Reacties zijn welkom.
Het gesponnen glas was perfect rond. Jouw gezicht weerspiegelde en enkele druppels zweet drupten op de tafel. De straaltjes langs je slapen waren bijna volmaakt, enkele haperingen hier en daar, maar dat paste bij het geheel. Lange blonde haren hingen tot op jouw schouders.
Ik wilde al een tijd lang iets vragen, maar hield wijselijk mijn mond. Als ik iets geleerd had van jou, was het wel dat ik je niet moest storen als je bezig was. Ik had nooit begrepen wat jij nou eigenlijk in die bol zou zien, toch vertelde je me iedere keer weer wat mij te wachten stond. Vaak had je nog gelijk ook en als jij het niet zeker wist, zei je dat ik het zelf wel zou weten. Dat ik moest doen wat ik dacht dat goed was. Hoe je dat kon weten, wist ik ook niet. Je had toch immers gezegd dat de bol niet duidelijk was geweest?
Het kussen waar ik op zat, was helemaal niet gemakkelijk. Ongemakkelijk wilde ik het ook niet noemen, omdat het op de een of andere manier gewoon vertrouwd was en daarom kon ik dat niet afkraken. Ik probeerde mijn benen in een andere houding te zetten, maar daar kreeg ik geen kans toe. Je keek me aan met je allesziende ogen en fluisterde een aantal vreemde woorden. Ik luisterde naar de klank ervan en probeerde ze in mijn hoofd te prenten om later te vragen wat ze betekenden. Je ging verder en ik besefte dat ik een deel van jouw woorden gemist had. Ik kon dan wel meerdere dingen tegelijk, daar was ik immers een vrouw voor, maar dit was moeilijker dan ik gedacht had. Hoe dan ook, de woorden die ik onthouden moest, had ik ook onthouden en ik volgde de rest van mijn toekomst. Het was alsof ik zag gebeuren wat deze inhield, zo duidelijk was je. Jouw stem haperde en ik zag het beeld flikkeren. Langzaam maar zeker zweeg je en je keek me dromerig aan. Ik wist dat het over was en vroeg me af wat de woorden inhielden. Je glimlachte naar me, pakte liefdevol de bol op en zette die in de kast. De sleutel werd omgedraaid en voor me op tafel gelegd. Iedere keer opnieuw was het voor mij een beproeving, want ik wilde meer weten. Ik moest mezelf inhouden de sleutel niet te pakken en de kast open te maken. Ergens diep van binnen wist ik dat het toch geen nut zou hebben. Ik zou niet te zien krijgen wat jij zag. Al helemaal niet wat erop zou lijken. Jij zag mij zoals ik was en zoals ik zou zijn. Later zou ik je dankbaar zijn en ik wist dat je gelijk zou hebben. Het was eindelijk tot mij doorgedrongen dat jij een van de enige personen was die me echt begreep en zag hoe ik werkelijk was. Jouw glazen bol, heilig voor mij en belangrijk voor jou. Zonder dat waren we niets. Zonder die bol hadden we dit niet samen opgebouwd en zat ik hier niet. Zij het onaangenaam, maar er waren belangrijkere dingen dan dat. Mijn voet tintelde inmiddels hevig, maar nog steeds ging ik niet verzitten. Er was iets dat ik had moeten onthouden en ik was het nu vergeten. Misschien dat dit gevoel me zou zeggen wat het inhield.
Een belangstellende trek speelde om je lippen en ik wist niet wat ik moest doen. Normaal zou ik gegaan zijn. Je gegroet hebben en mijn eigen weg ingeslagen zijn, totdat ik je weer zou ontmoeten en jij in jouw bol zou kijken. Je zou, precies zoals je vandaag gedaan had, de kastdeur openmaken met de sleutel die nog steeds voor me op het tafeltje lag. Daarna de bol er met beide handen uit pakken, de deur met je voet aanduwen en naar me toe komen. In die tijd was ik gaan zitten in de positie zoals ik altijd zat en ik zou zwijgen. Zo ging het altijd en toch was het nu anders. Ik bleef zitten, vastberaden, want ik moest weten wat ik vergeten was. Er formuleerde zich een vraag in mijn hoofd, maar die kwam me zo bekend voor dat ik die haast niet uit durfde te spreken. Ik verloor de macht over mijzelf en keek je aan. Afwachtend, niet wetend of ik nu wat moest zeggen, maar ik wist dat je me nog moest antwoorden. De tinteling in mijn been leek opeens mijn gedachten gestimuleerd te hebben en ik herinnerde me jouw gefluisterde woorden. Het zou tijd worden dat ik het te weten kreeg, ik was immers al een tijdje met je bevriend. Mijn toekomst had je voorspeld en ik wist dat omdat jij het gezegd had, het goed zou komen. Jij had het gezien en je zou me niet bedriegen.
Jouw mondhoeken krulden om, vormden geluidloos de woorden die je even eerder gefluisterd had.
‘Erare Humanum Est. Jouw toekomst ligt bij jezelf, ik kan enkel kijken in mijn bol en zeggen wat ik zie. Mensen is vergisselijk en daarom is vergissen menselijk.’
Verward stond ik op. Ik had antwoord gekregen op de vraag die ik nooit uitgesproken had. Zou je dan toch een helderziende zijn?
__________________
Just living my reality
Laatst gewijzigd op 27-09-2005 om 18:09.
|