Oud 02-07-2004, 08:56
Verwijderd
Quod erat demonstrandum’’ Meneer Mier, quod erat demonstrandum ? Rustig keek ik op van mijn schetsboek om te zien waar al dat gegiechel om me heen vandaan kwam.QUOD ERAT DEMONSTRANDUM!! In een waas zag ik een paar staalblauwe ogen op me gericht, nog half verdwaasd antwoordde ik snel, maar met twijfel in mijn stem:,uhm, wat goed opgemerkt moet worden?’’Oude de Gier zuchtte even, een nanoseconde wierp ik een blik in mijn boek en herstelde. Dit maal hard en duidelijk om de aandacht van het gezucht af te leiden zei ik, wat bewezen moest worden’’. De gier knikte goedkeurend, maar dat merkte ik maar half op, ik heb echt geen stoffige oude leraar nodig om te weten dat mijn intelligentie quotiënt stukken hoger ligt dan bij de rest uit gymnasium 6. De eerstvolgende keer dat ik op keek was bij het geluid van de zoemer, weer een lesuur voorbij waarin me niks is verteld dat ik nog niet wist.

Schoorvoetend liep ik naar de aula, de pauze, mijn favoriete half uur van de dag. Van de verte zag ik ze al zitten, de enige drie mensen die ik langer dan 10 minuten om me heen kon hebben zonder gillend gek te worden. Kijkend naar mijn voeten liep ik, een stuk sneller dan voorheen, de aula in en plofte neer op de eeuwige vierde lege stoel aan de tafel. Ik kan mezelf er niet van weerhouden om soms te denken aan hoe ongelukkig die stoel geweest moest zijn als ik dit groepje niet was komen verblijden met mijn intellect. Ook al zijn dit, op mij na natuurlijk. De drie slimste mensen van school en ben ik van tijd tot tijd blij dat ik me bij deze hoogbegaafden mag scharen, vaak zit ik me te verbazen over hun stompzinnige interesses.

Daar zaten ze, mijn vrienden Snok, Vranx en Maarten alledrie gebogen over een staalkleurige pen die Snok als een uiterst kostbaar voorwerp in zijn handen hield. Snok groette mij niet maar begon meteen te vertellen over dit opzienbarende kleinood. “Dit wat ik nu in mijn handen heb, is een pen” zei hij. “Ik heb hem voor een flinke prijs via het magische internet besteld, en men gebruikt deze pen alleen bij de NASA om te schrijven in de ruimte! Als ik dus ooit in de ruimte kom, heb ik de zekerheid dat ik zal kunnen schrijven”. Vranx en Maarten bulderden van het lachen en ik grinnikte.

De mensen om ons heen waren druk aan het praten en lachen en besteedden verder geen aandacht aan ons. Ik keek uit mijn ooghoeken naar het tafeltje bij het raam waar zij zat. Ze was druk in gesprek met haar vriendinnen, wat gepaard ging met veel gegiechel.

Ineens overviel mij de drang iets te doen, iets opvallends waardoor iedereen mij even op zou merken en in zijn geheugen zou prenten. Ik wil graag dat mensen denken dat ik gek ben. Misschien ben ik dat ook wel echt, verschil moet er zijn. Zonder echt na te denken ging ik op mijn stoel staan, maar durfde niet om me heen te kijken.

Zou ze kijken? Het blonde engelachtige meisje dat me na al die maanden nog steeds niet op wou merken? Sommige mensen zijn onbegrijpelijk. Ziet ze dan niet dat ik anders ben en dat ik haar veel meer kan bieden dan die gespierde twintiger die overduidelijk over weinig hersens beschikt? Wat zag ze er weer goddelijk uit. Alleen bij de gedachte dat ze nu ook naar mij keek werd ik vlinderig in mijn buik en verspreidde zich een vreemd gevoel door mijn lichaam. Ik hoorde al snel gegnuif en gelach om me heen. Ik bleef staan met mijn hoofd naar de grond gericht en mijn haar voor mijn ogen, volhardend in positie. Na een tijdje ging ik weer zitten, mijn vrienden keken me allen geamuseerd doch verbaasd aan. Ik ben veruit de grappigste en origineelste van dit groepje, dat is duidelijk.

Zonder nog verder aandacht aan de lachende leerlingen te besteden opende ik mijn brooddoos en begon te knagen aan de boterhammen met kipfilet die mijn moeder voor me had gemaakt. “Weer kipfilet?’ vroeg Snok. Ongeïnteresseerd keek ik op, niet met de intentie te antwoorden op een vraag als deze. Ik was zeker niet van plan om voor de zoveelste keer uit te leggen dat kipfilet met zijn maagdelijk lichte kleur en malsheid het enige vlees is dat ik eet. Die kleur, zo stel ik me de huid van sneeuwwitje voor. Die malsheid, die vergelijkbaar is met de zachte sensatie die je moet voelen als je voor de eerste keer stiekem je hand laat glijden over het been van een meisje. Snerend zou ik tegen Snok willen zeggen:” Kipfilet? Waarom Kipfilet, mijn beste jongen? Kipfilet voedt mijn lust, mijn onverzadigbare lust naar jonge meisjesbenen!” Natuurlijk zeg ik dit niet, maar knik ik licht met mijn hoofd om Snok tevreden te stellen. En ja hoor, zonder verder enige aandacht aan mij te besteden gaat hij verder met het verhaal over zijn idiote NASA pen.

Bij het wederkeren van de rust in de aula kijk ik onder mijn haar uit voorzichtig haar kant op, nooit eerder heb ik de kans gehad om haar zo langdurig te bestuderen. Volgens mij hebben ze sportdag, de brugklassers, hun pauze valt nooit tegelijk met die van ons. Als ik op mijn horloge kijk zie ik dat de pauze voorbij is. Snel prop ik mijn boterham naar binnen en vestig mijn aandacht weer op haar. Ze draait zich om, pakt haar knalroze rugzak en zet hem op haar schoot, onze blikken kruisen. Als geobsedeerd blijf ik haar aanstaren, maar dat lijkt haar niet te deren, niet eens op te vallen. Dan gaat de zoemer, de meisjes staan op en lopen luid pratend richting sportveld. Mijn blik verschuift om te blijven hangen bij haar benen, haar blanke, soepele jonge meisjesbenen.

Ik stond samen met Snok, Vranx en Maarten op en langzaam begaven we ons richting het lokaal Engels. Mevrouw Aalst keek furieus toen ik het lokaal binnenliep. Ik gaf haar een onverschillige blik en plofte neer op mijn vaste plekje bij het raam. Ze bleef me aankijken, wat me erg nerveus maakte. Ik keek voorzichtig terug. Toen zei ze dreigend; “Luister meneer Mier, ik weet dat je goed bent in Engels. Waarom haal je dan in godsnaam een 2.8 voor het tentamen?” Wat moet ik daarop zeggen? Dat die hele school me niet interesseert? Dat ik wel wat nuttigere dingen met mijn tijd kan doen, maar dat niemand dat toch snapt, omdat deze hele maatschappij gebaseerd is op het halen van een diploma om vervolgens je hele leven te gaan werken bij een baas en jezelf te laten afbeulen? In plaats daarvan mompelde ik ; “uh sorry ik had weinig tijd om te leren”. Gek genoeg nam ze genoegen met dit antwoord. Ze begon met de les en ik verzonk zoals gewoonlijk in gedachten. De afgelopen dagen gaan voorbij in een waas. Ik begin me steeds vaker af te vragen wat ik nog op school doe. Dingen die me enthousiast zouden moeten maken gaan langs me heen. Ik heb vaak het gevoel alsof ik gevangen ben in een kooi met spijlen die louter bestaan uit zachte pianomuziek.

Thuis is het lekker rustig. Hier kan ik me storten op alle belangrijke dingen waar ik later in ga uitblinken, maar die ik nu nog moet verzinnen. Daar spendeer ik de meeste tijd aan, verdoofd op mijn bed liggen om iets te bedenken waardoor ik op zal vallen bij mensen, niet omdat ze me raar vinden, maar omdat ze inzien met wat voor genie ze werkelijk te maken hebben. Ik ben er van overtuigd dat die dag komt, de dag dat ik beroemd word. Toen ik een jaar of 10 was, dat is ook alweer 9 jaar geleden, mocht ik voor de eerste keer optreden op een voorspeelavond van de lokale muziekschool. Allemaal jonge jongetjes opgedirkt alsof ze hun eerste communie gingen doen en dan ik met mijn tuinbroekje aan en een veel te grote bril op. Ik viel bijna, toen ik op een veel te hoge pianokruk probeerde te klimmen, maar toen ik eenmaal zat en mijn vingertoppen op de toetsen had gezet ging alles vanzelf. Ik keek niet op of om naar het publiek, maar ik wist dat ze ademloos zaten te luisteren. Nadat mijn pianostuk afgelopen was viel ik wel van de kruk af, maar dat liet me koud, op dat moment wist ik dat ik het helemaal ging maken. Dat die mensen niet geruisloos waren wegens het muziekstuk, maar wegens mij. Die geruisloosheid heeft zich niet vaak meer voorgedaan de jaren daarna. Aan voorspeelavonden heb ik niet meer meegedaan. Waarom zou ik aan een hoopje nietsnutten met een hele hoop illusies mijn kunsten gaan vertonen? De bevestiging die ik die dag, 9 jaar geleden, kreeg was het laatste dat ik nodig had om in te zien dat ik een geweldenaar ben.

Sindsdien speel ik met de vraag of ik die begaafdheid het beste kan gebruiken om een geniaal muziekstuk te componeren of dat ik maar meteen het geneesmiddel voor kanker ga ontdekken. Als ik dit eenmaal besloten heb, dan zal het niet lang meer duren voordat ik de jongen ben die iedereen graag zou willen zijn. Dan zal het ideaalbeeld van gespierde twintigers snel in de vergetelheid raken. Dan zal iedereen ineens weer van Mozart houden, van spinazie en zal bij iedereen de zomer hun favoriete jaargetijde zijn. De zomer, waarin iedereen het zo druk heeft dat ze zich alleen maar met hun eigen zaken bemoeien, het seizoen waar kleding eigenlijk onnodig is en daarom ook zo min mogelijk gedragen word. Bij de gedachte aan de zomer doezel ik vaak weg en begin ik midden op de dag te dromen, over jonge meisjes, met kleine handjes en ogen zo blauw als die van een baby, met lichtblond haar als een engel, in het bezit van een naïviteit die hun praktisch heilig maakt en met een lust naar alles wat nieuw is, wat hou ik van jonge meisjes.

Ik stond op en nam plaats achter mijn pianokruk. Vanaf het moment dat ik mijn vingers op de toetsen neervlij ben ik een ander persoon. Ik heb geen bladmuziek nodig, ik weet altijd precies welke noot ik moet spelen om menig hart te bekoren. Mensen zonder creativiteit spelen muziek die door anderen geschreven is. Mijn muziek voerde me ver weg, ik ontsteeg mezelf en keek neer op deze door mensen verpeste wereld. Ik heb altijd al het gevoel gehad nergens bij te horen. Ik houd van mijn familie maar beschouw ze niet als mijn bloedverwanten. Ik vind mijn vrienden aardig maar zou ook best zonder hen kunnen. Ik geloof niet dat mijn mening puberaal is, ik meen altijd wat ik zeg in tegenstelling tot de vele mensen die mijn pad tot nu toe gekruist hebben. Hoeveel meisjes hebben mijn hart al gebroken? Toch zorgen meisjes ook voor mijn nimmer eindigende inspiratie. In mezelf mijmerend herhaalde ik een paar akkoorden steeds na elkaar. Eerst zachtjes, toen harder en steeds harder tot ik bijna de pijn voelde die deze klanken in mij teweeg brachten. Tranen sprongen bijna in mijn ogen. Alles wat ik voelde galmde door mijn kamer, het dreunde in mijn hoofd. Muziek is mijn leven, de enige manier waarop ik mij kan uiten is muziek. Dit is de enige kunstvorm waar ik verliefd op ben. Het enige dat mij diep raakt. Plots riep mijn moeder dat het eten klaarstond. De betovering was verbroken en ik stond op van mijn pianokruk.

Ik liep de trap af en ging met mijn hand langs de muur. Omdat iedereen altijd de leuning vasthoud ga ik met mijn hand langs de muur terwijl ik op de trap loop en streel haar alsof het een bang jong hondje is dat ik gerust moet stellen. Misschien ben ik gek. Mijn moeder riep me wederom maar ik riep niets terug. Ik liep de keuken in en schoof aan tafel bij mijn familieleden. Mijn broertje Kris keek me vol bewondering aan en ik keek terug. Hij kijkt me altijd vol bewondering aan, ik heb hem min of meer opgevoed. Ik heb hem mijn liefde voor muziek bijgebracht, hem leren nadenken over het leven en het besef dat alles vergankelijk is. Hij is nog maar veertien en toch wijzer dan de meeste mensen die ik ken.

Ik houd ervan om met mijn familie aan tafel te zitten. Mijn vader, die op zijn bord geconcentreerd de leukste anekdotes vertelt tussen de happen door, en mijn moeder, die iedereen voorziet van een goed gevuld bord, mijn zus die duidelijk van het leven geniet en kleine Kris. Ik eet altijd iets anders dan de rest omdat ik weinig lust en ik wil me onderscheiden van anderen. Ik praat nooit veel aan tafel, ik praat altijd zachtjes tegen mezelf. Als ik mijn vork neem zegt een stemmetje in mezelf; “Hij nam zijn vork, waar met zorg een stukje kip aan geprikt was, en bracht deze voorzichtig naar zijn mond’’. Ik ben me erg bewust van alles wat ik doe, en toch doe ik veel fout. Ik kan niemand anders zijn dan mezelf en toch ben ik nooit wie ik wil zijn.

Soms haat ik mezelf. Mijn moeder keek me onderzoekend aan en wees op mijn arm. “Hoe kom je aan dat litteken op je arm, Rob?” zei ze. Wat zou ik haar graag vertellen over Lisa. Lisa met de azuurblauwe ogen en de huid van sneeuw die tot voor kort mijn grote liefde was. Ik vroeg haar mee naar het strand om haar daar mijn liefde te verklaren. Ze had het koud en ik sloeg mijn arm om haar heen. Dat willen meisjes als ze zeggen dat ze rillen van de kou. Ik bracht mijn gezicht dichter naar het hare en wilde mijn lippen op die van haar drukken. Ze draaide haar hoofd weg en zei helder; “sorry Rob, maar ik zie jou gewoon als een vriend, verder niks”. Ik stamelde iets, ik weet niet meer wat en ze haalde een mes tevoorschijn. Ze maakte een snee in haar arm en in die van mij. “Zo” zei ze. “Nu zijn we bloedbroeders”.

Eerst komt de pijn, dan de poëzie. Lisa is labiel, en toch intrigeert ze mij mateloos. Ze wou mij niet. Toch maakte ze een snee in mijn arm. Ik intrigeer meisjes ook, maar ze zijn slechts geïnteresseerd in mijn brein. Ik heb geen goddelijk lichaam en ik weet ook niet wat ik met al die vlezige materie aanmoet. Ik had liever gewoon een zwevende geest gehad in plaats van dit lichaam wat ik altijd met mij mee moet slepen. Mijn moeder onderbrak mijn gepeins met haar starende blik en ik antwoordde dat ik niet wist hoe ik aan dat litteken gekomen was. Ze geloofde het. Kun je het geloven? Maar goed sinds die actie op het strand is Lisa niet meer mijn grote liefde. Want drie weken geleden zag ik het blonde meisje op school. Ik weet haar naam niet maar ik weet bijna zeker dat deze even mooi is als de blik in haar ogen wanneer ze lacht.

Ik heb het talent om me vrij snel over onbeantwoorde liefdes heen te zetten. Lopend op straat kom ik zoveel nieuwe, voor mij onbekende, meisjes tegen die mijn nieuwsgierigheid zodanig prikkelen dat ik soms in een permanente staat van verliefdheid verkeer. Gekscherend heb ik verschillende malen gezegd dat ik verliefd ben op alle vrouwen, wat erg is, is dat ik dat niet eens heb gelogen. Heb je dat wel eens gehoord? In alles wat iemand zegt, ook al is het maar een grapje of een sterk verhaal, overal zit een kern van waarheid in. Zo dus ook in mijn uitspraak. Ik kan me mateloos interesseren voor vrouwen en dan vooral voor meisjes, hun manier van bewegen, de manier waarop hun geest werkt.

Ik krijg al kriebels als een willekeurig meisje mij per ongeluk aanstoot of als mijn blik die van een ander kruist. Ik ben niet kieskeurig, ik wil het vrouwen niet ontzeggen om de kans te krijgen mij te leren kennen en beminnen. Ook al staan ze niet om me te springen, zelf weet ik dat ik een soort Don Juan de Marco ben. Als ik ze in mijn greep heb, ze eenmaal hebben geproefd van de passie die ik in de liefde nog sterker bezit als in mijn pianospel, dan zijn ze verkocht.

Als ik eerlijk ben gaat het me op dit moment nog niet eens om ware liefde, ik ben net als elke man. Ik houd van seks en snelle auto’s. Dat verwacht men niet van me, misschien is het daarom juist wel zo, je moet altijd verrassend blijven als je zo’n man bent als ik, ik, ik, ik! Als ik zeg dat ik op alle meisjes verliefd ben, maar in de volgende zin begin over seks, dan zul je begrijpen dat er toch wel in zekere mate aantrekkingskracht aanwezig moet zijn. Zelfs daar ben ik niet moeilijk in. Als ik op straat loop lijkt het misschien alsof ik naar de grond kijk. Door mijn haren heen scan ik echter de straat af. Dan voel ik me aangetrokken tot veruit iedereen die mij speciaal lijkt. Van de verte kan ik al een scheve neus, sproeten of spleetje tussen de voortanden spotten, een afwijking is bijzonder, bijzonder aantrekkelijk. Aangezien er weinig mensen zijn met een perfect symmetrisch gezicht heb ik geluk. Ik moet niet ver zoeken om me eens goed te kunnen verlekkeren bij een bijzonder prachtig wezen van de andere sekse.

Al is er soms een uitzondering, of ik weet niet eens of ik het een uitzondering kan noemen. Van tijd tot tijd is er wel eens een meisje waar ik totaal van in de ban raak, waar ik constant aan denk en waar ik, als ik het zelf mag zeggen, vrij perverse fantasieën over heb. Ik vertel mezelf altijd maar dat het normaal is op deze leeftijd, maar soms twijfel ik aan mijn geestestoestand. Nu is dat meisje dus, de blonde engel, zoals ik haar liefkozend noem. Aangezien ze in de brugklas zit en ik haar maar kort geleden heb “ontdekt”, weet ik helemaal niks van haar, alleen van haar wondermooie verschijning ken ik elke centimeter.

“Ga je nou weer gelijk naar boven, Rob?” vroeg mijn moeder na het eten. Na 19 jaar zou ze toch wel moeten weten dat ik niet graag beneden voor de tv zit, ook niet bij hun. Ouders zien nooit de slechte dingen van hun kinderen, of ze zien ze wel, maar ze willen ze niet onderkennen. Zo weet ik zeker dat mijn moeder het asociale gedrag dat ik vertoon afschrijft aan de pubertijd, dat terwijl ik vanaf mijn tiende jaar, al niet meer normaal in de omgang was. Je zou mogen verwachten dat de pubertijd opgehouden zou zijn als je de glorieuze leeftijd van 19 jaar hebt bereikt, ach misschien heeft hij zijn sporen nagelaten. Ik doe net of ik haar niet hoor en loop rustig de trap op, ze roept me niet na, dat is wel iets dat ze heeft geleerd in de afgelopen jaren.

Op mijn bureau zie ik mijn biologieboek liggen, opengeklapt bij het hoofdstuk waar ik morgen een tentamen over heb, dat moet vast toeval zijn, want ik heb dat hele hoofdstuk nog nooit gezien. Ik ben ook zeker niet van plan om te gaan leren, mijn engel heeft nog 5 jaar te gaan, dus als ik dit jaar zou zakken, zou het geen ramp zijn. Deze gedachte houd ik me voor als ik mijn schetsboek pak en een donkere maan teken die met open krater de aarde toeschreeuwt. Ik hou van ronde voorwerpen, kon toen ik klein was uren achtereen met een tennisbal in mijn handen zitten of hem gelijkmatig tegen de muur laten stuiteren. Ze hebben me wel eens willen laten testen voor autisme, maar gelukkig waren mijn ouders te trots en te koppig om dat toe te laten. Tot zover ben ik dus nog hokje en stickervrij, ik behoor nergens toe.

Een van mijn grootste hobby’s naast muziek is het versieren van meisjes. Ik hou ervan om hen te bestoken met sms-jes en geheimzinnige mailtjes. Soms “werk” ik aan meerdere meisjes tegelijk zodat de spanning voor mij groter is. Ik weet dat ze al die aandacht fantastisch vinden, en ik weet ook altijd precies wat ik moet zeggen. Al zeg ik het zelf, ik kom over als een leuke, verlegen en charmante jongeman. Of ik dit in de praktijk ben weet ik niet, ik vrees dat ik al menig meisjeshart teleurgesteld heb. Het is bij mij namelijk zo dat als ik een meisje eenmaal voor mij gewonnen heb en ze praktisch aan mijn voeten ligt, ik steeds ongeïnteresseerder word. Het hele meisje kan mij niet meer bekoren en blijkt veel minder leuk te zijn dan ik dacht, veel minder hemels. Alleen al bij de gedachte dat zo’n meisje ook naar het toilet moet word ik onpasselijk. Engelen drinken honing uit gouden kelken en slapen op een bedje van zacht mos. Ik vind het verschrikkelijk als ik mijn huidige vriendin hoor zeggen dat ze honger heeft, of dat ze onder toeziend oog van heel de school struikelde. Zoiets mag mijn vriendin niet doen. Ik heb ook een gruwelijke hekel aan meisjes die uitgaan en beneveld worden door de drank. Suikerzoet, braaf en mooi moet ze zijn. Misschien idealiseer ik wel te veel maar dat doe ik het liefste.

Ik wil de realiteit niet onder ogen zien, maar anderen zouden dit misschien bestempelen als “bang om een relatie aan te gaan”. Integendeel! Ik ben niet bang om een relatie aan te gaan maar al die meisjes blijken toch niet goddelijk genoeg te zijn voor mij. Als ik een meisje eenmaal heb doe ik onbewust zo afstandelijk mogelijk. Ik bel haar niet, als we afspreken kom ik minstens 2 uur te laat en ik geef korte onsamenhangende antwoorden. Meestal worden zulke meisjes wanhopig en in tranen vragen ze me waarom ik zo doe. Uiteraard kan ik hier niet op antwoorden. Soms voel ik me wel een klein beetje schuldig maar je moet altijd voor je eigen welzijn en geluk kiezen, vind ik. Zodra ik merk dat ik verliefder wordt dan haar, haak ik af. Te vaak heb ik mij pijn laten doen. Ik heb gezworen dat ik de prikkende pijn die achter mijn ogen ontstaat en zich uit in dikke zoute tranen nooit meer mee wil maken. Niemand kan de pijn voelen die ik voel. Mijn piano biedt altijd troost, verder is alles in de wereld vergankelijk en nep. Ik haat de wereld waar ik in leef, ik haat de mensen om me heen, ik haat gelukkige naïeve mensen, en tegelijkertijd aanbid ik dat soort mensen omdat ik zo nooit kan worden. Ik weet soms niet wat ik met mezelf aanmoet.

Vroeger had ik nog wel eens de illusie dat ik mensen uit kon leggen, hoe ik dacht, wat ik dacht en hoe ik in elkaar zat, maar die hoop heb ik laten varen. Als mensen me nu dingen vragen of me iets vertellen vind ik het niet de moeite waard om een antwoord te geven van meer dan drie woorden. Ik ga mijn best daar niet voor doen, als ik langer dan een maand of drie regelmatig contact heb met iemand en die persoon al die tijd genoegen heeft genomen met mijn drie woorden dan ben ik best bereid om af en toe eens met een volzin te reageren. Tegen die tijd zijn de meeste al afgehaakt, en degene die over zijn gebleven verdwijnen ook, omdat ik weinig tot geen initiatief toon om zelf een gesprek te voeren. Je zou het contactgestoord kunnen noemen, maar zelf noem ik het liever gewoon lui. Je zou bijna kunnen zeggen dat ik thuishoor bij de weinige mensen die geen anderen nodig hebben, helaas is dat iets waar ik alleen maar van kan dromen. Geen mensen nodig hebben zou heerlijk zijn, doen wat je zelf wilt, je nergens iets van aantrekken, want je hebt ze niet nodig. Ik heb niemand nodig om tegen te praten, praten doe ik wel tegen mezelf als ik toch iets nuttigs terug wil horen. Alleen het zien, daar zit de kneep. Als ik niemand om me heen had en niemand zou zien, zou ik ook niks hebben om over te fantaseren. Dan had ik geen afwijzingen om me mee bezig te houden, geen beledigingen die ik moest analyseren, kortom hoe verdrietig het me soms stemt, ik zou niet zonder ze kunnen, mensen.

Mensen, mensen, mensen…. Meisjes, meisjes, meisjes… Ineens zit ik recht op in bed, met de verkreukelde maantekening onder mijn arm. Ik ben vast weer in slaap gesukkeld. De laatste tijd val ik wel vaker in slaap terwijl ik mijn contemplaties aan het overdenken ben, ik schrik dan midden in de nacht weer wakker om vervolgens wakker te blijven tot de volgende ochtend. Het schijnt dat het normaal is om regelmatig wakker te schrikken als je iets dwars zit, maar als dat het geval was, dan zou ik nooit slapen. Ik houd er van om midden in de nacht wakker te zijn, geen geluid, geen afleiding, gewoon een paar uur helemaal alleen met jezelf en je gedachtes, prachtig toch. Na een paar uur is het alleen minder prachtig. Je kunt jezelf dan wel voor je kop schieten, omdat je de slaap niet kan vatten. In het donker zie je overal iets, bij elke rondslingerende trui ben je geneigd om je iets anders voor te stellen en soms als je lang voor je uit staart in het donker, puur in het donker, lijkt het wel eens of je gezichten kan zien in het donker, die je tarten en op je af komen. Gezichten die net zo ongrijpbaar zijn als de nacht zelf, en die je niet kan ontlopen, behalve als je het licht aan doet, maar daar ben ik te trots voor. Dan lig je daar in het holst van de nacht. Dat is het enige moment wanneer ik hoop dat het licht word en dat ik snel weer mijn bed uit moet om naar school te gaan. Als ik om kwart voor 6 uiteindelijk toch nog even in slaap val en om zeven uur mijn moeder hoor roepen, dan kan ik me wel weer voor mijn kop schieten, dit keer wegens de onzinnigheid van school.

Ik zoek mijn bril die op het nachtkastje ligt en stap uit bed. Ik vind het moeilijk om ’s ochtends uit mijn bed te stappen. Dan gloei ik nog van de warmte. Puur en ongeschonden voor ik weer een dag met al zijn beslommeringen moet trotseren. Ik schuifel naar de badkamer waar Kris bezig is zijn haar zo te kammen dat het lijkt alsof het niet gekamd is. Ik kam mijn haar zelden, ik haal een nat washandje over mijn gezicht en besluit mezelf vandaag eens te scheren. Het is mij nog steeds een raadsel of vrouwen nu van ongeschoren wangen houden of juist niet. Ik luister graag de meisjes af die voor of achter me in de bus zitten en vaak vang ik dingen op als ”En hij had van die sexy stoppels op zijn wangen, echt helemaal geweldig!” maar als ik met mijn ongeschoren gezicht een meisje zoen zegt ze negen van de tien keer; “Iehh jij prikt!”. Probeer vrouwen niet te begrijpen. Terwijl ik dit alles denk sta ik op één been in de badkamer naar mezelf te turen. Ik scheer me toch maar niet vandaag. Kris is inmiddels bezig zijn haar voor zijn ogen te kammen, zoals ik het ook altijd doe. Voor ik de kans krijg om mijn gelaat te deppen met een koud washandje stormt mijn zus de badkamer in en jaagt Kris en mij er uit. Vrouwen. Ik graai blindelings wat kleren uit mijn kast en doe deze aan. Ik gooi wat boeken in mijn tas en loop de trap af, met mijn hand langs de muur.

Mijn boterhammen met kipfilet liggen al klaar en ik zijg neer op een stoel. Kris rent de trap af, geeft mama een kus, grist zijn pakketje boterhammen van tafel en vertrekt. Kris gaat namelijk op de fiets naar school. Ikzelf neem liever de bus, dan kan ik onder het genot van een dak boven mijn hoofd mijn leven overpeinzen. Ik schrok snel mijn boterhammen naar binnen waar op mijn moeder zegt ; “Rob, eet toch niet zo snel! Waarom sta je niet wat eerder op!” Waarop ik mompel ; “Opstaan is een van de dingen des levens die ik best zou missen als de dood zich tot mij neemt”. “Wat?” zegt ze. “Oh” antwoord ik, “Niks mama, tot vanmiddag”. Ik doe mijn bruine ribjas aan, en met mijn leren boekentas loop ik naar de bushalte.

Ik kijk rond, mezelf afvragend waarom het zo’n troep op straat is, omgegooide roestige vuilnisbakken, onleesbare leuzen met oranje spuitbus geklad op een muurtje bij een nabijgelegen speeltuin. Terwijl ik de overgebleven slapers uit mijn ogen probeer te wrijven zie ik van de verte de bus aan komen rijden, als ik een beetje de pas erin zet haal ik hem nog net. Ik ren nooit om het openbaar vervoer te halen, voor geen bus, trein of tram zul je me zien sprinten. Te laat komen deert me niet, de mensen die daar een probleem mee hebben zeggen alleen maar dat ze me missen als ik er niet ben en dat wil zeggen dat ze toch wel blij zijn om me te zien als ik uiteindelijk op kom dagen. Bijna tegelijk met mij komt er een groepje scholieren aan, rennend natuurlijk, als die allemaal nog in moeten stappen, hoef ik me niet te haasten en een paar meter voor de bushalte wacht ik om mijn bril recht te zetten en nog even een hand door mijn haar te halen.

Bij het instappen kijk ik de chauffeur niet aan, onhandig duw ik mijn abonnement in zijn gezicht en snel strompel ik de bus door zoekend naar een plaatsje voor mij alleen. Uit mijn ooghoek zie ik een plaatsje helemaal achter in de bus. Ik blijf toch staan, als ik mezelf over alle rugzakken heen zou worstelen moet ik op een gegeven moment wel op kijken en de spottende gezichten van mijn medescholieren zien. Staan is dan een betere optie. Een groepje jongens achterin lijkt helemaal in rep en roer, af en toe hoor ik het woord voetbal vallen. Vlug pak ik de “Spits” die op het bagagerekje naast me ligt en op de voorpagina staat in grote letters: “Oranje op het randje”. Na het stuk gelezen te hebben slaat mijn humeur om. Tien minuten geleden liep ik nog relaxt de deur uit, nu voel ik me verongelijkt en schaam ik me voor het gedrag van mijn mede Nederlanders.

Laatst gewijzigd op 02-07-2004 om 09:00.
Advertentie
Oud 02-07-2004, 11:01
Gordijn
Gordijn is offline
Goed!
Echt goed!
__________________
OLEE
Oud 02-07-2004, 17:48
Verwijderd
Citaat:
brugmansia schreef op 02-07-2004 @ 11:01 :
Goed!
Echt goed!
dank je maar volgens mij vind de rest het wat te lang om te lezen
Oud 02-07-2004, 18:26
Verwijderd
Untrue, ik heb er gewoon niets aan toe te voegen. Het is meesterlijk hoe je beschrijft dat hij zich verheven boven de anderen voelt, eigen ervaring? Verder geen foutjes (zou wel wat lullig staan, in een verhaal van perfectie en verhevenheid)

Grim
Oud 02-07-2004, 19:01
Verwijderd
Hm, waarom doet dit mij denken aan Harry Mulisch?
Oud 02-07-2004, 20:25
K-sean
K-sean is offline
wow... je hebt onder woorden gebracht wie ik ben... zó vet. Ik sta versteld. Ben hier gekomen via vriendin en heb het meteen een heleboel mensen laten lezen.

In hoeverre is dit autobiografisch?
Oud 02-07-2004, 20:52
FIEloSOOF
FIEloSOOF is offline
behoorlijk geweldig
__________________
wees gekust
Oud 02-07-2004, 23:16
Verwijderd
haha ik ben blij dat iedereen tot zover het leuk vind !!! Het is niet gebaseerd op mijzelf (ik ben een meisje), maar wel min of meer op iemand die ik ken, het is het begin van een boek dat ik samen met een vriendin aan het schrijven ben en dit hele eerste stuk draait er inderdaad om dat het een beetje een narcistisch iemand is, maar aan de andere kant is het ook een gewone puber met veel gewone puberdingen, maar dan anders, het verhaal hoort nog een stuk door te gaan uhm..tot hij een jaar of 35 is, maar goed zo ver zijn we nog lang niet. En ja, ik ben wel een Mulisch fan inderdaad!! Ik ben in ieder geval superblij met de reacties tot zo ver
Oud 03-07-2004, 12:32
Sasbeest
Avatar van Sasbeest
Sasbeest is offline
Vind het zwaar goed! Maar volges mij zou ik wel gek worden, als ik iemand kende die zo "vol van zelfvertrouwen" is
__________________
Liefde was als de regen, ze veranderde in ijs of verdween
Oud 04-07-2004, 15:55
FIEloSOOF
FIEloSOOF is offline
Komt er eigenlijk nog meer? Lijkt me wel behoorlijk leuk
__________________
wees gekust
Oud 04-07-2004, 16:35
Astuanax
Avatar van Astuanax
Astuanax is offline
Superverhaal!!

ik ben beginnen lezen omdat ik de pos. reacties hierboven zag, daarvoor leek het me veel te lang, misschien kan je beter in het vervolg wat minder tegelijk posten, 1A4'tje per keer ofzo!

Keep up the good work!
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
Oud 04-07-2004, 17:01
Verwijderd
haha ja, er komt natuurlijk nog een vervolg op of het gaat in ieder geval gewoon verder, maar nu moeten we zorgen dat het niet te langdradig gaat worden, iemand nog tips om dat te voorkomen?
Oud 05-07-2004, 18:37
Verwijderd
Zo, we zijn al wat verder gekomen dus hier een vervolg:

Zou het Nederlandse voetbalteam louter uit ferme gasten bestaan die op mijn niveau zaten deden we het heel wat beter bij de kampioenschappen. Ik blader wat door de “Spits” maar val bijna om door een onverwachte bocht. Als ik me vastgrijp aan de dichtstbijzijnde stoelleuning laat ik het blaadje uit mijn handen glippen. Oprapen is geen optie als iedereen kijkt en de mogelijkheid bestaat dat ik struikel. Met mijn voet schuif ik het blaadje onder een stoel en kijk uit mijn ooghoeken naar mijn medebuspassagiers. Die hebben gelukkig niks gemerkt van mijn bijna-val. Enkele jaren geleden toen ik pas op de middelbare school zat struikelde ik een keer over een tas en viel genadeloos hard op mijn gezicht, midden in het gangpad. Alle spottende blikken waren op mij gericht. Ik had het liefst door de grond willen zakken of weg willen kruipen. Het pootje van mijn bril was afgebroken, mijn hoofd deed pijn en ik had wel kunnen huilen wat ik uiteraard niet deed. Een paar haltes later stapt een oude dame uit en ik ga op haar plek zitten. Eindelijk rust. Ik zet mijn koptelefoon op en laat de muziek van Portishead door mijn hoofd galmen.

Ik doe mijn ogen dicht en met mijn hoofd tegen het koele raam en het ritmische getik van de plots opgekomen regen sukkel ik terug in slaap. Ik waan me terug in het warme bed waar ik nog geen half uur geleden in lag, draai mijn lichaam en leg mijn hoofd te rusten. Op wat? Verschrikt doe ik mijn ogen open en kom tot de conclusie dat ik op de schouder van een meisje had gelegen met mijn hoofd. Ik had niet eens gemerkt dat ze naast me was komen zitten. Wat een ellende. Ik voel een blos naar mijn wangen stijgen en weet dat ik rood word. Alle dingen die ik zou kunnen zeggen zouden dit voorval alleen maar erger maken dus zeg ik maar niks. Ik voel dat ze naar me kijkt en ik voel me uitermate ongemakkelijk. Gelukkig zijn we net bij de laatste halte en iedereen stapt uit. Ik wacht tot iedereen uit de bus is gestommeld en verlaat het voertuig als laatste. Op mijn gemak wandel ik naar school, oranje spreuken lezend op de muren.

Plots word ik op mijn schouder getikt, als ik achter me kijk zie ik het meisje uit de bus. Er verschijnt een lach op mijn gezicht en net als ik op mijn charmantst mijn excuses aan wil gaan bieden doemt de verschijning van een jongen achter haar op. De rode blos van voorheen kruipt weer op mijn wangen en het goede gevoel dat ik een paar seconde eerder had trekt weg net als het bloed uit mijn gezicht. “Wat moest dat?” zegt de ongezond brede jongen voor zijn leeftijd. N..n..niks ik uh..ik..uh..was in s..slaap gevall..llen, zeg ik terwijl ik denk, hebben we weer zo’n oetlul die zich alleen maar verstaanbaar kan maken door met zijn knots een paar keer op de vloer te slaan en wat kreten uit te stoten. Dit bij voorkeur bij een concert van Normaal. Nog voor hij hier op kan reageren besluit ik snel weg te lopen en verder mijn kostbare tijd niet te besteden aan Meneer Matje.

De meters daarna voel ik zijn warme adem nog in mijn nek. Snel voeg ik me in het fietsenhok bij Snok die zijn boekentas aan het inruimen is. Iets dat je moet weten van Snok is dat zijn snelbinders twee jaar geleden al aan vervanging toe waren. Zeker twee keer in de week belandt zijn boekentas, soms met soms zonder hem, in volle vaart op de grond. Het eerste jaar vroeg ik hem herhaaldelijk waarom hij niet gewoon nieuwe snelbinders, een spin of desnoods wat stalen kabels kocht. Altijd gaf hij hetzelfde antwoord: Ik heb deze maand geen geld om zo’n onverwachte aankoop te doen. Nu snap ik dat een paar snelbinders vergeleken bij een ruimtepen een fortuin kost, maar week in week uit van je fiets vallen lijkt me toch ook niet echt een boost voor je ego.

Tot ik me besefte dat Snok net als mij zijn eigen rare redenen voor dingen heeft. Waarschijnlijk niet zo gegrond en doordacht als mijn redenen zijn, maar als ik denk op Snok zijn niveau kan ik me best wat argumenten voor zijn keuze indenken. Hij kan natuurlijk niet elke dag nieuwe dingen kopen om, naar zijn eigen zeggen, de show mee te stelen. Zelf ga ik de dag zo onopvallend mogelijk door, natuurlijk heb ik mijn momenten dat ik even zou willen dat iedereen naar mij zou kijken, maar dat komt wel als de tijd rijp is, daar heb ik me bij neergelegd. Bij Snok is het precies het tegenovergestelde. Het vallen van zijn fiets is volgens mij voor hem hetzelfde als zijn ruimtepen, de show stelen. Daarom ben ik maar opgehouden over de snelbinders en hoop ik dat hij snel weer een nieuwe frutsel heeft zodat zijn knieschijven intact blijven.

Snok neemt zijn gehavende tas van zijn fiets en we lopen naar binnen. Het eerste wat ik doe is om me heen kijken of ik mijn engel niet ergens zie. Tot mijn enorme vreugde zie ik dat ze net een papiertje op het mededelingenbord prikt. Dit moet mijn geluksdag zijn! Zodra ze weg is sprint ik naar het bord en kijk eerst naar haar handschrift. Ik geloof dat meisjes die ronde mooie letters schrijven, met hier en daar een sierlijke krul een mooi karakter hebben. Je handschrift bepaalt wie je bent. Snok komt geïnteresseerd naast me staan en snel gris ik het briefje van het bord. Snok is ook goed in scheikunde en de dames zijn nooit echt gecharmeerd van hem. Deze uitgelezen kans om bijles te geven aan het mooiste meisje van school is niet voor hem. “Wat heb je daar? Wat stond erop?” vraagt hij nieuwsgierig. “Ow uhm een aanbod voor een tweedehands brommer” verzin ik. Snok is meteen al niet meer geïnteresseerd. Hij vindt brommers verderfelijke machines. Vranx komt naar ons toegelopen met een jongen die geloof ik Lars heet en Snok zijn ruimtepen graag wil zien. Trots als hij is begint Snok meteen te vertellen en de aandacht is gelukkig niet meer op mij gevestigd.

Snel lees ik wat er op het briefje staat.
“Bijles gevraagd voor scheikunde. Heb je interesse, bel dan naar 0114-31890. Groetjes Jasmijn, 1HD.”
Mijn hart begint te bonken als een gek. Ze heet Jasmijn. Jasmijn Jasmijn Jasmijn! Dit is mijn kans! Ik zou het liefst een klein rondedansje maken en blij lach ik mevrouw Aalst toe, die net passeert. Verbaasd kijkt ze me aan, en om mijn lach meer kracht bij te zetten zwaai ik uitgelaten naar haar. Hoofdschuddend loopt ze door. Lars probeert de pen op een stukje papier dat op Vranx zijn gebogen rug ligt. Ik zeg dat ik even wegmoet en ik huppel naar mijn kluisje. Een mooi moment als dit kan je met niemand beter delen dan jezelf. Ik loop de hoek van de gang om en ik sta bijna oog in oog met mijn engel die Jasmijn blijkt te heten. Om oogcontact te vermijden duik ik snel weg in de wc. Ik bekijk mezelf in de spiegel en geef me een denkbeeldig schouderklopje. Goed gedaan jongen! Nu alleen nog bellen, maar dat is van latere zorg. Ik ben toch de enige die dit weet.

Als ik terugloop naar Snok en Vranx voel ik dat iedereen me aanstaart. De mensen die bij hun kluisjes staan lijken me toe te juichen en met een loopje als Tom Cruise draag ik mezelf sierlijk de gang door. Af en toe knik ik als ik een oud klasgenoot tegenkom, want op het moment gun ik het iedereen om de dag van hun leven te hebben en wat is daar nou een betere reden voor dan een knikje van mij? Het laatste stukje huppel ik zodat ik bijna bij Vranx in zijn nek terechtkom. Snok kijkt zuur alsof hij net heeft gehoord dat hij maar een zeven voor wiskunde heeft. Vranx buigt zich naar me toe en fluistert in mijn oor: “ Door Lars zijn zweterige handjes is het woordje NASA van Snok zijn pen afgeweken “. Bezeten kijk ik van Vranx naar Lars en tenslotte naar Snok en ik begin te lachen.

Ik hoor mezelf bulderen door de gangen, maar ik kan niet meer ophouden. Schokkerig laat ik mezelf op de grond vallen en bonk met mijn vuisten ritmisch met mijn lach mee tot Snok me aan mijn arm omhoog probeert te trekken en zegt: “ Rob, Robbert, je hebt toch niet weer paracetamol met cola ingenomen hè, doe normaal iedereen zit ons aan te kijken. Robbert hou op, wil je dat iedereen weet dat mijn ruimtepen weinig ruimte en veel pen is”. De tranen van het lachen stromen over mijn gezicht. Ik probeer een zakdoekje uit mijn broek te halen en dan opeens voel ik het papiertje met het nummer van Jasmijn erop, ik verman me en scout uit mijn ooghoeken de ruimte af. Overal staan groepjes mensen met open mond naar me te kijken en daar aan het eind van de gang zie ik mijn engel, haar ogen opengesperd en een verbaasde trek rond haar mond. Ik trek Snok naar beneden en sis woedend: “ Zeg dat ik een epileptische aanval heb, ZEG HET, NU!” Even blijft het stil, ik werp Snok een smekende blik toe, maar zonder effect, ijskoud en met een spottend lachje blijft hij met zijn kaken op elkaar stokstijf staan. Ik voel dat ik het bewustzijn begin te verliezen en terwijl ik wegzak hoor ik de jongen die waarschijnlijk Lars heet roepen: “ Hij krijgt een epileptische aanval, Help hem dan, roep van Aalst!!”

Het eerste wat ik zie na het openen van mijn ogen is de meelijwekkende blik van de Gier. De sfeer is totaal omgeslagen. De blikken van afschuw en walging zijn omgeslagen en de bezorgdheid spat ervan af. Erg raar is dat natuurlijk niet, want het zou voor school niet zo mooi zijn om hun meest geprezen leerling te verliezen. Kreunend hijs ik me recht en bedenk me dat dit de ideale omstandigheden zijn om een dagje vrij te nemen. Zo kan ik me voorbereiden op het hemelse telefoongesprek dat ik vandaag nog zal moeten gaan voeren.

Ik knijp met mijn ogen en kijk de Gier aan, zuchtend en steunend alsof ik mijn laatste adem uitblaas vraag ik hem: “ Meneer de Gier, zou het goed zijn als ik naar huis ging, ik trek het niet op deze manier, mijn aanval heeft me compleet uitgeput “. Even lijkt het alsof hij me wantrouwt, maar wat zou dat. Na de scène van daarnet, kan hij me dit niet weigeren. Hij moet wel weten dat ik de sterkste van ons twee ben. Hij kucht en ik zie aan hem dat hij even twijfelt. Uiteindelijk krijg ik mijn gelijk en zegt hij: “ Okee dan Meneer Mier, eigenlijk had ik nog een gesprekje gepland, maar dat zal dan verzet moeten worden naar morgen. Je bent er dan toch zeker wel he, want iemand in jou positie kan het zich niet veroorloven om teveel school te missen ”. Haastig knik ik ja terwijl ik me afvraag wat hij bedoelt met, iemand in mijn positie. Dit idee schud ik snel van me af, want ik heb belangrijkere dingen om me mee bezig te houden vandaag. Dit wordt D-day en niemand pakt dit van me af. Als ik de school uitstrompel zie ik door het raam Snok in de klas zitten. Ik kijk hem aan en zwaai. Hij glimlacht schijnheilig en zwaait verbaasd terug. Aangekomen bij het fietsenhok pak ik mijn swiss army knife en snij zijn snelbinders door.

Laatst gewijzigd op 05-07-2004 om 18:40.
Oud 05-07-2004, 18:45
Millroy
Avatar van Millroy
Millroy is offline
het woordje NASA afgeweken? hmmmz dat zit scheef.
Voor de rest leuk.
__________________
I can say what I want to, even if I'm not serious. Just kidding!
Oud 05-07-2004, 19:27
Verwijderd
erg leuk

even mierenneuken :

"Zodra ik merk dat ik verliefder wordt dan haar, haak ik af."

dan zij?

en je hebt een paar keer "wou", "wilde" staat mooier, maar dat is uiteraard mijn mening
Oud 06-07-2004, 14:53
FIEloSOOF
FIEloSOOF is offline
weer erg geweldig, maar om een of andere reden vind ik het wel iets minder dan het eerste stuk, weet niet waarom
__________________
wees gekust
Oud 06-07-2004, 19:47
Astuanax
Avatar van Astuanax
Astuanax is offline
"Tot ik me besefte dat Snok "

me is er teveel aan

superstuk!!
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
Oud 13-07-2004, 20:46
Verwijderd
Alweer sta ik bij de bushalte. Wat zal mijn moeder zeggen? Mijn hoofd tolt en ik besluit eerst een ommetje te maken en één of twee bussen later te nemen. Ik probeer op een rijtje te krijgen wat er allemaal gebeurd was daarnet. Het voelt alsof er een steen in mijn maag ligt. Ik blijf haar verbaasde gezicht voor me zien. Met mijn ogen open, met mijn ogen dicht. Als ik ren, als ik stilsta. Het lijkt een film die ik niet kan stoppen. Steeds draai ik in mijn hoofd het filmpje af waarin ze naar me kijkt. Ze vindt me verschrikkelijk, dat kan niet anders. In gedachten geef ik Snok een klap in zijn wijsneuzerige gezicht. Ik hoop vurig nooit meer iemand te ontmoeten die zo’n godvergeten NASA-pen bij zich draagt. Waarom ben ik boos op Snok? Ik verloor de controle over mezelf, en toch is het niet mijn fout. Nooit is iets mijn fout want ik ben de allerbeste. Ik schop tegen een blikje dat op de stoep ligt. Mijn blije gevoel is al min of meer verdwenen. Ik haal het papiertje uit mijn broekzak en raak het met mijn vingers aan. Zou het van een kladblok komen waar ze normaal misschien gedichten inschrijft? Ik houd het stukje papier tegen het licht en probeer eventueel doorgedrukte letters van de vorige pagina te ontdekken. Helaas is er niks te zien. Als ik op mijn horloge kijk zie ik dat er een half uur verstreken is. Ik loop doelloos tussen de wijken die rond school liggen. Waarom zou ik niet gewoon ergens aanbellen? Ik probeer altijd compleet mezelf te zijn, en mijn daden niet te overdenken. Ik zet mijn verstand op nul en bel bij het eerste beste huis aan. Ik probeer vol te houden niet te denken maar ik word bang. Wat moet ik zeggen? Voor ik besluit weg te rennen doet een vrouw in haar geblokte schort open. “Hallo” zegt ze vriendelijk. Paniek overvalt me. Ik besef nu pas wat ik heb gedaan en hoe raar dit over moet komen. Ik kijk haar hulpeloos aan en onderzoekend bekijkt ze me. “Is er iets, jongen?” vraagt ze. Ik voel me ineens zo hulpeloos en klote dat de tranen me in de ogen schieten en zonder me te bedenken ren ik weg.

Een amateur-psycholoog zou dit verklaren als een schreeuw om hulp. Dat is mooi niet het geval. Ik ben juist sterk en het getuigt van zelfvertrouwen om aan te bellen bij een willekeurig huis. Ik veeg mijn tranen af en loop terug. Wederom bel ik aan en kijk door het lelijke ouderwetse kleedje dat voor de deur hangt of ik het geblokte schort zie naderen. Als de vrouw open doet kijkt ze me aan met een blik die ik die dag vaker gekregen heb. “Hebt u mijn hondje gezien? Ik was met hem aan het wandelen hier in de straat. Toen begon er plots een grote hond te blaffen en stoof mijn Bobo weg, de struiken in.” Ik haal mijn neus op en kijk de vrouw afwachtend aan. Haar houding verandert, ik voel het. Ze veegt haar handen af aan haar schort, legt een hand op mijn schouder en zegt: “ Sorry jongen, ik heb helemaal niks gezien. Jouw hondje is vast zo weer terecht, wees maar niet bang. Wil je misschien een kopje thee om even bij te komen?” Ik schenk haar een glimlach en zeg: “ Nee dank u mevrouw, ik ga snel verder zoeken voordat Pipi nog erger verdwaalt. “ Ze kijkt me even verward aan en ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Pipi, Bobo het lijkt ook zo op elkaar als je eigenlijk helemaal niet van honden houdt. Dan graait ze in haar schort. Ik houd mijn adem in tot ik zie dat ze er een grote mars uithaalt en zegt: “ Hier jongen tegen de schrik en veel geluk nog met zoeken hè”. Ik bedank en loop weg. Ik voel me onoverwinnelijk, ik kan me elke situatie meester maken. Het klote gevoel is totaal verdwenen en de verbaasde blik van Jasmijn is uit mijn hoofd gebannen.

Bij thuiskomst sta ik voor een gesloten deur. Ik heb mijn sleutel niet meegenomen vanochtend. Eigenlijk neem ik hem nooit mee, normaal is moeders altijd thuis. Ik baal en ga in de tuin zitten. Ik kies de beste tuinstoel uit, het is nog best moeilijk om te kiezen tussen stoelen die er allemaal even vies en gammel uitzien. Ik zet mijn koptelefoon op en klap de stoel naar achter. Dan valt mijn oog op het badkamerraampje dat openstaat. Ik ga mijn middag toch zeker niet laten verpesten door een dichte deur. Uit volle macht duw ik tegen een hoge bloempot. Ik mag dan fysiek niet echt sterk zijn, maar mijn wilskracht geldt voor twee. Zo heb ik na tien minuten schelden en me boos maken op alles en iedereen de bloempot op de plaats staan waar ik hem wilde hebben, onder het balkon. De zweetdruppels lopen me in de mond als ik via de bloempot mezelf op het balkon probeer te hijsen. Woest als ik ben voel ik niet eens dat mijn arm langst een roestige spijker schuurt. Ik klem mijn beschadigde arm stevig om de balustrade heen en met een voet op de smalle rand en de andere bungelend naar onder sta ik min of meer op het balkon.

Als ik diep ademhaal word alles even zwart. Ik vervloek mijn moeder, Snok, en de rest die mij die dag teleur heeft gesteld. Het volgende moment zie ik Jasmijn, in onze tuin. Ze loopt naar me toe, roept mijn naam, Rob, Rob, Bobo, Pipi. Ze draait zich om en rent de andere kant op. Ik zie haar blote rug, meisjesbenen en een klein wit hondje dat naast haar huppelt. Dan staat ze stil. Langzaam draait ze terug mijn kant op. Ik voel dat ik ontzettend opgewonden word. Ze plaagt me, dat doet ze. Ze wil me, dat weet ik. Met haar handen bedekt ze al waar ik naar verlang, terwijl ze in slowmotion naar me toe blijft draaien. Volledig naar mij toe gericht laat ze zich achterover vallen in het gras met het snuffelende witte hondje. Het witte hondje met een matje, het witte hondje dat schrijft met een pen op haar blanke huid, Jasmijn geboeid door snelbinders en uiteindelijk schokkerig met haar vuisten bonkend op de grond. Dan staat ze op. Ze wil naar me zwaaien, daar gaat haar hand, weg van de verboden plaatsen. Mijn pupillen verwijden en zien een geblokte schort
Even schud ik mijn hoofd en daar ben ik weer op het balkon, alleen nu meer hangend dan staand. Gelukkig klemde mijn arm zo stevig om die balk heen. De deur van het balkon gaat open en daar staat Kris. “ Wat doe jij nou?’, zegt hij. Ik herinner me weer dat Kris vandaag vrij was. Stom, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Hij doet altijd de deur op slot, na het gerucht dat een stelletje kwajongens wel eens inbrak in garages bij mensen die nietsvermoedend in de huiskamer tv zitten te kijken, daar was hij zo van geschrokken. Hij helpt me op het balkon en ik zie dat hij naar beneden staart, dan pas valt me de natte plek in mijn broek op.

Even schud ik mijn hoofd en daar ben ik weer op het balkon, alleen nu meer hangend dan staand. Gelukkig klemde mijn arm zo stevig om die balk heen. De deur van het balkon gaat open en daar staat Kris. “ Wat doe jij nou?’, zegt hij. Ik herinner me weer dat Kris vandaag maar twee uur les heeft. Stom, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Hij doet altijd de deur op slot, na het gerucht dat een stelletje kwajongens wel eens inbrak in garages bij mensen die nietsvermoedend in de huiskamer tv zitten te kijken, daar was hij zo van geschrokken. Hij helpt me op het balkon en ik zie dat hij naar beneden staart, dan pas valt me de natte plek in mijn broek op.

Hij doet zijn mond open om iets te zeggen, maar de twijfel valt uit zijn ogen af te lezen. Ik duw hem bruut opzij, ren naar mijn kamer en doe de deur op slot. Ik doe mijn broek uit, trek een nieuw boxershort aan en plof neer op mijn bed. Ik moet even tot rust komen en bedenk wat ik tegen Kris ga zeggen. Dat ik de planten water wou geven en knoeide op mijn broek? Of dat ons buurjongetje een geintje uit haalde met een waterballon? Ik besluit niks te zeggen over het voorval. Ik doe een schone broek aan, stap in mijn versleten gympen en dump de vuile kleren in de wasbox. Ik loop naar beneden en Kris roept naar me; “Wil je ook cola?” uiteraard zeg ik niks terug. Als ik in de keuken kom staan er twee glaasjes cola klaar met een sprits erbij. Dat is zo typisch Kris. Huiselijke situaties moedwillig creëren. Als ik dorst heb pak ik een fles uit de koelkast en drink staand. Ik ga nu toch maar zitten en drink het glas in een teug voor driekwart leeg. Kris kijkt me aan, maar zegt niets. Ik zeg; “Kleine Dennis van de buren liep met waterballonnen te klieren”. Dat klinkt op zich best aannemelijk. Kris kijkt opgelucht en samen roddelen we over de buren. Samenzweerderig als Russische spionnen dissen we allerlei feitjes op.

Ik kijk op mijn horloge; het is intussen al vier uur. De achterdeur zwaait open en daar verschijnt een grote tas op benen met prei bovenop, en wortels waarachter het gezicht van mijn moeder verschijnt. Ze ploft de tas op tafel en het is tijd voor mij om naar mijn kamer te gaan. Ik let altijd op dat ik niet te lang bij Kris of mijn moeder zit. Ik heb veel tijd voor mezelf en mijn gedachten nodig. Ik loop terug naar mijn kamer en speel wat op mijn piano. Even later hoor ik mijn moeder naar boven lopen en zo te horen maakt ze de wasbox leeg. Ik ken alle geluiden in dit huis en dat geeft me een gevoel van macht. Mijn moeder loopt met de volle wasmand naar beneden, de tweede traptrede kraakt. Ik speel een hoge E en op hetzelfde moment vertalen mijn hersens dit naar “engel” wat ik herleid naar Jasmijn. Mijn hersens draaien op volle toeren en de schrik slaat om mijn hart. WASMAND! Ik ren naar beneden, waar mijn moeder net het deurtje van de wasmachine dicht wil doen. “neeeeeeeeeeeeeee” roep ik paniekerig. Mijn moeder is zo verbaasd dat ze het deurtje gelukkig niet dicht doet. Ik begin in het vieze wasgoed te graaien en gris snel het papiertje met Jasmijn’s telefoonnummer uit de zak van de bewuste broek. Mijn moeder staat met haar handen in haar zij en kijkt me afkeurend aan. Net als de keer dat ik Kris zijn teddybeer met een touw rond zijn nek aan een lamp had gehangen. Dat had ik trouwens gedaan om hem te leren dat het leven niet eerlijk is, en dat je op alles voorbereid moet zijn. Hoewel ik haar geen verklaring schuldig ben zeg ik dat Snok ziek was en ik zijn punt voor wiskunde op dat briefje had geschreven. “Kun je dat niet onthouden?” vraagt mijn moeder verbaasd. Een logische vraag want ze weet dat ze een wonderkind gebaard heeft. “Snok wil alles altijd zwart op wit zien staan moeder, je kent hem”. “Ja, dat is waar” zegt ze met een glimlach op haar gezicht. “Die Snok is een aparte jongen”.

5. Plato

Ik zeg tegen mijn moeder dat ik naar Plato, mijn konijn, ga kijken. Als ik helemaal vanachter in de tuin bij Plato’s hok ben haal ik mijn gsm en het inmiddels al groezelige papiertje van Jasmijn uit mijn broekzak. Mijn hand trilt en ik besluit nog even te wachten met bellen. Ik pak Plato uit zijn hok en aai over zijn kopje. Jasmijn, Jasmijn mijmer ik. Ik druk Plato dicht tegen me aan en ik heb niet door dat ik iets te hard knijp. Hij begint te piepen en in gedachten hoor ik Jasmijn zuchten. Ik streel Plato over zijn rug en laat mijn vingers door zijn vacht bewegen. Hij voelt hoe gespannen ik ben en worstelt om uit mijn greep te komen. “Stom konijn” mompel ik. Gepikeerd duw ik hem terug in zijn hokje en ga er met mijn rug tegen zitten. Ik pak mijn gsm weer en toets het nummer van het briefje in. Ik staar vijf minuten naar het nummer op het scherm en druk op ‘bellen’. Snel druk ik weer af. Zulke dingen geven me een enorme kick. Mijn hart bonkt zo hard als technonummers uit koptelefoons van vijftienjarige jongetjes. Het is al vijf voor half vijf. Ik wacht tot het half vijf is. Dat brengt geluk. Ik pak Plato terug uit zijn hok en zet hem op mijn schoot. Opnieuw toets ik het nummer in en haal diep adem. De telefoon gaat over. Eén keer. Twee keer. Ik word misselijk van angst. Drie keer. Ik trek het echt niet meer. Vier keer. Wat moet ik zeggen? Ik krijg een krop in mijn keel. Voor ik opnieuw af wil drukken wordt er opgenomen. Nu is er geen weg meer terug. “Ja?” zegt een vrouw. Ik weet mijn eigen naam niet meer, ik weet niet hoe ik moet beginnen. “Hallo?” zegt de stem. “Ehm ja hallo met Rob. Is de engel, ehm bobo, uhhh Jasmijn daar?”. Dat ging nog niet zo heel erg slecht! “Ja, die is er, hoe was je naam ook alweer?” zegt ze. “Het geblokte schort” zeg ik. De vrouw besluit het hierbij te laten en ik hoor hoe ze Jasmijn roept. Nerveus aai ik mijn konijn. Dan hoor ik; “Hoi met Jasmijn”. Ik moet me inhouden om geen diepe zucht te slaken. Plots weet ik weer waarvoor ik bel, en op mijn vlotst zeg ik; “Hey met Robbert Mier. Ik zit bij jou op school en ik zag je briefje op het bord hangen, ik wil je wel bijles geven.” “Oh wat leuk! Je bent de eerste die reageert”. Wat klinkt ze monter. Ik krijg het helemaal warm als ze praat. Mijn spieren trekken samen en krampachtig zeg ik; “Ik sta gemiddeld een acht voor scheikunde en ik zit in zes gymnasium.”. “Perfect” zegt ze. “Wanneer heb je tijd? Morgen na school?” “Ehm ja dat is goed” zeg ik. Ik pluk nerveus aan Plato zijn vacht. “Oké dan wacht ik om kwart voor vier op je bij het hek” zegt ze. “Ok” breng ik met moeite uit. “Tot morgen dan!” roept ze enthousiast. “Ja tot morgen” zeg ik en hang snel op. Ik slaak een erg diepe zucht en wil Plato bedanken voor zijn steun. Hij bleef wel erg rustig op mijn schoot zitten. Als ik hem op wil pakken merk ik dat zijn lijfje wel erg stijf is. Mijn mond valt open. Door de spanning heb ik Plato doodgedrukt.

Met kloppend hart loop ik naar de schutting toe, terwijl ik Plato uit automatisme zacht troostend blijf strelen. Schichtig kijk ik van links naar rechts, over de schutting en “Huppa”. Dag vriendje, dag zachte kameraad. Krampachtig zwaai ik hem na. Het was niet mijn schuld, het zat er al aan te komen. Konijnen zijn nou eenmaal breekbaar en hij was natuurlijk ook al oud. Dit is eigenlijk het beste wat hem overkomen is, ik heb hem een groot plezier hiermee gedaan. Eigenlijk ben ik gewoon een held, wat zal hij me dankbaar zijn, die Plato. Trots loop ik terug naar binnen. Een heldendaad en een afspraakje met Jasmijn, wel vermoeiend hoor om zo rechtschapen te zijn als dat ik ben. “ Kris, ik heb nog wat wortels over, breng jij ze even naar Plato? Je broer is namelijk net geweest” hoor ik mijn moeder naar boven roepen. Ik rep me naar de keuken. “ Ik doe het wel mama “ zeg ik. Terwijl ik schaapachtig lach komt Kris naar beneden gesprint en graait in een vloeiende beweging de wortels uit haar handen. Versteend blijf ik staan totdat ik Kris hoor roepen: “ Hij is er niet, Plato zit niet in zijn hok! “ Mijn brein werkt op volle toeren. “ Wat zegt hij nou? “ vraagt mijn moeder. Ik probeer vat te krijgen op mijn ademhaling en in een rits achter elkaar zeg ik: “ Hij zegt dat Plato niet in zijn hokje zit en eigenlijk zat hij er daarnet ook al niet in, maar ik had geen zin om te gaan zoeken daarom wilde ik zo graag de wortels brengen, mama, moesje. “ Ze fronst even met haar wenkbrauwen en zegt dan op een afkeurende toon: “ Wat sta je hier dan nog? Zou jij je broertje niet even mee gaan helpen JOUW konijn te gaan zoeken? “ Ik weet dat ik nu beter kan maken dat ik wegkom en volg Kris zijn voorbeeld, lopend richting het konijnenhok.

Kris die graag de detective uithangt zegt op serieuze toon: “ Hier staan voetstappen. “ Ik moet een schaterlach onderdrukken: “ Ik ben hier toch net geweest Dombo, vind je het gek dat er dan voetstappen staan. “ Hij slaakt een zucht om vervolgens gewoon weer verder te gaan waar hij gebleven was: “ Jahaa, dat weet ik ook wel man, maar dit zijn andere voetstappen, dat weet ik gewoon. Ik heb altijd gelijk bij dit soort dingen, echt hoor, je zult het zien geloof me maar. “ Hij volgt de voetstappen, naar de schutting. Ik blijf staan en bekijk hem van een afstandje. Ik zie dat hij naar links kijkt, dan naar rechts, over de schutting en: “ Ahhhh, Robbert!” Rustig kom ik aanlopen en volg zijn trillende arm die de tuin in wijst. De schrik slaat me om het hart als ik de buurman in zijn blote kont de woonkamer zie stofzuigen. De trillende arm van Kris klemt zich om zijn buik heen en hij lacht zo hard dat ik bang ben dat hij ook met een natte broek gaat eindigen. Van de kramp valt hij op zijn knieën en dan hoor ik niks meer. Ik buig me naar hem toe en zie dat zijn lach is teruggebracht tot een rare grimas op zijn gezicht. Eensklaps springt hij op en stampt de tuin door richting de buren. Met een knal gooit hij hun tuinhekje open waar spontaan een scharnier van bezwijkt. Met bloeddoorlopen ogen loopt hij richting de voordeur en drukt met een lange haal de bel in tot er opengedaan wordt.

Als ik langs hem heen de tuin in kijk zie ik onze buurjongetjes van tien en twaalf jaar spelen met een basketbal. Even schaam ik me voor mijn leugens, maar eigenlijk heb ik ze toch nooit aardig gevonden. Stomme boeren. Dan wordt mijn aandacht getrokken door Kris die wild met zijn armen staat te gebaren. Het spuug vliegt uit zijn mond terwijl ik hem hoor schreeuwen: “ Luister even meneertje, ik weet niet wat jouw kinderen zich allemaal in hun hoofd halen! Waterballonnen gooien naar onschuldige mensen en..en…en..dan een klein onschuldig konijntje ontvoeren…en…ugh…” De tranen springen in zijn ogen en even heb ik de neiging om hem terug naar huis te slepen. Maar ik ben hier aan begonnen en nou zal ik het..uh Kris ook af laten maken ook. “ Hoe hebben ze het eigenlijk gedaan? De kleine rotjongens, hè hè? Hebben ze misschien met hun basketbal op zijn zachte lichaampje gegooid tot ze een zichtbare deuk konden zien of hebben ze met een schop zijn fragiele lijfje staan verminken totdat er bloed uit zijn snufferdje kwam?” Dan kijkt hij de buurman strak aan en als een bezetene wijst hij naar hem: “ Jij, jij, ik houd jou verantwoordelijk hiervoor. Jij opvoeder van konijnenmoordenaars! Neem dan gewoon geen kinderen, heb je daar al eens aangedacht? Is dat ooit in je opgekomen? Jij zou geen vader moeten zijn, jij! “ Dan besluit ik dat het genoeg is. Als ik de situatie in de hand wil houden moet ik Kris nu meenemen. “ Kom Kris, dit lijkt me voldoende. “ Aan zijn arm sleur ik de nog steeds tierende Kris terug mee naar huis. Terwijl ik de buurman na roep: “ En doe een broek aan als je stofzuigt! “

Eenmaal terug in onze tuin aangekomen beveel in Kris zijn gezicht af te vegen. Dit valt niet in goede aarde en ik ontvang een stomp op mijn arm. Nog steeds kwaad roept hij me toe: “ Vraag jij je ooit wel eens af waar je mee bezig bent? Hoe het voelt om jouw broertje te zijn? Vraag jij je nu af waarom ik hier sta te schreeuwen terwijl het jouw broek en jouw konijn is? Jij denkt alleen maar aan jezelf! “ Verbeten loopt hij voor me naar binnen. Die Kris, het is een slimme jongen. Dat moet ik hem wel nageven. Mij een beetje een schuldgevoel proberen aan te praten, in de hoop dat ik hem leer hoe je meester van de situatie word net als ik altijd ben. Ik ruik het eten al, peen en uien met rookworst. “ Wat heb je met je broertje gedaan? “ roept mijn moeder vanachter haar pannen. “ Hij is een beetje jaloers!” roep ik haar zangerig toe. “ Ik moet trouwens niet eten, ik ga leren. “ Dat lieg ik natuurlijk, maar ik ben moe van de inspanning die ik daarnet geleverd heb. Ik luister niet eens wat ze daarop te zeggen heeft. Ik stuif de trap op naar mijn kamer. Geen Kris, geen Plato. Niet de Gier of mijn moeder, niet de positie waarin ik me bevind. Alleen de positie waar Jasmijn en ik ons in bevinden als ik mijn ogen dichtdoe.
Oud 13-07-2004, 20:59
Verwijderd
Een dubbel stuk in je verhaal, beetje enthousiast met copy paste?

Even schud ik mijn hoofd en daar ben ik weer op het balkon, alleen nu meer hangend dan staand. Gelukkig klemde mijn arm zo stevig om die balk heen. De deur van het balkon gaat open en daar staat Kris. “ Wat doe jij nou?’, zegt hij. Ik herinner me weer dat Kris vandaag maar twee uur les heeft. Stom, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Hij doet altijd de deur op slot, na het gerucht dat een stelletje kwajongens wel eens inbrak in garages bij mensen die nietsvermoedend in de huiskamer tv zitten te kijken, daar was hij zo van geschrokken. Hij helpt me op het balkon en ik zie dat hij naar beneden staart, dan pas valt me de natte plek in mijn broek op.


en

Eenmaal terug in onze tuin aangekomen beveel in Kris zijn gezicht af te vegen.

in = ik

Grim
Oud 13-07-2004, 21:02
Verwijderd
Citaat:
Grim schreef op 13-07-2004 @ 20:59 :
Een dubbel stuk in je verhaal, beetje enthousiast met copy paste?

Even schud ik mijn hoofd en daar ben ik weer op het balkon, alleen nu meer hangend dan staand. Gelukkig klemde mijn arm zo stevig om die balk heen. De deur van het balkon gaat open en daar staat Kris. “ Wat doe jij nou?’, zegt hij. Ik herinner me weer dat Kris vandaag maar twee uur les heeft. Stom, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Hij doet altijd de deur op slot, na het gerucht dat een stelletje kwajongens wel eens inbrak in garages bij mensen die nietsvermoedend in de huiskamer tv zitten te kijken, daar was hij zo van geschrokken. Hij helpt me op het balkon en ik zie dat hij naar beneden staart, dan pas valt me de natte plek in mijn broek op.


en

Eenmaal terug in onze tuin aangekomen beveel in Kris zijn gezicht af te vegen.

in = ik

Grim
Dank je! Vind je het niet te extreem dat nieuwe stuk bedoel ik?
Oud 13-07-2004, 21:05
Verwijderd
Extreem is relatief. Ik heb geen problemen met het stuk, wel leuk dat hij van de perfecte professor verandert in een lafhartig verliefd konijn-dooddrukkend pubertje

Grim- owja, en doe men een plezier, als je maar weinig te melden heb, knip dan al het overbodige uit het stuk

dus bv: *Verhaal van Grim* ipv zo'n lap tekst
Oud 13-07-2004, 21:26
SiemdeCyper
Avatar van SiemdeCyper
SiemdeCyper is offline
1 alinea staat er 2 keer
Oud 13-07-2004, 21:28
SiemdeCyper
Avatar van SiemdeCyper
SiemdeCyper is offline
O dat staat al vermeld, sorry. Verder ik vond het eerste gedeelte het beste. Ik vind je schrijfstijl (en van je vriendin) mooi en prettig om te lezen, alleen denk ik dat hij beter aanslaat in korte stukken inplaats van een heel boek. Het gaat na een tijdje vervelen.
Oud 13-07-2004, 21:43
Verwijderd
Leer editten

Grim
Oud 13-07-2004, 21:46
Verwijderd
Citaat:
Grim schreef op 13-07-2004 @ 21:43 :
Leer editten

Grim
huh?
Advertentie
Oud 13-07-2004, 21:57
Verwijderd
Citaat:
Doerak?! schreef op 13-07-2004 @ 21:46 :
huh?
Jij niet, Simoentje

Grim- ik doe echt moeilijk hè?
Oud 13-07-2004, 22:01
Verwijderd
Citaat:
Grim schreef op 13-07-2004 @ 21:57 :
Jij niet, Simoentje

Grim- ik doe echt moeilijk hè?
Ik dacht dat je bedoelde dat ik hele stukken uit het verhaal moest gaan editten om het niet zo saai te maken
Oud 13-07-2004, 22:06
Verwijderd


Grim - en de rest via PM
Oud 13-07-2004, 22:12
Verwijderd
6. Met kloppend hart

Zoals ik de laatste tijd slecht slaap, zo goed slaap ik nu. Jasmijn en ik spelen de hoofdrol in al mijn dromen. In een van mijn dromen zitten we op een klein eiland waar de vissen zo in mijn zelfgemaakte visnetje springen en ik voor Jasmijn op een geïmproviseerd vuurtje kook. We zijn helemaal alleen op het eiland, en we kussen elkaar met het geruis van een waterval op de achtergrond. Alle dieren van het eiland scharen zich rond ons en als de avond valt, vallen we in elkanders armen in slaap. In een andere droom is er een grote adelaar met het gezicht van Snok die Jasmijn probeert te schaken door haar te hypnotiseren met scheikundige formules. Ik weet haar te redden en ze bedankt me op uitbundige wijze. Ik word wakker van mijn rammelende maag. Het is al negen uur ’s avonds. Ik graaf diep in mijn tas en vind onderin een pakje crackers. Ik doe het pakje open en neem een hap, hoewel ik me in moet houden deze niet meteen uit te spugen. Alsof ze een maand op de bodem van een rivier hebben gelegen, zo smaken ze. Misschien nog wel erger dan de kookkunsten van Snok’s vader. Mijn deur gaat piepend open en Kris zijn kopje gluurt naar binnen. “Ha je bent wakker” probeert hij voorzichtig. Hij voelt dat hij te ver is gegaan vanmiddag. En terecht. Ik toon mijn beste kant en stel voor om beneden thee te gaan drinken. Heb ik meteen mijn sociale plicht ten opzichte van mijn familie vervuld. Na een half uurtje tv gekeken te hebben met mijn familie besluit ik terug te gaan slapen zodat ik Jasmijn fit te woord kan staan. Morgen is de grote dag. Ik doe het licht uit en stap in bed. De donkere gezichten laten zich niet zien en ik meen een engeltje te zien vliegen, dat neerstrijkt aan mijn voeteneind. Het kijkt tot ik in slaap sukkel, en weer droom ik over Jasmijn die veldbloemen plukt, en een krans maakt voor in haar haren. Ze is gekleed in slechts een jurkje van wit gaas en ze dartelt als een jong lammetje over het grasveld. Ze zingt en lokt me naar haar toe. Ze zingt steeds hoger en hoger tot het door mijn hoofd snerpt. Ik word wakker van het gepiep van mijn wekker. D-day.

Mijn hart lijkt bijna uit mijn borst te springen en snel spring ik uit bed. Ik ren naar de douche in de hoop iedereen voor te zijn, vandaag zal de gel rijkelijk vloeien. Snel de deur dicht en op slot. Ha, ik heb het gered. Binnen 5 minuten zullen er drie schreeuwende mensen aan de deur staan, dus ik moet opschieten. Ik speur de badkamerkastjes af tot ik op de wasbak allerhande aftershaves, gels en zelfs bodylotions heb staan. Eerst maar eens scheren, beter het zekere voor het onzekere nemen. Zelfs mijn bakkebaarden haal ik er met pijn in mijn hart af. Mijn okselhaar laat ik staan, dat is misschien een beetje voorbarig. Maar beter een gladde jongen dan King kong. De aftershave piekt, je moet er wat voor over hebben. Ik trek mijn pyjama uit en smeer me helemaal in met White musk bodylotion, dat schijnt mannen aan te trekken heeft mijn zusje me ooit in extase verteld. Andersom werkt het hopelijk ook. Mijn haar boetseer ik tot er zorgvuldig gedraaide spikes ontstaan. Daar heb je het al, ik hoor mijn zusje bonken en gillen aan de andere kant van de deur. “Jaha, zoooo.” Hoofdschuddend wil ik mijn bril pakken, maar bedenk me dat het vandaag meer een dag voor lenzen is. Ik haal mijn lenzen uit een donker hoekje helemaal vanachter in het kastje en blaas wat stof van het doosje. Met veel moeite krijg ik ze erin geduwd en met een knallende deur verlaat ik de badkamer. Mijn zusje begint een beetje te grinniken als ze me ziet, maar is slim genoeg om gelijk de badkamer in te springen, want daar komt Kris al. “ He Kris, uh..heb jij misschien nog een leuke broek met een schoon shirt ofzo, want ik uh..ik..hm..ik moet een presentatie houden vandaag. “ Dit zeg ik zo nonchalant mogelijk, wat niet echt overkomt aangezien ik nog steeds een beetje aan mijn spikes sta te draaien. “ Ja, ga maar in mijn kamer kijken, dan probeer ik even zuslief te verjagen. “ Ik steek de gang over en mijn neus in zijn kledingkast. In een oogopslag vind ik wat ik zoek. Op haar knalroze rugzak zag ik ooit een Lenny Kravitz sticker zitten. Dit shirt ooit gekocht door een oudere neef die ook nogal fan was van zijn muziek is dus ideaal. Nu nog een broek. Even later trek ik het shirt en een wijde doch trendy spijkerbroek aan en begeef me naar beneden. Dit keer ben ik degene die klaar om te vertrekken mijn boterhammen van mijn bord afgraait. “ Heb je een feestje ofzo? “ vraagt mijn moeder met een spottende glimlach. Ik reageer er niet op en loop rechtstreeks naar mijn fiets die weg ligt te roesten in de garage.

Laat ik de fiets weer eens nemen. Dan ben ik niet afhankelijk van de allerlaatste bus terug. Ik kan dan naar huis wanneer ik wil. Ja, misschien ben ik voorbarig maar ik neem geen risico. Als haar moeder mij vraagt aan te schuiven bij het avondeten zal ik dankbaar zijn dat ik op de fiets gegaan ben. Jasmijn zal ook denken dat ik een sportieve knaap ben, wat ik eigenlijk ook ben natuurlijk. Ik rijd mijn fiets uit de garage en met een zwierige beweging spring ik er op en rij door het tuinhekje mijn geluk tegemoet. Als ik de hoek van onze straat om ben doe ik mijn koptelefoon op en zet keihard het nummer “accidentally in love” van The Counting Crows op. Als mijn moeder ziet dat ik muziek luister terwijl ik fiets wordt ze ziek van ongerustheid. Ik hoor de passerende auto’s niet en dat vindt ze gevaarlijk. Daar lach ik om. Ik geloof in het lot en ik weet zeker dat het lot nog veel meer voor mij in petto heeft dan op 19-jarige leeftijd geschept te worden door een auto. Ik rij roekeloos, want de weg is van mij. De hele wereld is van mij. Ik zing hard mee met het nummer en het kan me niets schelen dat de brugklassers die ik passeer om me lachen. Ik zie alleen hun monden bewegen en dat ziet er nog veel stommer uit. “Come on, cause everybody's after love” zing ik uitbundig mee. Als ik probeer het repeat knopje op mijn discman in te drukken vlieg ik bijna in de berm, maar zoals het lot dat wil val ik niet. Ik vlieg over de polderwegen en na een half uurtje zie ik mijn school al opdoemen. Ik rij door het hek, dump mijn fiets in het fietsenhok en probeer ongeïnteresseerd kijkend met een relaxte tred naar binnen te gaan.

Laatst gewijzigd op 13-07-2004 om 22:16.
Oud 13-07-2004, 22:25
Verwijderd
Cool stukje, maar dat kind is een mongool welke rampen kruisen zijn pad nu?

Grim
Oud 13-07-2004, 23:40
Charlottetje
Avatar van Charlottetje
Charlottetje is offline
oke, sorry, heb alleen de eerste 2 delen gelezen, zal op een ander moment de rest ook lezen.

Het eerste stuk vond ik geweldig. Die arrogantie en soms wat egocentrisme. Hij leek een nurd, maar lijkt dan ergens toch ook wel een soort populair te zijn zeg maar. soms lopen kleine dingetjes wat door elkaar en een enkele herhaling die ik net te veel vind, maar het was heerlijk om te lezen.

bij het tweede deel werd hij wel heel makkelijk en snel nogal soft met nog maar een enkele keer een arrogante opmerking er tussendoor. dit stuk vond ik duidelijk minder goed. ook omdat er hier nog meer herhalingen in voorkomen dan in deel 1.
ik vond dit stuk gewoon wel anders dan deel 1. de schrijfstijl is nog wel redelijk constant, naar mijn mening, maar het karakter van de hoofdpersoon toch niet helemaal ofzo.

later zal ik de andere delen vast nog wel lezen. op hoop van zegen dat die weer beter zijn

Charlotte
__________________
ja, maar...
Oud 14-07-2004, 01:22
Verwijderd
damn, ik heb nu net in één keer het hele verhaal gelezen en ik moet zeggen dat het brilliant is. goed spul dit.
Oud 14-07-2004, 08:59
Verwijderd
Citaat:
Charlottetje schreef op 13-07-2004 @ 23:40 :
oke, sorry, heb alleen de eerste 2 delen gelezen, zal op een ander moment de rest ook lezen.........

Charlotte
Ik snap wat je bedoelt, ik snap wat je bedoelt. We wilden hem toch ook iets meer menselijk maken, dus nu word aan de ene kant het narcisme erg benadrukt (in het eerste stuk) en in het tweede stuk (en nog wel een stukje verder) ook een deel dat gewoon puberaal is (hij is natuurlijk ook puber, geen ubermensch ofzo ). Het is wel vrij moeilijk daar een balans tussen te vinden. Vooral ook omdat het eerste stuk vooral bestaat uit alleen zijn gedachtes en verder weinig gebeurtenissen. Ik had zelf het idee dat dat nogal snel langdradig werd, maar de reacties hier zeggen juist het tegenovergestelde. Die herhalingen daar heb je gelijk in, das de pest als je met zijn 2-en schrijft. Ook woordherhalingen, of een grapje net een keertje teveel herhalen. Maar hartstikke bedankt voor je commentaar, ik heb er echt wel wat aan

Laatst gewijzigd op 14-07-2004 om 09:02.
Oud 14-07-2004, 11:07
Charlottetje
Avatar van Charlottetje
Charlottetje is offline
Het viel me vooral heel erg op in die bus. Ik had juist verwacht dat hij zich daar helemaal niet druk om zou maken. (of dus juist wel, omdat hij er wel over nadacht etc. maar het toch zou doen met opgeheven hoofd) en dat bus-stuk kwam heel direct na zijn arrogante deel zeg maar. ik denk dat het mooier was geweest (maar dat zei je zelf geloof ik ook al) als de overgang wat wat vloeiender/gelijkmatiger was gegaan.
ik heb nog steeds de andere delen niet gelezen, maar ik denk dat ik dat vandaag en anders morgen nog wel zal doen
Het begon namelijk wel helemaal top!

Charlotte
succes met schrijven nog verder!

edit: wat ik me nog even afvroeg (terwijl ik de rest nog steeds niet gelezen heb ) komt dat arrogante wel weer terug, of was dat slechts om te laten zien dat mensen er 'hard' van buiten uit kunnen zien maar eigenlijk heel soft zijn ofzo. Ik vond dat arrogante het verhaal wat sterker maken namelijk.
Ik merk dat het bij verhalen wel vaker misgaat wanneer mensen 'verantwoord' willen schrijven, als je begrijpt wat ik bedoel...
ik ga nu eindelijk eens verder lezen, goed?!
__________________
ja, maar...

Laatst gewijzigd op 14-07-2004 om 14:13.
Oud 14-07-2004, 14:10
SiemdeCyper
Avatar van SiemdeCyper
SiemdeCyper is offline
Ik heb een nachtje geslapen en het 6e deel gelezen. Gelijk vond ik het weer stukke leuker dan gisteren, want toen heb ik alle overige stukjes gelezen in 1 keer.
Ik neem dus terug wat ik zei: Het gaat niet vervelen!

Al hou ik wel vol dat je deze schrijfstijl zeer zekers moet toepassen in korte stukjes.

Geweldig!
Oud 14-07-2004, 14:25
Charlottetje
Avatar van Charlottetje
Charlottetje is offline
Citaat:
Doerak?! schreef op 13-07-2004 @ 20:46 :
en daar ben ik weer op het balkon, alleen nu meer hangend dan staand. Gelukkig klemde mijn arm zo stevig om die balk heen. De deur van het balkon gaat open en daar staat Kris. “ Wat doe jij nou?’, zegt hij. Ik herinner me weer dat Kris vandaag vrij was. Stom, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Hij doet altijd de deur op slot, na het gerucht dat een stelletje kwajongens wel eens inbrak in garages bij mensen die nietsvermoedend in de huiskamer tv zitten te kijken, daar was hij zo van geschrokken. Hij helpt me op het balkon en ik zie dat hij naar beneden staart, dan pas valt me de natte plek in mijn broek op.

Even schud ik mijn hoofd en daar ben ik weer op het balkon, alleen nu meer hangend dan staand. Gelukkig klemde mijn arm zo stevig om die balk heen. De deur van het balkon gaat open en daar staat Kris. “ Wat doe jij nou?’, zegt hij. Ik herinner me weer dat Kris vandaag maar twee uur les heeft. Stom, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Hij doet altijd de deur op slot, na het gerucht dat een stelletje kwajongens wel eens inbrak in garages bij mensen die nietsvermoedend in de huiskamer tv zitten te kijken, daar was hij zo van geschrokken. Hij helpt me op het balkon en ik zie dat hij naar beneden staart, dan pas valt me de natte plek in mijn broek op.

let er bij herschrijven alsjeblieft op dat je geen delen er 2 keer in laat staan. al helemaal omdat het door 2 mensen geschreven wordt zou dit er makkelijk uit te halen moeten zijn. dit is echt een herschrijf fout, niet omdat het door meerdere personen geschreven wordt....

Charlotte

edit: *heeft nu alles gelezen*
ik vond het deel van het konijn wat overdreven, al maakte de reactie van Kris richting buurman dat toch wel een beetje goed.
Toch jammer dat de arrogantie er in afgezwakte vorm blijft, dat mag van mij wel weer wat opgevoerd worden.
Een golfbeweging in het arrogant en gevoelig zijn lijkt me in het verhaal prima, maar lijkt me ook best realistisch.
leuk om meer te mogen lezen en ik vind de lengtes prima hoor!
__________________
ja, maar...

Laatst gewijzigd op 14-07-2004 om 14:46.
Oud 15-07-2004, 13:55
Verwijderd
Citaat:
Charlottetje schreef op 14-07-2004 @ 14:25 :

edit: *heeft nu alles gelezen*
Ja dat dubbele stuk komt omdat we de hele tijd Word bestanden heen en weer sturen, dan haalt de een de fouten er weer uit, dan de ander, dan plak ik het weer enz..Tjaa. wat betreft dat overdreven zijn van sommige stukken (want er zitten denk ik wel meer stukken in waarbij ik me kan voorstellen dat je die ook overdreven vind) dat is natuurlijk heel moeilijk. Als je getwee een boek schrijft, dan zijn er toch altijd wel wat stukjes die de ander schrijft (of ik het nou ben of zij) en waar je het dan eigenlijk niet zo mee eens bent, of het nou te overdreven is, te puberaal of wat dan ook. En daar moet je toch wel op verder, want degene die het schrijft vind het duidelijk wel leuk en hopelijk een deel van de mensen die het lezen ook.

PS: Het arrogante blijft in het boek wel een rol spelen en zal hij ook wel houden soms meer soms minder, de bedoeling is wel dat het afzwakt naarmate hij ouder word zodat hij een bepaalde ontwikkeling doormaakt. Die ontwikkeling kan dan leiden tot het explosieve einde van het verhaal !!

Laatst gewijzigd op 15-07-2004 om 14:02.
Oud 15-07-2004, 14:51
Charlottetje
Avatar van Charlottetje
Charlottetje is offline
oke
maar het arrogante blijft nu zoals het is en zal alleen nog maar meer afzwakken?
ben je er dan niet al wat te snel mee? en te plotseling? nu lijkt dat arrogante van eerst er al niet meer toe te doen...

Charlotte
(succes!)
__________________
ja, maar...
Oud 15-07-2004, 15:11
Verwijderd
Citaat:
Charlottetje schreef op 15-07-2004 @ 14:51 :
oke
maar het arrogante blijft nu zoals het is en zal alleen nog maar meer afzwakken?
ben je er dan niet al wat te snel mee? en te plotseling? nu lijkt dat arrogante van eerst er al niet meer toe te doen...

Charlotte
(succes!)
Nee hoort nu eigenlijk nog niet zo erg af te zwakken, maar als je meer situaties gaat schetsen en minder gedachten gaat weergeven, is het moeilijker om dat arrogante duidelijk naar voren te laten komen. En gebeurd dat met wat opmerkingen tussendoor en geen hele preken meer. Dus dan kan het inderdaad best minder lijken, maar dat is eigenlijk niet de bedoeling
Oud 15-07-2004, 16:12
Charlottetje
Avatar van Charlottetje
Charlottetje is offline
ik zou het eigenlijk wel leuk vinden om weer hele gedachtengangen van hem te lezen.
maar zoals al eerder gezegd, het gaat hem om de afwisseling en probeer er op te letten dat dat eerste deel niet opeens eraan bungelt en er weinig meer bij hoort omdat het wat anders is, maar ik vertrouw erop dat het goed gaat komen!

Charlotte
__________________
ja, maar...
Oud 15-07-2004, 17:54
Verwijderd
Als ik bij mijn kluisje kom staat Maarten zijn jas in zijn kluisje te proppen, evenals zijn brommerhelm en zijn overdadige lunchpakket. Zijn kluisje is naast dat van mij tot zijn grote vreugde. Maarten is altijd bang dat mensen hem belachelijk maken, of in de steek laten. Hij is erg gevoelig en schroomt niet om daarvoor uit te komen. Zo vindt hij het ook eng om alleen op school te komen en blijft daarom net zo lang bij zijn kluisje staan tot hij mij, Snok of Vranx ziet. “Ha Robbert!” zegt hij. “Ik hoorde dat je gisteren een epileptische aanval hebt gehad. Ik wist niet dat jij epilepsie had, en toen ik het Snok vroeg zei hij dat je het verzon”. Die Snok moet op gaan passen. “Maarten, wie geloof jij nou?” zeg ik met gespeelde teleurstelling.”Mij of die aap van een Snok? Ik neem hem al niet serieus vanwege zijn belachelijke naam, en driekwart van wat die jongen vertelt is irrelevante onzin”. “Ja sorry, je hebt gelijk. Natuurlijk heb je epilepsie. Wat lullig van Snok dat hij zegt dat je het verzint. Vast omdat hij zelf weinig aandacht krijgt”. “Ja” zeg ik. “Vernoem het maar niet meer, Snokkie heeft al zo’n minderwaardigheidscomplex. Dit is zijn kans om mij voor leugenaar uit te maken, gewoon omdat ik liever niet over mijn ziekte praat. Ik wil niet dat mensen het weten”. Maarten knikt begrijpend. Natuurlijk heb ik geen epilepsie, weet hij veel. De bel gaat en we lopen naar het gymlokaal.

De lessen vliegen voorbij, omdat ik niks anders doe dan in gedachte naar buiten staren. In de pauze durf ik nauwelijks naar haar tafeltje te kijken en ik vraag me af of ze er al achter is wie ik ben. Als ik voorbij het mededelingenbord loop zie ik dat mijn laatste uur uitvalt. Mooi dan kan ik nog even de wc induiken om me op te frissen. Als ik na mijn laatste uur de wc in wil duiken word ik teruggeroepen door de Gier. “ Meneer Mier, ik heb zojuist vernomen dat u laatste uur uitvalt, komt dat even goed uit. Volg me naar mijn kantoor. “ Nou ja, dan moet ik er maar op vertrouwen dat ik er nog even begeerlijk uitzie dan vanochtend. Eenmaal zijn kantoor ingekomen word ik wel erg benieuwd. Nu ga ik het horen hoor, over mijn positie bedoel ik dan. “ Neemt u plaats Meneer Mier. “ Ik kijk rond in zijn kantoor en probeer een punt te ontdekken waar ik me op kan richten zodat het te allen tijde lijkt of ik geïnteresseerd naar hem aan het luisteren ben. Ik besluit dat de foto van zijn dochter die pronkend op zijn bureau staat het uitgelezen punt is. Hij begint zijn preek.

“ Luister Robbert.” Hij spreekt me aan bij mijn voornaam dit moet dus vrij ernstig zijn. “ Ik heb van verschillende leraren vernomen dat je niet de houding toont die een laatstejaars verzekerd van slagen. In verschillende lerarenvergaderingen is naar voren gekomen dat het je ontbreekt aan inzet. We weten allemaal dat je het wel in je hebt. De punten die je haalt voor de vakken waar je niet of nauwelijks iets voor moet doen wijzen erop dat je het wel kan Alleen de leervakken gaan een serieus probleem vormen. Maar dat heb je zelf vast ook wel al in de smiezen, of spreek ik in een taal die voor jou onbekend is? “ Terwijl ik me concentreer op de foto knik ik met een gezicht dat uit moet stralen dat het me iets kan schelen. “ Ik hoop dat je van plan bent hieraan te gaan werken, anders moet ik overwegen om eens contact op te nemen met je ouders. “ Ik slik, want een brief naar mijn ouders is het laatste wat ik wil. Mijn blik zweeft weg van de foto en komt terecht bij het betrokken gezicht van de Gier. “ Nou Meneer de Gier, nu we het hier toch over hebben. Ik heb toevallig net het initiatief genomen om bijles te gaan geven aan een eerstejaars en zo hoop ik ook mijn eigen punten een beetje op te krikken. “ Dit lijkt hem te verbazen en lachend zegt hij: “ Ach Meneer Mier, we zijn allemaal jong geweest. Je zult het misschien niet verwachten, maar ik heb in mijn tijd ook nogal wat van deze gesprekjes gevoerd. Alleen dan zat ik aan de kant van de tafel waar jij nu zit. Die bijlessen lijken me in ieder geval een begin. Misschien dat de persoon in kwestie jou beter kan motiveren. “ Oh, dat kan ze op alle mogelijke manieren denk ik bij mezelf. “ Laten we dan in ieder geval afspreken dat ik het contact met je ouders nog even uitstel en dat we over een paar weken vlak voor de laatste tentamens nog eens een gesprekje voeren. Mee eens Meneer Mier? “ Hier kom ik makkelijk vanaf. “ Ja, ja natuurlijk Meneer de Gier, mag ik nu gaan? “ Hij wijst me de deur en opgelucht loop ik zijn kantoor uit. Ik werp een blik op de klok in de aula en zie dat ik precies op tijd ben voor mijn afspraak met Jasmijn. Gespannen loop ik naar het hek.

Mijn ogen schieten van links naar rechts. Ik hoef niet lang te zoeken want haar knalroze rugzak springt nogal in het oog. Ik loop naar haar toe en ze kijkt zoekend langs me heen. Ik kan nog omdraaien en weglopen, bedenk ik me. Nee geen laffe acties vandaag. Ik loop tot ik vlak voor haar sta en probeer haar met een doordringende blik aan te kijken. Ze kijkt me aan, en zegt; “Hoi, ben jij Robbert?”. Opgelucht haal ik adem. Ze rent niet gillend weg, ze bekijkt me niet eens met afschuw maar met een zekere bewondering, als ik zo vrij mag zijn om dat te zeggen. “Jazeker dat ben ik!” zeg ik met een zekere flair. “Hee jij bent toch die jongen die een epilepsie aanval kreeg? Gaat het toch weer met je?”. Hier was ik op voorbereid. Het was natuurlijk te verwachten dat ze me zou herkennen. “Ja, dat was ik “ zeg ik met gemeende schaamte. “Ik vind het zo erg dat iedereen dat gezien heeft, mijn gezicht is voor eeuwig geschonden” zeg ik quasi-dramatisch. Ze kijkt me niet-begrijpend aan. Ik moet duidelijk mijn woordkeuze simpel houden voor deze godin. “Ben je op de fiets?” vraagt ze. Ja natuurlijk ben ik op de fiets, ik ben sportief, dame! “Ja, ik haal hem even” prevel ik en ik wandel naar het fietsenhok. Gelukkig kan ik nu even op adem komen en mijn plan nog eens doornemen. Doe “cool” tegen haar, afstandelijk en tegelijkertijd charmant. Ik loop met mijn fiets aan de hand naar haar toe en samen rijden we weg. “Woon je in de buurt?” vraag ik. “Ja, ongeveer twintig minuten fietsen” zegt ze. Hm, zou ze gespierde benen hebben? “Hee, jij ging toch in de kantine op je stoel staan pas geleden? Jij was dat toch?” “Haha ja” begin ik spontaan “Dat was een weddenschap met mijn vrienden”.

Ik laat haar hoofdzakelijk het woord voeren, dat gaat me het beste af. Ik heb geen probleem met stiltes die vallen, in tegenstelling tot de meeste mensen. Die gaan krampachtig zoeken naar dingen om te zeggen, zodat de voor hun pijnlijke stilte opgevuld wordt. Jasmijn doet dit ook. Schrik slaat om mijn hart. Zou Jasmijn een doorsnee mens zijn? Ik schud dit idee snel van me af. Mijn engel, mijn droomprinsesje is anders dan de rest. Ze is de allerliefste en ze probeert mij op mijn gemak te stellen. Gelukzalig fiets ik met haar door de straten in de hoop dat iedereen ons opmerkt.

Ze fietst links van me, dat is geen toeval. De linkerkant van mijn gezicht is namelijk het mooist. Een Griekse god is er niets bij. “ Eh, hier moeten we naar links”, zegt ze stotterend. Is ze nu al aan het stotteren geslagen? Ik neem het haar niet kwalijk, ze is vast geimponeerd door mijn verschijning. Het laatste stukje fietsen we in stilte, terwijl ik in mijn hoofd een boek aan het schrijven ben over de honderd en een dingen die het leukste en mooiste aan haar zijn. Op stip op nummer een het bandje van haar bh dat onder het fietsen een stukje uit haar shirtje schuift.
Ze stopt bij een rijtjeshuis in een straat waar alle huizen er hetzelfde uitzien. Niet het landhuis wat ik verwacht had, maar goed hier kan zij natuurlijk helemaal niks aandoen. Dit wijt ik aan haar ouders. “ Ze zijn al op vakantie, mijn ouders, ik hoop dat je dat geen probleem vind, “ zegt ze. Ik vergeet antwoord te geven, omdat ik te druk bezig ben een voorstelling te maken van haar kamer. Ze slaakt een zucht, die hoor ik wel. Volgens mij is de liefde wederzijds. Mijn twijfel is weg, eigenlijk had ik niets anders kunnen verwachten. Ik loop achter haar aan naar binnen, maar ben zo gefixeerd op haar achterkant dat ik bijna tegen de deurpost aanstoot. “Wil je in de keuken zitten of boven op mijn kamer? ‘ zegt ze zwoel. Ik kijk haar begerig aan en zie hoe ze twee glazen uit de kast pakt en cola inschenkt. Ze morst een beetje op haar broek en zegt: “ Ik ga even iets anders aantrekken, ik ben zo terug. “

Ik slik een paar keer en de vlag hijst bijna van vreugde en opwinding. Dit lijkt wel een vooropgezet plan. Ze wil me, dat lijkt me duidelijk. Zal ik haar meteen bespringen of misschien nog even afwachten totdat zij eerst iets onderneemt? Misschien kan ik me niet eens inhouden als ze straks in een bloot jurkje naar beneden komt. Yes, dit is nog beter dan ik had verwacht. Ik loop naar een grote houten kast waar foto’s in staan. Er staat ook een foto van haar, ik denk van een paar jaar terug. Toen was ze al beeldschoon, kijkend naar de foto begint hij te groeien. Het is bijna niet te stoppen en ik leg hem even goed. Dan hoor ik wat gestommel boven, volgens mij komt ze naar beneden. Mijn gehesen vriend en ik lopen naar de trap, laten we er maar meteen aan beginnen denk ik bij mezelf. Vol verwachting kijk ik naar boven, het is net als in de film. Als ze naar beneden komt lopen krijg ik een vreemd gevoel. Dat gevoel heet ongeloof. “ Is er iets? “ vraagt ze. “ Nee joh, wat zou er moeten zijn? “ antwoord ik terwijl ik mijn blik laat glijden over het vaalgrijze joggingpak dat ze aanheeft. Snel duw ik een beetje tegen mijn broek aan en kantel mijn heupen naar achter. “ Nou laten we dan maar beginnen. “ antwoord ze een beetje verveelt. Dan besef ik me dat dit natuurlijk een spelletje is. Ze wil me zo graag dat ze hard-to-get speelt om mijn aandacht vast te kunnen houden. De kleine deugniet. Er breekt een lach door op mijn gezicht en speels zeg ik: “ Laten we dat zeker doen. “
Oud 15-07-2004, 19:06
Verwijderd
Mooi stukje!

Robbert is niet zo perfect meer in de buurt van Jasmijn. Puber retro

Grim
Oud 15-07-2004, 20:39
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
Hm ok ik ga eens tijd maken om dit te lezen Er zijn best veel positieve reacties en raak nu best nieuwschierig.

Ik heb het nog niet gelezen omdat het zo "lang" is
Ja het klinkt misschien raar maar het weerhoud me dat altijd om het te lezen.
Oud 15-07-2004, 20:45
Verwijderd
Citaat:
DaRk-AnGeL66 schreef op 15-07-2004 @ 20:39 :
.... nieuwschierig.,,,
Er is een nieuw woord ontstaan

Iedereen denkt dat dat goed is, gruwelijk gewoon...

NIEUWSGIERIG, ja?

Grim
Oud 15-07-2004, 21:09
*~Angel~*
Avatar van *~Angel~*
*~Angel~* is offline
Citaat:
Grim schreef op 15-07-2004 @ 20:45 :
Er is een nieuw woord ontstaan

Iedereen denkt dat dat goed is, gruwelijk gewoon...

NIEUWSGIERIG, ja?

Grim
Hehe ik weet het.. het is al zooo vaak tegen me gezegd en toch blijf ik het doen En ik zal het nooit afleren denk ik
Oud 15-07-2004, 21:46
SiemdeCyper
Avatar van SiemdeCyper
SiemdeCyper is offline
Meer!!!
Oud 15-07-2004, 22:27
Millroy
Avatar van Millroy
Millroy is offline
Enkelen onder jullie hebben de slechte gewoonte om overal niets anders dan "vervolg" of "meer please".
Ik vind dit behoorlijk vervelend omdat ik dan denk dat er een relevante reactie gekomen is, eventueel een fout die ik zelf nog niet gezien had ofzo en dan zie ik dat het zo een onzinnige reactie was.
Jullie mogen echt wel vertrouwen hebben in de Ts, ze zorgen voor een vervolg zo snel ze kunnen.
Stop er alsjeblieft mee want als ik dat lees wordt ik behoorlijk pissed en agressief en dat zal mijn commentaar er niet vriendelijker op maken.
Ik hou van jullie, maar geef alleen relevantere of grappige reply's.
Vervolg is niet grappig.
__________________
I can say what I want to, even if I'm not serious. Just kidding!
Oud 16-07-2004, 00:47
Charlottetje
Avatar van Charlottetje
Charlottetje is offline
Nadat ik me bij Millroy heb aangesloten wil ik nog even melden dat ik dit wel weer een prima stukje vind. Wel uitkijken dat het allemaal niet te voorspelbaar wordt, waarmee ik bedoel dat je niet altijd de reactie van Jasmijn moet kunnen voorspellen na een gedachtengang of actie van Robbert. Nu komt er namelijk altijd een 'negatieve' reactie van Jasmijn op een 'negatieve' actie van Robbert, snap je? Jasmijn hoeft niet altijd door te hebben hoe Robbert zich voelt, denk ik. Maar het was weer leuk

Charlotte
(sorry als je vindt dat ik overdreven reageer, maar ik wil gewoon graag voorkomen dat dit verhaal niveau verliest nu het zo goed is)
__________________
ja, maar...
Oud 16-07-2004, 07:50
Verwijderd
Het toverzinnetje komt mij vaag bekend voor...
Spoiler

Maar inderdaad, als er wordt gezegd dat er meer komt dan komt er ook meer, dat hoeft geen duizend keer gevraagd te worden. In feite maak je de vervolgen min of meer onmogelijk omdat je het topic onderspamt. Topic kunnen maar tot de 500 dus als je 200 onzinberichten als ''vervolg plz'' of ''meermeermeer'' neerzet is er nog maar ruimte voor 300 andere berichten. Laten we zeggen 120 verhaalberichten en 180 commentaar berichten. Daarna moet er dus weer een nieuwe topic gemaakt worden, omdat er enkele F*n*y² kinderen zich niet in kunnen houden.

Nog even op een rijtje:

Met onzin: ................................................ Zonder onzin:
200 onzinberichten....................................wsch 50 onzinberichten
180 commentaar........................................300 commentaar
120 verhaal ...............................................150 verhaal
------------------------ +.................................---------------------------- +
500 in totaal ; topic gaat dicht ................. 500 in totaal; topic dicht

Behalve dat voegen zulke berichten inderdaad niets toe, zoals Millroy al zei:
Citaat:
Jullie mogen echt wel vertrouwen hebben in de Ts, ze zorgen voor een vervolg zo snel ze kunnen
En als laatste, deze posts zijn begrijpelijk, maar heel irritant. Natuurlijk willen we allemaal meer en ik wil ook best goede kanten aan die posts zien (bijvoorbeeld een aansporing tot de TS om verder te gaan en te laten zien dat er meer moet komen) maar doe daar dan nog een stukje commentaar bij, iets dat je minder vond, een zin waar je slecht doorheen kwam. Ga desnoods mierenneuken. Alles is beter dan zo'n leeg bericht met twee simpele woorden en driehonderd uitroeptekens. Als je dat niet doet komen mensen moeilijker door het topic heen, net als bij spam. Die onzinberichten zijn eigenlijk ook spam, omdat ze niets meer toevoegen dan dat ik hierboven tussen haakjes heb gezet. Ownee, ze voegen héél véél irritatie toe.
Met veel onzinberichten moeten de lezers verder scrollen met hun muis, dat is slecht voor hun muisarm en het kost hun ook nog energie (hetzij lichamelijk danwel electrisch) en voor de zeldzame mensen met telefoonverbinding kost het ook nog eens internettikken. Door onzinberichten te posten steel je dus indirect geld en gezondheid van iemand en ben je een a-sociaal persoon.

Hierbij mijn vriendelijk verzoek iets meer intelligentie en tijd aan de onzinposts toe te voegen.

Grim - Kijk, en dan ben ik nog niet eens boos

² Fancy is bij deze gebruikt als scheldwoord, aangezien het bij velen hard aankomt en er op fancy precies hetzelfde gedrag wordt vertoont.


Edit: Doerak?! excuses dat wij je topic hiermee min of meer verneuken, maar ik hoop de kinders iets te leren. Bij voorbaat dank voor je begrip

Laatst gewijzigd op 16-07-2004 om 07:52.
Oud 16-07-2004, 09:08
Hero_Zero
Avatar van Hero_Zero
Hero_Zero is offline
Citaat:
Maar beter een gladde jongen dan King kong. De aftershave piekt, je moet er wat voor over hebben. Ik trek mijn pyjama uit en smeer me helemaal in met White musk bodylotion, dat schijnt mannen aan te trekken heeft mijn zusje me ooit in extase verteld
Ik denk dat hier een klein foutje is gemaakt. De body-lotion moet toch niet manneen aantrekken, maar mannen aantrekkelijk maken?
__________________
A gramme is better than a damn. | When the individual feels, the community reels.
Advertentie
Topic gesloten

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 13:02.