Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 09-12-2003, 13:00
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Heej heej!
Misschien kennen jullie Spiegewereld nog wel...
Nou dit verhaal is eigenlijk hetzelfde maar dan toch heel anders...
Je komt er vanzelf wel achter



Proloog

Er was niets dan duisternis, dat zich uitstrekte over de kale vlakte. En daar, helemaal aan het begin, waar het licht overging in duisternis, waar de grenzen zich verstrekten, van liefde naar kwaad en wanhoop, stond een jonge Elf. Zijn zwarte haren, werden zachtjes meegevoerd door de koude wind, die ieder koude rillingen zou bezorgen. Ieder met een hart. Hij hief zijn hand boven zijn donkere ogen, waarin een zekere wanhoop te lezen was, en tuurde over de kale vlakte. De amulet die hij om zijn nek hield, leek zich onrustig heen en weer te bewegen of het weg wou uit deze wereld. De amulet, het symbool van de eeuwige wijsheid van de elfen, krachtig en de sleutel tot eeuwige macht. Zijn volk had het hem meegegeven als bescherming en voor hoop, voor ze hem achter lieten in een vreemde wereld, die hij niet kende, ver van zijn geboorteland, weg van zijn thuis. Zijn gedachten tolden in het rond, en hij voelde zich duizelig worden. De woorden van de Koningin stroomden zijn gedachten binnen, en hij kon haar warme, vertrouwde stem bijna horen, terwijl hij over de vlakte tuurde.’Moge deze amulet, het symbool van onze wijsheid en kracht, je beschermen tegen alle gevaren die je tegen mocht komen, moge hij je de kracht en de moed geven, die je nodig hebt, om hindernissen te overwinnen, en moge hij je onze liefde geven. Vraag hem om raad, en hij zal je leiden. Maar, als je de amulet zult gebruiken om mij te verraden, op welke manier dan ook, zal hij niet langer de jouwe zijn’. Een vlaag van bittere heimwee, en wenste opeens vurig dat hij thuis was, maar hij wist dat hij niet terug kon. De dochter van de koningin, de vrouw die hij zijn hele leven al bemind had, van gedroomd had, en zijn hoop en kracht uit geput had in eenzame, en moeilijke tijden. Haar schoonheid, en warmte, was alles wat hij wilde, wat hij nodig had. Maar ze was uitgehuwelijkt, aan rijke, dappere prins, en wat kon hij haar bieden? Zijn vader was gestorven, in een wrede oorlog, en zijn moeder had hen verlaten, en hij had haar nooit gekend. Waarom was hij zo vreselijk dwaas geweest? Ze had ook van hem gehouden, maar het lot had een andere wending aangenomen, en hij had het altijd al geweten. Maar toch, had hij zijn hart gevolgd, niet zijn verstand, maar een lijfwacht van de koningin zag hen samen. Nu waren ze van elkaar gescheiden, en kon hij haar alleen nog zien in zijn gedachten, visioenen van de momenten dat ze samen waren. Nu was hij hier, ver weg van zijn liefde, verstoten door zijn eigen volk. En waarom? Hij had iemand lief gehad, maar het had niet gemogen. De prinses, mocht niet van hem houden.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 10-12-2003, 16:22
Gus
Avatar van Gus
Gus is offline
Mooi begin van een spannend verhaal!

De zinnen "lopen" nog niet allemaal, het is misschien teveel boekentaal (juist in boeken werkt dat niet zo goed, raar genoeg). Ook is het "dit amulet" in plaats van "deze amulet", volgens mij. Maar ik ben wel benieuwd naar het vervolg!
__________________
kom dans de hoela met mij
Met citaat reageren
Oud 19-12-2003, 16:35
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Oh hihi, foutje

Maar ehm, je zei; het is misschien teveel boekentaal (juist in boeken werkt dat niet zo goed, raar genoeg).
Wat bedoel je eigenlijk precies met boekentaal?
Dan kan ik er misschien wat aan doen..
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 22-12-2003, 18:18
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Al heb ik zo het idee dat niemand het leest, hier is nog een stukje

Een ongekende woede verspreidde zich door zijn lichaam, en zijn eenzame hart. Hij had een keuze, nu hij zich nog op de grens bevond. Hij kon terug gaan, naar het warme vertrouwde licht, van zijn wereld die niet langer zijne was, of hij kon zijn verbitterde geest verplaatsen naar het koude duister, dat hem vreemd was. Hij dacht niet na, dat vermogen begon te verzwakken, zijn eeuwenoude wijsheid werd vervangen door een kwaad, een wezen met de macht van het duister. Hij nam een keuze, en plaatste zijn beide voeten op de donkere aarde van een verdorven wereld, waar hij de schepper van was. Hij voelde brandende haat van zijn geest bezit nemen, terwijl een koude mist zich door zijn lichaam verspreidde, en al het goede in hem doodde. Zijn bleke huid voelde kil aan alsof er geen leven meer in hem was, alsof zijn bloed niet langer door zijn aderen stroomde. De gouden amulet die om zijn nek hing, het symbool van de elfen, begon te gloeien en een rood achtig licht verspreidde zich over de aarde van de wereld en bescheen het bleke gezicht van de elf dat enigszins angstig keek. Met een enorme kracht die de elf ontzag inboezemde werd de amulet in de donkere lucht getild, en doofde het rode licht. Toen in een fractie van een seconde, klonk er een oorverdovend lawaai, en de elf werd enkele meters naar voren gesmeten, door de enorme kracht die vrijgekomen was, en toen brak de amulet in twee stukken en werden beide delen met een enorme kracht weg geschoten, beide naar een ander uiteinde van de wereld. Weg, voor eeuwig van elkaar gescheiden. Heel even de lag de elf verbijsterd op de grond, en vroeg zich af wat er gebeurd was. Toen herinnerde hij zich de woorden van Tirishia, die niet langer warm klonken, maar een vreselijke haat bij hem opwekte. ‘Maar als je de amulet zult gebruiken om mij te verraden, op welke manier dan ook, zal hij niet langer de jouwe zijn’.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 23-12-2003, 09:26
Gothmog
Gothmog is offline
Ik had willen reageren op het eerste stukje maar daar was ik niet aan toegekomen. Ik vond het eerste stuk erg cliche, een hoofdpersoon, (een elf nog wel), krijgt een amulet en wort waarschijnlijk op een missie gestuurd en ook nog verliefd op de dochter van de koningin.
Het tweede stuk daarentegen, had een heel verbazingwekkende wending. Hij word ploseling boos en het amulet gaat weg. Ik vind wel dat dat werl goeg verzonnen is, zo krijg je geen echte held als hoofdpersoon. Wel vind ik dat je de dingen snel op elkaar laat volgen. een paar zinnen geleden had hij nog een amulet en was hij nog treurig en kort daarna al weer boos en zijn amulet is weg.
Met citaat reageren
Oud 25-12-2003, 21:05
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Bedankt, ben blij met die kritiek, want nu kan ik het verbeteren!

Ik denk dat je inderdaad wel gelijk hebt, het begin is idd cliche...
Al heb ik zeker geen held in het verhaal, dat wil ik ook niet.
Het loopt ook nou niet bepaald goed af.

Als je misschien tips hebt om het wat minder cliche te maken, hoor ik die graag!
Ik wil graag origineel zijn, al is dat erg moeilijk als je een fantasy verhaal schrijft! Ook al lijkt dat juist niet zo.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 25-12-2003, 21:08
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Nog een klein stukje
( even voor de duidelijkheid: Hier spreekt Sin Mea, zeg maar de Godin van het Goede enzo, die hem zegmaar vertelt wat hij gedaan heeft enzo....)
Ben er zelf niet zo heel tevreden over de Godin in het verhaal...
Iemand suggesties, ideeen, kritiek?
Ik hoor het graag, want ik wil het graag verbeteren!

Toen sprak er een stem vanuit de hoge wolken in het licht dat zich achter hem bevond. Een zuivere stem, die leek te zingen en licht was als een zomerbriesje dat zijn oren streelde. Het was de stem van Sin Mea, Godin van het goede. Met een ruk draaide hij zich om, maar het felle licht brandde op zijn huid maakte zijn donkere ogen blind. Hij had het licht voorgoed achter zich gelaten, het was niet langer warm en vertrouwd, het was nu een vijand. ‘ Je amulet is verbroken, de kracht en de bescherming zijn nu een met de kille wind die hier waait. Je hebt je wereld verlaten en hebt deze gevonden, wereld van het kwaad. Zijn naam is Antar. Het was jou keuze, ik respecteer die maar weet wat je gedaan hebt. Je hebt de amulet van je volk gescheiden de kracht vrij gelaten. Beide delen bevinden zich nu beide aan een andere kant van deze hele wereld, ons hele bestaan. Degene die ze zal vinden kan ze herenigen, en zal beschikken over de enorme kracht en wijsheid van je volk, die tot jou toebehoorde. Mocht dat in slechte handen zijn, dan zullen wij leven in deze duisternis we zullen voor eeuwig branden. Weet dat.’ Met deze woorden verdween de stem, en was er niets dan de beklemmende stilte en de zachte ademhaling van de elf. Heel even leek hij te twijfelen, maar toen nam het kwaad weer van zijn ziel bezit, en verdween alle twijfel die zich ooit in hem bevonden had. Hij lachte, hoog en kil, zonder plezier, een dode lach. Zijn volk, waarvan hij gehouden had, met heel zijn hart, had hem verstoten. En nu, terwijl hij zich liet overmeesteren door een kwade macht, zwoer hij, dat hij zich zou wreken. Hij, Fintár Taeron, heerser van de kwade wereld, dienaar van het duister, zou zich wreken, op zijn volk. Hij had niet langer het vermogen lief te hebben, het kwaad had bezit genomen van zijn geest, hij had niet langer een hart, geen ziel. Hij was heerser van het duister, meester van puur kwaad.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 26-12-2003, 07:35
Gothmog
Gothmog is offline
Ik weet het, het is erg moelijk om een fantasyverhaal niet cliche te maken.
Ik denk dat dat wel het grootste probleem is aan een fantsyverhaal, want wat je ook doet het is nooit helemaal origineel. Als ik je goed begrijp is die ene persoon, dus de slechterik en zo wordt hij gevormd. Leuk om zo aan een verhaal te beginnen. Nog een dingetje in het verhaal. Hoe komt dieze persoon dan aan het amulet als hij niet te vertrouwen is? Waarom zouden de elfen hem het amulet geven? Wat moest hij ermee doen?Mijn tip is, dat je gewoon moet verder schrijven en kijken wat ervan komt.
Met citaat reageren
Oud 27-12-2003, 15:02
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Die elf is dus verbannen uit zijn volk zegmaar, hij mag daar niet meer komen. Omdat hij dan helemaal alleen is, en geen bescherming meer heeft van zijn volk, krijgt hij de amulet mee, voor bescherming enzo.
De elf WAS niet slecht, maar omdat hij in die wereld komt, die slecht is, wordt hij dus eigenlijk ook slecht. En daarom raakt hij de amulet kwijt...Snap je het een beetje?
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 02-01-2004, 15:19
Gothmog
Gothmog is offline
Ja, het is nu wel duidelijk. Een beetje vaag om iemand die je verbant een zo'n sterk amulet mee te geven, maar misschien wordt dat later nog wel opgehelderd.
Met citaat reageren
Oud 06-01-2004, 16:25
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
hmmm, misschien heb je daar idd wel gelijk in!
Bedankt trouwens voor alle kritiek en alles, heb 'k heel veel aan!
Ik heb hier nog een stuk:

Hij hief zijn hoofd op, en tuurde nogmaals over het kale, rotsachtige landschap voor hem, waarvan hij de enige bewoner leek te zijn. Maar toen hij beter keek, zag hij dat het weinige leven bestond uit rondcirkelende vogels, waarvan er soms een naar de grond dook, op zoek naar een prooi, als kon hij zich niet voorstellen wat dat kon zijn. Vlak voor hem streek een van de vogels neer op een kale rots, en keek Fintár uitdagend aan terwijl hij scherp met zijn snavel klikte. Hij stootte een zacht gekrijs uit, en schuifelde wat heen en weer terwijl zijn scherpe klauwen op het zwarte steen krasten, maar verloor Fintár geen seconde uit het oog. Fintár bekeek de vogel aandachtig. Hij fascineerde hem. Zijn slanke lichaam, bedekt met gehavende veren, zijn perfect gestroomlijnde vleugels die hij strak tegen zijn lichaam hield, en soms heel even uitsloeg. Zijn scherpe zwarte snavel, beschadigd door gevechten, maar nog altijd een gevaarlijk en gevreesd wapen, zeer bruikbaar en effectief voor de jacht. Maar wat hem vooral aantrok, was de manier waarop de vogel hem schuin aankeek met zijn smalle amberkleurige ogen, zo doordringend en fel.
Fintár glimlachte genoegend.
‘ Jij en ik, we worden maatjes’.
De vogel kraste zachtjes alsof het daarmee in leek te stemmen.
‘Je bent een slimme vogel. Kom met mij mee, sta aan mijn zijde’.
Hij stak zijn arm uit naar de vogel, die even fel met zijn snavel klikte, maar de arm toen onderzoekend bekeek. Toen sloeg hij zijn vleugels uit, en kwam langzaam van de rots omhoog. Even bleef hij in de lucht hangen, maar streek toen neer op zijn arm. Hij voelde hoe de scherpe klauwen diep doordongen in zijn huid, en bloed langzaam naar beneden sijpelde, maar hij gaf geen kik. Hij schreeuwde het niet uit van de pijn, zoals hij eerder gedaan zou hebben. Hij deed niks. Helemaal niks.
‘Kom……Roán’, was alles wat hij zei.


Ik weet alleen nog niet of ik dat stuk hier laat staan, of in een ander stuk van het verhaal. Ik heb het er eigenlijk later bij bedacht, en tussengevoegd, vandaar..!
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 08-01-2004, 16:12
Gothmog
Gothmog is offline
Ik schrijf ook fantasy dus vandaar dat ik op jouw verhaal graag reageer.

Je ziet aan dit stuk goed dat de elf al heel erg veranderd is en hij nu heel anders is. Dat is goed. Ga zo door
Met citaat reageren
Oud 08-01-2004, 20:09
Hyphen
Avatar van Hyphen
Hyphen is offline
ja leuk! ik heb op dit forum nog helemaal geen fantasie gelezen en dat mistte ik een beetje dus ik was heel blij met jou verhaal!! schrijf es verder!
__________________
I'll make you banana pancakes pretending it's the weekend now
Met citaat reageren
Oud 09-01-2004, 18:27
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Een nieuw stukje....
Ik vind de hoofdstukken persoonlijk te kort, hebben jullie nog een tip om ze wat langer te maken?

Ergens, dwaalde een hogere macht zonder vaste vorm over de kale vlakten van het duistere land, en glimlachte genoegend. Hier had hij op gewacht, zijn hele leven, zijn hele eenzame bestaan. Hij had gehoopt op een nieuwe schepper van zijn wereld, hij had gebeden tot zijn meester, de allerhoogste Heer, wakend in zijn duistere rijk hoog boven het land, gesloten voor het oog van ieder wezen. En zijn kwade gebeden, zijn bloedige offers, ze waren verhoord. Zijn Heer had hem niet in de steek gelaten. Vele wezens had hij geofferd, bloed van onschuldige wezens kleefde aan zijn handen, en het was gruwelijk. De gedachten aan zijn slachtoffers, lijdend van de helse pijnen, schreeuwend om genade, om de goden die hen in de steek lieten, en hun lichamen, die het begaven, die de dood vonden, door zijn handen, zijn werk, deed hem rillen van puur genot. Hij was kwaad, hij was puur kwaad. Hij nam een vaste vorm aan, om zijn slachtoffers te kunnen laten lijden, en ze van hun miezerige levens te kunnen beroven. Nu was zijn wereld ontdekt, gevonden door een zwakke prooi, en het kwaad had hij doen ontwaken. De jonge Elf, zou een rijk stichtten, en kwade volgelingen werven. Hij zou heersen, terwijl de haat zijn identiteit zou verbergen. Dat wist hij zeker. Hij had de zwakke prooi geroken, zijn woede en zijn wanhoop, en stelde zijn duistere wereld bloot aan de ogen van de Elf. Hij, was heerser geweest van de wereld van het kwaad, maar zijn lichaam was hem ontnomen. Sin Mea, Godin van het goede, nam die van hem weg. Zijn ziel had hij lang geleden verloren, en hij had geen ziel nodig, hij kon niet meer voelen. Hij voelde geen angst, geen pijn, en geen medelijden. Hij toonde geen genaden, als hij wezens offerde aan zijn Heer, hij kende geen emoties. Maar hij kon ook geen liefde voelen, geen genegenheid en geen blijdschap. Hij was leeg van binnen, alles wat hij over had was de kwade macht die in hem school.Ooit, was hij mens geweest, had een leven gehad, en had het vermogen lief te hebben. Maar nu, was hij een wezen, zonder lichaam, zonder hart en ziel, maar kwader dan ieder ander. Dit was nu zijn thuis, een duistere vlakte, gehuld in een zwarte mist, en zonder horizon. Zijn rijk had geen grenzen, het was overal, en ook weer nergens. Ooit was het bewoond geweest, hadden er wezens geleefd die hem dienden, en vochten aan zijn zijde in oorlogen, gevechten tussen goed en kwaad. Maar zij stierven, allemaal, een voor een vonden zij de dood. En nu, leek de oorlog te ontwaken voor zijn ogen. Sin Mea was de grootste vijand van zijn Meester, en ze moest vernietigd worden, en zo ook haar rijk. Met de amulet, had hij alle macht en zou hij opnieuw heersen als leider van een oorlog die alle wezens nog lang zouden heugen. Een wreed gevecht, bloediger dan ooit. Ja, bloed zou er vloeien op de aarde van zijn wereld. Zijn wereld was verguld van dood, dolende zielen, en verdorven geesten. En nu, was het tijd om zijn wereld te herstellen, nieuw leven in te blazen. Hij zocht een nieuwe leider, een koning, van zijn wereld. En die, had hij nu gevonden. Zijn gevallen rijk, zou wederom worden opgebouwd, en het kwaad zou geschiedden.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 09-01-2004, 21:01
Gothmog
Gothmog is offline
Die hogere macht is dus niet die elf die veranderd is toch, maar weer iets anders? Ik vind het mooi hoe je alles van de dark side beschrijft. Dat is nou namelijk juist de boeiende kant. Je hoofdstukken zijn wel kort, je wisselt erg snel van personage. Misschien kun je eerst iets met de een verder gaan en dan pas iets later naar die hogere macht springen?
Met citaat reageren
Oud 09-01-2004, 23:01
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Nee inderdaad, die hogere macht is zegmaar een soort wat de duivel voor ons is snap je? een soort god, een slechte.
En dat wezen zonder lichaam is ehm....zijn dienaar..
En omdat hij geen lichaam meer heeft, heeft hij die elf nodig zegmaar....snap je?

Jah, daar heb je wel gelijk in! Het is denk ook wel erg verwarrend, dan weet je niet meer goed waar het nou over gaat misschien....

Schrijf je ook fantasy? Cool! heb je een verhaal op het forum staan dan? Zou 'k wel willen lezen!
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 09-01-2004, 23:14
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
hier is nog een klein stukje.
Voor de duidelijkheid, dit is de elfenkoninging Tirishia.

Hfd.1 Het kwaad ontwaakt
Er gleed een traan over haar bleke wang, die heel even oplichtte voor hij de grond raakte. Haar ver uit elkaar staande, normaal helderblauwe ogen, leken nu al hun glans verloren te hebben, en staarden nietsziend in de verte. Zes dagen en zes nachten, had ze hier gezeten, aan het bed van de stervende koning, huilend om zijn steeds sneller naderende dood, zijn wrede sterfelijkheid. Ze hadden tijden van voorspoed en geluk gekend, met de koning op de troon, en de mensen eerden hem, wilden hun korte levens voor hem wagen, op de velden van de strijd. Oorlogen tussen verschillende volkeren, ontstaan door verschillen in meningen, uitlopend op een bloederige oorlog. Dapper hadden ze zich geweerd, gevochten voor hun land, voor hun koning. En ze wonnen, keer op keer, met het vaandel van de heer in hun handen, behaalden ze de overwinning voor het land. Maar nu, zou hij sterven, zo sterk en vredig als hij geregeerd had vanaf zijn troon, en de mensen hoop had gegeven, nieuwe moed en de kans op een nieuw leven. Het volk zou trouwen om de dood van hun koning, hun leider en redder in tijden van wanhoop.Het ras der mensen, sterk, maar dwaas, en met een ongekende honger naar macht, en een verlangen om te heersen over hen die zwak zijn. De mensen zouden zichzelf verraden, een voor een, en hun dood tegemoet komen in een meedogenloze oorlog, een verloren strijd, om opperste macht, nu hun heerser er niet meer was.
Ze voelde hoe zijn hand, die de hare stevig omgeklemd hield, zijn greep verloor, en zachtjes weggleed. Het einde was gekomen, de koning was gestorven, en daarmee de voorspoed die het volk gekend had. ‘Slaap zacht, mijn koning’, fluisterde ze. Nu het einde gekomen was, zou een kwaadaardig wezen oprijzen uit de diepte van de hel, en ze wist het. Het hield zich schuil in de schaduw van het duister, maar zou spoedig komen.
Ze kon zijn raspende stem horen, als hij zijn schelle kreten los liet in de stilte van de nacht. Een geluid niet meer dan een kille wind, maar kouder dan ijs, en kwader dan de duivel. Een wezen, gesmeden in de vuren van de hel, gevoed met angst en pijn. Een kwaad, dat slechts gedood kon worden door een meisje, dat geboren zou worden, zes jaar na de dood van de koning, op een avond wanneer de maan een rode gloed verspreid, en de aarde bedekt is met een deken van bloed. Op de avond, dat zij sterven zou, en haar volk alleen zou laten in een tijd van angst en wanhoop. Er zou een einde komen aan haar leven, hier in deze wereld, zoals ieder wezen ooit sterven zal. Maar een verre afstammeling, levend in een ander wereld, getekend door tijd, het vergaan van dagen, zou geboren worden. Die nacht, dat zij sterven zou, zou het meisje het leven vinden, in een plek die haar hartelijk ontvangen zou. Een veilige plek, omringd door liefde, maar een die niet lang de hare zou zijn. Zestien jaar in menselijke tijden, zou zij haar leven kunnen leven in die plek. Slechts een fractie van een seconde in deze wereld. Het stelde haar gerust, wetend dat haar volk niet alleen zou zijn. Een nieuwe leider zou komen, een koningin, om over hen te regeren, en te beschermen. Liráë, wat reddende betekent. Moge zij over mijn volk waken…
Tirishia stond op, en wierp nog een laatste liefdevolle, maar angstige blik op haar man, die nu veilig was in de eeuwige werelden van de dood. Ze hoorde haar volk roepen om haar hulp, voelde hun angst, en wist dat ze terug moest keren naar haar wereld. Haar hand gleed naar de amulet om haar nek, en ze omklemde hem met haar slanke vingers. Zolang zij de kroon droeg, was de amulet in haar macht, en kon ze haar volk beschermen tegen de kwade macht die spoedig zou verschijnen. Ze hadden een kans, hoewel alle hoop verloren leek. Hun enige kans.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 10-01-2004, 07:29
Gothmog
Gothmog is offline
Van deze koningin had die elf zeker dat amulet gehad? Dat een elfenkoningin getrouwd is met een mensenkoning en dat ze ook zo nadenkt over de dood, terwijl zij niet door ouderdom dood kan gaan is iet origineel. Dit zat ook al heel veel in the Lord of the rings. Als je echt origineel wilt blijven moet je dat wel veranderen

De leider van de goden is door mij geschreven, maar verder stuur ik geen van mijn verhalen in. Ik heb wel een groot verhaal, maar dier vind ik zelf heel erg goed en wil hem daarom niet op internet zetten. Ik wil hem later zelf uitbrengen, als hij nog wat verbeterd is ;
Met citaat reageren
Ads door Google
Oud 10-01-2004, 12:27
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Ja idd.
Daar heb je idd wel gelijk in jah, dan haal ik die koning enzo er uit. Maar die Koningin zegmaar, kan ik er niet uit laten, want Lourdes ( die komt later ) is een afstammeling van haar zegmaar....
Dan verzin ik wel ff iets zodat je wel de koningin hebt, en niet die koning zegmaar.
Kan dat wel denk je?

Ben trouwens heel blij, met al je kritiek!!!! Want ik kan m'n verhaal er goed mee verbeteren enzo,want ik hoop het ooit echt af te maken!
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 10-01-2004, 13:59
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Op aanraden van jou --> Gothmog <-- heb ik dat stukje van de koningin en de koning zegmaar vernieuwd.

Ik hoop dat dit beter is, ben benieuwd naar je reactie!
Als je nog kritiek hebt of tips, graag!!

Een eenzame gedaante voor het raam, vulde de lege kamer waar de angst duidelijk voelbaar was. Ze keek naar buiten, waar de regen de aarde wegspoelde en de grond achter lied in een poel van modder, waar het water de bomen voedde en de rivieren vulde. Haar ogen gleden over haar bloeiende rijk, waar wezens zwoegde op de velden voor de komende oogst die haar volk moest voedden. Er gleed een traan over haar bleke wang, die heel even oplichtte voor hij de grond raakte. De tijd begon te verstrijken, het einde kwam nabij voor haar rijk, en voor haar volk. Een kwaadaardig wezen, zou oprijzen uit de diepten van de hel, en ze wist het. Het hield zich schuil in de schaduw van het duister, maar zou spoedig komen. Ze kon zijn raspende stem horen, als hij zijn schelle kreten los liet in de stilte van de nacht. Een geluid niet meer dan een kille wind, maar kouder dan ijs, en kwader dan de duivel. Een wezen, gesmeden in de vuren van de hel, gevoed met angst en pijn. Een vijand die het einde brengen zou.
Zij was de koningin, heerser over het volk, en degene die hen moest behoedden voor het kwaad dat komen zou. Maar ze kon het niet. Ze kon haar volk niet beschermen, geen stand houden tegen zijn kracht, ze was te zwak. Een haar volk zou sterven, door haar falen. Haar rijk zou verloren gaan, er zou niets overblijven dan een zwarte vlakte met resten van haar ooit bloeiende rijk, en dode lichamen verspreid over de grond. Elk leven dat verloren zou gaan, was haar leven. Elk hart dat stoppen zou met kloppen, was het hare. Zij was haar volk.
‘Tirishia, tirishia!!’
Een opwindend geschreeuw maakte haar los van haar gedachten, en ze draaide zich weg van het raam, om te kijken wie haar riep. In de deuropening stond een jonge elf, die hijgend zijn lange blonde haren uit zijn gezicht streek, en haar met een gemengde uitdrukking van verontrusting en blijdschap aan keek.
‘Ja Féänor, zei ze zachtjes. Welk nieuws breng je mij?’
Haar verdriet klonk door in haar schorre stem, en haar ogen waren dof, maar toch probeerde ze sterk te zijn voor haar volk, en ze rees zichzelf op in haar volle lengte, en glimlachte moeizaam.
‘Goed nieuws hoogheid, zei hij, met opwinding in zijn stem. Ik heb de maanelfen, de
ithil’ quessir om raad gevraagd. Ze hebben een voorspelling gedaan, hoogheid!’
Heel even leek er een vlam van hoop op te laaien in haar hart, en verscheen er een klein lichtje in haar ogen.
‘Vertel het me, mijn Féänor, vertel me alles wat je weet.’
Met grote passen liep hij de kamer binnen, en streek neer op een stoel versierd met prachtig houtsnijwerk, en een zitting gevoerd met een fluwelen stof.
‘De maanelfen vertelden me over een meisje, dat geboren zal worden wanneer de maan een rode gloed verspreid, en de aarde bedekt is met een deken van bloed. Wanneer het eerste leven is gedoofd, en een druppel zuiver bloed de aarde zal raken. Ze zal ter aarde komen in een andere wereld dan die wij allen kennen, een wereld getekend door tijd, het vergaan van dagen, waar zij zestien jaar, in hun tijden zal verblijven. Haar naam is Liráë.’
Hij stopte even met zijn verhaal, en keek tirishia aan met een ernstige uitdrukking op zijn gezicht.
‘Zij is de enige die ons kan redden, Tirishia. Ze is een afstammeling van jou, koninklijk zuiver bloed stroomt door haar aderen. Ze is onze hoop, onze enige hoop’.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 10-01-2004, 15:02
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Tirishia draaide zich om, en keer opnieuw door het raam naar buiten, waar de velden nu langzaam leeg raakten, en de arbeiders op weg gingen naar huis, naar hun gezinnen. Gezinnen die uit elkaar gerukt zouden worden, mannen die uit huis gehaald zouden worden om te vechten in de oorlog die komen zou, en de vechtend de dood zouden vinden, en vrouwen en kinderen die meegenomen werden door plunderaars die de dorpen overvielen. Dat was de toekomst van haar volk, niks dan dood. Ze keek naar Féänor, zijn knappe gezicht, zijn helderblauwe ogen, waarin zijn dappere hart te lezen was, en dacht aan het leven dat hij nog voor zich had. Hij was een jonge, dappere elf, was dit hoe hij aan zijn einde moest komen? In een oorlog, waarin ze geen enkele kans hadden om te winnen, waar de dood zeker was.
Kon ze de toekomst, het leven van haar volk in de handen leggen van dit meisje? Ze moest haar twijfels en haar angsten bedwingen, want ze had geen keuze. Ze kon de strijd niet alleen aangaan, zonder hulp, dan zou ze haar eigen dood tegemoet gaan, en daarmee ook de dood van haar volk. Dit meisje, dat de maanelfen gezien hadden in hun voorspelling, wat ze gelezen hadden in de stand van de maan, was hun laatste en enige kans.
‘Je hebt gelijk Féänor, zei ze. Als de tijd daar is, wanneer het eerste leven gedoofd is, zal zij komen. Zij zal de nieuw koningin zijn, heerser over mijn volk, dat ik liefheb. Dien haar, zoals je mij hebt gediend, en heb haar lief zoals je mij lief hebt. Beloof me dat.’
Féänor.’
Hij glimlachte en legde een hand op haar schouder.
‘Ik beloof u, dat ik haar zal dienen en liefhebben zoals ik u heb gediend en lief heb gehad. Ik zal mij leven voor haar geven, zoals ik mijn leven voor u zou geven.’
Ze zwegen beiden, en de stilte nam beslag van de kamer, waar de angst plaats gemaakt leek te hebben voor een klein sprankje hoop.

De tijd streek voorbij, en de dagen sleepten zich voort zonder een teken van gevaar te bespeuren. De elfen volgende hun dagelijkse rituelen, en niet wees op wat er komen zou.
De regentijd had plaats gemaakt voor een zon die hoog boven de hemel stond en een zwak licht over de aarde verspreidde. Het was een mooie dag, die het begin van de lente aankondigde. De elfen op de velden waren druk aan het werk, de oogst moest worden binnen gehaald, en er was nog een hoop werk te doen voor de zomertijd zou beginnen. Vrouwen die zich in de koude tijden schuilhielden in hun warme, veilige huizen kwamen weer naar buiten, en de marktkraampjes werden weer opgebouwd om de geoogste goederen te verkopen. Kinderen speelden weer buiten, en de eerste dieren leken ontwaakt te zijn uit hun winterslaap.
Ook Tirishia had het opkomen van de zon opgemerkt, en stond net op het punt om een wandeling te maken in een van de vele tuinen die haar rijk sierden, toen Féänor binnen kwam rennen. Op zijn gezicht was duidelijk paniek en angst te lezen, en hijgend greep hij haar arm beet.
“Tirishia, het is gebeurd! Het is gebeurd! De eerste druppel…..de eerste druppel is gevallen!.’
Het duurde even voor tot haar doordrong wat hij zonet had gezegd, en ze verstijfde van angst. Gedachten gierden door haar hoofd, en de paniek sloeg toe, ze kon niet meer helder nadenken. Het eerste leven was gedoofd, en de eerste druppel zuiver bloed had de aarde geraakt. De tijd was gekomen, de oorlog was begonnen.
‘Breng hem hier, zei ze met trillende stem’.
De zware houten deuren van het paleis vlogen open, en vier mannen kwamen de hal binnen. In hun midden droegen ze een lichaam, met zijn armen slap lang zijn middel, en bedekt met bloed. Zijn hoofd hing levenloos achterover, en zijn lange zwarte haren sleepten over de grond. Tirishia rende op het lichaam af, terwijl tranen van verdriet om het leven van deze man, en angst zich in haar ogen opwelden. Ze viel neer op haar knieën, en boog zich over het dode lichaam. Ze keek in zijn wijd opengesperde ogen, die vervuld waren met een ongekende angst. Hij had de dood in de ogen gekeken. Ze greep zijn hand, die koud aanvoelde en schreeuwde van verdriet en de pijn van de wond in haar hart. Met haar hand die bedekt was met zijn bloed, sloot ze voorzichtig zijn ogen, en streelde zijn zwarte haren, die zwakjes glansden in het zonlicht dat door de open deuren naar binnen scheen. Ze legde haar hoofd op zijn bebloede borst, terwijl tranen over haar wang liepen. Tranen van verdriet, en pijn, maar ook tranen van angst en woede. Welk wezen deed dit? Wat had deze man gedood, zijn gezin uit elkaar gerukt?
Ze wist dat het wezen was ontwaakt, dat het deze man had gedood, dat de eerste druppel bloed was gevallen. Ze wist dat dit lichaam het einde voorspelde.
Ze voelde een hand op haar schouder, en keek met betraande ogen omhoog.
‘De tijd om te trouwen om zijn dood komt nog wel, zei Féänor, maar nu moet je je haasten. Herinner je je de voorspelling van de maanelfen? De tijd is nu daar, het meisje zal spoedig komen. We hebben geen tijd te verliezen, Tirishia. Vele levens zullen verloren gaan, als we nu niks doen! We zullen deze strijd aangaan, we zullen vechten voor het volk, en sterven voor hen. Ik zal sterven voor hen als het moet, ik zal sterven voor jou.
Kom nu, haast je.’
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 11-01-2004, 11:16
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Niet alleen zijn hadden de komende oorlog gezien, ook elders in een andere wereld, was het bekend. Maar daar heerste geen paniek of angst, eerder uitbundige vreugde.
De geschiedenis vertelt over een donkere nacht in Antar, die op het punt stond verloren te gaan, toen de hoop voor de poorten verscheen. Fintár nam bezit van Antar, en hij zwoor deze wereld te laten heersen. Hij zocht naar wezens in de diepste holen, in de donkerste grotten, en hij vond ze. Kobolden, trollen, sterke wezens, altijd bereid te vechten, hun meester te dienen. Dagenlang zwierven ze over kale vlakten, terwijl hun voeten over de dorre grond sleepten, waar karkassen over uitgespreid lagen. En velen hadden de hoop opgegeven, tot die weer verscheen. Fintár die voorop liep, zag en gebouw opdoemen uit de verte, en rende verder de heuvel op, en tuurde in de verte. Hij lachte, hoog en kil, zonder enige vreugde, die hij niet langer kende, en wenkte zijn leger.
Een torens van een kasteel staken hoog boven het land uit, en het leek erop dat ze eindelijk een rijk hadden gevonden. Het kasteel dat ooit van een duister wezen was geweest, dat nu niet meer was dan een kille schim, een ijzige wind, maar ooit heerser van Antar was. En nu, was het van hem, de nieuwe heerser van Antar.
Fintár Taeron, zat op een rijkelijk versierde troon, die uitzicht bood over een grote, kille zaal die op een paar lange tafels na leeg was. Hij streelde de vogel die op zijn arm zat, en glimlachte genoegend.
‘Eindelijk is het zover, Roán. Het moment waarop wij zullen heersen komt dichterbij, ik kan het voelen. Die dwaze elfen, ze denken dat ze een kans maken tegen mij, arme drommels. Mijn leger is sterker dan ieder ander, zei hij het een blik op de zaal, waar zijn gehele leger zich had verspreid over de lange tafels. Alles wat ik nodig heb, zei hij terwijl hij zijn zijn handen balde tot vuisten, is die verdomde amulet!’
Hij sloeg hard op de leuning van zijn troon, en het geluid vulde de hele zaal. Enkele krijgers keken op, maar de meesten gingen door met eten, en sloegen geen acht op hun meester. Fintár keek de zaal in, en vestigde zijn blik op twee kobolden, die vochten om een karkas. Ze werden aangemoedigd door enkele andere wezens aan de tafel, die altijd willig waren voor een gevecht. Het ging er ruw aan toe, en het had Fintár niets verbaasd, als een van hen de dood zou vinden. Maar hij kon geen doden gebruiken, dus stond hij op van zijn troon, en rees zich op in zijn volle lengte. De meeste krijgers keken op naar hun meester, en zwegen.
‘Wezens van het duister, schreeuwde hij, en zijn woorden werden weerkaatst door de muren. Ik tolereer geen gevechten in mijn zaal! Spaar jullie krachten liever voor de oorlog, stelletje dwazen! Nu, ga verder met jullie maal!’
Met deze woorden zweeg hij, en de kobolden zochten hun plaats weer op, nog steeds moordlustige blikken op elkaar werpend.
‘Vlucht maar Tirishia, vlucht maar. We zullen je toch wel vinden, waar je ook bent. Je hebt geen kans, je bent verloren!’
…..verloren, verloren…..galmde het terug.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 11-01-2004, 11:17
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
in dit laatste stukje is het nog onduidelijk waarom die elf de amulet wil, ben dat vergeten er in te zetten maar dat doe ik nog wel es!
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 11-01-2004, 16:15
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Ik heb maar besloten dat ik met dit verhaal niet meer verder ga, op het forum althans.
Dus als iemand het toevallig nog wil lezen ofzo, stuur me ff een prive berichtje ofzo....

Liefs
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 11-01-2004, 18:23
Gothmog
Gothmog is offline
Het laatste stuk gaat dat dan over die ene elf van het begin of is het een andere heerser?

Ik wil dit verhaal wel mog graag verder lezen, ik vind het best goed verhaal.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 11-01-2004, 21:35
Twijg
Avatar van Twijg
Twijg is offline
Ja idd, het is diezelfde elf als die in het begin die wereld in ging, aleen heeft hij nu zegmaar daar een rijk opgebouwd.
__________________
the world's an elvish sight
Met citaat reageren
Oud 12-01-2004, 06:15
Gothmog
Gothmog is offline
dacht ik al
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten Welk boek schrijf je nu?
Type
18 29-01-2004 22:15


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:46.