Advertentie | |
|
01-12-2013, 13:54 | ||
Citaat:
|
06-12-2013, 16:47 | |
Ok, bedankt. Hier volgt het vraagstukje waarvan ik een afbeelding moest van nemen. Heb maandag examen wiskunde en het zou handig zijn moest ik gewoon eens weten hoe je het oplost...
Het eerste wat ik me al afvroeg was of je hier met een stelsel van ongelijkheden of met een gewone ongelijkheid moet werken. Ik weet ook dat de oppervlakte van die gele driehoek b*h / 2 is, maar ik heb geen hoogte en ook geen breedte, dus dat is al wat moeilijker. Ten derde begrijp ik ook niet zo goed waar die x op slaat? Wat heeft die x met de oppervlakte van de driehoek te maken? |
06-12-2013, 18:04 | |
De oppervlakte van de rechthoek is 72. De oppervlakte van de gele driehoek moet dus groter dan of gelijk aan 24 zijn. Voor de oppervlakte van een driehoek geldt in het algemeen dat deze gegeven wordt door de formule
oppervlakte driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2, waarbij de bijbehorende loodrecht op de gekozen zijde staat. In jouw figuur is het niet makkelijk van de gele driehoek direct de oppervlakte te berekenen, want je kent geen van de zijden, laat staan de bijbehorende hoogten. Bereken daarom de oppervlakte van de kleine driehoekjes (of druk deze uit in x) en haal deze oppervlaktes van de oppervlakte van de rechthoek af om de oppervlakte van de gele rechthoek te krijgen. Kijk vervolgens voor welke waarde van x dat groter dan of gelijk aan 24 is. |
Topictools | Zoek in deze topic |
|
|