Advertentie | |
|
16-09-2009, 23:14 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Dus 6x + 10/5 ziet er eigenlijk zo uit: 6x+10 5 En hetzelfde geldt dus voor de rest waar ik een / heb gezet. Sorry voor de onduidelijkheid. In het boek heb je dan een leuk voorbeeld hoe je dit moet oplossen, ik heb alle stappen gevolg maar het antwoord wil maar niet kloppen. Nu ga ik dus echt pitten. |
16-09-2009, 23:52 | ||
Citaat:
dan geef ik ja als tip: kijk nog eens naar de rechter kant van de =. je vermenigvuldigt maar één deel van de vergelijking! |
17-09-2009, 14:35 | |
Verwijderd
|
1; 6x + 10/5 - 5x-30/6 = 2x + 7
2; 30(6x + 10)/5 - 30(5x - 30)/6 = 2x + 7 * 30 3; 6(6x+10) - 5(5x-30) = 60x + 210 4; 36x + 60 - 25x - 150 = 60x + 120 5; 36x + 60 - 25x - 150 + 60x=120 6; 36x + 60 - 25x - 150 + 60x=120 7; 71x - 90=210 8; 71x = 300 9; 300/71 = 4.23 Ik volg nu dus letterlijk elke stap uit het boekje, en nog steeds wil het antwoord niet kloppen. Zou iemand mijn stappen aub willen corrigeren. |
17-09-2009, 15:39 | |
Verwijderd
|
1; 6x + 10/5 - 5x-30/6 = 2x + 7
2; 30(6x + 10)/5 - 30(5x - 30)/6 = 2x + 7 * 30 3; 6(6x+10) - 5(5x-30) = 60x + 210 4; 36x + 60 - 25x + 150 = 60x + 120 -5*-30=150 5; 36x + 60 - 25x + 150 + 60x=120 6; 36x + 60 - 25x + 150 + 60x=120 7; 71x - 210=210 8; 71x = 420 9; 420/71 = 5.92 Ik heb wat veranderingen aangebracht, maar het antwoord klopt dus nog steeds niet. Bedankt voor de tip, ik had dat moeten zien -*-=+. Bij welke stap ga ik nu de mist in? Edit: 7; 71x - 210=210 8; 71x = 0 9; 0/71 = 0 Klopt deze wel? Volgens het boekje moet het antwoord 0 zijn, en daar kom ik nu wel op uit. Laatst gewijzigd op 17-09-2009 om 15:44. |
17-09-2009, 20:02 | |
Verwijderd
|
Ik heb hieronder een vergelijking met breuken en wortels:
(1/9)^x-2 = (3^w3)^x+5 Mijn vraag, hoe los ik de hierboven genoemde eerstegraads vergelijking op? Ik heb wel een idee. (1/9)^x-2 = (3^w3)^x+5 1/9^x-2 = 3 1/3^x+5 1/9^x-x = 3 1/3^-2+5 1/9^x-x = 3 1/3^3 Verder dan dit kom ik helaas niet. Zou iemand deze ook aan mij kunnen uitleggen? Het antwoord moet trouwens 1 zijn. |
17-09-2009, 20:15 | |
Merk op dat en dat . Maak nu gebruik van de eigenschap (am)n = am·n om beide leden als een macht van 3 te schrijven en gebruik vervolgens de eigenschap dat uit ap = aq volgt dat p = q.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
17-09-2009, 20:46 | |
Verwijderd
|
Bedankt. Ik ga nu proberen de oplossing te vinden.
(1/9)^x-2 = (3^w3)^x+5 (3^-2)^x-2 = (3^1/3)^x+5 3^-2x+4 = 3^1/3x+1/243 1/3*x= 1/3x 1/3*5= 1/243 3^-2x+1/3x = 3^1/243 + 2 Termen met x naar links en zonder x naar rechts. 3^-2 1/3x = 3^3/243 Ik doe weer iets verkeerds! Maar wat? |
18-09-2009, 10:39 | ||
Citaat:
om van het rechterlid 120 te maken, trek je daar 60x vanaf. je moet dit dan ook bij het linkerlid doen. en dus niet optellen! 5; 36x + 60 - 25x + 150 - 60x = 210 in het linkerlid heb je +60 en +150, waarom mak je hier -210 van? 6; -49x + 210 = 210 7; -49x = 0 een vermenigvuldiging kan alleen gelijk zijn aan nul als minstens één van de tweefactoren gelijk is aan nul. dus x moet wel nul zijn. je kunt het ook nog één stapje verder uitschrijven: 8; x = 0/-49 = 0 |
18-09-2009, 18:59 | |
Je haalt een aantal dingen door elkaar. Eerst maar eens de oorspronkelijke vergelijking: . Met , en de regel (am)n = am·n vinden we dan dat en . Je hebt nu links en rechts een macht van 3. Werk nu de vergelijking verder uit met de eigenschap dat uit ap = aq volgt dat p = q.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
18-09-2009, 21:14 | |
Verwijderd
|
Bedankt voor de uitwerkingen, dat stel ik erg op prijs. Ik ga het nu proberen op te lossen!
3^-2x+4 = 3^1/3x+ 1 2/3 -2x+4 = 1/3x + 1 2/3 p=q -2x + 4 - 1/3x = 1 2/3 Termen met x naar links -1 2/3x + 4= 1 2/3 -1 2/3x = -3 2/3 Termen zonder x naar rechts. x=3 Het antwoord klopt niet, het moet 1 zijn en niet 3. Wat doe ik deze keer fout? Ik kom er hoop ik wel aardig in de buurt? |
18-09-2009, 23:02 | ||
Citaat:
-2 1/3x +4 = 1 2/3 -2 1/3x +4 -4 = 1 2/3 -4 -2 1/3x = -2 1/3 x = 1 |
18-09-2009, 23:12 | |
Verwijderd
|
Bedankt! Ik heb hier meteen een handvol notities van gemaakt. Als ik klaar ben met de vergelijkingen over breuken en wortels, dan ga ik kennismaken met valse en identieke vergelijkingen! Moet morgen vroeg werken, dus zal er nu geen tijd voor hebben. Ik ga hier zaterdagmiddag of zondag mee verder.
|
20-09-2009, 15:37 | |
Verwijderd
|
Kan iemand kijken of ik deze goed bereken? Hier geldt dat / de streep is en niet een deling.
3x+3/2 - 2x-5/3=2x+2 6(3x+3)/2 - 6(2x-5)/3=2x+2*6 3(3x+3) - 2(2x-5)= 12x+12 9x+9 - 4x+10-12x=12 -7x+19-19=12-19 -7x=-7 x=1 Het antwoord klopt volgens het boekje. En dan een vergelijkingen in een andere vorm. Hier geldt ook dat / de streep is en niet een deling. Ik ga deze proberen op te lossen. x-7/3-1=x-5/12 - 2x+4/6 L = 72(x-5)/12 - 72(2x+4)/6 L = 6(x-5) - 12(2x+4) L = 6x-30 - 24x-48 x-7/3-1 = 6x-30 - 24x-48 Verder dan dit kom ik helaas niet. Zou iemand me hierbij kunnen helpen? Laatst gewijzigd op 20-09-2009 om 16:12. |
20-09-2009, 15:42 | |
Verwijderd
|
Ik begin het denk ik steeds beter te begrijpen.
Zou iemand mij kunnen uitleggen hoe ik vergelijkingen zoals deze hieronder kan oplossen? Ik hoef geen antwoord, een voorbeeld zou denk ik leerzamer zijn. w=wortel. 2=3xw8 3xw3=2w6 2xw2-4=3xw2+w2 xw2=4-2w2 Ik heb geen idee hoe ik ze moet oplossen, in het boek staan ook geen voorbeelden van hoe ik ze moet oplossen. Er staat wel hoe ik een vergelijking moet oplossen, maar niet met breuken en wortels. Alvast hartstikke bedankt! Laatst gewijzigd op 20-09-2009 om 17:10. |
20-09-2009, 17:14 | |
Merk op dat √6 = √2·√3, dus wat levert dit op bij 3x√3 = 2√6?
Merk op dat 4 = 2√2·√2, dus wat levert dit op bij 2x√2-4 = 3x√2+√2 en bij x√2 = 4-2√2?
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
20-09-2009, 17:27 | |
Verwijderd
|
3x√3 = 2√6
3x√3= 2√2*√3 Sorry maar ik heb geen flauw idee wat dit oplevert. Ik denk dat ik een zwak heb bij breuken en wortels in eerstegraads vergelijkingen. Ik moet hier hard aan gaan werken, want ik wil dit zeker snappen. Je kunt in deze vergelijking niets naar het linker lid verplaatsen of naar het rechter lid, want er is geen x in het rechter lid. Of heb ik het mis, en kun je dat wel doen? Ik ga het iig wel proberen op te lossen. 3x= 2√2*√3-√3 3x=2√2 ???????? Laatst gewijzigd op 20-09-2009 om 17:33. |
20-09-2009, 17:53 | ||
Citaat:
bij de tweede pas je allemaal transformaties toe op de rechtervergelijking (wel correct allemaal!), maar zonder deze ook toe te passen op de linker vergelijking. de vergelijking is dan niet meer geldig! is het trouwens (x-7)/(3-1) of (x-7)/3 -1 ? in het eerste geval raak je misschien in de war, maar bedenk dat 3-1 simpelweg 2 is. in het tweede geval zie ik niet in waarom je het niet zou begrijpen, omdat je het in het vorige geval goed deed. |
20-09-2009, 18:07 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
|
20-09-2009, 18:23 | ||
Citaat:
in het eerste voorbeeld doe je het helemaal goed, ik snap dus niet waarom je het nu niet volgt. ik zal de som uitwerken met de transformaties die jij zelf al had toegepast: x-7/3 - 1 = x-5/12 - 2x+4/6 72(x-7)/3 - 72 = 72(x-5)/12 - 72(2x+4)/6 24(x-7) - 72 = 6(x-5) - 12(2x+4) 24x-168 - 72 = 6x-30 - 24x-48 24x - 240 = -18x - 78 42x = 162 x= 162/42 = 3,85.. de uitkomst is niet mooi rond, wat ik wel zou verwachten met een voorbeeldboekje, dus misschien maak ik zelf nu een foutje of ik heb je notatie niet door |
20-09-2009, 19:25 | |
Verwijderd
|
Back.
Zou iemand kunnen controleren of ik de volgende vergelijkingen goed bereken? (√2√2)^x=1024 (2)^x=1024 x=10 Het antwoord klopt niet. Het antwoord moet 13 1/3 zijn. Wat doe ik fout, of wat ben ik vergeten in de berekening te nemen? 2(√2)^x+1 = (4 vierdemachts√2)^x-1 2(2)^x+1 = ( 4 (2 1/4))^x-1 4^x+1 = 9^x-1 Ik kom aan 9, omdat 4* 2 1/4 = 8 4/4 = 9 4^4x+4 = 9^9x-9 4x+4 = 9x+9 p=q 4x+4-4-9x=9-4 4x-9x=5 -5x=5 x= -1 Het antwoord moet 5 zijn en niet 1, wat doe ik hier fout, of wat ben ik hier vergeten? 3x√3 + √27=9 3x√3 + √3^3=9 3x=-9√3^3 ????????? Vanaf hier snap ik het even niet meer. Kan iemand me een zetje in de goede richting geven? |
21-09-2009, 09:40 | ||||
Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
21-09-2009, 12:27 | |
Verwijderd
|
Een leraar op school heeft mij vandaag uitgelegd wat ik fout deed.
(√2√2)^x=1024 (2)^x=1024 x=10 (2 1 1/2)^x=2^10 3/2*1/2=10 p=q 3/4=10 10 : 3/4 = 10*4/3 = 40/3 = 13 1/3 x= 13 1/3 Nu klopt het antwoord. Ik had 1024 als 2^10 moeten noteren. Het antwoord klopt nu dus wel alleen vraag ik me af waarom (√2√2) gelijk stelt aan 2 1 1/2?? En waarom wordt x=1/2 en x niet = 1 1/2, want (√2√2) staat gelijk staat aan 2^1 1/2? Of staat (√2√2) gelijk aan ( 1 1/2), want dan zou het wel kloppen. Dacht altijd dat (√2*√2) gelijk stond aan 2. 3x√3 + √27=9 3x√3 + √9^3=9 3x√3 + 3√3=9 3x=9-3√3-√3 3x= 9-3 3x=6 x=2 Klopt nog steeds niet. X moet √3-1 zijn, Ben iig blij dat ik de eerste nu wel snap. Trouwens, op school loop ik ver voor iedereen met wiskunde. We moesten vandaag breuken optellen op de computer. Echt een eitje. Komt allemaal door jullie fantastische mensen! Laatst gewijzigd op 21-09-2009 om 12:37. |
21-09-2009, 13:14 | ||
Citaat:
w(2)=2^(1/2) vdmw(2)=2^(1/4) (√(2√2))^x=1024 (√2*vierdemachts√2)^x=2^10 (2^(1/2)*2^(1/4))^x=2^10 2^(1/2x)*2^(1/4x)=2^10 2^(1/2x+1/4x)=2^10 (1/2x+1/4x)=10 3/4x=10 x=10 / (3/4) = 13 1/3 |
21-09-2009, 14:31 | |
Verwijderd
|
My bad, dus als ik w2 met een lange dak en eronder w2 zie, is dat gelijk aan w(2) * w(w2)? Oke, begrepen!
Ik ga dan even de laatste en wss de moeilijkste vergelijking van deze opdracht proberen op te lossen. 2(√2)^x+1 2(2)^x+1 2*2^x+1 4^x+1 4^4x+4 (4 vdmw2)^x-1 (4(2^(1/4))^x-1 4*2^(1/4)^x-1 8^1/4x-1/4 4^4x+4 = 8^1/4x-1/4 4x+4 = 1/4x-1/4 p=q 4x+4-1/4x = -1/4 3 3/4x= 3 3/4 x = 1 Grrrr dit wordt irritant. Wat doe ik toch steeds fout? Wil iemand me uit me lijden verlossen? |
21-09-2009, 17:28 | |
Verwijderd
|
Ik denk dat je gelijk hebt, en ik denk ook dat ik een probleem heb bij eerstegraads vergelijkingen als breuken en wortels ter zaken komen.. Ik weet dat het niet onmogelijk is voor mij om het te snappen, maar het zal wel even wat tijd kosten.
Je zei vandaag dat ik deelde bij het linker lid en aftrok bij het rechter lid. Ik had niet door dat ik deelde, want ik deed gewoon - bij het linker lid en ook - bij het rechter lid. En hoe zit dat dan precies bij vergelijkingen met breuken en wortels. Het is toch ook de bedoeling om getallen met x naar het linker lid te verplaatsen en getallen zonder x naar het rechter lid? Zo ja, heb je daar dan andere methodes voor behalve optellen en aftrekken? |
21-09-2009, 17:35 | ||
Citaat:
in deze stap gaat het mis: 3x√3 + 3√3=9 3x=9-3√3-√3 het zou zo moeten: 3x√3 + 3√3=9 (term zonder x erin van links naar rechts halen 3x√3=9 - 3√3 (term links delen door 3√3 om alleen x over te houden, dus term rechts ook delen door 3√3 x=9/(3√3) - (3√3)/(3√3) =9/(3√3) - 1 =3/(√3) - 1 =√3 - 1 |
21-09-2009, 18:31 | |
Verwijderd
|
Het is me iig wat duidelijker geworden. Bedankt!
x√2=4 x=4/√2 x= 4√2/√2 x=4√2 x=2√2 Vereenvoudigd. x= 2√2 Hier had ik eerst moeite mee, maar na jouw tip gezien te hebben snap ik de oplossing meteen. Ik had de vergelijking wel eerst op schrift moeten uitschrijven. Bij deze hieronder heb echter wat meer moeite. Is het nou 2=3x√8 -3x√8=-2 x=-2/(-3√8) Of 2=3x√8 2-3x=√8 -3x=√8-2 x=√8/(-3) - 2/(-3) ? Geen van beide lijkt te kloppen, want het antwoord is 1/6 √2. |
21-09-2009, 18:49 | |||
Citaat:
x√2=4 x=4/√2 x is dus 4/√2. 4/√2 kun je iets verder vereenvoudigen door het volgende te doen (dit heb je al eerder gedaan!): 4/√2 = 4/√2 * √2/√2 = (4*√2)/(√2*√2) = (4 * √2) / 2 = 2 * √2 Citaat:
de eerste oplossing die je doet is dus helemaal goed, maar het had dus ook zo gekund: 2=3x√8 2/(3√8)=x als het goed is weet je nog dat w8 = 2w2, en met dezelfde manier van vereenvoudigen als hierboven volgt dan: x = 2/(3√8) = 2/(3*2√2) = 2/(6√2) = 2/(6√2) * (6√2)/(6√2) = 12√2 / 72 = 1/6 √2 |
22-09-2009, 21:05 | |
Verwijderd
|
Ik heb het allemaal even op papier geschreven, en ik snap nu wel hoe je aan het antwoord komt. Ik had inderdaad zoals je noemt een 'information overload'. Het ziet er trouwens allemaal stukken duidelijker uit op papier.
Zo ziet 12√2 / 72 op papier er zo uit 12√2 72 En dit wordt dan 12/72 √2. En vereenvoudigd 1/6 √2 . Of maak ik hier weer een rare stelling? |
22-09-2009, 21:31 | |
Verwijderd
|
Met de methode die je me hebt geleerd zou ik deze hieronder ook moeten kunnen oplossen. Zou je me kunnen vertellen welke van deze 2 de juiste berekening is, en zou je ook kunnen vertellen waar ik de mist in ga? Ik wil geen antwoorden, alleen wil ik graag weten waar ik een foute berekening maak. Het antwoord moet trouwens 2/3 √2 zijn.
3x√3= 2√6 3x√3= 2√2*3 3x√3= 2*3√2 3x√3= 6√2 3x√3/(3√3)= 6√2/(3√3) x= 6√2/(3√3) * (3√3)/(3√3) x=18√6/18 = 18/18 √6 = 3/3 √6 3x√3= 2√6 3x√3= 2√3*2 3x√3= 2*2√3 3x√3/(3√3)= 4√3/(3√3) x=4√3/(3√3) * (3√3)/(3√3) x= 12√3/18 = 12/18 √3 = 4/6 √3 Alvast hartstikke bedankt! |
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] Help! Ik moet een 9.5 halen voor mijn wiskunde proefwerk! Roeltjeh | 6 | 14-06-2015 20:30 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] wiskunde a-lympiade opdracht scoobydoodoo | 1 | 06-06-2013 13:00 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] Wiskunde (allerlei) 2 Verwijderd | 4 | 17-11-2009 19:39 | |
Algemene schoolzaken |
Nog meer wiskunde? X_Mariet_X | 91 | 23-03-2006 17:00 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Allerlei Functies ?!?!?!?! Verwijderd | 1 | 11-12-2002 17:07 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
leuke wiskunde opdracht! denk allemaal ff mee! duracelkonijntje | 2 | 22-04-2001 18:09 |