De beschrijving van de geschiedschrijver Suetonius:
"De voorhal was zo groot dat daarin een kolossaal beeld van hemzelf kon staan van veertig meter hoog. Het paleis was zo immens dat het een driedubbele galerij bevatte van een mijl lengte, verder een vijver die wel een zee leek, omgeven voor gebouwen die voor steden konden doorgaan. Er waren ok landelijke gedeelten met een afwisseling van akkers, wijngaarden, weilanden en bossen met allerlei wilde en tamme dieren. In de overige gedeelten was alles met bladgoud bedekt en versierd met edelstenen en parelmoer. De eetzalen hadden zolderingen met ivoren vlakken die draaibaar waren, zodat er bloemen doorheen getrooid konden worden, en van gaten waren voorzien, zodat van bovenaf ruikwater kon worden gesprenkeld. De belangrijkste eetzaal was rond en draaide onafgebroken dag en nacht in het rond, net als het hemelgewelf. In zijn baden stroomde water uit zee of uit de Albula. Zo zag het paleis eruit waarvoor hij, toen hij het na voltooiing inwijdde, niet meer waardering over had dan dat hij zei nu eindelijk een menswaardig verblijf te hebben gekregen."
[uit: Suetonius, Keizers van Rome, vertaald door D. den Hengst, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1997]
Als je meer wilt weten over het Gouden Huis moet je kijken in het prachtige boek:
"Stad in de Oudheid" met als subtitel: 'Leven in Athene en Rome'. Geschreven door Peter Connolly en Hazel Dodge. Uitgeverij Könemann.
In dit boek zijn (buiten de praktische informatie) plattegronden van de Domus Aurea zelf, een opengewerkte tekening en een plattegrond van het achthoekige vertrek, een freco en bovenstaande beschrijving van Suetonius te bewonderen.
__________________
Les anciens, monsieur, sont les anciens, et nous sommes les gens de maintenant - Moličre.
|