitten, om te wachten op mijn moeder. Zij zou wel weten wat we moesten doen.

Juist toen zij aankwam rijden in onze auto, hoorde ik achter me het gebik en gehamer plaatsmaken voor een hysterisch gelach, gevolgd door een enorm gerommel. Ik draaide me nog net op tijd om, om te zien hoe ons huis met veel stof en geraas over de vrachtwagen heen instortte en in haar teloorgang de huizen van de buren half meenam. Even was het stil, maar daarna vielen ook die huizen om, en donderde de hele woonrij als een kaartenhuis in elkaar.
Mijn moeder sprong uit haar auto en rende op mijn bestofte, kwijlende maar strompelende vader af. Ze huilde om zijn nek heen en vroeg jammerend wat er dan toch gebeurt was, wat er dan toch gebeurt was, wat er dan toch gebeurt was.
Ik keek versuft rond en liep naar mijn vader.

“Wow, pa.”
Hij antwoordde niet.
“Ik ben benieuwd of ze bij de gemeente deze puinhoop nog van ons willen hebben, pa.”
Mijn vader werd nog roder dan eerst en zwaaide met zijn hamer naar mijn hoofd.
De band tussen mij en mijn vader is nooit echt sterk geweest.

- - -

LUH-3417
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 01-05-2004, 08:55
EggeD
Avatar van EggeD
EggeD is offline
Ik heb dit verhaal met veel plezier gelezen. Klasse LUH ! Alleen, als een hele woonrij instort, sterft er zo een handjevol gezinnen. Ik denk inderdaad niet dat de gemeente blij zal zijn met dat afval (;
__________________
Lampaan.
Met citaat reageren
Oud 01-05-2004, 11:39
Verwijderd
Bedankt voor je reactie.

Ach, die gezinnen... het ging hier nu eenmaal om puin.
Ik had sowieso wat last met het einde. Ik had wel het verhaal al verzonnen, maar wist nog niet hoe het af moest lopen. Vandaar die flauwe opmerking van de zoon als sluitzin. Jammer, maar het is niet anders.

LUH-3417
Met citaat reageren
Oud 01-05-2004, 13:13
.boris
Avatar van .boris
.boris is offline
ik vind het idee wel goed, maar als ik het lees heb ik heel erg een 'en toen, en toen, en toen, en...' gevoel waardoor het lijkt of het geschreven is door een kereltje van 10 ofzo...
Ik heb iig dingen van je gelezen die ik veel beter vond.
__________________
doe maar wiebelen
Met citaat reageren
Oud 01-05-2004, 14:24
Verwijderd
Bedankt voor je reactie. Het heeft inderdaad een hoog 'en toen' gehalte. Ik hoopte dat ik dat kon goedpraten door van de hoofdpersoon iemand te maken die wat geestelijk gehandicapt lijkt, maar misschien was het niet genoeg. Hm.

LUH-3417
Met citaat reageren
Oud 01-05-2004, 18:43
EggeD
Avatar van EggeD
EggeD is offline
Hij lijkt hoogstens "licht autistisch"...
__________________
Lampaan.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten [Verhalenwedstrijd] 8 juni
Verwijderd
213 15-06-2006 15:45


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:37.