Reeele inkomensstijging

[xxceline]

Onderstaande begrijp ik niet...
Kan iemand me misschien helpen?


Van een fictief land is het volgende bekend
-Het nominaal nationaal inkomen steeg tussen 1950 en 2000 van € 150 miljard naar € 770 miljard
-De index van het algemeen prijspijl (1950 = 100) was in 2000 gestegen tot 285
-De bevolking nam in de betreffende periode met 80% toe tot 12 miljoen personen.

Vraag:
Bereken de reeele inkomensstijging per hoofd van de bevolking in de periode 1950 - 2000


Antwoord volgens het antwoordboekje:

De index van het nominale inkomen is 750/150 x 100 = 500
De index van het reeele inkomen is 500 / 285 x 100 = 175.5
De index van het reeele inkomen per hoofd van de bevolking is 175.4/180 x 100 = 97.5
Er is dus sprake van een daling met 2.5 %


*Ik dacht dat je een index, met de (nieuw-oud / oud) x 100% moest doen ..

[AzN]

De groei druk je uit in procenten, maar de index inderdaad in getallen. Ik vind dat 't antwoordboekje 't best goed uitlegt. Hoe zou ik je kunnen helpen?

[xxceline]

Na er een uur naar te hebben gekeken, begreep ik het! Ik hoop alleen dat ik straks op de toets ook nog zelf kan toepassen. [Donderdag]

Alleen heb ik nog wel een andere vraag.. Ik hoop dat je me me daar misschien nog wel mee kan helpen ..

Van een gesloten economie zonder collectie sector is het volgende model gegeven:
C = 0.8 Y + 40
I = 30
Y = C + I

De autonome bedragen luiden in miljarden euro's. Bij het evenwichtsinkomen is de productiecapactiteit voor 70% bezet. Per arbeidsjaar kan voor € 50.000 worden geproduceert.

Bereken de werkgelegenheid bij een bezettingsgraad van 100%

Ik heb zelf eerst het evenwichtsinkomen bepaald.

Y = C+ I
Y = 0.8 Y + 40 + 30
Y = 0.8 Y + 70
Y (met zo'n streepje erop) = 350 miljard

Vervolgens de 350 miljard / € 50.000 = 7 miljoen arbeidsjaren.

En dan loop ik vast..
Wat moet ik nu met die 70% doen ?

Je kunt 50.000 produceren per arbeidsjaar. Daarvan benut je 70%. Dat is dus 50.000 x 0,7=35000.
De vraag naar arbeid is Y/GAP (Gemiddelde ArbeidsProductiviteit)
Deel dus de Y door die 7 miljoen arbeidsjaren en als ik het goed heb moet er nu een goed antwoord uitkomen.

Heb je ook in het antwoordenboekje gekeken? Als je daar ziet hoe ze het doen kun je het waarschijnlijk ook beter begrijpen.