Oud 23-01-2004, 12:50
niña
Avatar van niña
niña is offline
Tik, tik, tik, tik. Niet dat ik de geluiden hoor die mijn rits op het bureau maakt, maar ik ken ze. Ik zou graag iets willen om goed mee te kunnen tikken, misschien wel zo hard dat het door mijn dove oren gehoord kan worden. Maar ik mag zulke dingen niet meer. Geen pen, geen potlood, geen schaar, niks waar mee ik iets mee kan beschadigen. Misschien komt dat omdat ik de tweede dag hier mijn trommelvliezen met een pen kapot gestoken heb. Maar dat was omdat Nina maar bleef zeuren. Is ze gvd dood, blijft ze nog aan mijn kop zeuren. Gelukkig was ik nu de slimste van de twee, en heb mezelf doof gemaakt. In het begin was het wel lastig hoor, al die mensen die denken dat ik niet wil luisteren. Ze hadden wel snel door dat er toch iets aan de hand was, want er kwam een dokter langs. En die zei gelijk: ze is doof. Tenminste, dat neem ik aan, want ik kon hem niet horen natuurlijk. Ze zijn me nu al een poosje gebarentaal aan het leren. Ik vind het wel grappig, kan me alleen niet voorstellen hoe ik het in de buitenwereld sta te doen. Wie kan er trouwens in de buitenwereld gebarentaal? Moet ik dan altijd iemand bij me hebben als tolk? Niet dat ik me hier over voorlopig zorgen hoef te maken, want ik zit hier nog vijf jaar. Misschien worden er over vijf jaar wel gebarentaal tolken door de overheid verstrekt. Er valt een schaduw over me heen, en ik merk dat er een meisje is binnen gekomen. Ik zwaai, maar stop niet met tikken. Zo te merken vindt ze het irritant, want ze pakt mijn rits uit mijn handen en duwt mijn stoel van het bureau weg. Ik weiger, en stap uit mijn stoel. Ze kijkt me moe aan. ‘Alsjeblieft Sara.’, zie ik haar gebaren. Ik schud mijn hoofd, pak mijn ritssluiting en ga verder met mijn geluidloze tikken. Ze tikt op mijn schouder. Ik kijk om en zie haar gebaren: ‘Waarom ben je de laatste tijd zo onrustig?” Ik haal mijn schouders op, en gebaar dan: ‘waarom komt de engel nooit meer langs?’ Het meisje kijkt me vreemd aan, ze is pas nieuw en kent mijn engel nog niet. ‘Engel?’, herhaalt ze dan ook. ‘Kyra.’, gebaar ik. ‘Zij redt me van Nina.’ ‘Nina?’, herhaalt ze nu. Ze heeft zo te horen helemaal geen research over me gedaan. Dat vind ik vervelend. Je kunt hier niet zo maar binnen komen en mijn tijd verzieken. ‘Ga eerst maar research doen voordat je bij me terugkomt.’, gebaar ik. ‘Als je niet eens degene kent wie de rede is dat ik hier zit.’ ‘Kyra?’, vraagt ze weer. De woede komt in me omhoog als een lavagolf. ‘Nee!’, gil ik hard, en ik zie haar schrikken. ‘Kyra is de engel!’ Ik weet niet hoe duidelijk ik over kom, maar ik denk dat ik hard genoeg gegild heb. ‘Sara houd op!’, gebaart ze nu onrustig en met grote schrikogen. Ik grinnik, krijg langzaam door dat ze helemaal niet heeft gevraagd of ze hier mag zijn. Ik ben een moeilijke, en zij was zo overmoedig om te denken dat ze me aankan. Ik kijk naar de deur van mijn kamer. Die staat open. Ze ziet me kijken, en loopt er meteen heen. Maar ik ben haar voor. Ik knal tegen de deur aan, zodat hij dichtvalt. ‘Ik ga het je uitleggen.’, zeg ik. Ze kijkt me vreemd aan, dus doe ik het nog een keer in gebarentaal. Ze knikt, maar kijkt tegelijkertijd naar de deur. Ik trek aan haar haar, ze moet naar mij kijken, mijn verhaal horen. Ze moet aan mijn ouders uitleggen dat het goed is dat Nina dood is, dat ze nooit hun dochter is geweest, maar een kankergezwel die ons gezin verwoestte. Ik gebaar voor pen en papier, en die domme trut geeft ze me ook nog. “steek d’r oog uit” schiet er als een gedachte door me heen, maar ik houd me in, ze moet het eerst weten. Ondertussen zie ik dat ze staat te bibberen, misschien heeft ze door wat voor stomme fout ze heeft gemaakt. Ik draai de pen tussen mijn vingers, stop hem in mijn oor en haal hem er weer uit. Dan zie ik dat ze naar de deur gelopen is. Ik weet dat ik haar tegen moet houden, dat ze moet luisteren, maar ik ben versteend. Het moet Nina zijn die me tegen houdt. Het meisje rent mijn kamer uit, maar sluit de deur nu wel. Ik vloek in mezelf, en hoor langzaam haar stem komen. ‘Goh wou je haar ook vermoorden?’, vraagt Nina met venijn in haar stem. ‘Met een kussen, zoals mij? Het was altijd al bekend dat ik origineler was dan jou, maar dit was wel je dieptepunt.’ Ik tik met de pen tegen mijn slaap. Ga weg Nina ga door naar de hel. Blijf hier nu niet hangen. ‘Hel?’, hoor ik haar grinniken. ‘Die wacht op jou Sara, we wachten allemaal tot je zelfmoord pleegt. Papa, mama, opa en oma. Iedereen.’ ‘Nietes!’, gil ik terwijl ik harder tegen mijn slaap ga tikken. Ga weg ga weg ga weg! ‘En waarom denk je dat je ooit nog terug naar de echte wereld gaat? Zo dom is de regering nu ook weer niet.’ Ik duw de pen in mijn slaap, maar haar stem wordt alleen maar duidelijker. ‘Je was gewoon jaloers.’, sneert ze. ‘Ik had je vriendje, je vriendinnen, je opa en oma, er was geen rede meer voor jou om te bestaan. Dus pakte je het maar weer van me af. Mark huilde voor me, toen ze me begraven, net zoals mijn vader en moeder. Want het zijn jouw ouders niet meer Sara, ze hebben zichzelf kinderloos laten verklaren, omdat ik dood ben.’ Ik loop naar de deur, probeer of hij open is. Niet dus. Dan ram ik mijn hoofd er tegen aan. ‘Ik ga niet weg!’, gilt ze. Nog een ram. ‘Ik ben pas weg als jij meekomt!’ Nog een ram. Ik voel het getintel al opkomen. ‘Sara niet doen!’, gilt ze, maar radelozer. Ik gooi mijn hoofd er nog een keer tegen aan, verwelkom het zwart wat me van haar weghaalt. Maar dan schuift de deur me opzij, en ik vloek. Denise komt binnenstappen, vangt me op en legt me op mijn bed. Nina schiet gillend in de lach. ‘Gekke meid.’, gebaart Denise. ‘Je moet jezelf niet zo pijn doen.’ Haar hand gaat over mijn slaap, waar nu bloed over heen loopt. ‘O, o, o toch.’, zucht ze. ‘Laat haar jezelf niet zo in beslag nemen. Ze bestaat niet meer.’ Ik schud van nee. Nee Denise, ze staat achter je naar me te grinniken, omdat ze weer gewonnen heeft. Maar Denise zit aan mijn haar te frunniken, haar met bruine uitgroei, zodat mijn blond weer te voorschijn komt. Zodat ik nog meer op haar lijk. ‘Je moet jezelf niet zo’n pijn doen.’, gaat Denise verder, nu weer in gebarentaal. Ik kijk haar dommig aan. Hoe moet ik Nina anders uit mijn hoofd krijgen? ‘Je kan wel even netjes meekomen hè? Want ik heb nu de spulletjes niet bij me om je wond schoon te maken.’ Als ze zo tegen me praat voel ik me tien jaar jonger. Ik zou bijna willen vragen: kusje erop? Maar ik ben zeventien en zit in een gekkenhuis, dan moet je niet om kusjes vragen. Ik knik als late reactie, en sta op van mijn bed. Ze voert me mee aan haar arm, en ik volg langzaam. Ik mag tenslotte alleen van mijn kamer af met begeleiding, zoveel loop ik dus niet. Het meisje van daarnet loopt langs. Ik schiet in de lach. Het meisje kijkt weg. Ik zie dat Denise haar iets vraagt, maar ik kan niet zien wat. Ik trek aan Denises mouw, zodat we verder kunnen. Ze gebaart iets: even wachten. Ik word ongeduldig, besteed helemaal aandacht aan me of helemaal niet. ‘Rustig Sara.’, gebaart ze. ‘Ik vraag Ilse even waarom ze zonder toestemming bij jou langs is geweest.’ Ik grijns gemeen naar Ilse, ze kijkt me tenslotte toch al aan alsof ik een monster ben. ‘Ga je d’r straffen?’, gebaar ik, maar Denise reageert niet. Dan gebaart Ilse iets, maar ze moet het herhalen omdat ik het eerst niet merk. ‘Sorry dat ik je lastig gevallen hebt.’, gebaart ze. ‘Zullen we opnieuw beginnen?’ Ik reageer niet, grijns alleen mijn tanden bloot. Wat me een ruk aan mijn arm oplevert van Denise. We lopen verder, en ik gebaar een vraagteken, waarom die ruk? ‘Je moet haar niet zo pesten Sara.’, krijg ik als antwoord. ‘Ze wist niet dat ze fout zat.’ ‘Ze gaf me een pen.’, gebaar ik. ‘Ik had d’r kunnen vermoorden.’ ‘Jij bent geen moordenaar.’, gebaart ze vlug voordat ze me de ziekenboeg induwt. Dat is zo mooi van Denise, die begrijpt dat ik van Nina afmoest. Denise zet me op een stoel, rommelt dan wat in één van de laatjes. De ziekenboeg fascineert me, al die dingen waar mee je makkelijk pijn kan doen, maar waar dingen mee worden gedaan waar je vaak beter door wordt. Typisch. Ondertussen heeft Denise mijn wondje uitgespoeld en er een verband om gedaan. Fijn, heb ik weer wat om te pulken. Ze klopt nog wat op mijn hoofd, pakt me dan weer bij mijn arm, en we gaan weer terug. Hondje heeft weer haar rondje gehad. En hondje kan er ook niet vandoor gaan omdat Denise een grote kalmeerspuit in haar zak heeft zitten. En ik kan er niet bij zonder op te vallen. Ik vraag haar of we naar buiten kunnen gaan. Ze gebaart dat we dat eerst moeten vragen. ‘Laten we dat dan gaan vragen.’, gebaar ik. ‘Alles moet van te voren geregeld worden.’, gebaart ze. Verdomd. Zo heb ik Nina niet nodig om zelfmoord te plegen, met deze omstandigheden. ‘Zou het niet veiliger zijn als ik op de eerste zat?’ ‘Je hebt tralies.’ Oooh. Het is allemaal zo.. waarom wil niemand bij me in de buurt zijn?
’s Morgens komt een hoge langs, volgens mij is het zelfs de baas. Hij heeft een borstzakje vol met pennen, maar er staan twee bullebakken naast die op me letten. Denise komt er ook bij. De hoge zegt iets. Denise antwoordt met een twijfelend gezicht. De hoge zegt weer iets, nu met een streng gezicht. Dan draait Denise zich naar me toe. ‘Ik moet van meneer Bonte zeggen dat Kyra weg gegaan is. Ze heeft ontslag genomen.’ Ik grijns, maar dan valt het kwartje. ‘Kyra?’, gebaar ik. ‘Engel?’ De man die Bonte zal zijn tikt Denise aan, zeker om te vragen wat ik zei. Maar Denise negeert hem, zij vindt mij belangrijker. En dat hoort ook natuurlijk. ‘Waarom?’, gebaar ik. ‘Waarom.. waarom laat ze me alleen? Om te vechten tegen Nina?’ Denise aait me over mijn hoofd, gebaart dat ik de enige ben die tegen Nina kan vechten. Dat Kyra maar ook gewoon een mens is. Ik schud heftig mijn hoofd. ‘Nee!’ Bonte wordt ongeduldig. Ik loop naar hem toe, terwijl ik het gebaar voor luisteren maak. Maar dat begrijpt die eikel natuurlijk niet. Hij moet me vertellen waar Kyra heen is. Wat hij met haar gedaan heeft. Ik tik hem aan, maar word meteen vastgepakt door zijn bewakers. Ik wil duidelijk maken dat ik antwoorden wil, maar mijn arm wordt op mijn rug gedraaid. Ik kijk naar Denise, die druk tegen ze aan het praten is. Ondertussen probeer ik los te komen. Het is allemaal een samenzwering, waar is Kyra? Ik probeer harder, maar ik word alleen maar steviger vastgepakt. Dan staat Denise voor mijn neus. Ze gebaart iets. Ik moet rustig doen of ik krijg verdoving. Trut! Ik spuug in d’r gezicht, hoe heb ik haar kunnen vertrouwen? Als Denise haar gezicht afveegt hoor ik een bekend geluid. Nina’s gegiechel. ‘Waar doe je de moeite voor?’, vraagt ze. ‘Wil je zo graag een kasplantje zijn? Met of zonder verdoving?’ ik wil geen kasplantje zijn. Ineens komen de technieken van zelfverdediging in me op, en ik trap op zijn voet, terwijl ik tegelijkertijd in zijn arm bijt. Maar hij laat me verdomd nog niet los. ‘Houd haar stil anders mis ik de ader misschien.’, zie ik Denise duidelijk articuleren. ‘Kastplantje.’, zingt Nina. Waarom hoort niemand haar? Waarom begrijpen ze niet dat het allemaal haar schuld is? Maar voordat ik op een antwoord kan komen voel ik de injectiespuit in mijn arm gedrukt, en voel ik mijn spieren verslappen. Weer verloren.

En zo zit ik hier, terwijl ze me af en toe bezoekt. Ze lacht me uit, omdat oma anderhalf jaar geleden heeft gezegd dat niemand langs zou komen. Ze zegt dat ze bij haar wel langskwamen, maar ik dacht dat niet zo was. Maar ik weet het niet zeker meer. Ik denk het liefst ook niet zo veel. Dat verwart me. Denise is nu mijn vaste verpleegster, ze is ook heel goed met gebarentaal. Ik kan ook liplezen, maar ik lees niet graag dingen die over mij gezegd kunnen worden. Dat verwart me. Er hangt een grote klok achter tralies in mijn kamer, ook al is hij van plastic. Daar kan ik op kijken hoe laat het is, maar ik weet toch hoe laat Denise komt, hoe laat ik ga douchen, hoe laat ik eten krijg. Dat is fijn, dat alles vast staat. Het enige probleem is dat ik niet zeker meer weet waarom ze langskomt. Wat ik haar aan heb gedaan. Waarom mijn ouders en grootouders niet meer langs willen komen. Dan hoor ik haar giechelen, en zeggen dat ik het mezelf aan praat, dat ik het zogenaamd niet meer weet. Laatst zei ze nog het ergste: dat zij mijn tweelingzus is, en dat ik haar vermoord heb. Maar ik heb toch helemaal geen tweelingzus?
__________________
“I have a friend who is a stripper. You’re much happier than her.”
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 23-01-2004, 16:27
Verwijderd
Soms is het wat verwarrend, maar ik blijf me afvragen hoe het verder gaat, enz.
Met citaat reageren
Oud 23-01-2004, 17:11
niña
Avatar van niña
niña is offline
Dank je.
het was als oppositie van Nina Tuinder bedoelt, denk dat dat wel gelukt is.
__________________
“I have a friend who is a stripper. You’re much happier than her.”
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Software & Hardware [Computer] Raar tikkend geluid
Stofzuigerslang
27 21-01-2006 14:10
Huiswerkvragen: Exacte vakken getik in een kopje.
Tampert
11 05-08-2004 15:33
Verhalen & Gedichten Tik Tik
Beryll
4 29-10-2003 13:30
Psychologie deurklink-tik
moucie
20 13-01-2003 20:21
ARTistiek [(spannend?) verhaal] tik, tik
DarkCat
13 24-07-2002 16:36
ARTistiek Zoals het klokje thuis tikt,tikt het hier niet [fractie uit een dagboek]
kaleidoscope
11 28-02-2002 19:18


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 19:17.