De wind, vermengd met de zee, suisde in onze oren.
Zoals je daar zat, nieuwsgierig om je heen kijkend. Ik bekeek je. Hoe kon ik je beschrijven? Je haar danste over je schouders. En ik, ik beklom je wangen en gleed over je slapen naar beneden. Ik voer vanaf je oogleden, via de kuiltjes in je wangen naar je mondhoeken, en je perzikzachte lippen. Je aardedonkere huid voelde warm aan en je donkere krullen roken naar de zon. Je zag me niet. Maar in mijn hoofd was ik ergens anders. Ik legde mijn hoofd op je schouder en stapte uit mijn wereld. Uit mezelf, vol onbereikte doelen, onmogelijke fantasieën en opgekropte gevoelens. Ik streelde je huid van zon en speelde met je lokken. Ik kuste je wimpers en luisterde naar het geluid van je ogen die zo mooi knipperden. Ik kroop in je nek en bleef er liggen voor drie, vier dagen. Ik gleed naar beneden tussen je schouderbladen door, tot je hielen. Toen klom ik weer naar boven, over je kuiten, naar je dijen. Ik hield je vast om je middel en we lagen samen in het zand. De wind, vermengd met de zee, suisde in onze oren. Je stem klonk net als een oud liedje dat mooie herinneringen oproept. Ik sloot mijn ogen en liet al mijn wonden helen. Ik sloot mijn ogen en liet al mijn frustraties weglekken. Ik sloot mijn ogen en… Ik sloot mijn ogen.
Ik had niet verwacht dat de werkelijkheid zo plots zou storen. Of ik kennis wilde maken met het nieuwe meisje. Ik glimlachte van binnen en zei dat ik dat al had gedaan. Ik draaide mijn rolstoel om en verliet het lokaal richting het invalidentoilet.
|