Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 18-08-2006, 19:58
Verwijderd
Een nieuwe zondag

Zondag, vorige week zondag, was het zo’n dag om ’s ochtends vroeg op te staan en te gaan wandelen. Wandelen in het bos om te genieten van de geweldige mooie natuur. Ik hoefde de wekker daarvoor niet te zetten. Als ik wakker word en de zon is gedeeltelijk opgekomen, weet ik het. Vanochtend wandelochtend! De vogels roepen me, ze hebben me nodig. Hoe kan de natuur immers mooi zijn zonder dat er mensen zijn die haar op het mooiste, vredigste moment van de dag bewonderen?
Het was die zondag dus wandelochtend voor mij. Tijdens het aantrekken van mijn jas probeerde ik me te herinneren wat ik die nacht gedroomd had. Altijd komt het dan wel weer in flarden boven: Er was een konijn in mijn kamer. Thuis hebben wij nooit konijnen gehad, maar er was toch een konijn in mijn kamer. Met zijn prachtige witte vacht besloot ik hem meteen Sneeuwwitje te noemen. Ik opende de ramen en schreeuwde: “Sneeuwwitje bestaat, het levende bewijs zit in mijn kamer keutels uit te scheiden!” Toen ik omkeek was hij verdwenen. Ik dook de trap af alsof ik een glijbaan afging met het gezicht naar beneden gericht. In de keuken zat een konijn. Het konijn hing aan de kraan, die stroomde en stroomde en er klonk het geluid van een waterval. Het konijn was wit, maar had groene en rode vlekken gekregen. In plaats van wat je zou verwachten, namelijk dat het konijn al het water opdronk en zijn buik ontplofte of dat hij het water juist uitspuugde, leek het erop dat de kraan het konijn leeg dronk. Binnen enkele seconden was de kraan gestopt, dichtgedraaid door een onzichtbare hand en hing het konijn, oranje geworden, als een verloren, doorweekte handschoen boven de gootsteen.
Zondag, het was tijd om te wandelen en de natuur te bewonderen. Terwijl ik mijn droom nog probeerde te analyseren was ik al bij het bos aangekomen. Ik ging op de grond zitten en keek omhoog. Een eekhoorn vluchtte een boom in en kronkelde als een spiraal naar de top ervan. Een mier kroop over me heen. Ik aarzelde geen moment, klemde hem voorzichtig tussen mijn nagels en bracht mijn hand naar mijn mond. Met een sprong kwam ik overeind, ik hief mijn handen ten hemel en, ook al was er niemand die het kon horen, ik zei: “Ik, koning van de zondagochtend, heb zojuist laten zien wie hier de meerdere is. De mens is superieur aan het insect, laat dat bewezen zijn. Mijn maag kan het mierenzuur met groot gemak aan. Ik ben onoverwinnelijk!”
Het was zondag en de stralen van de zon schenen fel in mijn ogen. De zon leek zich weer eens niets aan te trekken van mijn aanwezigheid, terwijl je zou verwachten dat die zich zou verbergen voor zo’n grootmacht als ik. Een koprol, dat was het eerste wat ik deed en ik liep vrolijk, trots en voldaan door. Met stappen zo groot als ik kon, wandelde ik, genietend van het koele briesje en van het geluid van de om erkenning roepende vogels. Ik keek naar de bomen, zo nu en dan zag ik een eekhoorn die de baan van een wenteltrap maakte rondom de hogere bomen, om zich te verbergen voor de persoon die zojuist een mier heeft verorberd. Sommige mensen menen door de bomen een bos niet meer te zien, maar ik vergeet soms de bomen te zien als deze een bos vormen. Het compleet volmaakte ecosysteem, dat ik zojuist heb verstoord, is voor sommigen een warboel van bomen, maar voor mij een geheel, een bos.
Het was zondag, voor zij die zich met illusies bezig houden niet meer dan een dag van rust en een dag waarop de kerk bezocht moet worden. Maar ik liep in het bos, ik ben een van de mensen die nog wild is, die nog weet dat er een tijd was waarin de mens en de natuur één waren, waarin mensen mieren moesten eten om te overleven, waarin herten gedood werden om te eten en niet omdat het er volgens onze normen teveel zouden worden. Ik ben een van de mensen die het verschil kan zien tussen een rups en een worm, die ik overigens tot nu toe nog niet had gezien deze zondagochtend.
Op deze zondag, waarop ik over Sneeuwwitje het konijn had gedroomd liep ik door het bos en ik zag, zich verschuilende achter één van de bomen die voor sommigen het uitzicht op het bos belemmert en volgens mij niet meer dan een cel van het bos is, een konijn zitten. Ik keek nog eens. Ik keek nog eens na me omgedraaid te hebben met mijn ogen dicht. Er zat een echt konijn. Hoewel het geen uitzondering is dat ik op mijn wandelochtenden konijnen tegenkom, was dit voor mij het moment om het op een schreeuwen te zetten: “Helpt mij, o bomen in dit bos! Vergeef mij dat ik u als cellen heb bestempeld. Jullie macht is wat ik nu nodig heb! Dit konijn, richt het te gronde, zodat zijn rode vlekken hem zullen omsingelen!” Als een dwaas bleef ik gillen, bleekrood van angst. De zon leek nu wel onder de indruk. Het licht was binnen enkele seconden verdwenen en diepzwarte wolken dreven aan de hemel. FLITS! KABOEM! Hier zaten geen seconden tussen, de bliksem was vlakbij ingeslagen! Er kraakte iets, een boom viel om. Verbijsterd keek ik toe hoe het konijn daar lag, weerloos en dood, wat betreft zijn lichaam geheel besmeurd met bloed. Het kon tenminste schuilen voor de regen, dacht ik, de boom beschermt hem.
Op die zondagochtend, die voorbestemd was als mijn wandelochtend, was er – tegen alle voorspellingen in – plotseling een enorme, korte, felle onweersbui geweest. Ik noemde het mijn wereldwonder. In een flits werd ik me ervan bewust dat ik misschien wel goddelijke krachten had en dat dit het moment was om daarachter te komen. “Bomen! Buig voor mij!” Er kwam geen storm die de bomen deed bewegen, er gebeurde niets. “God! Neem mij niet in de maling! Help mij, ik heb honger!” Er kwamen geen mieren over me heen kruipen, er gebeurde niets.
De illusie, die ik vorige week op zondag kreeg, dat ik paranormale vermogens zou hebben, had mij al gauw verlaten. Toeval, dat is alles in deze wereld, besloot ik, de nuchtere Hollander die ik ben.
Op gewoonlijke wandelochtenden, niet zoals deze op die zondag, loop ik, geniet ik van de prachtige natuur en voel ik mij levend. Ik besloot nu gewoon door te lopen en mijn mannelijke intuïtie te negeren en eenvoudig te doen wat me te doen stond: leven. Ik liep en zag gewoonweg de konijnen niet die mij passeerden en mij angst probeerden aan te jagen. Ik liep en keek naar de eekhoorntjes en naar de zon, die zich niets hadden aangetrokken van het onweer. Alsof het er nooit was geweest. Even haperde mijn verstand en keek ik naar de plek waar de boom was gevallen. Er lag geen boom, er stònden alleen maar bomen, die ik eerder de cellen van een bos noemde.
Die zondagochtend was mijn wandeling anders dan andere wandelingen, zelfs anders dan die van mij. Ik besloot dit keer eens een pad in te slaan waar ik nog niet geweest was. Gewoon het eerstvolgende pad nemen, om te kijken waarop ik uit zou komen. Om je leven spannend te houden, moet je zo nu en dan iets doen waarvan je niet weet hoe het afloopt. In zekere zin voldoet je geboorte daar al aan; er is niemand, behalve waarzegsters en Hij die aan het hoofd van de hemel staat, die weet hoe het af zal lopen.
Het eerste pad dat ik op deze wonderlijke wandelochtend passeerde na mijn besluit om dat pad te nemen, was een pad dat begon met een bordje met daarop de tekst: “Verboden voor onbevoegden” Mij best, dacht ik, dan is het verboden voor onbevoegden, wat maakt mij het uit. Bomen zijn bomen, het bos is het bos, er zal wel niets engs te vinden zijn.
Met het ontspannen loopje van iemand die deze zondag heeft uitgekozen om op de vroege ochtend een wandelingetje te maken door het bos, sloeg ik die weg in. Ik keek naar links, wat ik zag waren bomen, ik keek naar rechts, wat ik zag waren bomen. Links hadden de bomen bladeren en dat gold ook voor de bomen aan mijn rechterhand. Een ontroerende volmaaktheid was wat ik zag, maar had ik daarvoor dit pad genomen? Ik besloot voor de verandering vooruit te kijken. Ik zag iets, ik zag iets! Het was een schommel. Zou het een speeltuin zijn, waarom dit pad verboden is voor onbevoegden?
Op die zondagochtend ging de 43-jarige man die ik ben voor het eerst sinds zijn kindertijd een speeltuin betreden. Het moest wel een bijzondere speeltuin zijn, want hij was verboden voor onbevoegden. Met tranen in mijn ogen zag ik steeds meer voorwerpen, een glijbaan, een trampoline, een duikplank – waarin zou je kunnen duiken? - een op de kop staande boom, een… Een op de kop staande boom? Wat moest dit nu in godsnaam voorstellen? Dit was iets om van dichterbij te bekijken. Bovenin, of eigenlijk onderin, bij de wortels bedoel ik, zaten konijnen te knagen. Ik voelde een hoofdpijn opkomen, wat was dat voor droom geweest, waardoor ik nu zo reageerde op die lieve, geen vlieg kwaad doende konijnen? Ik besloot op de schommel te zitten om wat rust te nemen.
Zondagochtend wandelochtend, het staat bekend als een ochtend waarop je de beste momenten hebt om ingevingen te krijgen. Ik wist namelijk opeens wat de uitdrukking geweest had moeten zijn. “Door de bomen de speeltuin niet meer zien.” Dit moest een geheime speeltuin zijn waar zich hele bijzondere attracties bevinden! Hiermee zou ik rijk kunnen worden, dit is de bron van ideeën! Ik liep naar de duikplank, ik stapte erop. Op dat moment hoorde ik geritsel, snelle voetstappen. Er kwam een man op me af rennen. Hij oogde schlemiel en niet gevaarlijk, maar uit zijn gezicht kwam onweer. Hij droeg een tuinbroek en rende op klompen wat de snelheid niet bevorderde, hoewel hij er wel vrij makkelijk mee liep. Het eerste wat in me opkwam was: een gek. Er komt een gek aan die me wil duwen, die me in mijn oor komt schreeuwen, die vraagt of ik bij hem thuis kom om brandnetelsoep te eten.
Vorige week op zondagochtend meende ik een gek op klompen te ontmoeten. “Wat zijn we hier aan het doen?” “Ik geniet van de natuur, het is mijn wandelochtend vandaag, ziet u?” “Ja, ja, op die manier. U bevindt zich hier op privé-terrein, meneer, dus hierbij mijn verzoek het pad waarover u bent gekomen weer af te lopen en verder bomen te kijken. U bent niet welkom hier.” “Maar mijnheer, dit moet een misverstand zijn!” Ik pakte mijn portemonnee om mijn identiteitsbewijs te pakken. “Laat maar eens zien”, zei de man op klompen. “Bas Vuistman, ha, ha! Wat een naam!” “Ja, heel leuk, maar kijkt u nu eens verder.” Dat bleek de man op klompen moeite te kosten, maar ik merkte dat hij langzamerhand wel de onderste regel op het pasje zou tegenkomen. “Status van bevoegdheid: positief?” Hij keek me aan alsof hij keek naar een man die konijnen uit zijn mond spuugde. “Ik spuug geen konijnen uit, meneer, ik ben gewoon een bevoegde. U heeft zich vergist, laat me nu met rust.” “Het spijt me.” Ik zag dat een traan hem ontglipte. “Dit is nooit eerder voorgekomen, geniet u vooral verder hier of wat u ook wil doen. Ik hoop dat u de laatste bevoegde bent die ik aanzie voor een onbevoegde. Maar klaagt u me alstublieft niet aan, meneer, vergissen is immers menselijk.” “Sommige vergissingen zijn menselijk, ja. Laat me nu met rust.” Hij rende weg alsof een leeuw hem achterna zat.
Op deze droevige zondagochtend werd een bevoegde ervan verdacht onbevoegd te zijn. Van de verdenker is nooit meer iets vernomen. De man op klompen was uit zicht en ik dook, zonder te weten waarin. Onder de laag bladeren waardoor ik eerst ging, werd ik omringd door slijm. Ik wist dat ik geen loopneus had, dit moest dus betekenen dat ik in het neusgat van de aarde was gedoken. Ik krijste en probeerde me met alle kracht eruit te worstelen. “Help mij nog één keer! Bomen van het bos, ik smeek u!” Een gigantische storm ontstond en een boom viel in het neusgat, in de eindeloze uitgestrektheid van het slijm. Via de boom kon ik de oever bereiken, waar ik opstond en – de storm was inmiddels alweer gaan liggen – me tegen de op de kop staande boom ging schuren om het slijm, vermengd met enkele neusharen en gestold bloed, zoveel mogelijk los te doen laten. De konijnen, die zich voedden met de wortels, sprongen naar beneden en snuffelden aan mijn voeten. Ik schreeuwde van angst, ik huilde, ik voelde voor het eerst sinds mijn jeugd tranen langs mijn wangen lopen. “Ga weg! Ga weg! Ik heb jullie niets gedaan! Hang aan een kraan en laat je leegzuigen!” Enkele konijnen landden op mijn handen die naar de lucht wezen. Mijn vingers en tenen werden één voor één afgebeten en verteerd in de hongerige konijnenmagen.
Vandaag, weer een zondagochtend, voel ik dat het wandelochtend had kunnen zijn. Ik ben er niet meer toe in staat. Mijn voeten zijn geruïneerd en daarmee ook mijn leven. Ik heb honger, maar de mieren schieten me niet te hulp. Ik zal sterven in het bos waar ik vorige week in ben gelopen om mijn wandelochtend te houden.

Laatst gewijzigd op 18-08-2006 om 20:23.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 20-08-2006, 21:38
Verwijderd
Niemand geinteresseerd begrijp ik?
Met citaat reageren
Oud 20-08-2006, 23:49
MartinV
Avatar van MartinV
MartinV is offline
jawel, ik!

ten eerste wat opmerkingen over de vorm, moet even.
1. Gooi er wat witregels in.
2. Begin een zin die iemand spreekt op de volgende regel.
Die dingen storen me.

De rest aan spelfouten, zinnen die anders kunnen, laat ik aan iemand anders over.
Ze zijn me trouwens weinig opgevallen.

Het verhaal:

Erg origineel. Geestig op zijn tijd, en een goede filosofische gedachte.
Dat van dat gezegde, door de bomen het bos niet meer zien, vond ik leuk gevonden.
En een leuke, niet perse noodzakelijke dialoog, maar dat maakt het verhaal wel levendiger.

Wel erg metaforisch. Ik neem aan dat het hele verhaal uit een droom bestaat? Het is moeilijk te bedenken wat nu eigenlijk de clou is. Of zit er geen clou in, droomt ie dit, zoals je altijd vreemde dingen droomt?
Ik weet dat het ongebruikelijk is, maar ik zou dit verhaal willen doorgronden, dus zou je misschien een kleine toelichting kunnen geven?
(ik weet er verder namelijk weinig commentaar over te geven)
__________________
Who invented liquid soap, and why?
Met citaat reageren
Oud 21-08-2006, 08:50
Orpheus
Orpheus is offline
Citaat:
trouser schreef op 18-08-2006 @ 20:58 :
[B]Een nieuwe zondag

Zondag, vorige week zondag, was het zo’n dag om ’s ochtends vroeg op te staan en te gaan wandelen. Wandelen in het bos om te genieten van de geweldige mooie natuur. Ik hoefde de wekker daarvoor niet te zetten. Als ik wakker word en de zon is gedeeltelijk opgekomen, weet ik het. Vanochtend wandelochtend! De vogels roepen me, ze hebben me nodig. Hoe kan de natuur immers mooi zijn zonder dat er mensen zijn die haar op het mooiste, vredigste moment van de dag bewonderen?
Het was die zondag dus wandelochtend voor mij. Tijdens het aantrekken van mijn jas probeerde ik me te herinneren wat ik die nacht gedroomd had. Altijd komt het dan wel weer in flarden boven: Er was een konijn in mijn kamer. Thuis hebben wij nooit konijnen gehad, maar er was toch een konijn in mijn kamer. Met zijn prachtige witte vacht besloot ik hem meteen Sneeuwwitje te noemen.
Geweldig mooie - overdaad aan bijvoegelijk naamwoorden.
Als - het is een zekerheid ; wanneer ik wakker word
Immers - totaal overbodig, storend woordgebruik
mooiste - wederom - teveel bijvoegelijke naamwoorden
Altijd komt het dan wel weer - lelijke zin.

Beter is ; Normaal komt het wel weer naar boven/ omhoog.

Met zijn - Vanwege zijn.


--

Hier laat ik het even bij, op deze manier kun je zelf wel verder.
Het is best leuk, maar er zitten echt teveel fouten in.
__________________
Naamloos kun je niet schuilen// Het pseudoniem is gelogen vandaag.
Met citaat reageren
Oud 21-08-2006, 11:22
Verwijderd
Citaat:
Orpheus schreef op 21-08-2006 @ 09:50 :
Geweldig mooie - overdaad aan bijvoegelijk naamwoorden.
Als - het is een zekerheid ; wanneer ik wakker word
Immers - totaal overbodig, storend woordgebruik
mooiste - wederom - teveel bijvoegelijke naamwoorden
Altijd komt het dan wel weer - lelijke zin.

Beter is ; Normaal komt het wel weer naar boven/ omhoog.

Met zijn - Vanwege zijn.


--

Hier laat ik het even bij, op deze manier kun je zelf wel verder.
Het is best leuk, maar er zitten echt teveel fouten in.
Oké bedankt. Zijn dat zulke afschuwelijke fouten dan? Die bijvoeglijke naamwoorden waren eigenlijk juist de bedoeling, "Als" en "Met zijn" vind ik wel echte fouten en de andere snap ik eigenlijk gewoon niet. Wat jij storend vindt hoeven niet per se fouten te zijn?

@MartinV: Ik ben niet iemand die verhalen schrijft om de clou. Ik schrijf iets en wat ik wil zeggen is precies wat ik schrijf, ik draai er niet omheen. Ik probeer de lezer gewoon te vermaken en de gestoorde in mijzelf te uiten. Ik denk dat je optie dat dit gewoon een erg rare droom van de hoofdpersoon is, wel dicht in de buurt komt van mijn idee.

Over die witregels, ik werk altijd met 3 spaties aan het begin van een alinea maar dat komt hier niet zichtbaar. En dialogen moet ik misschien anders opschrijven idd .
Met citaat reageren
Oud 22-08-2006, 11:19
GroeneThee
GroeneThee is offline
Citaat:
Orpheus schreef op 21-08-2006 @ 09:50 :
Geweldig mooie - overdaad aan bijvoegelijk naamwoorden.
Als - het is een zekerheid ; wanneer ik wakker word
Immers - totaal overbodig, storend woordgebruik
mooiste - wederom - teveel bijvoegelijke naamwoorden
Altijd komt het dan wel weer - lelijke zin.

Beter is ; Normaal komt het wel weer naar boven/ omhoog.

Met zijn - Vanwege zijn.


--

Hier laat ik het even bij, op deze manier kun je zelf wel verder.
Het is best leuk, maar er zitten echt teveel fouten in.

Dit zijn geen fouten, dit zijn dingen die jij persoonlijk niet mooi vindt.
heb het nog niet gelezen btw, zal het nu even gaan doen
Met citaat reageren
Oud 22-08-2006, 15:38
Verwijderd
Citaat:
GroeneThee schreef op 22-08-2006 @ 12:19 :
Dit zijn geen fouten, dit zijn dingen die jij persoonlijk niet mooi vindt.
heb het nog niet gelezen btw, zal het nu even gaan doen
Doe je daar nu 4 uur over?
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Liefde & Relatie Mijn verhaal
Undertow
21 10-05-2011 15:39
Verhalen & Gedichten Een derde gedachte, (verhaal, nog niet af).
Noor-91
3 26-01-2006 09:55
Verhalen & Gedichten Een treinbrief ( beetje lang weer )
Verwijderd
14 15-09-2004 14:45
Verhalen & Gedichten Verhaal: de traagheid van het bestaan
Tisch
19 20-05-2004 22:19
Psychologie Mijn kliniek verhaal
Eend
21 15-08-2002 14:05


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:50.