Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 29-06-2004, 20:18
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
Nou eindelijk heb ik het gelezen . Zoals je wist moest ik me eigen dwingen om het te lezen, maar nu ik een stuk gelezen heb, heb ik het helemaal uit gelezen

Je hebt het heel mooi en duidelijk geschreven. Heb niet echt veel fouten kunnen ontdekken. Tsja wat moet ik er nog meer van zeggen, behalve dat het goed en mooi is?

Ik wacht in spanning af op het vervolg
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 02-07-2004, 15:24
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Een nieuw deel van Akuñar's reis naar de Burcht! Enjoy!

- - -

Ik wist niet of dit deel bij mijn derde proef hoorde. Evenmin wist ik waarom ze mij moesten hebben - het enige wat ik wist was dat als ik niets zou doen, ik niet lang meer te leven had.
Door het dichte bladerdak boven mij, de nevel om mij heen en mijn slechte ogen was mijn zicht niet verder dan enkele meters - maar het was genoeg. Het moést genoeg zijn.
"Uru, waarschuw me van welke kant ze af komen! En pas op voor mijn vijfpuntssterren - ik zal schieten zo gauw ik iets hoor of zie!"
Ze vloog op. Ik stond daar, in het midden van de hangbrug met mijn machinegeweer in de aanslag. Ik hoopte dat ik genoeg munitie had - herladen zou teveel tijd kosten.
Opeens begon Uru aan de rechterkant van mij te krijsen. Nog voor ik me in die richting gedraaid had kwam er uit de duisternis een zwart, katachtig beest springen. Met een schel gegrom en zijn klauwen recht voor zich uit sprong het met een geweldige snelheid op mij af. Ik had een halve seconde nodig om het vizier op zijn keel te richten en de trekker om te halen.
De ster scheurde de keel van het beest kapot en met een gillende pijnkreet viel hij voor me in het moeras.
De manier waarop ik dit monster van mij af had weten te houden gaf mij vleugels. Kordaat draaide ik me weer in de richting die ik op moest gaan en begon te rennen. Maar voor ik drie stappen gezet had, sprong er uit het niets een van de beesten voor me neer. Hij was helemaal zwart, had handen en voeten als van een aap en een kop van een poema. Zijn gele ogen glinsterden fel en hij liet grommend zijn zwarte, scherpe tanden zien. Abrupt sprong hij wild op me af. Ik maakte een koprol, waardoor het beest over me heen vloog, draaide mijn geweer naar achter en schoot hem twee sterren in zijn rug, waarna hij met een luid gekrijs voor mijn ogen op de brug stierf. Ik was nauwelijks van de schrik bekomen of ik hoorde Uru alweer boven mij te keer gaan. Ik mikte in de richting van haar gepiep, vuurde drie maal en enkele seconden later viel er weer een van de zwarte roofdieren vanuit de bomen het moeras in.
"Oké Uru, kom op nu! We maken dat we wegkomen!" Ik besefte nu pas, te laat, dat het er veel meer waren dan dat ik me had bedacht. Van alle kanten hoorde ik ze nu aankomen. Snel bewegende objecten schoten boven mij door de bomen - wilde, grommende kreten klonken van overal. Ik begon te rennen. Ik moest dit bos uit, de broedplaats van deze donkere diersoort. Ze regeerden hier, ze zouden mij overmeesteren – als ik niet opschoot. Achterom kijkend zag ik dat verschillende gele ogen mij links en rechts volgden. Uru was nergens te bekennen.
"Uru! Waar ben je!" schreeuwde ik, maar nergens kwam de uil tevoorschijn.
Het gesnuif en gegrom van de zwarte beesten achter me begon steeds dichterbij te komen - ze haalden me in. Ik bedacht me dat ik gauw iets moest doen, anders sprongen ze me zo mijn nek. Al rennend draaide ik me om, zodat ik achteruit lopend verder rende. Overal waar ik gele ogen zag glinsteren schoot ik twee vijfpuntssterren af, zo snel ik met mijn vinger de trekker kon bedienen. Binnen enkele seconden was mijn magazijn leeg, draaide ik me weer om en begon te sprinten, zo hard ik kon. Ik hoorde enkele beesten angstaanjagend schreeuwend achter mij sterven en het moeras in storten, maar ik had geen tijd er opgetogen om te zijn. Hoelang was het nog tot ik dit afgrijselijke bos uit was? En waar was Uru? Ze zou toch niet door een van die beesten overmeesterd zijn? Wat moest ik als ze me zo inhaalden?
Het was alsof mijn oppergod naar mijn vragen geluisterd had, want enkele honderden meters voor mij zag ik een lichte plek - het einde van de Moerasbossen! Ik was er bijna, ik had het bijna gered! Waarom weet ik niet, maar ik wist dat ze me daar in het daglicht niet zouden volgen. De beesten waren in de duisternis van deze bossen opgegroeid, hun gele ogen zou geen zonlicht kunnen verdragen.
Zo hard ik kon rende ik de hangbruggen op en af. Af en toe wiebelde er een gevaarlijk of kraakte de planken onder mij, maar door mijn snelheid brak er geen enkele. Nog enkele tientallen meters was ik van de uitgang verwijderd toen het dichtstbijzijnde monster achter mij me inhaalde. Een van zijn klauwen trof me op mijn schouder en zijn nagels boorden in mijn vlees. Ik schreeuwde het uit, wankelde en sloeg de klauw van mijn schouder af. Even was hij weg en rende ik verder - maar toen sloeg hij toe. In volle snelheid sprong het beest me in de rug. Ik viel voorover op de houten planken van de brug, met het monster bovenop me. Mijn gezicht en handen schaafden over de ruwe planken. Is dit het einde? - schoot het door me heen; dat kan, dat mag niet!
Het was ook niet zo. Alsof ze er op gewacht had sloeg mijn Zesde Zintuig toe. Uit het niets kwam Uru aanvliegen en krijsend plantte ze haar nagels in de gele ogen van het dier. Hij schreeuwde het uit van pijn, sprong van mij af en probeerde Uru uit zijn zwarte kop weg te slaan. Dit was mijn kans. Ik krabbelde overeind, rende twee passen in zijn richting, draaide om mijn as en trof het beest met mijn voet recht in zijn hals. Hij hapte wankelend en versuft naar adem, waarop ik hem direct zo hard als ik kon met mijn machinegeweer aan de zijkant van zijn kop sloeg. Zijn gezicht klapte ineen, bloed spatte in het rond en het beest viel over de reling van de hangbrug het moeras in.
Ik had geen tijd om te juichen, ik had geen tijd Uru te bedanken - de overgebleven monsters zaten nog steeds vlak achter me. Zo snel ik kon draaide ik me weer om en zette het op een sprinten: de laatste meters naar de uitgang. Ik keek niet meer op, ik luisterde niet eens meer - ik rende alleen maar. En ik haalde het.

Het felle zonlicht deed pijn aan mijn ogen na de vele uren van duisternis. Kapot, doodmoe en met een bebloede rug liet ik me in het gras vallen, enkele meters verwijderd van de laatste hangbrug, de uitgang van de Moerasbossen.
Niets achtervolgde mij, geen enkel paar gele ogen keek me vanaf de bosrand aan. Ik was ze kwijt, ik had ze overwonnen – met behulp van Uru.
Toen kwam ik er achter dat Uru niet bij me was. Geschrokken sprong ik op en keek om me heen. "Uru! Uru, waar ben je?" schreeuwde ik, maar ze kwam niet tevoorschijn. Angst begon zich meester over mij te maken. De duistere monsters zouden Uru toch niet te pakken hebben gekregen? "Uru!" schreeuwde ik nogmaals, met tranen in mijn ogen. Nee – niet mijn Zesde Zintuig, niet mijn Uru!
Toen hoorde ik achter me een zacht gekrijs. Ik draaide me om en zag in de verte iets aan komen vliegen. Blijdschap vulde mijn geest; het was Uru! Met een dood konijntje in haar klauwtjes kwam ze naar me toe gevlogen, legde het voor mijn voeten neer en landde op mijn schouder. Ik schreeuwde het uit van de pijn en verschikt vloog ze op.
"Het spijt me Uru, maar daar zul je een tijdje niet kunnen zitten. Ik heb er een lelijke wond aan overgehouden. Maar zonder jou had ik het niet gered, Uru!" Ik streelde haar over haar vachtje. "Vannacht zullen we hier blijven. We moeten goed uitrusten, want morgen zullen we de kloof van Alkan moeten oversteken, waar ons vast weer een nieuwe verrassing wacht. Maar zoals je me vandaag hebt laten zien, staan verrassingen ons niet in de weg!"

Nadat ik mijn wonden schoongemaakt en verzorgd had en ik het konijntje samen met Uru had opgegeten vielen we in het hoge gras in slaap. Doodmoe, maar tevreden over de goede afloop.
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.

Laatst gewijzigd op 02-07-2004 om 17:55.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 15:30
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Ik kom duimen te kort, werkelijk geweldig. Hier schrijft een begint talentje hoor, echt zo mooi en spannend geschreven. Helemaal top!

Klein "foutje":
Citaat:
Ik maakte een koprol, waardoor het beest over me heen vloog, draaide mijn geweer naar achter en schoot hem twee sterren in zijn rug, waardoor het met een luid gekrijs voor mijn ogen op de brug stierf.
Je hebt 2 keer "waardoor" in de zin. Staat niet zo mooi, misschien kan je dat even verbeteren?

Verder heb ik helemaal niks op aan te merken, of ik moet over een foutje zijn heen gelezen.
Maar ik wil een vervolg.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:08
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Ik heb het veranderd, was idd niet mooi Duivelaar!

Dank je wel hoor! Je bent m'n liefste fan!
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:11
Millroy
Avatar van Millroy
Millroy is offline
En ik de evilste.
Goed. Ik denk He man bij die katten.
Ga battlecat.
Omg, dat suckte zwaar
__________________
I can say what I want to, even if I'm not serious. Just kidding!
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:12
Astuanax
Avatar van Astuanax
Astuanax is offline
"mijn oppergod "

Heeft iedereen daar een eigen oppergod?

Superstuk!
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:15
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
@ Millroy: sorry maar jou cryptische gewauwel volg ik niet altijd helemaal... Maar de Evilste mag je zijn hoor!

@ Astu: het Godenrijk gaat pas in het 2e deel van deze serie beschreven worden.
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:18
Millroy
Avatar van Millroy
Millroy is offline
He-man is een cartoon met een of ander wannabe hercules peetje, die bij wijze van strijdros een grote evil kat heeft. vandaar.
Ast kan dat kennen, op VT4
__________________
I can say what I want to, even if I'm not serious. Just kidding!
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:20
Astuanax
Avatar van Astuanax
Astuanax is offline
Citaat:
Een Tweeling schreef op 02-07-2004 @ 17:15 :
@ Millroy: sorry maar jou cryptische gewauwel volg ik niet altijd helemaal... Maar de Evilste mag je zijn hoor!

@ Astu: het Godenrijk gaat pas in het 2e deel van deze serie beschreven worden.

Wat een contrast met je onderschrift
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:20
Astuanax
Avatar van Astuanax
Astuanax is offline
Citaat:
Millroy schreef op 02-07-2004 @ 17:18 :
He-man is een cartoon met een of ander wannabe hercules peetje, die bij wijze van strijdros een grote evil kat heeft. vandaar.
Ast kan dat kennen, op VT4

peetje...
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:23
Millroy
Avatar van Millroy
Millroy is offline
Citaat:
Astuanax schreef op 02-07-2004 @ 17:20 :
Wat een contrast met je onderschrift

Peetje rules
Ben even aan het freaken in dat mooi of mooi ding.
__________________
I can say what I want to, even if I'm not serious. Just kidding!
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 16:38
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Citaat:
Een Tweeling schreef op 02-07-2004 @ 17:08 :
Ik heb het veranderd, was idd niet mooi Duivelaar!

Dank je wel hoor! Je bent m'n liefste fan!
Je liefste? Ohh
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 17:25
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
1 zin vind ik wat minder:

"Even was hij weg, even rende ik verder - maar toen sloeg hij toe."

Staat 2x even. Vind ik persoonlijk niet zo mooi staan. En verder tsja je weet het al.. nog steeds heel mooi & goed
Met citaat reageren
Oud 02-07-2004, 17:56
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Danks Dark Angel! Je hebt gelijk - heb het even veranderd!

__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Met citaat reageren
Oud 19-07-2004, 00:30
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Speciaal voor Angel - een nieuw deel!

- - -

De stem was verdwenen. Langzaam, met de schrik nog in mijn benen, stond ik op en pakte al mijn spullen bij elkaar. Ik moest verder. Wat dat zonet ook voor iets geweest was, dit was mijn laatste proef. Een heleboel Strijders van Bishra hadden deze proef doorstaan, dus waarom ik niet? Waarom zou ik er nu mee stoppen, me omdraaien en teruglopen; omdat een of andere geest mij net gewaarschuwd had voor de kracht van Negrodiras?
Gelukkig; mijn moed was wedergekeerd. Ik had het bijna gehaald, dít was de laatste proef! En Uru, wat wilde ik Uru graag weer terug hebben! Negrodiras was de enige die mij daarmee helpen kon, dus ik móést wel!
Weer begon ik op de tast langs de rechtermuur te lopen, met het dode lijfje van Uru liggend in mijn vrije arm. In de ander had ik Alkandor, in de aanslag. Laat ze nu maar komen, die metgezellen van Negrodiras! Ik lust ze rauw.
Het was pikkedonker. De doodse stilte maakte me een beetje bang – bang voor het moment dat de stilte onderbroken werd door iets dat ik niet plaatsen kon. Iets uit de Onderwereld.
Nadat ik minuten lang niets meer waargenomen had van de geest die me een tijdje geleden aangesproken had, en ik weer enkele honderden meters verder was gelopen zag ik ver voor me uit een klein, wit vlekje naderen. Het witte vlekje kwam gauw dichterbij en werd alsmaar groter. Wat was dat? Niet het einde van de gang des Doods, want zelfs wanneer ik stilstond, kwam het op me af! Maar wat dan, weer een geest – een zichtbare deze keer? Met mijn slechte ogen kon ik het niet goed waarnemen, maar het was iets levens, iets dat gauw voort bewoog. Dat stond vast.
“Hé, wie bent u? Wat moet u van me!” schreeuwde ik zo hard ik kon. Maar het gaf geen geluid terug.
De witte vlek was ondertussen steeds groter geworden en raasde snel voort richting mij. Toen hoorde ik het.
Een zacht gehijg, snelle voeten op de stenen grond van de gang. En gegrom. Een gegrom van een beest, een duivels beest.
Ik legde Alkandor op de grond, pakte mijn sterrenmachinegeweer van mijn schouder af en richtte het op het steeds groter wordende beest. Ik kon zijn rode ogen nu goed onderscheiden van het wit. Vanaf deze afstand leek het net alsof het beest niet echt was, maar meer een soort van wazige wolk. Het was te grijzig, te licht voor mijn gevoel.
Nog enkele meters. Nu pas herkende ik het beest, herkende ik het aan zijn gegrom. Het was een van de monsters uit de Moerasbossen! Met een geweldige snelheid sprintte het recht op mij af, nog kwader grommend dan toen op de hangbruggen. Hij was laaiend van woede.
Ik richtte en vuurde de eerste vijfpuntsster op het beest af, maar met een hoge, snelle sprong ontweek het mijn schot. Nog eens vuurde ik, drie maal achter elkaar – maar het beest bleef maar door rennen. Ik had hem net toch geraakt? Twee keer, een voltreffer in zijn kop! Waarom rende het dan nog steeds op mij af? Waarom stierf hij niet, hier – recht voor mijn ogen!
Ik was er geweest – het kon niet anders. Het beest was nu enkele meters van mij verwijderd. Ik kon niets meer beginnen, de sterren die ik afschoot schoten door hem heen, alsof het monster niet echt bestond. Toen begreep ik het: het was een geest, een van de zielen van de monsters uit de Moerasbossen. Hier kwam hij op me af stormen, op zoek naar wraak.
Hij maakte een grote sprong – ik verwachtte zijn vlijmscherpe klauwen in mijn gezicht, zijn scherpe tanden rond mijn nek. Maar dat gebeurde er niet, er gebeurde iets onmogelijks.
Toen het dier in me sprong zag ik dat zijn klauwen in mijn borst verdwenen – en de rest van zijn lichaam er achter aan! Ik kreeg een harde oplawaai en viel achterover op de grond. Het katachtige beest verdween in mijn lichaam, als een mens dat in het water verdwijnt als hij erin duikt.
Verschrikt keek ik om me heen, hopend dat hij door me heen gesprongen was, en nu aan de achterkant van mij op me stond te wachten. Maar het monster was verdwenen, verdwenen in mijn lichaam! Een verschrikkelijke angst begon zich meester over mij te maken. Wat ging het daarbinnen doen? Wat moest ik nu!
Ik bleef enkele minuten op de grond van de donkere Gang des Doods zitten, wachtend tot er iets gebeurde. Minuten verstreken, maar er gebeurde niets – helemaal niets. De doodse stilte, die voordat het beest verschenen was om mij heen hing, was terug gekeerd. Voorzichtig stond ik op, raapte Alkandor van de grond en begon rustig verder te lopen. Geen enkel teken kwam er uit mijn lichaam dat de geest er nog in zat. Zou ze er dan toch doorheen gesprongen zijn? Of was het allemaal helemaal niet echt, maar een soort van nachtmerrie? Om mij af te schrikken? Ha, dan wisten ze nog niet wie ze voor hun hadden!
Steeds verder daalde ik af en hoe dieper ik kwam, hoe kouder het werd. De Gang des Doods begon steeds smaller en lager te worden – ik liep nu bijna middenin de gang. Een koude windvlaag trok langs mijn gezicht en … Een koude windvlaag? Ik schrok. Zou die geest weer terug gekomen zijn? Die geest die me waarschuwde voor Negrodiras en zijn metgezellen?
Angstig schreeuwde ik: “Ga weg! Ga weg jij, je kan me toch niets maken! Jullie allemaal niet!”
De kille wind streelde nog steeds mijn gezicht en nu hoorde ik ook het zachte gezucht, hetgeen in de vorige keer ook hoorde. Mijn knieën begonnen te knikken – wat moesten ze van mij!
“Wat … wat wil je! Zeg het me!” Maar ik kreeg geen antwoord, en vervolgde radeloos: “Als je me iets vertellen wil, doe het dan nu! Maar ik verzeker je, ik moet en zal deze proef afmaken. En niets kan mij tegenhouden!”
“ … Wacht maar, tot het beest ontwaakt! Het beest zal je van binnen uit verscheuren, vernietigen!” Het antwoord kwam zo plotseling en van zo dichtbij, dat ik van schrik tegen de muur aan kwakte. Het beest! Hij was niet weg, maar zat nog steeds in me!
“Wat… hoe… Waarom? Waarom zit dat beest in me, waarom laten jullie me niet de proef halen, net als al de andere Strijders! Waarom ik niet!”
Moeheid, radeloosheid en angst maakte mij gek en ik begon te huilen.
“Weet je dat dan niet? Haha, je weet niet eens waarom wij jou hier niet willen hebben! Ze hebben het je niet verteld!” Een harde, gemene lach klonk naast me in het donker. “Vraag dat maar aan je opa, die je vast nog wel tegen zult komen! Tenminste, als het monster in je niet eerder is! Hahaha … “
“Ga weg! Ga weg, duivel!” Tranen liepen over mijn wangen. Wat was dit nou weer, wat was er met mijn grootvader gebeurd, dat ik niet wist! Al meerdere mensen hadden mij gewaarschuwd voor het feit dat mijn opa net als ik zijn zintuigen niet goed ontwikkeld had, maar hij had deze gang toch ook belopen? En waarom eigenlijk, had niemand mij hierover verteld? Moedeloos zakte ik tegen de muur in elkaar en begroef mijn gezicht in mijn handen. Ik voelde de koude windvlaag wegtrekken – de doodse stilte keerde terug.
Wat moest ik nu, doorgaan? Niets van aantrekken en gewoon doorgaan? Maar … maar als die geest nu gelijk had en het beest me daadwerkelijk eerder zou vinden dan dat de ziel van mijn opa dat deed, wat dan? Was dat het einde? Ik wist het niet, maar besloot even te blijven rusten. Ik was kapot.

Opeens begon ik pijn te krijgen in mijn buik. Geen pijn van honger of ziekte, maar andere pijn – alsof er iets groeide in mijn maag. De pijnschokken begonnen steeds heviger te worden en spreidden zich snel uit over mijn lichaam. Ik schreeuwde het uit en klemde mijn armen stevig om mijn lichaam heen. Wat was er aan de hand!
Mijn armen en benen begonnen hard te trillen. Wat ik ook probeerde, ik kon ze niet meer stilhouden. Ze trilden en schokten ruw heen en weer. Kermend van de pijn ging ik op mijn rug op de grond liggen, maar het hielp niet; de pijnen werden alsmaar heviger.
Ik begon langzaam mijn bewustzijn te verliezen en hoe heviger de pijn mijn lichaam verkrampte, hoe minder ik mij kon bewegen. Dit … dit was het beest, het monster dat controle over mijn lichaam begon te nemen! Wat kon ik hier tegen doen!
Ik probeerde zweet en tranen uit mijn gezicht te vegen, maar schrok toen verschrikkelijk. Mijn adem stokte toen ik mijn hand voelde. Scherpe nagels zaten er aan de uiteinden van mijn vingers – ruwe haren begonnen mijn huid te bedekken. Een gorgelend gegrom kroop vanuit mijn keel naar boven…
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.

Laatst gewijzigd op 19-07-2004 om 12:46.
Met citaat reageren
Oud 19-07-2004, 11:59
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
Citaat:
Een Tweeling schreef op 19-07-2004 @ 01:30 :
[B]Speciaal voor Angel - een nieuw deel!



Ik mikte, richtte en vuurde de eerste vijfpuntsster
mikte en richtte is hetzelfde. Dubbelop

Citaat:
Het katachtige beest verdween in mijn lichaam, als een mens dat in het water verdwijnt als hij erin duikt. En was verdwenen.
Je hebt hier een aantal keren verdwenen gebruikt. Ik zou "en was verdwenen" weglaten.


Tss net nu het spannend wordt stop je
Echt weer een heel mooi stuk! Goede spanning. Echt heel mooi geschreven. Ben benieuwd hoe het met hem afloopt. dus khoop dat je snel weer een vervolg plaatst.
Met citaat reageren
Oud 19-07-2004, 12:33
Millroy
Avatar van Millroy
Millroy is offline
Het katachtige beest verdween in mijn lichaam, als een mens dat in het water verdwijnt als hij erin duikt. En was verdwenen.
=>
Het katachtige wezen verdween in mijn lichaam, als een mens die omsloten wordt door water wanneer hij erin duikt.
__________________
I can say what I want to, even if I'm not serious. Just kidding!
Met citaat reageren
Oud 19-07-2004, 12:48
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Gewijzigd - bedankt Mill en Angel!

Ik denk dat het vervolg dit keer wat sneller komt, heb nu weer inspiratie!
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Met citaat reageren
Oud 19-07-2004, 22:53
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Owja, en DonkereEngel, ik zit nu bijna op de 19de pagina!
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Met citaat reageren
Oud 20-07-2004, 11:59
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
Citaat:
Een Tweeling schreef op 19-07-2004 @ 23:53 :
Owja, en DonkereEngel, ik zit nu bijna op de 19de pagina!
Ikke 20!!

Maarre hup hup schrijven en posten jij
Met citaat reageren
Oud 28-07-2004, 15:54
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Ik werd wakker gemaakt door Uru, die met haar vleugels in mijn gezicht aan het klapperen was. Geschrokken keek ik op. "Wat is er Uru, is het tijd om te gaan?" Ze liet een zacht gekrijs horen, hetgeen ik maar als 'ja' beschouwde.
Ik stond op en keek om me heen. De Moerwaswouden lagen er nog net zo donker bij als toen we er gister uit waren gevlucht. In de andere richting zag ik een leeg landschap, met hier en daar groepjes wild gras. In de verte zag ik de toppen van het Grauwstreek-gebergte, het laatste gedeelte van mijn reis.
De wond op mijn rug en linkerschouder voelde een stuk beter aan dan gister. De genezende planten die ik erop had gelegd hadden hun werk goed gedaan.
"Uru, vlieg voor me uit en ga op zoek naar water. En iets te eten, vruchten of zo! We zullen door moeten lopen vanochtend, om voordat de rode zon opkomt bij de kloof te zijn. We komen daar dan vast wel ergens een plekje in de schaduw tegen, waar we kunnen schuilen voor de dodelijke zonnestralen. Kom op, we gaan!"
Met krachtige slagen vloog Uru voor me uit, in de richting van de bergtoppen. Daar ergens, aan de voet van de bergen lag de kloof van Alkan. Er was maar één brug over de kloof, de enige manier om in de Grauwstreek te komen. Ik wist niet waarom, maar iets in me zei dat ik niet zomaar die kloof over zou steken. Iets stond er in de weg.
De reis naar de kloof ging snel en voorspoedig. De wilde bessen en het water dat Uru me had gebracht had me nieuwe krachten gegeven, en met flinke pas begon in het grasland te doorkruisen. Na enkele uren lopen zag ik het eerste rode stukje zon aan de westelijke horizon verschijnen. Ik moest nu gauw een schuilplaats vinden om me te beschermen tegen de brandende zonnestralen, anders zou het verkeerd met me aflopen. De bergtoppen waren ondertussen steeds dichterbij gekomen, en ze rezen nu als een reusachtige grijze muur voor me op.
"Uru, zoek iets waar we enkele uren kunnen schuilen! De zon is echt te warm voor mij, dat heb je gister wel gemerkt."
Enkele minuten nadat ze weggevlogen was hoorde ik in de verte het vertrouwde gekrijs van mijn uil. Zo gauw mijn benen me dragen konden rende ik in de richting van het geluid, en zag dat Uru een schuilplaats gevonden had die goed genoeg was. Een groepje lage, dichtbegroeide bomen stonden midden in het ruige grasveld. Toen ik dichterbij kwam zag ik een kleine waterpoel, die midden tussen de bomen lag. "Uitstekend Uru, dit is een prima plek. Hier kunnen we het wel uithouden, die paar uur extreme hitte!"
En of de hitte extreem was. Toen de rode zon boven aan de hemel stond was het zelfs in de schaduw van de bomen niet meer te doen. Ik besloot afkoeling te zoeken in de waterpoel en begon me uit te kleden. Het deed me goed, het bracht verkoeling en ik kon mijn wonden nog eens goed uitwassen.
Toen het rode gevaar bijna in het oosten verdwenen was kroop ik er uit, zocht nieuwe planten ter genezing van de wonden en at nog wat vruchten, die Uru voor me had gevonden. Ik voelde me eindelijk weer eens goed, energiek. Dat was ook wel nodig, want de tocht door de grauwstreek zou geen pretje worden.
"Kom Uru, op naar de brug. Ze kan niet ver meer zijn!"
Met Uru op mijn linkerschouder, waar ze eindelijk weer op kon zitten, begon ik weer ik de richting van de bergen te lopen. Na een half uur kwam in aan bij de kloof. Hij was tientallen meters breed en verschrikkelijk diep. De steile rotswand verdween in de duisternis. Aan de overkant van de kloof begon het Grauwstreek-gebergte. Alles was grijs, grauw en verdord. Nergens was iets groens te zien.
Links van me zag ik in de verte de stenen brug, de enige weg naar de Burcht van het Antwoord. Ik begon erheen te lopen en toen ik er uiteindelijk voorstond zag ik niets of niemand die mij tegen zou houden. Het maakte me blij: gelukkig niet weer een hindernis! Maar ... ik was te vroeg met juichen.
Toen ik de eerste stap op de brug zette verscheen er aan de overkant een reusachtig figuur. Hij kwam achter een van de rotspartijen vandaan en liep de brug op. In het midden bleef hij staan.
"En wie bent gij, gij die mij wilt passeren? Wat brengt u hier! Spreek!"
Met open mond staarde ik de reus aan. Wat voor een gigantische strijder was dit? Hij was zeker twee keer zo groot als mijzelf, en verschrikkelijk breed en gespierd. Zijn huid was door de zon donkerrood gekleurd, en zijn lange, zwarte haren staken wild onder zijn zilveren helm vandaan. In zijn ene hand hield hij een zilveren schild omhoog, en in de ander had hij een zwaard vast. Een gigantisch, zilverkleurig zwaard.
"Ik ... ik ben op weg naar de Burcht van het Antwoord. Ik ben bezig met de Proef van Vijf, om strijder van Bishra te worden!" Ik begon naar hem toe te lopen. "En wie bent u?"
"Mijn naam is Murasfa, bewaker van de Kloof van Alkan. Ik ben drager van het laatste zwaard van Alkan, de Alkandor!" Hij hief het gigantische zwaard hoog de lucht in. "Gij gaat hier niet langskomen, kleine man! Niemand passeert deze brug nog, niemand passeert Alkandor!"
"En waarom niet, strijder van de Kloof van Alkan? Waarom mag ik mijn reis niet vervolgen?"
"Dat is een lang verhaal, maar daar heb jij niets mee te maken! Mijn besluit staat vast, niemand zal ooit nog de Kloof van Alkan oversteken!"
Ik begreep dat onderhandelen geen zin had met deze reus. Ik trok mijn vijfpuntssterrenpistool van mijn rug en duwde er een magazijn in. "Ik gebied je de brug te verlaten, bewaker van de Kloof! Ik waarschuw geen twee maal!"
Enkele seconden keek de reus me verbluft aan. Toen begon hij te bulderen van het lachen. "Hahaha, wie denk jij wel niet dat je bent! Wat denk je met die sterren te gaan doen, mij raken? Mijn zilveren schild en Alkandor zijn de beste verdediging van Bishra, mijn zwaard is sneller dan het licht!"
"Het was leuk je te kennen, Murasfa. Ik heb je gewaarschuwd." Ik richtte mijn machinegeweer op zijn gezicht en haalde vijf maal de trekker over. Het zwaard flikkerde in het zonlicht. Het schoot door de lucht en ketste de vijfpuntssterren alle kanten op. De laatste kwam een halve meter voor mijn voeten in de vloer van de brug neer.
"Gij komt hier niet langs, heb je me niet gehoord! Ge zult boeten voor hetgeen je mij aan wilde doen - mij laten sterven!" Met een afschuwelijk kwaad gezicht en Alkandor in de aanslag begon de reus op mij af te lopen...
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.

Laatst gewijzigd op 28-07-2004 om 17:16.
Met citaat reageren
Oud 29-07-2004, 11:38
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
In het begin vond ik het wel ff verwarrend. (door die flashbacks enzo) Dus moest ff het vorige stukje lezen.

Heb geen fouten kunnen vinden en het is weer een mooi stukje geworden. Sommige stukjes doen me aan lotr denken o.a die bewaker en die Grauwstreek . Vraag me niet waarom

Ben benieuwd naar het vervolg, maar daar zal ik nog lang op moeten wachten denk ik

Ga zo door


Iig prettige vakantie alvast!!
Met citaat reageren
Oud 29-07-2004, 18:52
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Woow *is even stil...*
Kom even duimtjes te kort, maar je kan heel meeslepend schrijven. Zie het echt als een film voor me en ik leef me echt in, in je verhaal.
De foutjes zijn er al uitgehaald. Tenminste, kon er geen meer vinden.

Vervolg!
Met citaat reageren
Oud 30-07-2004, 18:38
Een Tweeling
Avatar van Een Tweeling
Een Tweeling is offline
Dank jullie wel!

Ik hoop op vakantie verder te gaan schrijven en als het goed is heb ik ook internet daar, dus vervolg komt er (best) spoedig aan!

Nog meer mensen kritiek / commentaar?
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
Met citaat reageren
Oud 17-09-2004, 21:35
Flowtje
Avatar van Flowtje
Flowtje is offline
Geweldig verhaal!!

Maar nu wil ik wel meer en hij is al bezig met het veranderen in het monster..

Geen kritiek of commentaar. Maar toch vind ik het verhaal iets hebben van de Donkere Toren en Het Gouden Kompas. Daemon, zo heten de dieren in Het Gouden Kompas Ik weet het weer.

Heb je alweer een beetje inspiratie?
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:12.