08-12-2005, 09:15 | |
Verwijderd
|
En ja, het is weer zover. Een eretopic. Aangezien CSN haar bijdrage lijkt kwijt te zijn en Halogeen mij groen licht gaf en ik xin er niet meer over heb gesproken, neem ik de vrijheid een eretopic op mijn eentje te starten.
En dan gewoon keihard met mijn favoriete dichter, een op 21-jarige leeftijd overleden melancholisch genie: Jotie ’t Hooft. Ik haal schaamteloos wat teksten van het internet, deze site: http://www.chielens.net/Jotie/ Is een interessante bron van informatie. Op zes oktober 1977 stuift een BMW van Brugge naar het Sint-Lukasziekenhuis in Assebroek. De nerveuze chauffeur draagt het levenloze lichaam van een onbekende binnen. "Vlug ik heb hier een jongen bij me die zelfmoord heeft willen plegen." Rond de klok van vijven wordt de dood van de jongeman vastgesteld. Wie is deze onbekende? Twintig jaar later wordt hij een cultfiguur, een icoon van de zwarte romantiek genoemd. Deze dichter, junk en magiër is na Herman de Coninck de meest gelezen Vlaamse dichter. Zijn levensstijl en dood zijn vergelijkbaar met deze van internationale grootheden zoals Jimi Hendrix, Janis Joplin en Jim Morrison. Biografie: Op 9 mei 1956 werd Johan Gerard Adriaan T'Hooft geboren in het Sint-Elizabethhospitaal in Oudenaarde. Hij was de eerste en enige zoon in een doorsnee familie. Zijn vader was leraar in een lagere school te Brussel. Zijn moeder die goed overweg kon met naald en draad verdiende zo een frank bij. Kort na de geboorte kreeg de moeder van Jotie, de roepnaam voor Jotie in het Oudenaards dialect , een hevige rugpijn die haar na verloop van tijd bedlegerig maakte. Hierdoor werden Jotie's grootouders bij zijn opvoeding ingeschakeld. Al heel vlug bleek Jotie een uitzonderlijk taalvaardig kleutertje te zijn. Toen Jotie op driejarige leeftijd samen met zijn klasgenootjes een bezoek bracht aan een boot sprak de juffrouw over de keuken van de boot. Hij merkte haar echter op dat er op een boot geen keuken maar een kombuis is. In zijn prille jeugd kwam zijn somberheid al naar boven in zijn boekenkeuze. Bovendien maakte Jotie al op driejarige leeftijd kennis met de dood. Peter Elektriek, zijn grootvader langs moeders zijde, overleed toen aan een hartaanval. Jotie's vader vertelde de kleuter dat grootvader op een verre reis vertrokken was. De pientere knaap merkt hierbij op dat peter geluk heeft omdat hij zich nu om niets en niemand meer hoeft te bekommeren. Zeven jaar later overleed zijn bomma langs vaders zijde. In die periode verzamelde hij schedels van dode dieren en schelpen. Jotie zelf noemde deze laatste de huizen van dode dieren. Johan T'Hooft beleefde zijn eerste culture-shock toen hij aankwam op de 'grote jongensschool', het conservatieve Onze-Lieve-Vrouwcollege in Oudenaarde. Aanpassingsmoeilijkheden lagen aan de basis van Jotie's opstandige gedrag. Daarom zocht hij zijn toevlucht in de poëzie. Zijn eerste gedicht was al vlug een bedongen feit. Zijn studieresultaten gingen al vlug bergaf. De leerstof vond hij niet langer interessant. Hij stak liever zijn tijd in het lezen van boeken met filosofische inslag. Omdat zijn vader bibliothecaris was, kreeg hij makkelijk boeken voor volwassenen in handen. Jotie's lievelingsauteurs waren toen al Herman Hesse en Franz Kafka. De verruiming van zijn muziekkeuze ging gepaard met de ontdekking van drugs. Zijn drugsexperimenten waren eindeloos. Naast het gebruik van de meest extravagante verdovende cocktails werd Jotie ook LSD-tripper, blower en speedfreak. De zesde (nu de eerste) Latijnse slaagde hij nog net. De eerst maal in het vijfde (2e) jaar haalde Jotie geen vijftig procent meer. Tot overmaat van ramp lukte dat zelfs niet in een bisjaar. De schooldirectie stond hem toe naar de vierde (3e) Latijnse over te gaan op voorwaarde dat hij hun school verliet. Zo kwam de rebelse dorpsbewoner in de grootstad Gent terecht. Daar ging het van kwaad naar erger. Het dwepen met het communistische en marxistische gedachtengoed werd hem op school niet in dank afgenomen. Het opruien van de medestudenten en zijn drugsuitspattingen gaven uiteindelijk de doorslag. Hij werd voor de tweede maal van een school verbannen. Vervolgens zet Jotie zijn zwerftocht langs Oost-Vlaamse scholen verder. De studies zelf interesseren hem geen moer meer. Drugs en dichten zijn Jotie's leven. Naast deze tweespan neemt alles wat met sex te maken heeft een groot deel van zijn tijd in beslag. Voor zijn zestiende experimenteerde Jotie op sexueel vlak al volop. Zo had hij onder andere geslachtsverkeer met meisjes die ouder waren, een zwangere studente, een vrouw van boven de dertig en ook met meerdere vrouwen tegelijk. Hij liet geen enkele kans aan zich voorbijgaan. Jotie omschrijft zichzelf op dit vlak als een honderd procent heterofiele bosneuker. Jotie's groeiende drugsverslaving bracht hem in acute geldnood. Zijn bijverdienste als freelance popjournalist was niet voldoende. Op zeventienjarige leeftijd hield hij de school voor bekeken en verliet het ouderlijk dak. Jotie vestigde zich in Gent waar hij zijn drugmaatje Chapo tegen het lijf liep. Het duo stortte zich in een avontuur dat rond buitensporig druggebruik en sex draaide. Desondanks bleef hij massa's gedichten produceren. Wanneer Chapo door zijn ouders werd weggeplukt, viel Jotie in een diep dal. Deze tegenslag resulteerde in Jotie's eerste zelfmoordpoging. Nadat hij zichzelf een cocktail van slaappillen had ingespoten, kerfde hij zich met een scheermesje. De alertheid van zijn moeder redde zijn leven. Terug in Oudenaarde kende Jotie een korte periode van relatieve rust. Deze werd brutaal verstoord door een inval van de BOB. Jotie werd gearresteerd en in het verbeteringsgesticht van Ruiselede geplaatst. In de zeven weken die hij daar verbleef, werd Jotie volledig gekraakt. Het zwaarst viel hem de constante supervisie. Die controle weerhield hem echter niet van gedichten te schrijven. Kort na zijn invrijheidstelling trok hij opnieuw naar Gent. Daar verviel hij in zijn oude levensstijl. De magie en het occulte werden zijn nieuwe stokpaardjes. Zo ontpopte Jotie zich tot een echte goeroe voor velen. In die periode werd hij tot over zijn oren passioneel verliefd op de zeventienjarige Ingrid Weverbergh. Vier dagen na hun kennismaking zit ook zij te trippen. Op negenentwintig augustus 1975 treden zij in het geniep in het huwelijk. Hierdoor viel de controle van de jeugdrechtbank weg. Kort na het huwelijk ontmoette Jotie zijn schoonvader Julien Weverbergh. Deze was de toenmalige directeur van uitgeverij Manteau. Zijn schoonvader bezorgde hem een baantje als lector. In diezelfde periode verscheen Jotie's eerste dichtbundel, Schreeuwlandschap. Hiermee maakte Jotie zijn eerste officiële entree in het literaire wereldje. Kwatongen die beweerden dat hij de publicatie enkel te danken had aan zijn schoonvader, werden door kenners al vlug de mond gesnoerd. Zijn tweede dichtbundel Junkieverdriet werd bekroond met de prestigieuze Reina Prinsen Geerligsprijs. Fier verklaarde Julien Weverbergh dat Hugo Claus de keizer was maar Jotie T'Hooft de prins. Zijn hervallen in drugs bracht het koppel in geldnood. In een vlaag van onbezonnenheid verduisterde Jotie een cheque van de uitgeverij. Toen dit werd ontdekt ondernam hij zijn tweede zelfmoordpoging. Ditmaal zoop hij een fles whisky leeg en spoot zich een oplossing van valiumtabletten in de aders. Opnieuw werd hij gered. Op een avond, in zijn herstelperiode, vroeg hij zijn moeder in alle ernst: "Moe, als jij wil leven, dan leef jij. Wel, ik wil doodgaan, waarom mag ik dat dan niet?" Op een dag liet hij thuis als afscheidsgroet een briefje achter met de mededeling dat hij om twee uur vetrokken was en niet meer zou terugkeren. Hij vertrekt definitief naar Brussel. De levensstijl van het koppel nam steeds exuberantere vormen aan. Heroïne, cocaïne, marihuana en speed domineerden hun leven. In de geest van zijn doemdenken werd hun appartement volledig zwart geschilderd. Overmatig speedgebruik liet van zijn zachtzinnig karakter geen spaander heel. Toen hij tot overmaat van ramp dan nog eens zijn vrouw begon te slaan, verliet ze hem. Dit was het nakende einde. Kort daarna contacteerde Jotie zijn drugsvriend Christian. Bij hun terugzien vond hij dat zijn makker er bijzonder bleek en vermagerd uitzag. Christian stemde toe om Jotie van cocaïne te voorzien. In zijn achterhoofd speelde de gedachte dat hij een vriend in nood hielp. Jotie had Christian immers verteld dat hij weldra zou vertrekken op een verre reis. De nefaste afloop van het komende shot kon Christian niet voorzien. Nadat ze de drugs opgepikt hadden, verplaatsten de twee zich naar Brugge. In een klein armtierig kamertje van Christians povere rijhuisje diende Jotie zich in de nacht van vijf op zes oktober 1977 een overdosis cocaïne toe. Dat het wel degelijk om Jotie's derde zelfmoordpoging ging, bewijzen zijn laatste woorden 'Dag kleine meid! Veel geluk!'. De sterveling schreef zijn laatste pennevrucht met een roodbruine, niet nader te identificeren vloeistof op de kale muur van zijn sterfplaats. Ook de afscheidsbrief waarin Jotie Julien Weverbergh de toelating gaf postuum de laatste gedichten te publiceren, zijn een bewijs van Jotie's geplande dood. Gedichten: Mijn favoriete gedicht overigens: En wat dan ? Op een dag zal ik weg zijn en wat dan? Verdwenen zonder een teken te geven of te nemen en het puin dat ik achterlaat is niet langer lachwekkend. Want wie zoals ik nooit heeft gebouwen laat niets achter dan verwachting en verwarring en wat dan? Wellicht in uw herinnering zal ik stollen verstijven, niet lang meer blijven maar verbleken tot verleden en wat toen? Te doen? 'Het was waar' zult gij zeggen 'hij speelde met woorden als geen ander maar wat heeft dat te betekenen.' Zo bleek zal ik zijn. In u ... En wat dan...? (uit 'Schreeuwlandschap') Een doodshoofd Mijn stilste en mijn trouwste vriend getuige van het vele leed dat groeit getuigenis ook van de verlossing en hoe een & ander wordt verdiend. Dat mijn doods hoofd mij eens en voor altijd wordt ontroofd door medemensen eerst omkleed door wormen dan geheel gedoofd: Somber, zult u zeggen, triest. Toch rest mij nog de stille hoop eens als schedel vriend te zijn van anderen als wanhoop hen bevriest. (uit Schreeuwlandschap) (de Congo) Honderd kleine boten kwamen langszij als apen zo snel klommen kwetterende basjizoeks in ons want om hun Afrika te verpatsen. 'Manden' zeiden ze, 'echte kaketoe, wolaapje, ivoortanden'. Een zware stank omgaf hen, hun Afrika was al lang versjacherd. In de vallende stilte - plots was de zon weg - dreven traag en donker de bijtende boomstammen langszij. Moe, doodmoe van honderd reizen kijkt de horige van een Europese godsdienst (de cultus van het Tandwiel, de Broodrooster, de Verzwegen Dood) in het bloeddoorlopen oog van de Congo. Tot mijlen landinwaarts kantelen haaien - altijd dezelfde blauwe kogels van vlees - prauwen om en malen om evennaaste stuk denkt hij en in het oerwoud van zijn hart nadert een vogelspin traag de laatste paradijsvogel. (uit 'Poezebeest'.) In het gedicht De wanden zijn wit en de psychiaters verdacht vriendelijk. Er is hoop op genezing, maar ik heb nog niemand zien weggaan, of hij kwam terug. Dagen dat ik op weg naar mijn eigen kamer verdwaal wisselen zich met dagen waarop ik de wereld doorschouw als een kristal. Soms word ik krijsend wakker. Soms word ik afgevoerd en verdoofd, soms vastgebonden. Er zijn momenten waarop ik eeuwenlang mijmerend volmaakt gelukkig ben: wanneer ik dan mijn handen op aarde leg zijn het kleine handen. (uit Poezebeest.) En mijn andere favoriet: Liefde en ellende Brood van weken oud heb ik geweekt in water en opgegeten, terwijl de kou aan mijn tenen knaagde. Met naalden heb ik in mijn bloed gewoeld en gezocht. En niets gevonden. Ik heb op straatstenen geslapen met honger die door niets nog gestild kon worden leek het wel. In nachten, nat en donker, was ik alleen en mijn stem hoorde niemand. Ziektes hebben mij bezocht in de jaren, ik wou vluchten in de dood. Maar niets was erger dan nu, ik wou dat je bij me kwam en in mijn ogen keek. Jotie ´t Hooft - Liefde en ellende Uit Poezebeest – Uitgeverij Manteau Bibliografie
http://www.xs4all.nl/~jeroenvu/gwv/jotie.htm http://www.schrijversnet.nl/wandeling/dood/hooft.html |
Advertentie | |
|
08-12-2005, 20:02 | ||
Citaat:
__________________
who rubs our noses in the night?
|
09-12-2005, 06:57 | ||
Citaat:
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
13-12-2005, 18:36 | ||
Citaat:
Bij ons in de bibliotheek hebben ze niets.
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
15-12-2005, 18:57 | ||
Citaat:
Dit gedicht doet me een beetje denken aan "De Moeder" van Hugo Claus
__________________
http://vreemdewereld.wordpress.com/
|
16-12-2005, 14:16 | ||
Citaat:
In elk geval, we hebben al genoeg sléchte zwartgallige gedichten gelezen, om te weten dat de dichter er ook wel iets mee te maken heeft
__________________
http://vreemdewereld.wordpress.com/
|
21-12-2005, 16:06 | ||
Citaat:
Edit: niet dat dit topic hierover gaat. Maar ik blijf Jotie interessant vinden. Zodra ik meer tijd heb ga ik nog eens op zoek naar gedichten van hem.
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
Ads door Google |
26-12-2005, 21:11 | |
'In het gedicht' is zo geweldig. Het zijn allemaal zulke simpele woorden, geen moeilijk gedoe met latijnse woorden of intellectuele woordspelingen ofzo.
Misschien is het ook alleen maar goed omdat hij meende wat hij opschreef. Het is net als met Kurt Cobain, zielig doen is leuk maar het wordt pas geloofwaardig als het ook echt blijkt te zijn.
__________________
ich seh dein herz, dein echolot, schlägt wellen in die see
|
27-12-2005, 13:46 | |
Somber, zult u zeggen, triest.
Toch rest mij nog de stille hoop eens als schedel vriend te zijn van anderen als wanhoop hen bevriest Dat vind ik de mooiste strofe van zijn gedichten. Hij schrijft simpel maar met zoveel gevoel!
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
|
06-01-2006, 08:17 | |
Verwijderd
|
Het zijn niet echt simpele woorden, gewoeld, versjacherd,... het zijn de juiste woorden. Woorden waarbij je het beeld krijgt, zijn gedichten vind ik juist niet simpel. Sommigen zijn simpeler geshreven dan de rest, dat misschien wel, maar de toon, het ritme, metrum, beeld, woorden, het klopt gewoon. Hij speelde met woorden als geen ander ^^.
|
07-01-2006, 18:14 | ||
Citaat:
__________________
http://vreemdewereld.wordpress.com/
|
18-01-2006, 21:51 | |
gezweetwel, volgens mij denken we er wel hetzelfde over. Ik dacht namelijk dat je het ook kon interpreteren als: zo bleek, dat ik zal zijn (=bestaan) ook/zelfs na mijn dood.
Weet iemand trouwens welke winkels in Nederland bundels van Jotie verkopen, kan niks vinden hier in Nijmegen en als ik iets leen bij de bieb dan vergeet ik het en wordt het duurder dan wanneer ik het koop
__________________
ich seh dein herz, dein echolot, schlägt wellen in die see
|
Advertentie |
|
19-01-2006, 12:01 | |
Verwijderd
|
Over het bleek zijn. Daar had ik ook verschillende interpretaties bij. Dood=bleek (lijk), bleek in het geheugen, maar natuurlijk ook: woorden verbleken, inkt op papier verbleekt. Hij heeft het namelijk iets hoger ook over verbleken tot verleden. Jouw interpretatie vind ik ook erg gaaf Vidaaa, maar ik denk dat het eerder negatief dan positief geladen is.
Kun je het niet bij Bol of Bruna bestellen? |
27-02-2006, 18:46 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
En je avatar... |
27-02-2006, 18:54 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
|
12-07-2006, 18:14 | |
Het zal wel aan mij liggen, maar ik vind het niet veel bijzonders Ja, zijn gedichten zijn mooi (of "schoon" als je wil), maar dat is t dan ook wel.. Ik durf zelfs te stellen dat hier op t forum een aantal talenten zitten die minstens dit niveau halen. (Ik lees wel eens wat hier, ben een stille volger van dit subforum)
__________________
This is all I need to feel alive <3
|
16-07-2009, 22:42 | |
Jotie = God.
Zo jong gestorven, zo'n briljant oeuvre. Narcistisch en egocentrisch, ala, maar het talent spat letterlijk van de zinnen. Je moet ervan houden, en het past ook niet zo in de tijdgeest van experimentele en vormvrije poëzie, maar het zit echt briljant in elkaar.
__________________
x
|
|
|