Algebra:
Onderdeel v.d. wiskunde waarin men eigenschappen van verzamelingen wiskundige objecten bestudeert, waarbij één of meer binaire bewerkingen gegeven zijn.
In het algemeen vormend onderwijs richt men zich voornamelijk - maar niet uitsluitend - op de verzameling reële getallen en de daarin uit te voeren bewerkingen optellen, vermenigvuldigen en machtsverheffen. Het gebruik van variabelen (x,y,z) en parameters (p,a,b,c) verhoogt de uitdrukkingskracht en communicatiewaarde van deze taal, maar schrikt helaas ook velen af. Met bijvoorbeeld vectoren en matrices bedrijft men evenzeer algebra.
Lineaire algebra:
Studie van de lineaire ruimtes (structuren) en hun eigenschappen.
Lineaire algebra is een basisvak voor alle gebieden van de wiskunde en wordt tevens gebruikt bij o.a. klassieke mechanica, quantummechanica, statistiek en econometrie.
Algebra van Boole:
Abstracte algebra met twee binaire bewerkingen, meestal genoteerd met (doorsnede) en (vereniging), een unaire bewerking(c) en twee constanten, 0 en 1, die voldoen aan de axima''s commutativiteit, associativiteit, adjunctiviteit, complementariteit en distributiviteit.
De machtsverzameling v.e. willekeurige verzameling V is een algebra van Boole, met (doorsnede) en (vereniging) als de verzamelingstheoretische doorsnede en vereniging, als (^c) als complement t.o.v. V: a^c=V/a, en 1=V, 0=lege verzameling.
Hoofdstelling van de algebra:
Iedere complexe veelterm heeft minstens één complex nulpunt. Dit resultaat, ook bekend onder de naam fundamentaalstelling van de algebra, betekent dat iedere vergelijking met complexe (dus ook met reële) coëfficiënten
ai van de gedaante: A
z^n+A(n-1)+z^(n-1)+…..+A(1)z+a(0)=0 een complexe oplossing bezit. Deze behoeft echter niet reëel te zijn getuige de vergelijking x²+1=0 met complexe oplossingen –i en i.
Aldus Prisma van de Wiskunde.