Roderick
Toen Roderick had besloten, dat hij er een einde aan wilde maken, wist hij dat het verkeerd zou gaan. Dat was alleen, omdat hij van nature een pessimist was. Volgens hem was het gewoon nog niet voor hem de tijd om eeuwig te mogen rusten in de Hemel. Het leven op aarde was ook niet aan hem besteed, dus wist hij eigenlijk niet wat er nog overbleef. In de Hel en het Vagevuur geloofde hij niet. Tijdens de godsdienstlessen had hij zo vaak gehoord dat God alles vergaf, dus waarom zou er dan meer dan de Hemel zijn. Bovendien was hij er nog niet helemaal uit of de Hemel wel bestond en of je mocht aannemen dat het leven daar wel zo Hemels was. Het geloof zag hij toch als onwetendheid. Hadden de Germanen en Grieken vroeger niet in natuurgoden geloofd om onverklaarbare dingen te begrijpen, die nu al lang verklaard waren. Misschien was het ontstaan van de mens en aarde over een paar eeuwen ook wel te verklaren. Dan zou voor hen onze kennis net zoveel voorstellen als de kennis van de oermens voor ons. Maar zouden die toekomstige hunnen nog wel komen. De aarde was een levende tijdbom, niet dat hij zoveel met het milieu bezig was, maar dit kan gewoon niet goed gaan. De mens wil als maar meer en meer. In feite werken al die mensen voor luxe, maar is het luxueuste niet genieten en hoe geniet je nou meer dan door te relaxen. De mensen snappen dat niet, wat waarschijnlijk hun dood zal worden. Ze zullen moeten leven in een met koolstof vergiftigde dampkring, met minder zuurstof, waardoor ze steeds minder kunnen doen en uiteindelijk zullen sterven. Zover was het nog niet. Eerst moest hij maar eens proberen een einde te maken aan zijn leven. De beste manier was om jezelf door je slaap te schieten met een pistool, maar dat had hij niet. Een strop leek heem een te langzame dood, dus koos hij voor de slaappillen. Dat kon op verschillende manieren misgaan, misschien wel op de meeste, maar het leek hem wel de fijnste. Hij kon ze uitkotsen, het zou te weinig kunnen zijn of iemand zou hem kunnen vinden. Wat zou zo iemand doen? Hij weet dat je dood wil en eigenlijk moet hij je redden, maar is die keus wel zo gemaakt? Als hij het was zou hij diegene wel redden. Hij kon nog het plezier in leven terugvinden en als dat niet zo was kon hij nog een keer zelfmoord plegen. Roderick veranderde even van gedachten over zijn voorkeur voor slaappillen, maar na de voor en tegens afgewogen te hebben, besloot hij toch door te gaan. Uit het medicijnkastje in de badkamer pakte hij het pillendoosje, wat nog bijna helemaal vol zat. Misschien moest hij maar een brief achterlaten. Het was wel; zo fijn voor de achterblijvers, maar wat moest hij erin zetten? Hij had een goed leven gehad, alleen had hij er nu geen zin meer in. De wereld vanuit zijn pessimistische oogpunt had geen nut. Hij kon ook niet positief tegenover de wereld staan. Dat kunnen de optimisten weer heel goed, die het op hun beurt niet negatief kunnen bekijken. Al denk je nog dat je het zo realistisch bekijkt, dat is onmogelijk. Waarschijnlijk als je er jaren over nadenkt was dat misschien wel mogelijk, maar dat kon zijn pessimistische ik niet geloven. Geen brief dus. Roderick liep naar zijn kamer en ging maar zitten. Wat wilde hij doen. Misschien moest hij maar gaan computeren en al spelend in de eeuwige slaap raken. Of hij ging lezen, of musiceren, of hij moest maar gewoon gaan filosoferen. Een laatste levensles bedenken. Hij openende het pillendoosje. Als Socrates zou hij die zo trots leegdrinken, alleen lag de situatie iets anders. Hij zette het doosje aan zijn mond. Op goed geluk dan maar!
|