|
Het is lang, toch hoop ik dat mensen de moeite willen nemen het te lezen. Dit is maar een begin. Er is meer.
Laura zucht. Ze staart naar de brief die haar moeder haar net gaf. De woorden dansen voor haar ogen totdat ze alleen nog maar wazige vlekken ziet. Ze verbergt haar hoofd in haar handen en voelt zoute druppels over haar wangen glijden. Waarom schrijft hij haar? Door haar tranen heen ziet ze de laatste woorden staan:
‘Ik wil je weer zien, Laura.’
Met haar vingers woelt ze door haar korte haar. Hij wil haar zien. En wat moet ze nu doen?
Een jaar geleden.
Ze zit in de klas en tekent poppetjes in haar schrift. Dorien zit naast haar en doet precies hetzelfde. Af en toe kijken ze elkaar aan en dan moeten ze hun lach inhouden. Een studie-uur hebben ze en ze mogen niet praten. En dus ook niet lachen.
Laura kijkt steeds op haar horloge. De tijd kruipt voorbij. Ze volgt de secondewijzer met haar ogen en stelt zich voor dat het een klein mannetje is. Hij is de weg kwijt en loopt steeds hetzelfde rondje. Het lijkt haar maar saai. Nog saaier dan een studie-uur.
Eindelijk gaat de bel. Uitgelaten springt Dorien overeind en pakt haar bij de arm. “Kom, dan gaan we kijken of die advertentie er nog hangt!”
Ze stribbelt tegen. Ze hadden in de supermarkt een advertentie zien hangen en Dorien vond dat echt iets voor haar. Maar mag ze dat misschien, soms, alsjeblieft zelf beslissen? Ze spreekt haar woorden niet uit en laat zich door haar beste vriendin meetrekken. Tegen Dorien kun je toch niet op.
De advertentie hangt er nog.
‘Muzikale saxofoonspelende man zoekt leerlingen om les aan te geven. Voorkeur voor gevorderden. Gediplomeerd. Bel na 18.00 uur naar 7794530.’
Dorien pakt de advertentie en duwt hem in Laura’s hand. “Hier. Vanmiddag bellen we op.” “Maar…”
“Dat is juist leuk! Dan kunnen we samen spelen. Kunnen we misschien een bandje oprichten. Ik slagwerk en zang en jij saxofoon!” Dorien ziet het al helemaal zitten.
Laura bekijkt de advertentie nog eens en laat de woorden goed op haar inwerken. Haar moeder zou het geweldig vinden, want dan doet ze eindelijk weer eens iets met haar saxofoon, die al jaren in de kast ligt.
“Maar ik heb al drie jaar niet meer gespeeld!” merkt ze op tegen Dorien. “Ik ben echt geen gevorderde, die man lacht zich dood als hij naar mij luistert.”
Dorien haalt haar schouders op. “Ach joh, maak je niet zo druk. Dat verleer je nooit. En anders oefenen we wel even van te voren.”
‘We,’ denkt Laura schamper. Soms wordt ze helemaal gek van haar vriendin. En toch kan ze niet zonder haar en zijn ze inmiddels alweer tien jaar vriendinnen. Of iets langer, dat weet ze niet precies meer. Ze denkt dat ze zulke goede vriendinnen zijn, omdat ze ook ruimte overlaten voor andere vrienden en hobby’s. Ze zullen nooit continu op elkaars lip zitten, maar als ze bij elkaar zijn, kunnen ze ook echt goed met elkaar opschieten en vertellen ze elkaar alles. Nou ja… alles? Zij is wel gesloten en zou misschien wat meer haar mond open moeten doen. Maar eigenlijk vindt ze het wel best zo.
Laura kijkt weer op haar horloge. Het kleine mannetje heeft een wijzer ontmoet.
“Ik moet naar huis,” zegt ze tegen Dorien, “ik heb straks bijles.”
Dorien haalt haar schouders op. “Dan ga je toch naar huis? Als jij maar wel die advertentie goed bewaart, dan kunnen we vanavond bellen.”
Laura trekt een gek gezicht.
“Wat is er nou?” Dorien lijkt geïrriteerd.
“Niets,” zegt ze snel en ze stopt de advertentie in haar binnenzak. Buiten haalt ze haar fiets van het slot en kijkt jaloers naar Dorien, die haar paarsgeverfde opoefiets van het standaard haalt.
“Rammelbak”, lacht Dorien en ze stapt op. “Ik zie je vanavond!” Laura kijkt haar na.
Dorien’s knalroze haar wappert in de wind.
Thuis legt ze de advertentie naast de telefoon en loopt naar de keuken om thee te zetten. Dan heeft Hanna straks in ieder geval iets te drinken.
Hanna is de buurvrouw. Ze geeft Laura bijles in wiskunde. Zelf heeft ze het gestudeerd en weet er dus alles vanaf. Ook al is dat jaren geleden en is ze nu al in de zeventig. En ze doet het gratis, omdat ze toch niets anders te doen heeft. In ruil daarvoor doet Laura soms boodschappen of klusjes in haar huis.
Ze heeft nog even tijd om rustig te zitten en ploft neer op de bank. Weer saxofoonles… ze moet aan het idee wennen, maar misschien is het wel weer leuk. Ze zal het instrument vanavond eens uit de kast halen en straks Hanna voorbereiden. Dan weet ze tenminste wat voor vreemde geluiden er misschien uit hun huis gaan komen.
“Weet je wel dat je die advertentie had moeten laten hangen?” Haar moeder laat het papiertje van haar ene hand naar haar andere glijden. Laura schudt haar hoofd. Ze wist van niets.
“Dorien heeft hem gepakt,” probeert ze, maar tevergeefs.
“Dorien heeft hem gepakt,” imiteert haar moeder lachend. “Je moet je niet zo op je kop laten zitten door die meid. Het was zeker haar idee?”
Ze haalt haar schouders op. Als ze nu ja zegt, gaat haar moeder een preek houden over dat Dorien misschien toch niet zo’n goede vriendin is als Laura denkt en als ze nee zegt, zal haar moeder haar toch niet geloven.
“Van mij mag je best bellen.”
Laura veert overeind. “Mag dat?” Ze kijkt in haar moeder’s lachende gezicht.
“Als je tenminste meebetaalt. Zo breed hebben we het niet. En als je goed informeert en eerst een proefles volgt en…-”
“Bla-bla-bla,” mompelt Laura en ze lacht. “Ik betaal mee en ik vraag ook naar een proefles. Denk je nou echt dat ik zomaar naar die vent toe zou gaan met mijn geld? Misschien is het wel een hele enge man. Een zwerver ofzo.”
“Er is niets mis met zwervers.”
“Je weet wel wat ik bedoel.”
Ze lachen allebei en haar moeder slaat een arm om haar heen. Tegen haar aangekropen blijft Laura zitten. Soms wilde ze dat ze nog klein was. Dat ze, net als vroeger, tussen haar ouders in op de bank zat om naar de tv te kunnen kijken. Dat ze een gelukkig gezinnetje waren. En dat haar vader nog leefde. Ze maakt zich los uit haar moeder’s omhelzing, staat op en kijkt uit het raam.
“Dorien komt zo.”
Ze zit met de telefoon in haar handen. “Ik weet niet of ik wel durf, hoor.”
“Stel je niet aan,” zegt Dorien en ze draait het nummer. Snel drukt ze nog op de luidsprekertoets. “Dan kan ik meeluisteren,” lacht ze en ze duwt de hoorn tegen Laura’s oor.
Ze horen de lange tonen. De telefoon gaat over. Benauwd kijkt Laura naar haar vriendin. Die glimlacht en geeft een klopje op haar hand.
“Je kan het!” fluistert ze. Laura zucht. Ja, vast.
Net als ze wil zeggen dat er toch niemand opneemt en dat het vast een stomme grap is, hoort ze iets aan de andere kant van de lijn. Een klik, geruis en daarna een mannenstem.
“Paul.” Het lijkt een jonge stem. Dertig jaar, misschien iets jonger. Zijn stem lijkt een beetje op haar vader’s stem en ze doet haar ogen dicht. Dorien geeft haar een stomp en ze schrikt op.
“Hallo?”
“Ehm…” Laura schraapt haar keel. Waar is haar stem gebleven, nu ze hem nodig heeft?
“Met Paul.” De stem wordt ongeduldig en Dorien ook.
“Als je nu niets zegt, neem ik het over,” sist ze in Laura’s oor, “en dan zul je wat beleven.”
Laura slikt en spreekt dapper: “Hallo, u spreekt met Laura Verwaal. Ik bel over die advertentie.”
“Advertentie?” Ja hallo zeg, als die vent niet weet waar ze het over heeft, heeft het ook geen zin om nog verder haar best te gaan doen. Hij mag al blij zijn dat ze haar mond open doet.
“Die advertentie die in de supermarkt hing.” Ze zal het makkelijk voor hem maken, misschien heeft hij ook wel last van zijn zenuwen, net als zij. Dorien proest het uit in haar oor.
“Ja, natuurlijk. Ik…-” Ze hoort gekrijs op de achtergrond. Een kind?
“Sorry, mijn vrouw is even weg en ik moet op ons zoontje letten. Ik ben er weer. Ik was even kwijt waar je het over had. Advertentie?”
“Eikel”, zegt Dorien hardop.
“Pardon? Als dit een grap is…-”
Laura valt hem in de rede. “Dat kan ik beter aan u vragen.” Opeens is ze niet verlegen meer. Wat denkt hij wel? Aso.
“Ik heb hier een advertentie in mijn hand met uw telefoonnummer. Op de advertentie staat dat u leerlingen zoekt om les aan te geven. Saxofoonles”, zegt ze met harde stem.
De man aan de andere kant van de lijn zucht. Dat kan ze horen. Het kind is stil.
“Het spijt me… Laura toch? Het is hier zo druk, natuurlijk weet ik wel waar je het over hebt. Sorry hoor. Het klopt. Ik ben Paul en ik zoek leerlingen.”
Dorien kijkt Laura giechelend aan.
“Hallo?”
“Ja, ik ben er nog,” antwoordt Laura. Ze duwt Dorien opzij en praat snel verder: “Ik weet niet hoe oud die advertentie was. Misschien ben ik wel te laat. Maar ik vroeg me af of u ze nog steeds zoekt, die leerlingen.”
“Ja!” Het komt er net iets te enthousiast uit. Toch is haar nieuwsgierigheid geprikkeld. Ze is benieuwd naar het gezicht achter deze stem. Of het echt zo’n warhoofd is als hij lijkt te zijn. Haar vader was ook een warhoofd. Ze wil het gewoon weten. Het kan haar niets schelen wat Dorien hier van vindt. En opeens is ze echt vastbesloten.
“Misschien dat je morgen kunt komen. Dan maken we kennis en kunnen we het over het lesgeld hebben. Heb je zelf een instrument? Neem maar mee dan, dan kijken we hoe je speelt. Ik zal je mijn adres geven.” Hij noemt een straat en een nummer.
Snel laat Laura de plattegrond van haar woonplaats voorbij komen in haar hoofd. Vlakbij Dorien.
“Dan zie ik je morgen. Vier uur, is dat goed?”
“Prima.” Laura lacht in de hoorn. “Dag!” Ze hoort nog net hoe het kind weer begint te huilen en legt neer.
Dorien begint keihard te lachen. Ze rolt bijna van de bank af. Laura kijkt haar aan en kan zich ook niet meer goed houden. Ze moeten zo hard lachen dat haar moeder naar beneden komt om te kijken wat er aan de hand is.
“Alles goed?” vraagt ze verbaasd, terwijl ze van de telefoon naar de twee meisjes kijkt. Laura vertelt op een serieuze toon, voor zover dat mogelijk is in die toestand, dat ze net gebeld heeft en morgen langs moet komen voor een kennismaking.
“Dan mag je je saxofoon weleens te voorschijn halen,” antwoordt haar moeder.
Dorien kijkt haar nu ook aan.
“Ja, dat zou ik maar doen als ik jou was. En even flink gaan oefenen.”
Laura steekt haar tong uit naar Dorien en kijkt haar zogenaamd verwaand aan. Nu zal ze eens een goed antwoord geven, al is het alleen maar omdat haar moeder er nu bij staat.
“Als jij dan nu naar huis gaat, kan ik gaan oefenen.” Ze lacht erbij, maar Dorien kijkt opeens heel boos.
“Ga maar oefenen. Lekkere vriendin ben jij!” En weg is ze. Ze horen de voordeur met een klap dichtslaan.
Haar moeder zucht en stoot haar aan.
“Lekkere vriendin is dat.” Dan draait ze zich om en loopt naar de trap toe. “Ik was aan het strijken. Ga jij zo huiswerk maken?”
Ze haalt haar schouders op. Ja, ze zal wel moeten. Maar ze begrijpt niet waarom Dorien opeens verdwenen is. Het was maar een grapje. Ze zal nog eens wat zeggen.
“En ik ga saxofoon spelen’” lacht ze tegen haar moeder, wanneer ze al in haar eigen kamer is. Ze doet de deur van haar kast open en grijpt naar de onderste plank.
Laura veegt de tranen uit haar ogen en kijkt in de spiegel die boven haar bureau hangt. Ze ziet een dun, onzeker meisje met kort zwart haar staan en eerst dringt het niet tot haar door dat ze het zelf is. Dan ziet ze het.
Wat is ze veranderd in vergelijking met de foto die naast de spiegel hangt. Twee meisjes staan lachend naast elkaar. Het ene meisje heeft roze haar en zij heeft daar lang blond haar. Plotseling was ze haar lange haar zat. Toen was ze ook onzeker en bang, maar wel voor andere dingen. Nu is ze veranderd. Positief en negatief. En wat moet ze nou met die brief?
Ze pakt haar saxofoon van het standaard en zet hem aan haar mond. Ze blaast en opeens weet ze wat ze zo gemist heeft. Muziek. Die allesoverheersende muziek die je al je zorgen doet vergeten. Ze mist het spelen. En de les.
“Mooi zeg.” Opeens staat haar moeder in de kamer. Ze voelt zich betrapt en stopt met spelen.
“Ga maar door hoor,” zegt haar moeder. Ze kijkt naar Laura’s bureau. “Leuke brief?”
Laura knikt en gritst de brief van het bureau af.
“Van Dorien,” mompelt ze.
“Dorien? Daar hebben we ook lang niets meer van gehoord. Mag ik het lezen?”
Ze schudt haar hoofd. “Misschien later. Nu niet.”
Haar moeder haalt haar schouders op en draait zich om. “Ga jij maar verder spelen. Ik zie je straks wel weer.”
Als de deur dichtvalt, doet ze hem snel op slot en haalt de brief weer te voorschijn. Van Dorien, hoe komt ze erbij? Dorien verstuurt nooit brieven. Haar naam kwam gewoon als eerste in haar op.
“Ik hoef me niet voor mezelf te verontschuldigen,” zegt ze tegen haar spiegelbeeld. Het meisje in de spiegel zegt niets terug. Ze staart alleen maar. Of moet ze zich wel verontschuldigen, omdat het allemaal haar fout is? Ze weet het niet. Ze weet helemaal niets.
Haar vinger trilt een beetje als ze op de bel drukt. Hij woont in een klein huisje in de binnenstad. Het ademt sfeer uit. Laura houdt er wel van. Het is stil achter de deur. Geen huilende kinderen en ook geen voetstappen. Hij is er toch wel? Ze belt nog een keer. Ergens trekt een wc door, daarna hoort ze een deur opengaan en ziet ze zijn silhouet achter de ruit. Haar saxofoon weegt zwaar op haar rug. Doe nou open, man!
“Hoi, ik ben Paul.” Een man van een jaar of dertig staat in de deuropening. Hij heeft kleine bruine krulletjes, maar ze ziet ook al grijze haren. Hij lijkt onder geen beding op haar vader. Mocht hij willen.
“Laura.” Ze schudt zijn hand, lacht en probeert spontaan over te komen. Hopelijk prikt hij daar niet door heen.
“Kom er in.” De deur wordt verder opengedaan en ze ziet een smal bruin gangetje. Ze verwacht een sigarettengeur, maar ze ruikt niets. Paul neemt haar jas aan en hangt hem aan de kapstok. Een zwarte, staande kapstok. Die hebben ze bij Dorien thuis ook. Hij opent een deur naar de kamer en ze volgt hem.
“Dit is de woonkamer en daar is de keuken,” wijst hij. Ze knikt hem beleefd toe, maar inwendig moet ze lachen. Ze is maar een leerling, ze hoeft echt geen rondleiding door dit snerthuisje. Hoewel het er wel gezellig uitziet.
“Ga zitten. Wil je wat drinken? Koffie? Thee?”
“Doe maar thee.” Haar moeder zou zich schamen voor zo’n antwoord. Waar zijn haar manieren gebleven? Maar Paul trekt zich er blijkbaar niets van aan, want hij staat al in de keuken.
Laura laat zich voorzichtig op de bank zakken. Een vetrolletje blubbert boven de rand van haar broek uit. Snel trekt ze haar truitje naar beneden.
“Ik gaf tot vorig jaar les op de muziekschool,” roept Paul vanuit de keuken, “maar ik wilde voor mezelf beginnen. Ik kon niets met die discipline daar. En jij?”
Ze schraapt haar keel. “Ik had les op de muziekschool. Zes jaar. Maar toen ging mijn vader dood en we konden het niet meer betalen.”
“O, dat spijt me.” Hij komt de kamer in met twee glazen thee in zijn hand.
“Het is al twee jaar geleden,” antwoordt ze, “hij had kanker.” Ze weet niet waarom ze het zegt, maar Paul knikt.
“Dat is een rotziekte. Dat had mijn vader ook. Vorig jaar overleden.”
“Spijt mij ook.” Ze kijkt hem aan en ze lachen allebei. Als hij lacht krijgt hij kuiltjes in zijn wangen.
“Toen je gisteren belde…,” begint Paul. Hij is even stil. Ze ziet dat hij aan een ring om zijn vinger draait. Een trouwring. “Ik had het heel druk toen. Alexander werd net wakker. Hij zeurde. Het spijt me dat ik je eerst niet begreep.” Laura haalt haar schouders op.
“Geeft niet. Ik was ook niet zo duidelijk en mijn vriendin luisterde mee.” Oeps. Had ze dat wel moeten vertellen?
“Vandaar.” Paul lacht. “Ik dacht al zoiets te horen. Dat ‘eikel’ kwam niet van jou dus?”
Ze kleurt rood.
“Nee, dat was Dorien.”
Ze zijn allebei stil. Laura roert in haar thee. De suiker lost langzaam op, ze ziet nog maar een paar korreltjes in de thee zweven. Gewichtloosheid, denkt ze. Was ik dat maar. Dan zweefde ik nu weg uit die ongemakkelijke stilte. Een vraag van haar moeder komt in haar op.
“Hoeveel moet ik betalen?”
Paul krabt aan zijn hoofd. Het ziet er stom uit. “Ehm… wat dacht je van zeven euro per les? Het is misschien iets te veel, maar…-”
“Dat is prima.” Eigenlijk had ze zelf meer in gedachten, maar dat hoeft hij niet te weten. Stel je voor dat hij zich bedenkt.
“Goed dan. Hebben we dat geregeld,” lacht Paul. Hij lijkt een beetje opgelucht. Maar zijn gezicht betrekt weer. Heeft hij zich toch bedacht?
“We moeten de lestijd nog bespreken.”
O ja, ze zou het bijna vergeten. En dat zou heel dom zijn.
“Mij komt ’s avonds het beste uit,” merkt Paul op, “want dan ligt Alexander in bed.”
“Hoe oud is hij?” Ze is wel nieuwsgierig.
“Vier jaar. Overdag zit hij op school, maar jij ook, neem ik aan.” Ze knikt ten bevestiging.
“Goed. Wat dacht je van woensdagavond?” Laura haalt haar schouders op.
“Prima. ’s Middags heb ik vrij, dan heb ik genoeg tijd voor mijn huiswerk.” Pfff… alsof hem dat wat kan schelen! Ze zit alleen maar onzin uit te kramen, wat moet hij wel niet van haar denken?
Maar hij lijkt niets van haar onzekerheid te merken en staat op.
“Als je het goed vindt spelen we vandaag niet. Daar beginnen we vanaf woensdag wel mee.”
Anders moet hij het gratis doen, voegt Laura er in haar hoofd aan toe. Meteen giechelt ze inwendig. Hét gratis doen… als Dorien dat zou horen zou ze niet meer bijkomen van het lachen.
Paul kijkt haar vragend aan. Heeft ze hardop gelachen? Snel kijkt ze op haar horloge. Het is al vijf uur. Ze moet naar huis om te eten. Laura staat op.
“Eten,” legt ze aan hem uit. Hij lacht.
“Ja, dat moet ook gebeuren. Ik zal je even uitlaten.”
In de gang pakt hij haar jas en geeft hem aan.
“Oeh, galant,” floept ze er uit. Hij knipoogt en ze wordt rood. Eikel.
“Ik zie je woensdag!” roept hij haar na.
“Tot dan,” antwoordt ze en ze fietst snel weg.
__________________
Hm... Larstig... ;)
|