Advertentie | |
|
11-06-2003, 23:49 | |
“Josephe? Ben jij thuis?”
“Ja ma, ik ben het.” “Ben je weer uit de les getrapt? Je weet dat je vader en ik niet willen dat je dan naar huis komt, je hoort op school te zitten en te werken!” “Ik ben niet uit de les gezet, mam. Dit is Tanja, het meisje waar ik je over verteld heb.” “Oh, hoi. Ik ben Joseph zijn moeder, Natasja.” “Aangenaam kennis te maken, ik ben Tanja.” “Dat weet ik, Josephe heeft me veel over je verteld.” “Toch niet allemaal slechte dingen?” “Ik kan me niet voorstellen dat uit zijn mond ooit een slecht woord over jou zou komen. Josephe, wat ben je onbeleefd! Je hebt haar niet eens wat te eten aangeboden!” “Dat heeft hij wel gedaan, mevrouw. Ik had echter geen honger.” “Mam, moet je niet op je werk zijn?” “Ach Joseph van me, schat, ben je bang dat je moeder je voor gek zet? Je zou toch moeten weten dat ik dat nooit zou doen. Hai Raspoetin! Lieve hond. Tanja, meid, waarom eet je vanavond niet gezellig mee? Joseph zijn broertje is er ook en zijn vader komt ook thuis. Dan kunnen we fijn met z”n allen gaan eten. En dan maak jij kennis met het Russische keuken.” “DE Russische keuken, mam.” “Inderdaad, wat dom van me. In ieder geval, lijkt je dat leuk?” “Ik... Ik kan niet. Mijn vader verwacht me snel thuis.” “Je kan hem hier altijd eventjes bellen.” “Mam, als ze niet kan...” “Sorry mevrouw, maar mijn vader wilde echt dat ik voor vier uur thuis kwam. Hij is erg standvast in zijn besluiten.” “De volgende keer beter. Goed kinders, ik ga naar boven, naar de werkkamer. Tanja, het was enig je te ontmoeten. Tot de volgende keer.” “Dag mevrouw.” “Doei mam.” “Sorry voor dat, ze is meestal zo vriendelijk.” “Ze lijkt me erg aardig.” “Dat is ze ook, alleen op de meest vervelende momenten.” “Je boft met zo’n moeder.” “Dat wel. Film verder kijken?” “Jep. Maar daarna moet ik meteen naar school, anders kom ik te laat.” “Is goed. Het is gezellig, zo.” “Dat zeker.” “Hoi Tanja, kom binnen.” “Hai.” Ligt het aan mij, of kijkt ze blijer? Is onze depressieve anorexia lijdster vandaag wat vrolijker? Ik mag het hopen, maar waardoor is ze dan opgefleurd? “Hoe gaat het me...” “Het gaat slecht, maar Joseph wil me helpen met beter worden. We hebben vandaag met elkaar opgetrokken, we waren elkaar al eens eerder tegen gekomen in het bos. En hij wil me helpen met beter worden.” Ze praat uit zichzelf, ze vertelt dingen! Hoe fijn, wat geweldig! Zo kunnen we werken aan het beter worden, zeker nu die jongen haar gaat helpen. Ten minste... In de praktijk zijn dat meestal alleen maar mooie beloften en laat hij haar in de steek als het moeilijk wordt. Wie is dat eigenlijk, die Joseph? “En die jongen zit bij je in de klas?” “Ja. Hij is uit Rusland naar Nederland gekomen. Zijn moeder kon hier geopereerd worden, in Rusland zou ze zij doodgegaan. Nu is zijn moeder oké en wonen ze al even in Nederland. Ze hebben een grote hond.” “En hij wil je helpen? Wat fijn. Vraag hem morgen anders eens mee, dan kunnen we het er met z’n drieën over hebben. Over hoe je goed beter kan worden.” “Oké. Maar ik wilde u vragen... Wat kan ik het beste eten? Ik hou niet van voedsel en het doet me pijn om überhaupt wat te eten. Dus wat is de beste optie voor me? Vruchtensap?” “Alleen vruchtensap in ieder geval niet. Dat is te weinig. Je zal toch iets moeten eten, iets vasts. Maar Tanja, ik moet je vragen je eerst te wegen. Je weet dat je, als je onder de vijfendertig kilo komt, je naar het ziekenhuis moet, om aan de sondevoeding te gaan?” “Ja, dat weet ik... maar dat is helemaal niet nodig, ik ben in orde!” “Dan nog, weeg je even.” “Oké...” “Zesendertig komma acht kilo? Dat is véél te weinig! De laatste keer dat jij je woog, was het achtendertig kilo! Dit is kritiek, als je niet snel aankomt, met je naar het ziekenhuis!” “Nee, dat mag niet! Ik wil daar niet naar toe, als pappa daar achter komt... Ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet! Laat me nou gewoon met rust, ik doe mijn best om beter te worden! Ik wil het alleen zonder te eten, dat mag toch ook wel? Vruchtensap kan ook goed zijn, nietwaar?” “Tanja, het is gevaarlijk voor je gezondheid als je nóg lichter wordt. Je bent nu al te licht, het is nu al gevaarlijk voor je gezondheid. Je moet echt niet lichter worden, anders ben ik noodgedwongen je naar het ziekenhuis te brengen. En je vader zal het wel begrijpen, hij zal je vast en zeker steunen, niet? Je kan er immers niks aan doen.” “Maar dan is hij alleen thuis, heeft hij mij niet bij zich om... En de rekening van het ziekenhuis is hartstikke duur! Hoe kan hij dat nu betalen, nu moeder dood is?” “Je staat ingeschreven bij het ziekenfonds. Het wordt vergoed, je vader zal het kunnen betalen.” “Hij zal boos worden! Hij wil helemaal niet dat ik in het ziekenhuis kom, het mag gewoon niet gebeuren!” “Dan ga je goed eten. Dan zal het niet gebeuren.” “Nee?” “Nee. Er is een kans dat het dan niet zal gebeuren. Het is echter niet zeker, want bij anorexia is het zo dat het afvallen in het begin moeilijk is, maar daarna, als de knikker eenmaal is gaan rollen, gaat het erg makkelijk. Het stoppen is dan juist zo moeilijk.” “Maar als ik ga eten, dan val ik toch niet meer af? Ik wil niet naar het ziekenhuis! En ik wil al helemaal geen sondevoeding, ik wil het niet!” “Er is niks aan te doen. Je hebt het jezelf aangedaan, daar zal je mee moeten leven. Je hebt een fout gemaakt, maar dat is niet erg. Fouten zijn er om gemaakt te worden, als je er maar van leert. Trek hier een les uit, weet dat je niet af moet vallen door te diëten. Afvallen kan, maar dan via het sporten. Dat is gezond en daar krijg je ook een mooi lijf van. En accepteer jezelf zoals je bent. Leer dat jij jezelf niet moet veranderen, maar dat je van jezelf moet houden.” “Oprah?” Verdomd, ze heeft gelijk. Ik klink net als Oprah Winfrey. “Het is zo, Tanja. Je moet jezelf niet zoveer pijn doen. Er is meer in het leven dan lijnen en diëten. Je moet van het leven genieten, heb plezier! Je kan het wel. Wij, Joseph, je vader, ik en jij zelf ook, gaan je hier door heen helpen.” “Oh.” “Je moet jezelf dit niet aandoen. Je moet jezelf helpen. Weet dat je het kan, want je kan het. Zorg in ieder geval dat je weg blijft van de sondevoeding. Dat kan je, dus doe dat.” Le moment suprème, als ze nu negatief doet, geneest ze nooit meer. Hoewel, nooit? Ze zal dan veel terugvallen hebben en uiteindelijk niet beter worden. Ze moet het zelf ook willen, wil ze? Ze mag het haar zelf niet aandoen, dat is slecht. Ze moet beter willen worden. “Oké. Hoe begin ik?” Tsjakka! Ze wil beter worden, het kwam er niet eens twijfelend uit! Bravo! “We beginnen met een klein dieet. Voedsel is pijnlijk voor je, dus we zullen het langzaam opbouwen. Je moet zes keer per dag wat eten, daar ligt de weg naar genezing.” “Zes keer? Dat meent u niet, dat kan helemaal niet! Kunnen we niet beginnen met zes keer in de week? Dat is ook oké, dan kom ik ook aan.” “Tanja. Tanja, wees realistisch. Je weet dat dát niet mogelijk is. Dat is te weinig, als je zo doorgaat, overleef je het niet.” “Jawel. Ik kan dat, ik weet het zeker.” Heeft ze dan niks door? Weet ze dan werkelijk niet dat het zo niet goed gaat? “We kunnen hierover uren gaan bekvechten. Maar dat heeft geen zin. We moeten afspraken maken, van wat je gaat eten en wanneer.” “Zes keer is wel erg veel. Kunnen we niet drie keer per dag doen? Normale mensen doen dat ook.” “Dat komt later. Nu moet het zes keer per dag, of wil je wel aan de sondevoeding? Je wilt toch beter worden, dan moet je dit doen. Het is even vervelend, maar daarna niet meer. Dan ben je er aan gewend.” “Goed. Wat moet ik eten en wanneer?”
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
15-06-2003, 12:12 | ||
Citaat:
Post je binnenkort weer een stukje, Scimmia?
__________________
You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one...
|
18-06-2003, 18:46 | |
“Dat komt later wel, nu moet je zes keer per dag eten, hoe veel dat ook klinkt. Geloof me als ik zeg dat het niet veel is. Anders moet je aan de sondevoeding. Je wilt toch beter worden, dan moet je dit doen. Het is even vervelend, maar daarna niet meer. Dan ben je er aan gewend.”
“Goed. Wat moet ik eten en wanneer?” “We beginnen ‘s ochtends. Je moet dan eerst een snee bruin brood eten, met boter en een met ander beleg. Voorbeelden van dat andere beleg zijn jam, kaas, vlees, hagel, vlokken, noem maar op. Dan gaan we naar het tussendoortje van tien uur. Dat is een stuk fruit, een appel, mandarijn en dergelijke. Het middageten. Weer een snee brood met beleg. Het moet ander beleg zijn dan dat van de ochtend, omdat je variatie nodig hebt. Vervolgens een snack om vier uur, zoals een fruitstuk of yoghurt. Om zes uur begin je aan het avondeten, je moet dan groente eten, 175 gram en je moet minstens één grote aardappel eten en vijfenzeventig gram vlees. Daarna heb je rond acht á negen uur nog een laatste snack, dit kan een koekje zijn, maar ook yoghurt. Hier, ik heb al een schema gemaakt. Het is van groot belang dat je dit volgt, als je het niet opvolgt, zal je meer afvallen. En meisje... het is eventjes moeilijk, maar dat is alles altijd. Je kan niet verwachten dat dingen zo simpel gaan dat je er niets voor hoeft te doen. Vergeet niet dat ik achter je sta, wat er ook gebeurt.” “Wat er ook gebeurt? Jippie.” Ocharme... Ze maakt zich zo ongerust, kon ik haar maar geruststellen. “Ik wil echt beter worden, Ben. Ik wil weer normaal zijn, de dingen doen die ik leuk vond om te doen, zonder te bedenken of ik daar wel of niet genoeg van af zal vallen. Alleen... ik zal dat nooit kunnen. Nooit! En dat is mijn schuld.” “Praat geen onzin, natuurlijk kan je wel beter worden. Je bent niet terechtgekomen in een vicieuze circel waar je helemaal niet uit kan komen. Nee, je moet je realiseren dat dit geen dood spoor is, je hebt een kans. Grijp die kans aan, meisje. Je bent sterk genoeg om beter te worden, je kan het echt wel.” “Denk je dat echt?” “Ik weet het zeker. Zolang je zelf beter wilt worden, zal het je lukken ook.” “Het zal nooit goed zijn. Ik denk echt niet dat ik een normaal leven kan, mag leiden. Het zal altijd klote zijn.” “Waarom denk je dat?” Nu komen we ergens. Nu gaat ze over haar pa beginnen, zal ze nu vertellen wat hij haar aandoet? Zal ze het durven vertellen, of blijft ze stil? “Omdat ik het niet verdien. Ik schrik iedereen af, ik jaag iedereen de dood en vergetelheid in. Kijk maar naar pappa en moeder.” “Wat bedoel je? Je moeder is gestorven door een auto-ongeluk en je vader is toch van huis weggelopen?” “Ze zei inderdaad dat hij ons in de steek heeft gelaten, maar dat kwam door mij, ik schrok hem af. Ik heb hem weggejaagd.” “Hoe kom je daar nou bij? Natuurlijk heb je hem niet weggejaagd, je bent een hele lieve meid, wie zei dan dat je dat hebt gedaan?” “Moet het me per sé verteld zijn? Het kan ook zo zijn dat het gewoon zo is, want het is zo. Moeder heeft mij verteld dat ik hem heb weggejaagd en dat is ook zo. Mijn schuld. Omdat zij pappa niet meer had, kreeg ze Henk. Zonder hem had ze geen ruzie met ‘em gekregen, en zou ze nu nog leven! Daarom is het allemaal mijn schuld en daarom verdien ik geen normaal leven!” Wat een schuldgevoelens, dat is niet gezond meer. Ze heeft duidelijk een groot minderwaardigheidscomplex, hoe kan je zoiets aanpakken? Waar moet ik bij haar mee beginnen, bij de schuldgevoelens, of bij de gezondheid? Hier heb ik voor geleerd, dit is de reden van mijn werkzaamheden op deze school. Dit meisje heeft me nodig. “Tanja, luister goed naar me. Het is zeer zeker niet jouw schuld, wat kon jij er nou aan doen? Wees realistisch, volwassenen doen wat ze willen doen, ze laten zich niet leiden door een kind, ze doen gewoon wat ze zelf willen. Het kan onmogelijk jouw schuld zijn, je hebt niks verkeerds gedaan. Zulke dingen gebeuren soms nou eenmaal. Daar kan niemand iets aan doen. Natuurlijk is het leven niet altijd makkelijk en zijn er voortdurend tegenslagen. En ja, jij hebt er weliswaar erg veel, maar dat is niemand zijn schuld. De dood van je moeder is een samenloop van omstandigheden. Waardoor het ook is gebeurd, het is jouw schuld niet. Je kon er helemaal niks aan doen.” Waar haalt ze die ideeën in vredesnaam vandaan? Vertelt die henk deze dingen aan haar? Zo ja, dan moet ze weggehaald worden bij haar vader, als die deze onzin in haar hoofd stopt, is hij niet geschikt haar op te voeden. En waarom deed haar moeder er niks aan? Zou er meer aan de hand zijn, zou die vader haar en haar moeder ook geslagen hebben? Als dat zo is, wordt zij nu nog geslagen. Verdomme, ik weet zeker dat hij dat doet! Tanja is al vaker binnengekomen met littekens of kneuzingen. Het kind zat onder de kneuzingen, moet ik het haar dan vragen? “Tanja, slaat je vader je? Zegt hij dit soort dingen tegen je?” “Wat maakt het uit? Ik hier niet om over pappa te praten. Ik ben hier om van mijn Anorexia af te komen. Hebben we alles besproken?” “Je kan het aan me vertellen, Tanja. Ik vertel helemaal niks aan andere mensen, alles blijft onder ons. Zulke dingen niet vertellen maakt alles alleen maar moeilijker, dan moet je het helemaal in je eentje verwerken en dat komt je genezing niet ten goede. Als je niet met je vader kan praten of als hij je slaat, is het nog moeilijker om van die anorexia af te komen, terwijl het al lastig genoeg is! Ik kan er, met jouw toestemming, wat aan doen. Als jij niks vertelt kan ik je niet helpen. Vertrouw me, Tanja. Het zal opluchten, om erover te praten.” Lieve schat, praat dan in vredesnaam! Zolang jij niks zegt, kan de smeerlap zijn gang gaan! Grijp dan dat ene beetje gezond verstand vast en en vertel wat hij doet! “Ik wil gaan. Ik moet op tijd thuis zijn. Zou ik het dagboek weer mogen, zodat ik naar huis kan gaan en de editie voor vandaag er in kan schrijven?” “Oké. Onthoud dat ik er altijd voor je ben en dat je alles aan mij kan vertellen. Hier is het dagboek en vergeet dat schema niet. Succes Tanja, ik zie je morgen weer. Hoewel, wacht even. Waarom spijbelde je vandaag?” “Ik liep naar school en zag Joseph. Hij vroeg waarom ik de laatste week zo weinig op school kwam, ik vertelde het van moeder. Toen raakte ik enigzins overstuur en begon te huilen... We zijn wat thee gaan drinken, in een café dat Joseph kent. We hebben fijn gepraat en daarna zijn we naar zijn huis gegaan. Ik heb zijn hond gezien.” “Dat zei je al. Laat het niet vaker gebeuren, anders komen er consequenties, je mag niet spijbelen.” “Ik kon toch moeilijk half huilend de klas binnenkomen? Ik geloof niet dat ik mijn aandacht bij de les zou kunnen houden.” “Ik zal het met je decaan regelen, maar het mag niet vaker gebeuren, dat zal hij ook wel zeggen. Goed?” “Nou...” “Zeg maar.” “En Joseph? Hij deed niks verkeerd, hij vrolijkte me juist op. Krijgt hij nu wel op z”n donder?” “Je mag hem graag, niet? Ik zal er voor zorgen dat de decaan zijn afwezigheid vergeet.” “Bedankt. En morgen mag hij meekomen?” “Als hij dat wil, dan wel. Tot morgen, succes met het eten zodadelijk. Doorzetten, meid.” “Doeg.” Als dat maar goed komt... En van het eten komt vandaag niks. Ongetwijfeld dat het vanavond echt pijn doet, als ze het ten minste gaat proberen. Wat ik wel denk, ze zal het echt proberen. Het tussendoortje om acht uur zal ze overslaan... Ik zal haar steunen, hoe dan ook. Zou hij het serieus menen, al dat eten? Hij heeft het allemaal netjes opgeschreven, maar moet ik dat allemaal eten? Die aardappelen, dat is toch niet mogelijk? Is hij geschift of zo? Hoe kan een normaal mens dit in vredesnaam opeten? God, is dit mogelijk of is het een test van de duivel? Hoe moet ik dit allemaal opeten en dat niet voor één keer, maar veel vaker! Er aan denken maakt me al misselijk, hij mag dit niet menen! Elk moment komt hij uit de deur rennen en vertelt hij dat hij me het verkeerde lijstje heeft gegeven. Is hij bezopen? Dit mag niet, dit kan niet! Doe het voor Joseph, hij wil dat je dit eet. Hij wil dat je normaal bent. Dat wil hij niet, hij wil dat ik knap en slank ben! Hij wil dat ik knap ben en nu ben ik verdomme hartstikke lelijk! Ik ben dik. En Ben Larssen weet het, hij wil juist dat ik ook heel erg dik word! Hij wil me vetmesten, omdat hij weet dat ik niks beters verdien! Nee, dat is niet zo. Hij weet dat ik niet gezond bezig ben. Denk aan de sondevoeding, je houdt niet van sondevoeding. Ik mag niet aan de sondevoeding, dat wil ik echt niet! Sondevoeding is slecht, dat betekent het ziekenhuis. En weer die nare vragen. Ik moet voorkomen dat ik in het ziekenhuis kom. Maar al dat eten? Als ik nu eens beetjes eet, telkens een klein beetje. Dan eet ik toch wat, maar niet veel. Het gaat er om dat ik niet meer af val. God, waarom? Waarom overkomt mij dit? Ga naar huis, je hebt hier niks aan. Rennen, dit geklooi helpt niet. Naar huis, sluit je op in je kamer en probeer te eten. Het moet, anders is het de sondevoeding! “Waar heb jij godverdomme gezeten?!? Jij spijbelt, is het niet?!?” “Pappa, nee!” “Trut! Zeg op, waar heb je gezeten? Het is een jongen, nietwaar?!? Ik wist het wel, ik heb gelijk! Jij gaat de hort op terwijl je eigenlijk op school hoort te zitten! Hoe durf je, ik werk me de pokkepleuris voor jou, spijker! En hoe toon jij je dank? NIET! Je zanikt alleen maar, de hele dag door! “Pappa, het doet pijn,” “pappa, laat me met rust,” “pappa, ik wil niet eten!” En ondertussen, terwijl ik denk dat jij je op school ten minste braaf gedraagt, hang je de slet uit! Hier!” “Pappa, ik doe dat niet! Het spijt me, ik ben naar de bibliotheek gegaan! Toen ik op het schoolplein kwam, moest ik aan moeder denken en daarom wilde ik niet naar school. Ik moest huilen...” “Jij gaat helemaal nergens meer naartoe, vanaf nu af aan breng ik je naar school en haal ik je op! Als ik mot geloven dat jij naar de bieb bent gegaan, heb jij een probleem! Je hebt niet eens een biebpasje!” “Auw! Pappa, hou op! Alsjeblieft, niet slaan!” “Niet slaan zeg je? Je besodemietert me, of heb je een goed excuus?” “Ik heb geen boeken geleend, maar ik heb de computers gebruikt! Dat mag, zelfs al heb je geen pasje!” “Leugens! Je liegt dat je barst, net zoals je moeder! Je bent gewoon een gore slet, dat gaat de hort op terwijl je mij, je eigen vader, in de waan laat dat je op school zit! Kleine, onschuldige Tanja moet naar school, anders komt ze te laat, allemaal leugens! Ik zal je!” “Pappa, nee! Niet dat, niet doen! Laat alsjeblieft die... AU!” “Niks meer gepappa, jij houdt geen rekening met mij, daar zal je voor boeten, rotkind!” “Niet doen, alsjeblieft niet doen, leg die pook neer, alsjeblieft!” Ik zal braaf zijn, ik zal niet meer met Joseph omgaan, maar laat die pook met rust! Dat doet pijn, de laatste keer kwam ik er van in het ziekenhuis! “En waar is die pooier van je nu? Terwijl je hem zo hard nodig hebt, dan is hij er niet, hé?!? Dan moet pappa het weer opknappen, maar raad eens, nu is pappa boos! Hier, kutwijf! Ik zal je... godverdomme, kom onder dat bed vandaan! Mot ik je er anders onderuit trekken?” “Pappa, nee!!!” “En hier zal je komen!” Blijf van mijn voet af, laat me hier zitten, alsjeblieft! God, verlos mij, vermoord me anders meteen, maar laat hem ophouden! “Trut, ik breek je been als je niet snel komt!” “Auw!!! Ik kom al, maar laat mijn been los!” “Ga staan jij! Rechtop, gezicht naar mij!” Niet slaan, niet slaan, niet slaan! “AUW!!!” Toon hem je tranen niet, dan vindt hij het juist leuker! “Houd je kop godverdomme dicht!!!” “Whaa, je doet me pijn!” Niet huilen, geen geluid maken! Oh help, nu begint mij op mijn gezicht te slaan... Foetushouding, dan heeft hij geen grip meer! “Staan jij!” “Pappa, hou op!!!” “Ik hou op wanneer ik dat wil! Je zal de gevolgen aanvaarden, leren zal je!” “Au!” “Houd je godverdomde kop dicht!” Blijf van me af... Niet omhoog halen, laat me liggen! Laat me, laat me hier alleen. Wat maakt het ook uit... Hij zal me toch slaan, of ik nu tegen of meewerk. Ik kan me helemaal niet verweren... Best, klootzak! Dan trek je me maar omhoog, dan sla je me maar verrot! “Weet je het nu? Heb jij je lesje geleerd?” “(...)” “Pak aan!” KNAL! “Oempf...” “Weet je het nu? Zal je het niet meer doen?” “Ik weet het, maar hou alsjeblieft op, pappa!” Niet huilen, niet huilen! Maak geen geluid, hou op met huilen! Ik moet ophouden, anders wordt hij zo kwaad... “Zal je stil wezen?!? Godverdegodver, ik zal dat gejank uit je slaan! Je hebt er om gevraagd!” “AAAAU!!!” Pook, pijn! “Houdt je kutkop dicht!” Stopt hij? Dat kan niet... Licht, moe... Slapen? Geen pijn meer. Ik wankel... Stop, pappa...
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
Laatst gewijzigd op 18-06-2003 om 18:55. |
22-06-2003, 08:37 | |
*zit steeds weer helemaal in het verhaal*
Echt heel goed, joh! Meer!! Even twee kleine dingetjes: Vertelt die Henk deze dingen aan haar? (hoofdletter!) Zo ja, dan moet ze weggehaald worden bij haar vader, als die deze onzin in haar hoofd stopt, is hij niet geschikt haar op te voeden. Het kan aan mij liggen, maar is het niet mooier om dat stukje in twee kortere zinnen te zetten?
__________________
You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one...
|
26-06-2003, 11:43 | |
Goedemorgen. Welkom wrede wereld, waar was u gisteren zo plotseling gebleven?
Au, spierpijn! Ben ik flauwgevallen? Ik kwam thuis, pappa was boos en ging slaan. Waarschijnlijk heeft de school dus toch gebeld om te zeggen dat ik spijbelde... Ben larssen is dus echt niet te vertrouwen. Hij had gezegd dat hij het allemaal zou regelen, zodat pappa het niet te weten zou komen. Leuk. Wat nu? Ik kan niet spijbelen, dat wil hij niet. Wat dan? Naar school, terwijl ik me zo beroerd voel? Er zal niks anders opzitten... Haren kammen en douchen, dat eerst. Au! Vervloekt, mijn ribben! Pijn, veel pijn. Zouden ze... Nee, dat kan niet. Een pook kan geen geen ribben breken. Aah, dat water... Best lekker, maar het doet zo’n pijn... Badjas aan, en mijn haren doen. Hup, neer de spiegel lopen, vort. Oh mijn God! Mijn lip, mijn oog! Mijn gezicht... Wat nu? Hoe kan ik, met zo’n afgrijselijk smoelwerk, naar school? Wat zullen ze zeggen, mijn hemel... Goed niet klagen. Gewoon opschieten, het dagboek moet ook nog geschreven worden. Hoewel... Nee, dat ga ik niet doen. Daar heb ik geen tijd voor, wil ik ook nog ontbijten. Verdorie, ik ben hartstikke zwak! Alles doet pijn, is dit normaal? Heb ik echt iets gebroken? Nee, ik overdrijf weer, dat doe ik veel te veel. Ik ben gewoon oké. Ik doe mijn suède pet op, die is mooi en dat verbergt het een beetje. Oké, hij is uit de mode, so what? Moet ik me wat aantrekken van de mode, of ga ik mijn eigen gang? Mijn stijl is hip, laat mij lekker apart zijn. Opschieten, ik moet nog ontbijten. Brood... brood, boter en beleg. Hoe ga ik dit aanpakken, ik wil helemaal niets eten! Toch maar doen, want de consequenties zijn te erg. Sondevoeding... Jakkes! Wat erop? Kaas, hagel, jam? Kaas, hagel heeft teveel vet en is überhaupt ongezond, jam zit veel suiker in en kaas is een beetje gezond, er zit calcium in. Calcium heeft een normaal mens nodig. En een klein beetje boter. Oké, neem één hapje. Kauwen... en slikken. De pijn... het doet zeer, ik wil dit niet eten! Ik wil geen eten... Het moet, eet dit rotding op. Verdraaid, zelfs het kauwen doet zeer! Wat moet ik nu, dit is toch niet normaal? Eten en negeer de rest... Pappa! Zou hij nog kwaad zijn? Zou hij... begint hij weer? Nee toch? Moet ik wat zeggen? Ja, ik moet hem goedemorgen wensen, anders is hij weer kwaad. “Goedemorgen pappa.” Nou, dan niet. Ik eet dit later wel op, ik doe het samen bij de lunch. Dus dan heb ik een en driekwart boterham die ik nog op moet eten én een appel... Wat veel! Ik kom vast en zeker heel veel aan, verdraaid! Ga nou maar naar school, je verspilt tijd. “Doei pappa, ik ga naar school.” “Naar school?” “Naar school, pappa.” “Als ik vandaag gebeld word, zwaait er wat voor je!” “Het zal niet gebeuren, pappa. Doeg.” Rennen? Alsjeblieft niet, ik kan nauwelijks lopen... Nee, ik ga rustig lopen. Ik ben toch ruim op tijd. “Oh, kijk Tanja eens! Die is in elkaar geslagen! Verdomme, dat is niet mis!” “Ze is niet normaal, ze heeft altijd problemen. De laatste tijd is ze nauwelijks op school, ze mist lessen en ze is sowieso niet normaal.” “Wat bedoel je?” “Ze is een beetje getikt.” “Klas, stil zijn! We gaan beginnen. Pakken jullie allemaal jullie boeken voor je en sla ze open op hoofdstuk zeven van module drie.” Niet naar mij kijken, negeer hen. Luister niet naar ze, alsjeblieft. Meneer, kijk de andere kant op! Ik ben niet belangrijk, kijk niet naar me. “Begin maar met het lezen van hoofdstuk zeven.” Goed, dat is makkelijk te doen. Laat ik beginnen. “Tanja, kom je even mee?” Leuk, het gezeur begint... Nee, ik probeer er eerst onderuit te komen. Je kan het wel Tanja, gewoon laten zien dat er niks aan de hand is, dat alles oké is. “Wat is er meneer?” “Kom maar even mee.” Best, dan kom ik. Maar er is niks aan de hand... “Wat is er met je gebeurd, Tanja? Wie heeft dit bij je gedaan?” “Ik viel.” “Je viel?” “Ja. Ik viel van de trap af.” “Is dat alles?” “Ja.” “Wil je soms naar huis, om bij te komen? Je ziet er gebroken uit, is er echt niks? Ben je alleen van de trap gevallen?” “Ja.” “Toch lijkt het me verstandiger als je even naar Ben Larssen gaat.” “Dat ga ik vanmiddag doen.” “Het lijkt me verstandiger als je nu even gaat. Je kan de stof van de les later inhalen, als je wilt.” “Dat is niet nodig, meneer. Ik kan de les best volgen, alles is oké.” “Weet je dat zeker?” “Ja. Mag ik nu weer naar binnen?” “Goed, als je dat wilt.” Gaat dat zo makkelijk? Joepie. Dan kan ik die stomme rotles volgen. Maar de volgende les... Samen met Joseph... en pappa wil niet dat ik nog met hem om ga, die vermoordt me als ‘ie erachter komt. Ik moet Joseph gewoon negeren, dat is de enige oplossing. “Kom je mee, naar binnen?” “Ik kom.” “Oh! Kijk haar, haar hele lip is opgezwollen!” Ze beginnen weer te roddelen... negeren, negeren. Hij zal er zo wel wat van zeggen, dat zeker. “Goh Tanja, tegen een deur aangelopen? Of was het een lantaarnpaal, daar kan jij ook al helemaal tegen aanlopen, niet? Ben je nog niet mager genoeg, dat je overal nog tegen opbotst?” “José, hou je kop dicht! Tanja, gaat het?” “En nu zijn jullie allemaal stil!” Eén punt voor hem. Als ze nu ook daadwerkelijk hun koppen dichthouden, zodat ik de les een beetje kan volgen... “Hebben jullie hoofdstuk zeven al gelezen?” “Nee meneer, we werden afgeleid door Tanja’tje. Wat is er met je gebeurd, Tanja?” “José, ga dat hoofdstuk lezen of je mag naar de decaan.” “Maar het is saai!” “Ik waarschuw niet nog eens!” “Oké...” Het tweede uur begint... Joseph. Gewoon doorlopen, gewoon gaan. Geschiedenis is belangrijk, ik moet er naar toe. Goed, ik ga al. “Hoi Tanja.” Negeren, doorlopen. Hij vergeet je wel, is niet erg. “Tanja? Is er wat?” Negeer hem. Hij wil je niet eens leren kennen, negeer hem. “Hai...” Dit is geen negeren! Als je dit negeren noemt, is er echt iets mis met je! Verdomme, waarom zei je dat nou? “Wat is er gebeurd? Heeft hij aan je gezeten?” “Er is niks...” “De vuile klootzak! Wat heeft hij gedaan, waarom?” “De school belde...” “Ja, wat is daar mis mee? Je moeder is net... Is er niet meer, dan is het toch logisch als je een dag mist? En je bent nog naar die Ben Larssen gegaan, wat heb je dan verkeerd gedaan?” “Ik spijbelde... dat mag niet. Mijn schuld, ik spijbelde... ik mag niet meer met je omgaan...” “Hoe weet hij nu dat jij met mij omgaat? Heb je het hem verteld?” “Nee, hij wist het gewoon. Duistere vermoedens...” “Wat een klootzak! We kunnen de politie of de kinderbescherming bellen, dan kan hij helemaal niks meer doen! Zal ik met je meegaan, Tan?” “Nee! Dan wordt hij nog kwader... hij was erg boos, gisteren... kom, we gaan gewoon het lokaal in, anders missen we de les nog.” “Wat jij wil...” “Tanja en Joseph, jullie zijn net op tijd. Ga snel zitten en... Tanja! Wat is er in vredesnaam met jou gebeurd? Ik heb alleen gezegd dat je de heksenprocessen en martelingen moest bestuderen, niet dat je hen moest ondergaan! Wil je naar huis of naar de dokter?” “Er is niks.” “Als jij het zegt. Goed, dan gaan we nu een film kijken over de heksenprocessen. Wie het niet kan zien, moet voor in de klas komen zitten. Jij daar, doe de gordijnen dicht en jij, bij de schakelaar, wil je de lampen uit doen?” “Ik heb ook een naam, meneer. En ik ben er stellig van overtuigd dat mijn ouders me hem niet voor niks hebben gegeven.” “Ik wil die naam niet horen. Want als ik de naam van de persoon waar ik nu tegen praat hoor, moet ik meteen denken aan de José Smits die zich nog drie keer moet melden en die tot nu toe elk mentorgesprek heeft overgeslagen.” “Best.” Wat een gezeur! Heeft die man dan niks beters te doen dan haar mentor te spelen en haar zo te irriteren? Sjees! En gatver, zelfs het zitten doet me pijn... Zouden mijn ribben dan echt niet gebroken zijn? “Is hij erachter gekomen, van dat je met mij omgaat?” “Hij denkt dat ik met jongens omga, ja. Dat wil hij echt niet...” “En nu? We kunnen elkaar alleen in de lessen spreken, als je dat wilt. Laat je leven alleen niet door hem verpesten, dat is hij zeker niet waard. Jij hoort een goed leven te leiden zonder een kloothommel die je in elkaar slaat!” “Als jullie het theekransje buiten, bij de decaan voort willen zetten, moeten jullie zo doorgaan!” “Sorry...” “Eikel.” “Wat zei je, Joseph?” “Ik zei dat ik die lullo die haar met de kop onder water duwt een eikel is. Het is gemeen, om dat te doen. Zij heeft helemaal geen kans!” “Waar heb je het in vredesnaam over?” “De video, meneer. Die over heksen, die we nu aan het kijken zijn.” “Uh, oké. Goed.” “Maar Tan, je verdient echt wat beters. Wat ga je nu doen?” “Ik weet het niet. Ik wil met je om blijven gaan, maar als pappa zo boos wordt...” “Dan moeten we gewoon goed uitkijken.” “Denk je dat hij er dan niet achter zal komen?” “Zeker. Hij zal het niet te weten komen, tenzij je het aan hem vertelt.” “Nooit.” “In dat geval is het goed, hij zal niks te weten komen. Gaat het? Wat heeft hij allemaal gedaan?” “Straks, oké? Eerst de film afkijken, we hebben zo pauze.” “Prima.”
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
26-06-2003, 11:50 | ||
Citaat:
Hm... daar heb ik over nagedacht, ja. Ik heb er zelfs lang over nagedacht. Mijn conclusie was het zo maar te laten, bij gebrek aan beter. Toch veranderen. Merci.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
26-06-2003, 15:28 | ||
Citaat:
Ben Larssen (hoofdletter alweer!! ik voel me nu alsof ik zeik, terwijl ik het zelf vast ook wel eens vergeet...) Fijn dat je weer een stuk hebt gepost... Op welke bladzijde zijn we nu eigenlijk?
__________________
You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one...
|
26-06-2003, 17:20 | ||
Citaat:
Nu heb ik ze allemaal veranderd, geloof ik. Pagina 49.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
30-06-2003, 12:37 | |
mooi!!!
maarre: (een na laatste stukje) “Whaa, je doet me pijn!” Niet huilen, geen geluid maken! Oh help, nu begint mij op mijn gezicht te slaan... Foetushouding, dan heeft hij geen grip meer! nu begint HIJ mij op mijn gezicht te slaan? ofnie? enne het is ook: je kunt, niet je kan.. dat zei ik ook altijd maar een vriendin van me verbeterde dat de hele tijd.. maarre ga vooral zo door [edit] begin 2e stukje: Hup, neer de spiegel lopen, vort. hup, naar de spiegel lopen denk ik? [/edit]
__________________
*is aardig voor Ztuv*
Laatst gewijzigd op 30-06-2003 om 12:44. |
01-07-2003, 12:38 | |
“Kom, ga zitten. Wil je wat drinken, iets te eten?”
“Nah, niet echt. Ik heb zelf drinken mee. En eten.” “Had Ben Larssen dan al een eetpatroon gegeven, dat je moet volgen? “Jep. Wil je het zien?” “Best, heb je het in je tas?” “Ja. Alsjeblieft.” “En, lukt het je? Ik kan me voorstellen dat het even aanpassen is, in vergelijking met wat je eerst at.” “Ik kwam er gisteren niet echt aan toe... en vandaag, vanochtend bedoel ik, ook niet.” “Door?” “Hem.” “Wat gebeurde er dan? Kwam je thuis en stond hij toen als een razende op je te wachten?” “Ja. Hij was heel erg kwaad en vroeg waar ik had gezeten.” “En toen?” “Zei ik dat in in de bibliotheek was, waarna hij nog kwader werd.” “Wat deed hij dan, mepte hij je gewoon?” “Hij zei dat ik spijbelde en de... de hoer uithing, mezelf als slet gedroeg... daarna werd hij zo’n beetje kwaad... Erger dan normaal. Pijn...” “Waar doet het allemaal zeer?” “Gezicht, m”n hele lichaam gewoon. Mijn rib nog het meeste. En de blauwe plekken...” “Wanneer heb je een afspraak met Larssen?” “Het volgende uur.” “Dan heb ik een tussenuur. Zal ik op je wachten?” “Ben vroeg aan mij of ik wilde vragen of je mee wilde komen. Om te praten over mijn eetgedrag, hoe je mij kunt helpen. Als je niet wilt, hoeft het niet.” “Natuurlijk wil ik dat. Als ik je daar mee kan helpen, zeker. Zonder twijfel. Misschien dat hij dan kan kijken of je rib gebroken is?” “Dan moet hij... dan gaat hij vragen stellen. En dan belt de school pappa op en dan wordt hij nog kwader. Kwader dan gisteren! Ik weet niet of ik dat wel kan overl... Laat maar. Ik denk niet dat het zo verstandig is aan Ben te vragen of het wel of niet gebroken is.” “Of je dat wel kan overleven? Tanja, zo hoort hij zich niet te gedragen! Hoor eens hoe je praat, je hebt het over overleven! Dat kan echt niet. Vertel het aan Ben, hij zal je vader vast en zeker niet bellen. Als je het vraagt, doet hij dat niet.” “Oké... maar Ben is ook niet te vertrouwen! Hij had tegen mij gezegd dat de school niet zou bellen naar mijn huis, vanwege het spijbelen van gisteren. En wat hebben ze juist wel gedaan? Gebeld!” “Waar haalt je pa het gore lef eigenlijk vandaan? Hoe durft hij dit te doen, het is niet normaal meer!” “TRING!” “De bel. Zullen we gaan?” “Oké.” “Hai.” “Tanja, hoi. Kom binnen en ga zitten. Heb je Joseph meegenomen?” “Jep.” Goh, hij kijkt niet eens op van zijn papierwerk. Dat zit maar te rommelen en te spitten in die papieren, wat zou hij zoeken? “Goedemorgen. Heb jij het dagboek van gisteren aan mene... Jezùs! Wat is er met jou gebeurd?” “Trap. Gevallen.” “Maak dat de kat wijs! Heet die trap toevalligerwijs “pappa”?” “(...)” “Mag ik het zeggen, Tan?” “Ik wil het zelf van haar horen. Tanja, heeft je vader dit gedaan? Zeg het tegen me, dan kan ik je helpen.” “Nou... Misschien een beetje.” “Waarom?” “Hmmm...” “Ja? Vertel maar.” “Omdat de school wél had gebeld, terwijl u zei dat ze niet zouden bellen, meneer Larssen! Pappa nam –uiteraard- op en ze zeiden dat ik had gespijbeld. Toen werd hij boos.” “Ze hoorden niet te bellen, dat heb ik nog aan je decaan verteld.” “Ik zal u nog eens in vertrouwen nemen! Dat doet me –duidelijk- erg veel goed, vindt u ook niet, meneer Larssen?” “Kunt u zien of het gebroken is, meneer? Haar ribben bedoel ik.” “Prima. Kom hier maar even op zitten en trek je trui maar uit. Joseph, draai je even om, wil je?” “Jep.” “Au... En, is het gebroken? Nee, toch?” “Ga eens liggen, ik kan het niet goed zien.” Please, laat het niet gebroken zijn! Het mag niet, dan kom ik alsnog in het ziekenhuis! “Het is gebroken. Twee gebroken ribben. Kan je het T-shirt uittrekken, Tanja?” “Oké...” “Waar heeft hij je mee geslagen? Dit kan nooit van alleen zijn hand komen. Wat heeft hij gepakt?” “’k Zou het niet weten, hoor.” “Meid, doe niet zo koppig. Ik weet niet waarom de school je thuis toch heeft opgebeld, maar ga daar zeker achteraan. Het spijt me, maar ik kan er niets meer aan doen. Vertel gewoon waarmee hij je heeft geslagen.” “Ik weet het niet precies...” “Ik geloof dat je het heel goed weet. Wat was het?” “Een...” “Een?” “Pook.” “Tan, in vredesnaam, laat me er wat aan doen! Hij moet verdomme van je afblijven, dit mag hij helemaal niet doen!” “En nu? Hoelang duurt het voordat het weer goed is?” “Dat zal de dokter moeten bepalen. Ik denk zelf zo’n maand of zes, eer het helemaal geheeld is. De komende drie weken zal je in ieder geval in bed moeten liggen, het moet helen. Anders groeit het scheef en dat is, geloof me, het laatste dat je wilt.” “Jij bent de dokter, toch? Ik ga echt niet naar het ziekenhuis hoor!” “Wat is het probleem dan? Ik heb je gisteren al verteld dat de verzekering alles betaalt.” “Ik weeg minder dan vijfendertig kilo... en je had me een keer verteld dat vijfendertig kilo de absolute grens is, dat je dan eigenlijk al in het ziekenhuis hoort te liggen.” “En gisteren heb jij je gewogen, ik was er zelf bij.” “Ik had het uur ervoor twee liter water gedronken... en na het gesprekje weer... Overgegeven.” “Ah, Tan! Waarom nou, dat is slecht!” “Heb je gisteren wel gegeten?” “Nee. Maar daar kon ik helemaal niks aan doen!” “Waarom niet?” “Ik was bewusteloos.” “Je moet er wat aan doen, die man slaat je de volgende keer dood! Hij ma...” “We gaan nu eerst naar het ziekenhuis. We hebben het hier later over, Tanja. Kom, dan gaan we naar mijn auto.” “IK WIL NIET!” “Je moet! Anders maak je de ribben helemaal kapot, ze zijn nu gebroken en als je zo door blijft lopen, verschuift het zo erg dat het niet meer overgaat. Ik kan de ambulance ook bellen.” “Maar je had gezegd...” “Dat ik niks door zou vertellen. En dat zal ik ook niet doen. Maar ik raad je aan naar het ziekenhuis te gaan, daar je anders met gevolgen die voor de rest van je leven effect op je hebben. En nu zit ik te denken aan een rolstoel. Kom nu gewoon mee, Tanja. Ik heb je al gezegd dat je naar het ziekenhuis MOET als je onder de vijfendertig kilo weegt. Dat doe je nu, dus aanvaard de gevolgen.” “Ik wil niet...” “Tan, doe het voor mij. Anders wordt je nooit beter...” “Maar...” Hij wil het... en zijn ogen, ze kijken me zo smekend aan... Goed dan... “Oké...” “Ik rijd mijn auto wel voor. Kom je ook mee, Joseph? Het hoeft niet.” “Ik ga mee.” Wat is hij toch standvast... en zijn ogen lichten meteen op, houdt hij van me? “Wij komen er zo aan.” “Wacht.” “Je moet gaan, alsjeblieft Tan.” “Dat weet ik en ik ga ook wel, maar Ben, kan je er eerst voor zorgen dat de school pappa niet belt? Dat mag niet gebeuren.” “Hij zal vroeg of laat toch moeten weten dat je in het ziekenhuis ligt.” “Later, oké?” “Goed. Maar om dat te doen, is het handig als ik het ook aan de decaan kan vertellen. Zij zal ook niks doorvertellen, maar ze moet het weten. Anders wordt het alleen maar erger, dan moet ze sowieso je vader weer opbellen.” “Oké...” “Tot zo.” Mijn hemel, wat moet ik hier aan doen? Hij heeft haar helemaal lens geslagen en zij wil er niks aan doen! Hoe los ik dit op, de vader, die vuile kloteschoft, die moet te weten komen dat ze – door hem – in het ziekenhuis ligt. Hoe in vredesnaam, hoe? Ik wil haar uit dat huis weg halen, de volgende keer overleeft ze het misschien niet! En gisteren raakte ze bewusteloos, wat is die man voor een vader... Hij is een smerig beest, dat het niet eens verdient om te leven! Goed, even naar de decaan. “Ha Ben, hoe gaat het?” “Goed, maar ik wil het hebben over Tanja. Ze zal de komende tijd niet op school komen.” “Waarom niet?” “Heb je nog niks gehoord? Ze is halfdood geslagen door haar vader. De eerste twee uur heeft ze het ten minste twee gebroken ribben rondgelopen. Zij en Joseph gaan naar het ziekenhuis.” “Wat heeft Joseph er mee te maken? Heeft hij haar geslagen?” “Nee, hij wil persé met haar mee. Als steun.” “Kalverliefde... Maar goed. Wie deed het dan, haar pa?” “Ja.” “Verdomme, ik heb die man nooit vertrouwd! Ik wist dat er iets niet goed met hem was!” “Maar hoe moeten we dit aanpakken? De school had hem gisteren gebeld ov... “ “Over het feit dat Tanja gisteren niet op school was. Dat was ik, sorry.” “Waarom deed je het?” “Standaard beleid. Als één van de naaste familieleden is overleden, moet de school onmiddellijk opbellen als de leerling gaat spijbelen.” “Oh. Haar vader heeft haar daarom gisteren bewusteloos geslagen. Ze is vandaag naar school gegaan, omdat ze niet thuis durfde te blijven.” “En het is al zo’n tenger meisje...” “Uhm, ja.” “Wat ga je er aan doen?” “Ik kan niks doen tot ze me er wat aan laat doen. Praten wordt het dus. Veel praten, tot ze er van is overtuigd dat ze het moet laten vertellen. Voorlopig ligt ze toch in het ziekenhuis.” “Succes. En wil je me bellen, als je meer weet?” “Zal ik zeker doen. Tot hoe laat blijf je op school?” “Tot halfvijf. Daarna ga ik naar huis. Hier, mijn telefoonnummer van thuis.” “Bedankt. Ik hou je op de hoogte. Ajuus.” “Doeg. Ben?” “Ja?” “Wens haar succes.” “Doe ik. Tot ziens!” “Fijn dat je meegaat.” “Dat zit wel goed. Wat je vader doet is... Laat maar. Je weet zelf dat het niet mag en dat het fout is. Ik zal je er niet lastig mee vallen. Wat voor auto zou hij hebben, Larssen?” “Ik denk een... Een Zweedse.” “Zijn er dan Zweedse auto’s? Zweden en auto’s maken, dat kan toch niet? “Waarschijnlijk zijn ze al blij genoeg dat ze überhaupt kunnen rijden.” “Hèhè, dat zeker.” “Ik denk een Fiat Uno. Hij heeft geen familie, anders had hij wel zo’n foto op zijn bureau staan.” “Zo’n happy pappa, mamma, zoon en dochter foto? Vast en zeker. Daar is hij het type wel voor. Hij heeft volgens mij een kat.” “Een kat?” “Daar ruikt hij naar.” “Joseph, gozer! Wat doe je met dat wijf, wil je ziek worden ofzo?” “Michael, rot op!” “Ben je al weer uitgekeken op José? En ga je nu voor een surfplank? Doe toch normaal man, wat heeft ze nou? Ze ziet er niet uit, je hebt helemaal niks aan d”r.” “Hou je bek dicht man! Klootzak!” “Ahh, bescherm je Botje? Wat is er met jou gebeurd man? You used to be cool.” “Dude, fuck off! Hou je klotebek dicht over Tanja!” “Tanja en Joseph, sitting in a tree...” “Lul!” “Joseph, kijk uit!” Mijn God, gaat hij om mij vechten? Wees voorzichtig! “Klootzak! Ik zal je!” “Joseph...” Houdt het dan nooit op? Iedereen, iedereen vecht... Nu gaat Joseph ook dood... Allemaal door mij! Verdomme, wat ben toch een trut! Ik haat dit, het is weer allemaal mijn schuld! En nu maakt Ben Larssen zich ook nog eens zorgen, om mij... “Hé! Jongens, ophouden!” “Kankerlijer! Je moet je bek houden over Tanja!” “Je verraadt je vrienden! Jij noemt mij een kankerlijer? Verraaier!” Niet Ben, bemoei je er niet mee... Dan gaat hij ook... Dood... Allemaal mijn schuld. “Michael, scheer je weg! Of je mag je melden bij de directeur!” “Ik deed helemaal niks! Hij vloog me ineens aan!” “Dat willen we allemaal wel eens een keer doen. Je hebt het vast en zeker uitgelokt. En nu wegwezen!” “Achterlijke...” “Zo is het genoeg, Joseph.” “Hé Tan, wat is er? Ik leef nog...” “Jullie, vechten... ‘k dacht dat je... Waarom deed je dat?!?” “Rustig... Hij schold je uit. Dat mag niet. En ik ben oké, er is meer nodig dan zo’n miezerd om mij neer te krijgen.” “Jongelui, genoeg. Ga in de auto zitten, je moet naar het ziekenhuis, Tanja.” “Een Volvo?” “Een zwarte Volvo?” “Kom op, zo erg is hij nu ook weer niet. Hij rijdt en verbruikt niet veel.” “Heeft u kinderen?” “Nee, ik heb een kat.” “Heeft u geen vriendin?” “Nee, jij wel? Vanwaar de nieuwsgierigheid?” “Laat maar. We hadden gegokt wat voor auto u had en het kwam ter sprake of u wel of geen vriendin had.” “Wat voor een dachten jullie dat ik had?” “Tanja zei een Fiat Uno.” “Dan had ze gelijk, ik heb deze auto pas een week. Daarvoor had ik een rode Fiat Uno.” “Dus toch, Tan, je had gelijk!” “(...)” “Wat is er? Het komt allemaal wel goed.” “Ik wil niet dat ze me aan de sondevoeding doen...” “We zijn er.”
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
01-07-2003, 12:39 | |
Hoofdstuk Drie
“Nach sie, schöne Junkfraue.” “Jij en dat Duits, wat heb je met Duitsland?” “Het is een gaaf land. Duitsland is stoer, ze praten mooi.” “Nederland niet?” “De “g” is bot, grof en lomp.” “En toch spreek je perfect Nederlands, zonder accent.” “Mijn ouders wilden dat ik goed Nederlands sprak, zonder een zwaar accent. Ze hebben me dus op verschillende taalcursussen gedaan.” “Ik ga een rolstoel pakken.” “Dat heb ik helemaal niet nodig! Ik kan wel lopen hoor!” “Je loopt mank. Vooruit, ga zitten.” “Hmpf...” “En wat is er met jou aan de hand?” “Ik heb een paar ribben gebroken. Kunt u het in orde maken, zodat ik snel weer weg kan?” “Bent u de vader?” “Nee, ik ben de schoolarts. Dit is Tanja, Tanja van Doorn.” “Wat is er met haar gebeurd?” “Ik kan zelf ook wel praten...” “Oké, wat is er met je gebeurd? Misschien ken je me nog, ik ben dokter van Woensel. We hebben elkaar al eerder gesproken, toen je hier de vorige keer lag. Dat is zo’n maandje geleden.” “Oh ja. Ik ken u. Ik ben van de trap gevallen.” “Van de trap?” “Een grote, pijnlijke stenen trap.” “Goed. Van de trap gevallen, kom maar mee, dan onderzoeken we je even.” “Mag ik haar nog even spreken?” “Natuurlijk. Kunt u haar zo hier binnen brengen?” “Ja. Het zal niet lang duren.” “Tanja, je moet het hem vertellen, anders kunnen ze er niks aan doen.” “Nee.” “Het is beter als je het wel zegt.” “Ik wil het niet zeggen.” “Goed, ik rij je naar binnen.” “Kunt u even buiten blijven wachten, meneer Larssen?” “Natuurlijk dokter.” “We zitten buiten, Tan.” “Wat gaat hij allemaal doen?” “Ik weet het niet, Joseph. Tanja is erg ziek. Ze heeft een zwaar ondergewicht.” “Maar ze wil toch gaan eten?” “Ze kan elk moment sterven, ze is helemaal niet gezond. Ze valt ook vaak flauw, ze is vaak koud.” “Waardoor?” “Doordat ze zo weinig eet, krijgt haar lichaam geen energie meer binnen. Ze eet zichzelf als het ware op.” “En nu?” “Ze gaat hoogstwaarschijnlijk aan de sondevoeding. Ze geneest niet als ze geen kracht meer heeft. Ze moet eerst voedsel binnenkrijgen, wil ze herstellen.” “Hoe kan ik haar helpen?” “Door veel te steunen. Ze zal veel terugvallen krijgen en dat gedoe met haar vader helpt niet.” “Kan ze niet weggehaald worden?” “Niet als ze dat zelf niet wil.” “Waarom begon hij haar eigenlijk te slaan, vertelde ze jou dat? Volgens mij zit er meer achter dan alleen het spijbelen.” “Hij dacht dat ze met een jongen op stap was. Noemde haar een hoer, slet... Hoe, wat doen we nu?” “We helpen haar. We steunen haar zoveel als dat we kunnen.” “Ik heb al aangeboden dat ze bij mij kan bunken, maar dat wilde ze niet.” “Bunken?” “Slapen.” “Dat zal ze niet snel doen. Heeft ze nog meer verteld, van wat hij doet?” “Nee. Hij slaat haar zo af en toe. Als hij soms dronken is...” “De vuile schoft!” “Wow. Dat heb ik u nog niet horen zeggen.” “Sorry. Ik wond me teveel op. Ik kan het niet uitstaan als ouders hun kinderen slaan. Het is zo laf...” “En het is niet eens haar echte vader.” “Nu ze geadopteerd is, is ze vast en zeker nog banger om iets te doen.” “Waarom dat?” “Ze heeft een fout plichtsgevoel. Ze denkt dat ze hem terug moet betalen, omdat hij voor haar... zorgt. Daarom doet ze niks terug. Waarschijnlijk hoopt ze alleen maar dat hij geen pook, hand of wat dan ook naar haar zal heffen.” “Hai.” “Hey. Wat zei de dokter?” “Hij belt met de operatieafdeling, ik moet geopereerd worden. Dan moet ik lang rust houden en in het ziekenhuis blijven liggen.” “Dat is niet mis...” “En je vader?” “De dokter wil hem nog niet bellen. Op verzoek van mij.” “Heb je het hem dan verteld?” “Nee, maar ik geloof dat hij wat vermoedt.” “Komen jullie mee? Ik breng je naar je kamer.” “Naar mijn kamer?” “Ja, naar je kamer. Je moet eerst vierentwintig uur niets eten, voordat je geopereerd kan worden.” “Dat heb ik ook niet gedaan, dokter.” “Helemaal niet? Dan wegen we je meteen.” “Dat is niet nodig, ik weet hoeveel ik weeg.” “Hoeveel dan?” “Veertig kilo.” “Toch wegen.” “Ik wil dat niet!” “Meisje, als jij beter wilt worden, wat je wil, moet je naar me luisteren en niet tegenstribbelen. Je kan verbergen dat je mager bent, maar ik ben een dokter en ik heb toevallig meer gevallen zoals die van jou gezien en behandeld. Je kan verzwijgen dat je anorexia hebt, je kan weigeren te vertellen dat je thuis in elkaar wordt geslagen, maar ik ben je arts en moet dit allemaal weten. Anders weet ik niet of het wel of niet verstandig is om aan een operatie te beginnen. Nu hup!” “Ik wil niet! Ik word thuis niet geslagen, pappa doet dat niet! En ik heb geen anorexia...” “Dat heb je wel en huilen helpt niets. Je bent in de war en voelt je niet lekker, als je doet wat ik zeg, gaat dat veranderen. Dan word je weer beter. Ga nu naar binnen, doe je jeans en T-shirt uit en ga op de weegschaal staan. Ik kom er aan.” “Bent u niet wat te hard voor haar, dokter?” “U bent een collega, u hoort me te begrijpen. Maar aannemende dat u net pas arts bent, daar u er nog zo piepjong uit ziet, zal ik het uitleggen.” “Goed.” “Ik heb vaker met dit soort gevallen gewerkt. Als je niet streng optreedt, verandert er niks. Ze doet nu wat ik zeg, dat is goed. Straks zal ze toegeven wat ze allemaal heeft en kan ik er wat aan doen.” “U zal het waarschijnlijk beter weten. Succes.” “Dat heb ik niet nodig, ik volg de procedure slechts.” “Oké.” “Én Tanja, hoeveel weeg je? Aha! Je weegt nog geen 34 kilo. Weet je wat we nu gaan doen?” “Sondevoeding?” “En ik moet je vader bellen.” “Niet doen! Alstublieft, niet pappa bellen!” “Als jij me een goede reden geeft het niet te doen, ben ik wel gedwongen je pa te bellen.” “Goed... hij wordt boos als hij weet dat ik hier ben.” “En wat dan nog? Elke ouder zou boos worden.” “Hij zal me slaan. Erger dan gisteren.” “En de trap?” “Pappa. Woede. Pook.” “Zo komen we ergens. Goed gedaan, Tanja. Ik zal je vader voorlopig nog niet bellen. Ik bedenk iets dat we er aan kunnen gaan doen.” “En nu?” “Eerst opereren, dan sondevoeding. Maar dat kon je zelf ook wel bedenken.” “(...)” “Kop op, het komt allemaal wel weer goed. Je moet gewoon doen wat ik zeg, dan is het allemaal niet zo erg. “Heb je nog andere familieleden?” “Nee... mijn echte pappa heeft me verlaten...” “En je moeder?” “Dood.” “De vorige keer dat je hier was, was ze nog in orde. Wat is er met haar gebeurd?” “Auto-ongeluk...” “Tantes, ooms?” “Heb ik niet...” “Dan bel ik de maatschappelijke dienst. Ze zullen naar je pa gaan en hem wat dingen vragen. Je hebt ongeveer twee dagen zonder dat je vader op de hoogte is, daarna moet ik het hem vertellen.” “Goed...” “Sorry, ik kan het niet langer uitstellen. We gaan nu röntgenfoto’s maken.” “Heren. Komen jullie mee? We gaan röntgenfoto’s maken. Daarna wordt ze... Kom, kom, meelopen. We hebben niet de hele dag de tijd. Daarna wordt ze geopereerd. Na de operatie zal ze, als ze ontwaakt is uit de narcose, sondevoeding krijgen. Over twee dagen breng ik haar vader op de hoogte. Meer uitstel is niet mogelijk. De maatschappelijk werksters breng ik ook op de hoogte, omdat ik het volgens het boekje moet doen. Nog vragen?” “Wat gaat op de operatie gebeuren?” “De mysterieuze onbekende jongen spreekt. Wie ben je en wat doe je hier?” “Joseph. Ik wil bij Tanja blijven.” “Niet toegestaan, maar ik maak een uitzondering. Op de operatie word gekeken hoe erg ze er aan toe is. Haar borstkas zal worden geopend en de ribben zullen worden rechtgezet. Als we dit niet doen houdt ze er blijvende schade aan over.” “We zijn er. Gerda, mogen wij even snel? Dit is een spoedgeval.” “Prima, dokter van Woensel. Alleen de röntgenfoto’s?” “Ja. Help jij het meisje even?” “Is goed.” “Kom maar, we gaan even foto’s maken. Heb je dit al eens eerder gehad? Hemeltjelief, kind wat ben je mager! Ik zal er voor zorgen dat de zusters je goed te eten geven.” “Gerda, het is een spoedgeval. Kan je opschieten?” “Natuurlijk dokter. Trek je maar niks van hem aan, bij hem is alles een spoedgeval. Wat is er met je, kan je niet praten?” “Jawel...” “Anders was het geen probleem geweest hoor. Ik kan perfect gebarentaal, mijn nichtje is doofstom. Liplezen en gebarentaal. Ik wilde met haar kunnen praten, dus op mijn tiende heb ik de zomervakantie overgeslagen en ben ik naar een school gegaan waar ik het allemaal heb geleerd. Daarna werd onze band veel hechter. Kom op, even je kleren uit.” “Gerda...” “We kunnen niet vliegen, dokter van Woensel. Kijk, ze staat al achter het scherm.” “Kind, blijf je zo even staan?” “Oké.” “En draai je even om, als je wilt. Een kwartslag draaien.” “Goed zo. Kleed je maar weer aan.” “Wanneer zijn ze klaar?” “Over vijf minuutjes, heb geduld.” “Dank je.” “Hier, ze zijn klaar.” “Bedankt Gerda. Je bent een schat.” “Kijk kind, hij is eigenlijk heel aardig. Succes verder!” “Dank je, tot ziens!” “Vind je haar aardig, Tanja?” “Ja, best wel. Waarom?” “Ik heb haar dochter ook een keer voor een controle gehad.” “Oh.” “Ze leed ook aan Anorexia Nervosa, net als jij.” “Goh. Is ze nu weer beter?” “Nee. Ze is dood. Net als jij, was ze eigenwijs. Ze volgde mijn voorschriften niet op. Ik zag haar voor het eerst toen ze voor de zoveelste keer flauwviel bij mij. Gerda bracht haar, die keer helemaal in paniek. Het kind had Gerda de hele tijd verteld dat ze wel in orde was en dat ze gewoon last van stress had. Ze droeg dikke kleren om haar magerheid te verhullen. Zij woog 36 kilo toen ze binnengebracht werd. Toen ze, na zes weken aan de sondevoeding, veertig kilo woog, mocht ze naar huis. Ze pakte haar oude gewoontes weer op en stierf.” “Dat is vreselijk...” “Inderdaad. Gaat dat bij jou ook zo gebeuren? De rest van mijn patiënten en ik heb er veel die aan anorexia nervosa lijden, zijn allemaal weer beter, je kan dus zeggen dat ik een specialist ben op het gebied van anorexia. Wil je beter worden?” “Ja. Gisteren gaf Ben me al een planning van wat ik moet eten om een gezond gewicht krijgen.” “Aha. En heb je dat gedaan, de dingen gegeten die hij op had geschreven?” “Nee, maar daar kon ik niks aan doen. Ik kreeg de kans er niet voor.” “Waarom niet?” “Pappa had me knock-out geslagen.” “Daar kan je inderdaad niets meer aan doen dan wat je er nu aan hebt gedaan.” “Ik laat jullie hier, over een uur kom ik weer om jullie te vertellen wat er gaat gebeuren. Tanja, kan je dit ziekenhuishemd aandoen? Daar je zelf geen pyjama bij je hebt, is dat nodig.” “Goed. Tot over een uur.” “Wat nu?” Hij doorbreekt de stilte. Kom ik hier echt terecht? In een ziekenhuis, met allemaal zieken? Pappa zal overal achter komen en ik zal zo vet als een varken worden... mijn leven, het is zinloos. Ik zal veel schoollessen missen en ik zal blijven zitten. God, verdoem me. Ik heb verloren. “De dokter zei het al. Ik word geopereerd en krijg sondevoeding...” “Ik vind het heel dapper van je, Tan. En ik zal je steunen, wat er ook gebeurt.” “Ik zal de school op de hoogte brengen. Dat je de komende tijd geen lessen meer kan volgen.” “Ik wil het huiswerk hier hebben.” “Je zal toch eerst moeten aansterk...” “Ik wil het huiswerk krijgen. En de aantekeningen van de lessen, als dat mogelijk is. Ik wil niks van school missen.” “Als de dokter dat verstandig vindt.” “Ik kom je opzoeken, elke dag. Ik zal het huiswerk wel brengen.” “Dank je, Joseph. Je bent een schat.” “Joseph, draai je even om. Ze moet het hemd aandoen.” “Oh, uhm, natuurlijk.” “Jullie kunnen je weer omdraaien.” “Wow, je ziet er... nah, laat maar.” “Mager uit?” “Ja. Sorry, dat had ik niet moeten zeggen.” “Ach, het is zo. Ik heb het zelf gedaan...” “Ik ben zo terug, goed?” “Waar gaat u naartoe?” “Ik ga even naar beneden, de decaan vroeg me te bellen als ik meer wist.” “Tot zo.” “Bedankt dat je meegaat.” “Dat zit wel goed. Wat ga je nu doen, als je vader je weer begint te slaan?” “Ik weet het niet. Ik wil het niet meer, dat hij me slaat. Nu ben ik een half jaar, minstens, kwijt met herstellen. Kerstmis in een ziekenhuis vieren, hoe enig.” “Ik wil je dan wel op komen zoeken.” “Jij hebt jouw familie. Ik moet het doen met die van mij. Hoe vervelend het soms ook is.” “Wat is de laatste keer dat jullie samen iets leuks hebben gedaan?” “Ik heb geen flauw idee... Doen we niet zo vaak.” “Dus ik kom je dan opzoeken, dan kunnen we samen kerst vieren.” “Gaaf.” “We komen er samen doorheen. Zonder twijfel.” “Denk je? De dokter zei dat het erg lang zal duren, eer ik weer beter ben.” “Dat maakt niet uit. Je bent een vriendin en dan zal ik je helpen ook. Tot je weer uit het ziekenhuis bent, zal ik je elke dag op komen zoeken. Beloofd.” “Dat is onwijs lief van je.” Hij is echt aardig... en lief. Ik ben dus zeker verliefd op hem. “Maar je moet niet zoveel moeite voor me doen. Ik ga trouwens in bed liggen, als je het niet erg vindt. Het is zo koud...” “Prima. Ik vind je lief.” “Ik jou... ook.” “Tanja... Je bent zo’n knap meisje... En zo lief.” “Nee! Niet doen, dat mag je niet!” “Rustig maar, rustig. Ik doe niks, ik ging te ver, sorry.” “Je moet dat niet... Dat vind pappa niet fijn! Hij wil niet dat jongens aan me zitten!” “Je hoeft toch niet altijd naar je vader te luisteren?” “Ik ben dat niet gewend... Ik had dat niet van je verwacht, ik dacht dat je... anders was. Je gaat me dan kussen en dan ga je gelijk te ver! Net als p... Laat maar. Ik ben nog niet aan dit toe. Ik heb het niet zo op mensen...” “Dat merk ik, sorry, ik ging te ver. Ik had dit niet moeten doen. Kunnen we doen alsof er niets is gebeurd?” “Graag.” “Daar ben ik weer. Tanja, ik ben naar het supermarktje hier beneden gegaan en ik heb wat spullen voor je gekocht. Een haarborstel, een fatsoenlijke pyjama, en nog wat toiletspullen. Als je nog wat nodig hebt moet je het zeggen, dan zorg ik ervoor.” “Dank je.” “Ah. Ik zie dat jullie allemaal klaar zijn? Dit is zuster Johanna. Zij zal je zodadelijk voorbereiden voor de operatie. Over een uur beginnen we.” “Wat gaat er allemaal gebeuren?” “Heb geduld, kleine. Ik wilde dat net gaan vertellen, maar je onderbrak me.” “Sorry.” “Je zal over een uur onder narcose gaan. We zullen je borstkas openmaken en je tweede rib, die verbrijzeld is, oplappen. Hij zal met schroeven vastgezet worden. Op die manier heb je de meeste kans dat het goed geneest. Wil het echter goed kunnen helen, moet jij ook meewerken, je moet goed en gezond eten. Veel calcium, zodat de boel weer aan kan sterken. We zullen je in het verband doen, gips is lastig en het werkt het dikker worden, wat je zal doen, tegen. De operatie zal zo’n twee uur duren, dat is lang, maar maak je geen zorgen, je merkt er niks van. Hier zijn de röntgenfoto’s, je kan duidelijk zien dat deze rib hier verbrijzeld is en dat de andere gebroken is. Je vader heeft je goed te pakken genomen. Na de operatie zal je eerst bij mogen komen en daarna ga je aan de sondevoeding. Je zal daaraan blijven tot je veertig kilo weegt, dus dat is ruim zes kilo, dat erbij moet. We kunnen het niet precies wegen, daar de ijzeren plaat en de schroeven ook wat wegen, maar die zal ik van tevoren op de weegschaal leggen, zodat daar geen problemen over komen. “En met mijn vader, wanner krijgt hij dit te weten?” “Ik heb de sociale dienst al op de hoogte gebracht, ze komen hier naartoe. Wanneer ze bij je zijn, zullen ze dat allemaal vertellen. Het liefste plaatsen ze je tijdelijk in een pleeggezin, maar dat is mijns inziens niet nodig, daar je de komende maanden in dit kamertje door zal brengen. Ze zullen nadat je uit de narcose bent hier naartoe... Hallo, luister je nog? Ik weet dat je concentratieproblemen hebt, maar je moet even luisteren. Dit is belangrijk. Als je morgen wakker wordt en weer enigszins aanspreekbaar bent, wat overmorgen zal zijn, zullen zij even langskomen. Ze zullen je allerlei lastige en vervelende vragen stellen, die je niet leuk gaat vinden. Je moet gewoon antwoord geven, omdat je het hun niet lastig moet maken, daar ze anders minder moeite voor je gaan doen. Als ze dat gaan doen, zie jij je vader des te sneller. Heb dus geduld met hen en wees aardig tegen ze. Goed, nog vragen?” “Hoe wordt het geregeld met de verzekering?” “Tanja is hier al een keer eerder geweest. De gegevens van de verzekering hebben we nog en u heeft het formulier van de school ook meegegeven?” “Ja. Ik heb het af moeten geven bij de receptie.” “Dan komt alles prima in orde. De vader zal nog wat krabbels moeten zetten, maar dit is een speciaal geval, zowel qua behandeling als thuissituatie. Onze kant zal dus geduld hebben.” “Bedankt. Heb ik echt een kans?” “Dat heb je zeker, kleine. Je moet doorzetten en dan gaat het je lukken. Je vriendje is er in ieder geval voor je, niet?” “Dat ben ik zeker. Ik zal je elke dag op komen zoeken.” “Geen probleem dus. Tanja, ik zie je straks.” “Dag dokter.” “Tot ziens, mensen. Ik vertel jullie meteen na de operatie hoe het is gegaan en Tanja, jij hoort dat na de operatie, oké?” “Prima.” “Zuster Johanna, ga uw gang.”
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
01-07-2003, 12:42 | ||
Citaat:
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
01-07-2003, 12:52 | |
Ik blijf aan de gang.
“Hoi meid, hoe staat het er mee?” “Mwah, niet zo leuk.” “Dat valt wel mee. Je bent op tijd binnen om behandeld te worden en je kunt sowieso genezen worden. Dat is een betere situatie dan die kinderen in de Derde Wereld hebben.” “Dat is waar.” “Goed, ben je wel eens eerder onder narcose geweest?” “Nog nooit.” “Dan zal ik je uitleggen wat er gaat gebeuren. Je kunt lachgas inademen of direct een injectie toegediend krijgen.” “Wat is het vervelendste?” “Het heeft allebei zijn nadelen. Bij het lachgas krijg je weliswaar geen pijn van de naald, maar het lachgas is niet bepaald lekker en je kunt er sneller hoofdpijn na de operatie van krijgen. De injectie is eventjes pijnlijk, maar voor de rest is het oké, je hebt daarbij minder kans op hoofdpijn.” “Wat is het goedkoopste?” “Dat is een vreemde vraag, voor zo’n meisje als jij, maar goed. Het maakt geen verschil, het is allebei even duur.” “Injectie.” “Weet je het zeker?” “Ja. Ik wil niet ziek zijn. Ik moet beter worden.” “Goed. Dan krijg je nu alvast een beetje zalf op je pols, waar de naald je ader binnen zal gaan. Dit zorgt ervoor dat het minder pijn doet.” “Oké. Hoelang duurt het voordat ik slaap?” “Ongeveer twee minuten. De dokter zal je vragen van honderd af te tellen, voordat je bij één bent, slaap je al. Je zal dan helemaal niks merken van wat er om je heen gebeurt en als je wakker wordt voelt je hoofd zwaar. Het is dan alsof er mist in je hoofd zit.” “Hoelang duurt het voordat ze weer volledig bij kennis is?” “Dat duurt een volle dag na de operatie. Dus als je hem over een uur hebt, om drie uur dus, ben je, daar de operatie twee uur gaat duren, morgen om vijf uur ‘s avonds weer goed bij kennis. Je kunt na de operatie erg veel honger hebben, maar als je dan gaat eten, zul je alles ogenblikkelijk weer uitspuwen. Je hebt al één volle dag niets gegeten?” “Klopt.” “Oké, dan zijn we er klaar voor. Je kunt nu afscheid van je vrienden nemen, je kunt hen na de operatie weer terug zien.” “Dag Ben, bedankt. Fijn dat je meeging.” “Graag gedaan, Tanja. Ik zie je morgen weer. Ik blijf nog wachten op de dokter, om te horen hoe de operatie is gegaan.” “Prima. Doei Joseph... bedankt. Als jij niet meeging, was ik ook weggebleven. Je bent een schat.” “Dat zit wel goed. Succes.” “Dank je.” “Klaar? We moeten nu gaan. Jongen, wees een schat en hou de deur eens open. Het bed kan ik er anders niet doorrijden.” “Goed.” Daar gaan we... Verdraaid, als dit maar goed gaat... En Joseph, hij wilde me echt... Hij wilde me kussen. Wat moet ik er van denken? Pappa kust mij ook... En dat is niet fijn. Dat is vreselijk. Kussen is slecht. “Doei...” “Zo, we gaan naar de O.K.” “De wat?” “Operatie Kamer.” “Oké.” “Moet je hen niet uitzwaaien?” “Best...” Zwaaien. Doei jongens! Hopelijk kom ik nog terug en overlijd ik niet in de narcose. “Tan?” “Jongen, je mag hier niet komen. Je bent door de verboden toegang deur gegaan, dat is fout. Ga terug.” “Heel even, mag dat zuster?” “Eén minuutje, niet langer.” “Bedankt.” “Tan, nogmaals sorry. Ik had het niet moeten doen. Ik ging te ver en dat spijt me echt. Maar ik meende het wel. Ik geloof dat ik... Je bent leuk, lief en aardig...” “Ik vind jou ook leuk... alleen... pappa wil niet dat ik eum... Je weet wel.” “Een vriend heb?” “Precies, maar zou jij mijn... Echt waar?” “Hartstikke graag. Ik ben, geloof ik, verliefd op je.” “De maatschappelijk werksters zeiden dat ik pappa minstens twee dagen niet zou zien. Alleen als hij erachter komt dat ik... Dan zijn de rapen gaar.” “Wil je dan?” “Ja.” “Jongelui, opschieten! De dokter heeft meer te doen.” “Ja mevrouw!” Niet kussen, dat niet. Mijn God, hij begrijpt me! Hij snapt dat ik dat niet wil! Hemel, ik heb een vriend!!! En ik hou van hem. God, hij strijkt door mijn haar... En buigt naar voren, wat ruikt hij toch zalig... “Ik ben er als je wakker wordt. Veel sterkte.” “Dank je...” “Voor mijn vriendin alles.” “Zo. En nu gaan we echt naar de O.K., zonder verder oponthoud graag!” “Auf wiedersehen, mein schöne Junkfraue!” Oh, een handkus, wie toll! “Auf wiedersehen, Schatz. Bis Morgen.” “En meid, nu kan je dag zeker niet meer stuk?” “Sorry dat u moest wachten.” “Dat geeft niets, ik ben zelf ook jong geweest. Ik begrijp het wel, je moest je vriendje even gedag zeggen, nietwaar?” “Hm-hm.” “Hoelang hebben jullie al wat?” “Een paar minuten.” “Zozo, in het ziekenhuis komen relaties tot stand. Gefeliciteerd. Met dit geluk zal de operatie vast en zeker ook goed gaan. Welnu. We gaan je op dit andere bed leggen, in dit bed zal je na de operatie weer terechtkomen, maar we opereren je hier niet in. Daarvoor is... Hupsakee, dit bed. Jij bent nog licht, maar aan het einde van dit kwartaal ben je zeker weer een stuk opgeknapt en zwaarder. Kijk, dit is een lichter bed, dus we gaan ook sneller.” “Is het nog ver dan?” “Nog eventjes. Wees eens lief, druk op de derde verdieping.” “Oké.” “Goed zo. Het is nog even met de lift en dan twee gangen door. Dan zijn we in de O.K.” “Die groene deuren daar, die zijn van de O.K?” “Inderdaad.” “ ‘Middag Tanja, hoe staat het leven?” “Goed, dokter.” “Goed? Eerst was het nog een “mwah” dat mij als antwoord opwachtte. Wat is er in de tussentijd gebeurd, heb je het licht gezien en beseft dat wij je helpen en niet dik gaan maken?” “Nee hoor.” “Wat dan?” “Ik ben gewoon een beetje blij. Vrolijker.” “Hoe opmerkelijk. Zuster Johanna, wat heeft u allemaal tegen dat kind gezegd?” “Niks hoor. Misschien dat het door een bepaalde jongen komt? Kind, je kunt het gerust aan dokter Woensel vertellen. Hij is best aardig.” “Dat is me vaker verteld ja. Het is Joseph, de jongen die...” “Ik weet wie Joseph is. Vertel, wat is er met Joseph aan de hand?” “Hij is nu mijn vriend.” “Vreugde. Wat fijn voor je. Tanja, nu even serieus. Je weet inmiddels wat er in de operatie gaat gebeuren, dus dat hoef ik je niet meer uit te leggen. Ik ga je nu een injectie toedienen, waardoor je gaat slapen.” “Hoe weet u dat ik dat wil en niet het gas?” “Dat staat op je kaart.” “Oké.” “Geen pijn?” “Nope.” “Goed zo. En dat terwijl het de eerste keer is dat je volledig onder narcose gaat, bravo. Heb je nog vragen, voordat we beginnen te snijden?” “Muziek... wat voor muziek hoor ik?” “Tosca, van Puccini. Gezongen door Monserat. Vind je het mooi?” “Best wel.” “Goed zo. Dan mag je nu van honderd terugtellen naar nul.” “Honderd... Negenennegentig, achtennegentig, zevenennegentig, zes... zesennegentig, vijfennegen... Negentig, negenentachtig... Acht...” “Ze slaapt.” “Nog n...” “Bijna.” “Ne...” “Heren.” “En, hoe gaat het met haar? Ging de operatie goed, is ze al wakker? Zijn er geen dingen fout gegaan, is alles in orde? Ze ziet er niet goed uit, is dat normaal na een narcose? Dokter?” “Kalmeer. Goed, ja, nee, nee, ja, ja.” “Pardon?” “Ik geef antwoord op de vragen van de knul. Alles is goed gegaan, de operatie was een succes. Haar ene verbrijzelde rib is goed verpakt, de ander net zo. Ze is natuurlijk nog niet wakker, de narcose is nog niet uitgewerkt. Binnen drie uur zal ze wakker worden, maar aanspreekbaar zal ze niet zijn. Het is normaal voor iemand in haar toestand, gezien alle omstandigheden, dat ze er zo uit ziet. Laten we niet vergeten dat ze ondervoed is.” “Ho, stop! Waar brengen ze haar naar toe?” “Naar de verkoever kamer.” “De wattus?” “De verkoever kamer. Dat is een kamer waar mensen bijkomen uit de narcose. Daar heerst rust en stilte, dus jij zal er niet in mogen.” “Wees u toch niet zo hard voor de jongen, hij zal zich netjes gedragen. Hij zal stil en rustig zijn.” “Dat denk ik ook. Maar jullie mogen zodadelijk eventjes naar haar toe. Laat de zusters en broeders haar eerst even installeren, dat kost tijd, wil het goed gedaan worden.” Schiet die vent dan helemaal niet op met zijn gezwets? Jemig, ik wil Tanja zien, ik wil niet weten hoe en waarom ik moet wachten, ik wil dat ze opschieten! “Kan ik hen anders helpen?” “Joseph, heb geduld. Je hoort eigenlijk op school te zitten, dus hou je koest.” “Sorry...” “Je kunt naar haar toe, als je wilt. Maar onthoud, wees stil.” Goed zo! Tanja, ik kom er aan! “Bedankt!” “Niet rennen!” “Sorry.” Verdomme, wat ziet ze er erg uit! Damn, hartstikke bleek! Is dat normaal? Hopelijk komt ze er snel weer bovenop... “Mwwm...” “Tanja?” “(...)” “Zei ze wat?” “Ze murmelde...” “Laten we maar weer weg gaan, dan komen we over een uurtje terug. Jij moet je ouders nog bellen.” “Oké... we zijn zo terug, Tan.” “En, wat vinden jullie van haar? Ze ziet er wat bleekjes uit, maar de operatie zelf is geslaagd. Het is nu hopen dat ze goed uit de narcose komt.” “Wat kan er dan misgaan?” “Ze kan koorts krijgen, omdat ze ondervoed is.” “Was het dan niet verstandiger te wachten tot ze op een goed gewicht zat?” “Meneer, met anorexia patiënten kan dat erg lang duren. Tegen de tijd dat ze een goed gewicht beter zou hebben, zou haar rib scheefgegroeid zijn. Blijft u hier nog lang, de maatschappelijke dienst komt straks en wil dan vragen stellen.” “Ik zal wel blijven, maar ik heb beroepsmatige zwijgplicht dus weet niet hoeveel ik kan en mag vertellen.” “Ze vond het toch goed dat u het vertelde?” “Dat wel. Ik ga nu eerst met Joseph zijn ouders bellen, zodat ze weten waar hij is.” “Prima. U kan gebruik maken van de kantine op deze verdieping, het bellen is daar gratis en zo weet ik waar ik de maatschappelijke dienst naar toe kan sturen.” “Bedankt.” “Graag gedaan. U hoort nog van me, als er veranderingen zijn. Joseph, ben je geschrokken?” “Hm...” “Je bent stil. Als je vragen hebt, moet je die stellen.” “Er is niks. Ze ziet er alleen zo... zwak uit.” “Dat is een kwestie van tijd. Over een paar dagen is ze hopelijk weer wat opgeknapt.” “Oké.” “Dokter, tot ziens.” “Dag collega.” “Kom Joseph, bel je ouders eens.” “(...)” “Hier, ik doe het wel. Draai het nummer, wil je?” “Goed.” Tanja... Kom er alsjeblieft weer bovenop... Red het, voor mij. Ik ga je steunen en helpen, dat zeker. Je zal beter worden. En ik zal er voor zorgen dat je vader niet bij je komt. Hij zal je geen pijn meer doen, niet nu ik er ben. Ik ga je beschermen. “Joseph, je moeder wil je nog even spreken.” “Hoi, mam.” “Joseph, is alles in orde?” “Ja mam, alles is oké.” “Met jou? En met Tanja? Weet de school dat je lessen hebt gemist?” “Hm-hm.” “Joseph?” “Jah?” “Wat is er gebeurd? En spreek behoorlijk Nederlands, “jah” is geen antwoord.” “Tanja heeft een operatie gehad, haar vader heeft wat ribben van haar gebroken, ze is geopereerd, ze ligt in de verkoeverkam... “Dat heb je me al verteld. Ben Larssen, de schoolarts die ik net sprak heeft me dat ook verteld. Wat is er met jou gebeurd, ben je verliefd?” “Hoezo?” “Je bent afwezig. De laatste keer dat je zo deed, kwam je thuis met Katarina. Vertel.” “Och, ik heb nu... Tanja is mijn vriendin.” “Zo komen we ergens. Joseph, realiseer jij je wel dat het meisje ernstig ziek is en voorlopig helemaal niet meer beter gaat worden?” “Ja. En ik ga haar helpen, zodat ze weer snel opknapt. Ik ga er voor zorgen dat niets haar beterschap in de weg staat.” “Ik herinner je aan school. Je zal ook aandacht aan school moeten besteden, dat zal zij ook willen doen, als ik haar goed heb ingeschat. En ik kom nu naar het ziekenhuis, het meisje heeft zorg nodig. Wanneer wil je naar huis?” “Dat heeft ze inderdaad. Ik ga haar huiswerk brengen. En ik wil er zijn als ze wakker wordt.” “Dit wordt nog wat. Ik zal je vader meenemen, we komen er aan.” “Oké.” “Tot zo en wees beleefd. Ik neem aan dat je als een gek hebt zitten vragen hoe het met haar gaat en of je naar haar toe mag?” “(...)” “Joseph? Geef antwoord.” “Ja... Ik wilde echt graag weten hoe het met haar ging, het was haar eerste operatie en...” “Dat gepraat bewaar je maar voor de arts. Je moet naar de arts gaan en je excuses aanbieden.” “Goed mam. Tot zo.” “Doei.” “En, wat zei je moeder?” “Ze komt er aan.” “Zoiets verwachtte ik al. Ze klinkt als een wijze vrouw.” “Dat is ze.” “Ik ga de decaan meteen even bellen. Blijf je in de buurt?” “Ja.”
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
01-07-2003, 14:21 | |
Het leest nog steeds lekker weg. Ik vind het knap dat je dat zo vast kunt houden, soms wordt dat best moeilijk... (dan ga je aan je eigen succes ten onder )
Maar daarvan is bij jou geen sprake (wacht even, hoor...)
__________________
You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one...
|
01-07-2003, 14:36 | |
Mijn rib nog het meeste.
eerst heeft Tanja het over één rib, later blijkt dat een rib verbrijzeld is en met de ander is ook wat. Moet het dan niet zijn: "Mijn ribben nog het meeste"? Anders wordt je nooit beter...” word “Als jij me een goede reden geeft het niet te doen, ben ik wel gedwongen je pa te bellen.” Als ze een goede reden geeft om haar te vader niet in te hoeven schakelen, is de dokter gedwongen om hem wél te bellen? Dat klopt niet helemaal... Gaat dat bij jou ook zo gebeuren? Volgens mij is 'gaat' en 'gebeuren' hier dubbelop... “Naar de verkoever kamer.” Ik dacht dat 'verkoeverkamer' aan elkaar moet, maar zeker weet ik het niet... “Wees u toch niet zo hard voor de jongen, hij zal zich netjes gedragen. Hij zal stil en rustig zijn.” Wees & u...klopt dat? Het zou dan volgens mij altijd nog weest moeten zijn, maar aangezien dat niet klinkt... “Ik zal wel blijven, maar ik heb beroepsmatige zwijgplicht dus weet niet hoeveel ik kan en mag vertellen.” ...hoeveel ik kan en mag vertellen. De samentrekking hier vind ik niet echt mooi staan. U kan gebruik maken van de kantine op deze verdieping, het bellen is daar gratis en zo weet ik waar ik de maatschappelijke dienst naar toe kan sturen.” U kunt gebruikmaken van... (Nieni moest weer even zeiken...)
__________________
You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one...
|
02-07-2003, 19:13 | |
haha grappig dat je meteen 'je kunt' overal doet
maar het is ook U kunt.. enne: 'Ik zag haar voor het eerst toen ze voor de zoveelste keer flauwviel bij mij.' hoe kun je iemand voor het eerst zien als diegene al zovaak bij je is flauwgevallen maar verder vooral zo doorgaan want het is echt leuk en goed om te lezen!
__________________
*is aardig voor Ztuv*
|
03-07-2003, 15:01 | ||
Citaat:
Het moet dus zijn: "Zal dat bij jou ook zo gebeuren?"of "Zal dat bij jou ook zo gaan?"
__________________
*Turn me into something faceless, weightless, mindless, homeless vacuum state of peace*
|
03-07-2003, 16:26 | |
*heeft het origineel gelezen* En nu heb ik geen zin om de verbeterde versie te lezen... Wat is er zoal veranderd aan 't vehaal?
__________________
Why do people say "grow some balls"? Balls are weak and sensitive. If you wanna be tough, grow a vagina. Those things can take a pounding
|
03-07-2003, 17:54 | ||
Citaat:
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
03-07-2003, 18:59 | |
Alle spellingssuggesties heb ik gelezen, en in het verhaal veranderd. Bedankt.
Roman, dit wil ik niet gaan uitgeven. De schrijfstijl is minder dan hetgeen ik eigenlijk kan, maar ik wil er iets mee doen. Naar een uitgeverij opsturen lijkt me echter niets, dus ik wil het eerst aan jullie laten lezen. Honderd bladzijden zijn natuurlijk niet niks.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Films, TV & Radio |
Weten jullie nog een leuke dieetshow? fizzle-fluffy | 24 | 01-11-2011 10:43 | |
De Kantine |
misschien weten jullie nog leuke meiden vragen... pienie | 18 | 09-11-2005 10:51 | |
Liefde & Relatie |
Ontslag nemen en vriend in het buitenland opzoeken? ~*kar*~ | 30 | 24-05-2005 18:12 | |
De Kantine |
weten jullie nog leuke, aparte of een wat zeker het bekijken waard is site? BrunetJuh | 53 | 30-09-2004 13:36 | |
Verhalen & Gedichten |
Weten jullie nog leuke boeken? DiaNNe>!!! | 3 | 29-01-2004 10:51 | |
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen |
weet er nog iemand uitreksels AZSXC | 3 | 17-05-2001 18:22 |