De persoonlijke toets is voor in een voorwoord; maar als dat niet in de opdracht stond, mag dat voor beperkte mate ook in een inleiding komen (natuurlijk afhankelijk van welke eisen je begeleiders stellen), als je geen voorwoord hebt tenminste.
Maar in de algemene inleiding geef je inderdaad gewoon wat je gaat aantonen, en een verloop van hoe je dat gaat doen, welke begrippen je gaat behandelen en eventueel ook waarom die belangrijk zijn (als de lengte dat toelaat; maar normaal is dat uitleg die je ook in verschillende hoofdstukken (in de inleiding van die hoofdstukken bv.) van je werkstuk moet geven). Maar het belangrijkste daarin is dat je niet moet spreken vanuit een 'ik'-persoon, maar zakelijk schrijft ('men kan', 'we merken', of natuurlijk nog betere constructies (gewoon heel koud alles beschrijven 'Kippenmest als brandstof bla bla'). En die regel moet je natuurlijk ook in je hele werk (uitgezonderd voorwoord) aanhouden; dus geen lagereschoolverslagje 'ik heb eerst dit gedaan, en toen dat en nadien heb ik gerekend ...'. Een wetenschappelijk verslag draait om de inhoud, dat een bepaalde persoon dat uitgevoerd heeft, heeft geen enkele waarde (maar je mag natuurlijk wel verwijzen naar bepaalde andere mensen die een proef gedaan hebben, bv. 'Zoals Foucault al eerder aantoonde in zijn proef').
Wat je er bv. in kan zetten is een verantwoording van de keuze voor juist die grondstoffen;bv. dat er toch kippenmest te veel is; en dat houtkrullen ook niet zo moeilijk zijn om aan te geraken, maar wel een bepaalde meerwaarde geven aan het mengsel).
De reden waarom mensen vaak ook aanraden om inleiding en conclusie op het einde te schrijven (dus nadat al de rest geschreven is), is omdat je zo in de hoofdtekst al een overzicht hebt, en dus ook zinnige dingen kan zeggen over je werk. Dat is zeker geen vereiste; maar wel een veilige richtlijn.
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|