Oud 21-02-2003, 18:06
Wiltine
Avatar van Wiltine
Wiltine is offline
Hoofdstuk 1, Een fiets voor twee

Liliane is in de tuin. Ze is met Roger
Liliane is altijd met Roger.Gamin en Duc zijn daar ook. Ze zijn onder de boom, naast Roger. Achter de muur is ook iemand, het is Marcel, een vriend.

( Liliane) ik wil graag een jus d’orange, Roger wil jij ook een jus d’orange?
(Roger) nee, ik wil een koffie met veel melk
(Liliane) een koffie met veel melk? Maar …het is veel te heet voor een koffie met veel melk!
(Roger) nee, hier onder de boom is het koud.

Achter de poort staat een fiets, het is een fiets voor twee, met een bagagedrager. Met de fiets gaan Liliane en Roger naar een Cafe het is best dichtbij. Gamin is al op de bagagedrager. Maar Duc, waar is hij?
(Liliane) Duc! Hier! Op de bagagedrager, naast Gamin, kom vlug! Nee, Duc blijft in de tuin, onder een boom, Waarom? Omdat Caline en Mittette in de boom zijn.

(Roger) Jongeman, een jus d’orange en een koffie met veel melk, alstublieft.
(Jongeman) ja meneer, en, voor de hond? Ook een koffie met veel melk?
(Roger) ja, alstublieft.
(Liliane) Maar nee, Roger, een ijsje voor Gamin
(Jongeman) dus een jus d’orange, een koffie met veel melk en een ijsje, heel goed


Hoofdstuk 2, 14 Juli in Parijs

Het is 14 juli, in Frankrijk is dat een nationale feestdag. Er is een defilé op de Champs-Elysees. Meneer Mitterand, De president van de republiek is daar.
Naast meneer Mitterraand, zijn daar de ministers. De eerste minister, is aan zijn rechterhand. De andere ministers aan zijn linkerhand.
De burgemeester van Parijs, meneer Chirac, is er ook. 14 juli, moet het altijd mooi en warm zijn in Parijs. De Parijzenaars en de toeristen zijn voor het defilé. Mmar zonder de politie, is het een
gedrang! De agenten van de politie zijn overal: in de hoofdstraat, op het trottoir, op moter en in de auto, op de fiets. Zelfs in een boom, achter de President van de Republiek en ervoor.

(een toerist) Waar is de president van de republiek?
(een andere toerist) hij is daar, met de ministers.
- Is het die meneer met de bril?
- Nee, dat is Jacques Chirac
- Is dat een minister?
- nee, Chirac is de burgemeester van Parijs.
- Is dat de eerste minister?
- Ja, het is de meneer aan de rechterhand van meneer Mitterand. Aan de linkerhand zijn de andere ministers. Maar er zijn ook agenten in burger. Zij zijn overal.
- Waarom?
- Oh, in Parijs, zonder de politie is het een gevecht! Of zelfs een aanslag!
- oh, vandaar.


Hoofdstuk 3, La Palette

Meneer Roussel is in La Palette met Paul en Agnes. La Palette is een café, naast de Seine in Parijs. Hij is klein en helemaal niet modern. Maar La Palette is echter beroemd. Waarom? Omdat het interieur mooi is? Helemaal niet. Omdat de koffie met veel melk altijd heet is? Zijn de jongemannen daar beleefd? In tegendeel, zij zijn erg onbeleefd. Omdat de baas daar altijd achter de toonbank staat? Nee, helemaal niet.
La Palette is beroemd omdat de klanten beroemd zijn. De kunstenaars, de schrijvers en de politicussen behoren bij de klanten van La Palette. Daarom is La Palette beroemd. Maar waar is La Palette? Links op de oever. De Seine ligt overal dichtbij. In de eerste straat naar rechts, is een postbureau, en naast het postbureau is een bushalte. Het is bus nummer 32.
Marieke is in de bus.
(Marieke) alstublieft, Waar is La Palette, meneer?
(meneer) Het is naast de Seine
(Marieke) Zijn we gauw bij de halte?
(meneer) Ja, het is hier, naast het postkantoor… sorry, meisje
(Marieke) gaat u naar het postkantoor?
(meneer) nee, naar La Palette, Ik ben de eigenaar.


Hoofdstuk 4, De vlooienmarkt

Claudine en Benoit zijn naar de vooienmarkt. Zij hebben al een appartement maar hij is leeg. Zij moeten een tafel en enkele stoelen voor de eetkamer. Zij moeten ook een tafellaken voor de tafel. Claudine heeft al vier borden, en vier glazen maar ze moet ook enkele messen, enkele vorken en enkele lepels. In de keuken, de muurkast, is leeg!
In de winkels, is het te duur. Daarom gaan Claudine en Benoit naar de vlooienmarkt. Daar is het niet te duur
- De meubels eerst, zegt Claudine
- akkoord, zegt Benoit. We moeten een tafel en vier stoelen.
(Claudine) waarom vier? We zijn maar met z’n tweeën, jij en ik.
(Benoit) voor papa en mama, ’s zondags.

Daar is de meubelverkoper.
(Claudine) ik wil graag een tafel
(meubelverkoper) ja, meisje
(Claudine ) Mevrouw!
(meubelverkoper) oh, sorry… mevrouw.
(Claudine) hoeveel kost dat kleine tafeltje?
( meubelverkoper) honderd francs, mevrouw.
(Benoit) en die stoelen?
(meubelverkoper) dertig francs.
(Benoit) alle vier?
(meubelverkoper) nee, een stoel kost dertig francs
(Benoit) en alle vier?
(meubelverkoper) allemaal 120 francs.
(Claudine) De tafel en de vier stoelen voor 200 francs, goed?
(meubelverkoper) ja, akkoord
Daar is de auto Benoit zet de tafel en de stoelen op het dak van de auto. Daarna gaan ze naar een ander verkoper.


Hoofdstuk 5, De klanten eerst!

- Baas!
(Sylvie) ja meneer?
- een bier, alstublieft… maar… is de baas er niet?
- nee meneer.
- is mevrouw Carrière er dan?
- nee meneer, papa en mama zijn er vanavond niet.
- papa en mama ? ben jij dan geen serveerster, maar een dochter van meneer en mevrouw Carrière?
- ja meneer, hier is een bier, dat wordt 12 francs.
- alsjeblieft.
- dank u wel, meneer.

Vanavond gaan de ouders van Sylvie en Nicole op vakantie voor de eerste keer. Nicole staat bij de kassa van café Bonaparte. De serveerster is Sylvie. Er is ook een jongen ’s avonds in het café, het is Eddie, een vriend van de kinderen. Hij is een Belg. Hij staat achter de toonbank. Maar het is al laat en Eddie heeft honger.

(Eddie) ik heb honger, Nicole
(Nicole) goed, dan dek jij de tafel in de keuken.
- akkoord, waar zijn de glazen en de borden?
- in de kast, links op de tafel, de vorken en de messen zijn daar ook.

Eddie dekt de tafel, het tafel laken, de glazen, de borden, de vorken en de messen.

(Nicole) Eddie! Kom vlug! Er zijn vier klanten!
(Eddie) Maar het eten dan, ik heb honger!
- de klanten eerst, Eddie!
Hoofdstuk 6, Hij heeft altijd honger

Annette is serveerster in de kantine van de school van de wijk Sainte-Anne. Ze is geen werknemer maar ze doet onbetaald werk. Want ze is jongen en ze heeft tijdelijke werkloosheid. Annette werkt vier uur per dag. Ze begint om 11 uur en ze stopt om 3 uur. De lunch van de kinderen is om 12 uur ’s middags. Dan zijn de brugklassers er. Om een uur is de lunch van de kinderen uit de derde, de kinderen uit de derde hebben altijd honger. Vandaag is er vis. Paul lust geen vis.
(Annette) wil je vis, Paul?
(Paul) Nee!
- men zegt: nee dank u!
- nee dank u.
- wat wil je dan?
- ik wil biefstuk met patat!
- dat krijg je vrijdag, vandaag krijg je vis.
- Ik lust dat niet.
- hier is dan de groente: aardappelpuree en daarna sla.
- dat is niet genoeg, ik heb zo’n honger!
- jij hebt altijd honger… hier is een snee brood met kaas, het is goede Gruyère kaas.
- ik wil twee stukken
- men zegt: alstublieft juffrouw!
- twee stukken, alstublieft, en twee karamel vla.
- nee, Paul, er is 1 karamel vla, geen twee.
- goed, goed.


Hoofdstuk 7, Duc, de hond van de familie Roussel

In Frankrijk brengen de ouders de kinderen bijna altijd naar school. Bij de familie Roussel brengt papa Paul ’s ochtends naar school. Hij werkt om die tijd niet. De klas van Paul begint om kwart voor negen. Om kwart over acht zegt de zus van Paul: Papa, je moet Paul wegbrengen naar school, het is tijd! (ze zegt dit iedere ochtend, Agnes)
Maar deze morgen heeft meneer Roussel geen tijd. Hij zit in een tijdelijke stilstand van het werk maar vandaag heeft hij wel werk. Hij helpt een vriend, Meneer Renoux, in zijn werkplaats met reparaties. Meneer Renoux heeft veel werk en een van zijn monteurs is ziek. Meneer Roussel is zijn vervanger.
Kan Agnes Paul dan niet naar school toe brengen?
Nee, en hier is waarom: deze week is de caissière van de werkplaats met verlof, en nu heeft meneer Renoux geen caissière. Om acht uur gaat de telefoon van meneer Roussel:
- Hallo Roussel? Hier Renoux. Jij komt vandaag?
- Ja natuurlijk.
- Ik heb een probleem, Roussel, er is geen caissière deze week.
- waarom, is Juliette ziek?
- Nee, ze is met verlof, haar baby is ziek, denk je dat Angnes kan komen voor de kassa?
- Ja, waarom niet, ze werkt toch niet.
- Is het dan goed?
- Akkoord, zij komt ook.

Maar Paul dan, wie brengt Paul naar school vanmorgen? Mevrouw Roussel is de service van vijf uur vanmorgen tot een uur. Haar man werkt in de werkplaats van Renoux, Agnes ook…
Het is Duc, de hond moet hem vervangen!
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 22-02-2003, 13:13
Balance
Avatar van Balance
Balance is offline
Misschien handig om deze gewoon voor vast op scholieren.com te zetten, maar dan onder het huiswerk gedeelte? Daar zoek je immers wanneer je de vertaling een x echt nodig hebt.
__________________
Ik ga links want ik moet rechts. En we gaan nog niet naar huis.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 12:54.