|
"Krijg ik nog een kus?" vroeg je zelfverzekerd.
Natuurlijk was je zelfverzekerd, hoe kon het ook anders.
Ik had geen moeite gedaan iets van mijn gevoelens te verhullen.
Mijn ogen schitterden, mijn sproetjes glansden.
Alles was zoals het moest.
Het was zo heerlijk warm die dag.
Ik had het idee, dat als ik dicht tegen je aan zou liggen.
Ik gewoon aan je vast zou smelten, een met jou.
Het gebeurde niet, en ik betreurde het.
Maar, ik zie nu wel in, hoe had ik zo gek kunnen denken.
Dat ik echt aan je vast zou zijn gesmolten.
Pure waanzin.
Maar ja, zolang je er maar in gelooft.
En ik geloofde erin.
Het voelde fantastisch.
Ik gaf je die kus, je sprong snel op je fiets.
Je fietste weg, je was al te laat.
Ik bleef nog even op het bankje zitten, waar we hadden gezeten.
Wat was het fijn geweest.
Ik kon het gewoon nog steeds niet bevatten.
Ik had je leuk gevonden, en je zusje vertelde me dat je wel met me zou willen zoenen.
Ik moest lachen, waarom zou ik het geloven?
Maar het was echt zo.
En je wist dat ik die dag, die stikhete dag in de zomer, naar het grasveld zou komen.
En toen ik erheen fietste, fietste je me tegemoet.
Er ging een rilling door me heen toen je ogen me aankeken.
'Hey' zei je, en zacht, verlegen zei ik hoi terug.
Er was een drukte op het veld, blijkbaar zouden er luchtballonnen opstijgen.
We zaten eerst in het gras, tegen elkaar aan, in de zon.
Je schreef iets in mijn agenda, weet je dat het er nog steeds in staat?
En toen gaf je me mijn agenda, een beetje stuntelig, je wilde weten wat ik ervan vond.
Ik was op van de zenuwen, en las heel snel.
Ik keek op, recht in je ogen: "lief, wat superlief"
Je lachte een beetje, je werd rood.
"Hey, het is hier wel erg warm, zo in de zon, zullen we daar gaan zitten?"
"Waar bedoel je?"
Je wees:"Daar, op dat bankje, onder die bomen, in de schaduw"
Je stond al op en liep erheen, ik bleef nog even liggen, genoot.
Ik genoot van het moment, de zonnestralen dansten over mijn huid.
Ik genoot van wat je geschreven had, van bij je te zijn.
"Kom je nog? Alsjeblieft?"
Ik stond op, pakte mijn fiets en tas en liep naar het bankje.
Je zat op het bankje, en grijnsde.
Ik liet mijn fiets op de grond kletteren, zomaar.
Snel schoof ik naast je, tegen je aan.
Je had een hemd aan, denk ik, ik weet het niet meer.
Maar je arm was bloot, en je rook fijn.
Zo lag ik tegen je aan.
Mijn hand lag op je buik, je goddelijke buik.
En mijn hoofd lag tegen je borst, met je arm om me heen.
Je liet me je buik zien, en vertelde iets, over dat je er ooit op getekend had.
Het was wel grappig.
En ik zag aan je hoe trots je was op je buik.
Ik snapte het niet helemaal.
Waarom was je niet trots op andere dingen?
Later kwam ik daar nog achter, je gaf gewoon niet om die andere dingen.
Het ging erom wat ik van jou vond, zoals je eruit zag, zoals je deed.
Je streelde mijn zij zachtjes, de eerste luchtballonnen stegen op.
Ze maakten herrie, ik glimlachte.
Dat weet ik nog, dat ik glimlachte, zonder reden.
Waarschijnlijk omdat jij bij me was.
Je keek me aan, ik zag dat je me lief vond, of schattig, kan ook.
Maar je kuste me, ik voelde je tong zacht in mijn mond bewegen.
Ja, daar mag je wel trots op zijn, je zoent fijn, te fijn.
We stopten met zoenen, en je gaf me nog zo'n nakusje, zoals je altijd doet.
Nog even heel zacht je lippen op de mijne drukken, dan is de kus compleet.
We zoenden nog een paar keer, je schreef mijn naam op het bankje met beugelwas.
Je zat daar met je aansteker en dat staafje was.
Het was vertederend, gek eigenlijk, zo'n stoer iemand als jij, vertederend.
Ja, ik had nog een beugel, je maakte er grapjes over.
Je noemde me liefkozend beugelsnoetje, ik vond alles best.
Of je zei na een zoen: "hmm.. je hebt prikkeldraad op je tanden."
Ik vond het niet erg, ik wist dat je het lief bedoelde.
En toen, de laatste ballonnen verdwenen al uit zicht.
Je keek op je horloge en vloekte.
"Je doet me de tijd vergeten."
Ik bloosde, je keek me lachend aan.
Je stond op, en ik ook.
Je had je fiets vast, en keek me aan.
Heel even dacht ik onzekerheid te zien, dat was vast schijn.
"Krijg ik nog een kus?" vroeg je zelfverzekerd.
Ja, zo was het gegaan, en nu zat ik hier.
En ik moest ook naar huis.
Terwijl ik fietste kon ik je nog proeven.
Ik slikte zo min mogelijk, zodat je smaak bleef.
Ik voelde me mooi, door jou.
Ik fietste daar, met de breedste lach ooit, mijn haren wapperend in de wind.
Ik kwam thuis en was vrolijk.
Mijn moeder had het door, ze vroeg wat er was.
Ik vertelde het verhaal een klein beetje, niet met details.
Zij was blij voor mij, ik was blij voor mij.
Op school was ik er niet bij, ik droomde.
Van jou, van je smaak, van ons.
We spraken nog wat af, een paar keer.
Een keer kwam je niet opdagen.
Je hebt je toen wel duizend keer verontschuldigd.
Als ik thuis kwam zette ik meteen mijn pc aan, om te kijken of je op msn was.
Ik had mijn naam net veranderd, en sprak je aan.
"Heyhey!"
"Ja, hoi, ik ben ff in gesprek met mijn vriendin."
"Je vriendin!!?"
"O, shit, ben jij het..."
__________________
geef je niet zo gauw gewonnen,
alles is nu pas begonnen
Laatst gewijzigd op 14-05-2004 om 22:04.
|