Inderdaad. Standaardvolgorde is:
subject - predicaat
Ingeval van bijzinnen varieert de plaatsing van die bijzin binnen de hoofdzin zeer. Bovendien wijkt het Latijn alsdan hierin af van het Nederlands, dat éérst het onderwerp van de hoofdzin komt, dáárna de bijzin, en dan de rest van de hoofdzin:
Wij zouden zeggen:
Toen Caesar (= tevens onderwerp hoofdzin, maar wordt geintroduceerd in de bijzin...) zich naar Rome haastte, werd hij (...terwijl hij in de hoofdzin middels een pers. vnw. wordt aangeduid) ervan op de hoogte gesteld,....etc
Terwijl de Romein zegt:
Caesar (begin hoofdzin!), cum Romam festinaret (bijzin), certior factus est.....etc
Nog een opmerkelijkheid is, dat een bijv. nwm met bijbehorend zelfst. nw. in combinatie met een voorzetsel (bv.: "met groot plezier") in het Latijn, indien dat voorzetsel éénlettergrepig is, van elkaar gescheiden worden, zó, dat het bijv. nmw. ter linker zijde, het zelfst. nmw. ter rechter zijde van het voortzetsel komt. Dus zo:
magno cum gaudio
ipv
cum magno gaudio
Een en ander went overigens zeer snel. Sterker, ik voor mij vind magno cum gaudio veel aantrekkelijker klinken dan onze volgorde.
Let op dat op de Latijnse manier het bijv. nmw. de nadruk krijgt. Juist doordat het Latijn een aanmerkelijk vrijere woordschikking kent dan de meeste moderne talen, vanwege het flecterende karakter ervan, kan een Romeins auteur, dmv woordschikking, zaken benadrukken, of juist marginaliseren. Dit maakt tegelijk dat van standaardvolgorde veel afgeweken wordt.
__________________
"Wen von den praktischen Juristen überfällt nicht manchmal das tiefe Gefühl der Leere und des Ungenügenden seiner Beschäftigung?" von Kirchmann
|