|
Ja hoor, daar zit ik weer, op de fiets. Ik verveel me dood. Al die chagrijnige mensen. Uit ervaring weet ik dat de voetgangers het ergste zijn. "Het is veel te warm", "het gaat morgen vast regenen", "godverdomme, de supermarkt is dicht", "mama, ik heb een muggenbeet". Ondanks mijn pogingen vrolijk te blijven onder de felle zon (die overigens meteen de kop in werden gedrukt; "zie je dat, hans, hoe kan iemand nu vrolijk fluiten met dit weer?"), lopen de straaltjes zweet nu ook over mijn voorhoofd. En de weg die ik rij kan me na 200 keer ook niet echt meer 40 minuten lang boeien.
Gelukkig is er voor dit alles een oplossing. In mijn gedachten kan ik namelijk alles zijn wat ik wil. Katten heb ik inmiddels wel gehad. Ik heb geen zin meer op vliegen te vangen, honden uit te dagen, enzovoorts. Vandaag weer eens wat anders. Wat zal ik eens worden? Iets hoogs, iets royals.. koningin! Een mooie, rijke koningin.. neeh, dan liever een prinses. Prinses is beter. Prinsessen zijn nog jong en onbevlekt. Nu ik het zeg, onbevlekt.. ik wil natuurlijk wel neuken met de knappe prins uit het naburige land, die ik zojuist bedacht heb.
Van nu af aan is het dus Uwe Hoogheid voor jullie. Ik ben een jonge prinses, met lange, gouden lokken en een figuurtje om in te bijten. En ik rij niet op een brakke fiets naar de onderverdieping van het huurhuis waar ik woon, maar ik zit in een witzijden jurkje achterin de koets, op weg naar mijn kasteel. Dat is al beter. Ik fantaseer over mijn witzijden jurk, die bovenaan nauw aansluit om mijn prachtige ronde borsten, en onderaan in vele glanzende lappen stof uiteen valt. Bovendien draag ik zilveren sieraden met diamanten. Ik kijk naar mijn armen. En nee, ik heb ook geen muggenbeten.
Ik rij bijna een chagrijnige voetganger aan. "Kijk es uit waar je loopt man vuile alto." "Het is Uwe Vuile Alto," wil ik zeggen, maar ik bedwing mezelf. Niemand hoeft mijn pleziertje te weten. Waar waren we gebleven? Oh ja, in de koets (die zojuist met steigerende paarden gestopt is voor die arme voetganger). Trouwens, mijn vader is koning. Dat is logisch, maar dat bedenk ik me net. Ik weet niet van welk land, en dat zal me ook echt aan mn reet roesten. Koning is koning, en in dit verhaal is dat even boeiend genoeg. Misschien dat ik er later nog op terug kom.
Sorry, sorry voor mijn onderbrekingen. Laten we verder gaan. Mijn vader is dus koning, en hij is dan ook een rustige, sterke man met lang donkerbruin haar en een gouden kroon. Hij geeft mij alles wat mijn hartje begeert (dus kom maar op met die prins). Mijn moeder is koningin, een statige lange vrouw met van dat donkerbruin glanzende loreal-reclamehaar. Hoe ik dan blond haar kan hebben weet ik niet. Mijn moeder is een serieuze, prachtige koningin. Een beetje een kruising tussen een sexbom en goedele liekens. Ik weet niet hoe ik haar moet omschrijven. Ze heeft in ieder geval wel smaak. Dat kan ik over mijn huidige moeder niet zeggen.
Kijk nou, ik heb een broertje en een zusje. Ik ben natuurlijk wel de oudste. En natuurlijk het oogappeltje. Zij hangen er maar bij, een beetje voor de sier. God, wat ben ik eigenlijk een gemene prinses. Maarja, eerlijk is eerlijk, ik ken die lui niet, ik heb ze net bedacht. Samen met mijn koninklijke familie ga ik geregeld uit jagen. Ach wat zielig, maar in die tijd kon dat nog. Zo schieten wij ieder weekend talloze lieve witte konijntjes overhoop, waarop onze kok een heerlijk avondmaal bereid waarna ik met de prins het bed in duik. Oh nee, we liggen liever naakt op een berenvel voor de knetterde open haard. Ik steek de straat over en kom tot ontdekking dat ik best romantisch kan zijn.
Ik zit graag voor de spiegel en borstel mijn prachtig glanzende haar. En ik heb een hemelbed van 3 bij 3, helemaal vol met zijde en kant en fluweel. En alles wat ik zie fonkelen, is echt goud en echte edelstenen. Zal ik er een heks in doen? Nee, heksen zijn niet leuk. Dat is meer wat voor sprookjes, en ik ben immers een doodgewone huis- tuin en keukenprinses.
Mijn knieen doen pijn en ik heb nog een kater van gisteren. Gelukkig komt daar mijn huis in zicht en ik dump mijn fiets in de gang om te kijken of er nog wat te eten over is van gisteren. Nouh prins, waar blijf je. Of chef-kok, ook goed. Ik gluur stiekem even door het gordijn in de hoop een wit paard te zien aankomen, maar helaas, het verhaaltje is weer voorbij, ik ga even douchen en eten. En omdat ik dit zo nodig moest uitschrijven, ben ik nog te laat voor een verjaardag ook.
De prinses groet u.
__________________
Kijk op teletekst pagina 666 voor meer opties.
|