een moeilijke en dus zeer goede vraag.
Het wml en de daarbij behorende structurele werklooshied wordt toch vaak macro gezien,
dwz niet onzoomend op grote verschillen binnen die arbeidsmarkt. Dus er wordt gesteld dat er overal eigenlijk meer werkzoekenden zijn dan banen, en dat leert werklooshied op: het wml is te hoog, hetgeen leidt dat 'markten niet geruimd worden. Zie ook normantwoord bij optie 2.
omdat die banen er simpelweg niet zijn, zal dan een financiele prikkel ook niet helpen. De participatie in die laagbetaalde banen (zoals jij het verwoord) kan niet omhoog, omdat er geen banen zijn. Die banen creeer je juist door het wml te laten zakken, zodat bedrijven meer mensen tegen dat lagere loon aan kunnen nemen.
Even kort resumerend pleit jij voor een handhaving van het wml, omdat dat een prikkel geeft aan mensen om te gaan werken, waar een nog lager wml dat niet meer zou betekenen.
Dan ga je er ten eerste voetstoots van uit, dat niet-werken nog steeds hetzelfde oplevert, terwijl dat in NL 70% van het wml is. De uitkering zou dan ook mee kunnen zakken.
Maar goed, ga je daar niet van uit, dan zal inderdaad de prikkel om niet te gaan werken nog groter worden. De armoedeval, dat je er zelfs op achteruit gaat doordat je toch wat kosten maakt en voorzieningen kwijtraakt, kan optreden. Inderdaad stond die er niet bij, in die zin kan het op een examen nooit goed zijn. Je moet wel een kueze maken uit de geboden alternatieven.
Los daarvan, is de redenering goed ?
Dan kijk ik nog naar het geschetste probleem: de werklooshied onder laaggeschoolden is hoog, zo staat er, omdat banen worden geautomatiseerd en ook omdat ze verdwijnen naar het buitenland. Deze ontwikkeling zal zich nog wel doorzetten, zo is de verwachting.
Tja, dat duidt toch duidelijk erop dat je ervoor moet kiezen, als je sec dat aan wilt pakken, om dat wml te verlagen om zo meer banen te behouden.
Het prikkel-argument leeft, zoals hierboven gesteld, alleen maar als de banen er wel zijn, maar niet ingevuld worden. je zou het , gegeven de vraagsteling en de alternatieven, wel kunnen noemen als tegenwicht aan de redenering van die partij, die het wil verlagen: door dan te stellen; ja dan creeer je wel banen maar niemand meer die het er dan voor wil doen. (aangenomen dat uitkeringen niet meezakken)
|