16-03-2003, 13:41 | |
Ik ben alweer verder, dankje Mathfreak... Maar ik loop nog steeds/weer vast bij bewijzen. Bijv bij vraag 1b. Ik weet dat een lijn die loodrecht staat op lijn l: y=mx een rico heeft van -1/m. Maar ik weet niet hoe ik dat kan bewijzen... De normaal heeft dus die rico, maar hoe kan je zoiets bewijzen?
Ook vraag 2b en c snap ik niet echt. Je moet via die link wat doen. (let op het golfje, die moet laag zijn, niet hoog). Ik kan die lijnen verplaatsen uit het plaatje en ik zie ook dat ik iets met een driehoek moet doen, maar ik weet niet hoe ... Ik weet ook niet hoe ik dit moet bewijzen. Ook het verband bij vraag 2c zie ik niet ... Ik hoopdat iemand me kan helpen... I Normalen 1a. Teken de lijn l: y=2a op ruitjespapier. Draai deze lijn 90 graden om de oorsprong en bepaal de richtingscoeffient (rico) van de gevonden lijn l’. b. Teken door een willekeuring punt P op l een lijn l” die evenwijdig is aan lijn l’. Welke conclusie kun je trekken aangaande de rico’s van l enerzijds en l’ en l” anderzijds? Bewijs nu: elke lijn l’ die loodrecht staat op de lijn l: y =mx heeft rico… Defenitie: een lijn ‘ die (in een gegeven punten) loodrecht staat op een gegeven lijn l heet een normaal van l. II Parabolen 2a. Zoek een definitie van een parabool waarin de begrippen brandpunt en richtlijn voorkomen. b. Bewijs dat de vergelijking van een parabool met brandpunt F (0,a) en richtlijn y=-a is: y = x^2 / 4a (1) Gebruik bijvoorbeeld het internetadres: http://home.planet.nl/~hklein/meetk/para6.htm. c. Vaak wordt de vergelijking van een parabool geschreven als: y = cx^2 (2) Bepaal het verband tussen de constante c in (2) en de constante in (1).
__________________
~ Maybe it won’t last forever, but who says the best loves do ~ November is all I know, and all I ever wanted to know ~
|
Advertentie | |
|
Advertentie |
|
|
|