1
‘2153. Na bijna twee eeuwen is het grote fileprobleem nog steeds niet opgelost. Sterker nog, het is veel erger, ook al beseft vrijwel niemand dat. Het klinkt als een ware mythe uit een science-fiction boek: binnen een paar uur naar familieleden aan de andere kant van het land. Niemand kijkt er voor op dat een rit van 200 kilometer nu dagen duurt. Er zijn in twee eeuwen tijd miljarden auto’s bijgekomen. Op geen enkele weg is géén rijdende muur voertuigen te vinden, en dat is belachelijk voor een land als dit dat zichzelf rijk en beschaafd noemt – wat zeg ik, voor een
planeet die zichzelf rijk en beschaafd noemt.
‘Ik herinner me nog hoe mijn grootvader ons vroeger vertelde hoe zijn eigen grootvader hem trots langs sluipweggetjes leidde om files en stoplichten te vermijden. ‘Stoplichten?’, vragen miljoenen mensen en kinderen zich nu af. President Bond – doet dat wel een belletje rinkelen? - , onze president in het jaar 2053 – over één week een eeuw geleden -, schafte de
feu rouges af, want ‘door stoplichten wordt het fileprobleem alleen maar groter.’
In deze verwrongen maatschappij zijn mensen zonder auto helemaal nergens, want oversteken is tegenwoordig onmogelijk en net zo’n legende als stoplichten– ‘
Pap, wat is dat, oversteken?’. Er zijn wel veertaxi’s, vernoemd naar de veerponten van lang geleden, die voeren over de rivieren die inmiddels plaats hebben moeten maken voor nog meer asfalt. Voor hoge bedragen wordt je naar de overkant gereden. Na klachten zijn er regels gekomen over de veertaxitarieven, maar iedereen weet dat de chauffeurs nog steeds geld verdienen als water. En ik kan ze alleen maar gelijk geven. In een wereld waar alles draait om vervoer en verplaatsing is de beste manier van overleven er gebruik van maken. Je zou kunnen zeggen dat de veertaxi’s dé oplossing zijn voor het fileprobleem: als meer mensen gebruik maken van deze oversteekhulpjes, hoeven ze ook geen auto te kopen! Maar de vele venijnige regels kost de veertaxi-business uiteindelijk de kop: ten opzichte van twee jaar geleden zijn er veertig procent minder veertaxi’s.
‘Ik heb gehoord van mensen die wel het geld hebben om een auto te kopen, maar omdat ze niemand hebben om zich naar de autodealers te laten rijden ook geen mogelijkheden hebben. Is dat niet ironisch?
‘‘Maar, meneer Bryan,’ denkt u nu misschien.’Wat zijn dan precies de oorzaken van dit probleem?’
Nou, beste kijkers: oorzaken voor het fileprobleem zijn er genoeg. Autorijden is door nieuwe technologie makkelijker dan ooit, waardoor praktisch iedereen die een auto kan krijgen er ook in rijdt. En omdat iedereen met een rijbewijs ook een eigen auto heeft – in plaats van één auto voor een gezin – stijgt het aantal auto’s op de weg alleen maar hoger.
‘Mensen worden nu gemiddeld ouder dan vroeger en blijven op hoge leeftijd nog steeds autorijden. Mensen krijgen nu eerder kinderen en die kinderen krijgen ook veel eerder hun rijbewijs.
‘Daarnaast is autorijden minder duur dan vroeger, omdat auto’s op goedkopere brandstof rijden. Daardoor zijn ze ook nog eens niet meer schadelijk voor het milieu, waardoor mensen die vroeger niet mee wilden doen aan de vervuiling nu met een gerust hart in een auto kunnen stappen. Bovendien is autorijden comfortabeler, met televisies, koelkasten, magnetrons en soms zelfs bedden. In een file zitten van twee uur is geen tijdverspilling meer, maar tijd waarin je gezellig een film kunt kijken. Mensen reizen in rijdende huizen - of wonen ze in auto’s?
U denkt nu misschien: ‘Laat die Bryan maar lullen, wat weet hij er nou van?’. Toch moet ik u waarschuwen - aangezien onze regering dat vertikt te doen - alhoewel ik weet dat dat niet zal helpen. Ik kan u zeggen minder auto’s te kopen, maar wat is een mens zonder auto in deze maatschappij? Ik zet al mijn hoop in op de internationale conferentie van volgende week over dit probleem.
Maar weet u, stiekem ben ik al mijn hoop al verloren. En straks rijd ik weer naar huis. Door de file.’
Ik doe de tv uit en zet de auto op automatische piloot (ik vraag me af waarom men dat nu niet automatische chauffeur noemt). Als ik een voordeel zou mogen bedenken van het fileprobleem, is het de automatische rijstand. Ook al heb ik een hekel aan het comfort van de auto’s van tegenwoordig - met koelkasten, tv’s, magnetrons en nog net geen hele keukens - ik neem er wel het beste van. Ik zet de stoel in één van de honderd verschillende standen (ik kies voor nummer 46: naar achteren als een ligstoel, maar niet te ver zodat ik nog kan werken) en voel me bijna schuldig dat ik gebruik maak van dit comfort.
Ik zet mijn laptop aan en ga aan het werk. Als filefunctionaris – ook wel autoteller genoemd door het gewone volk – is het mijn taak om bij te houden of de files verergeren of verminderen (oftewel: hoe erg ze verergeren). Ik moet bijvoorbeeld kijken hoeveel auto’s er op welke plek rijden, maar ook wegen controleren om te kijken of deze geen hele gebieden of dorpen afsluiten door een ontelbare stroom aan auto’s en nauwelijks oversteekmanieren. Er bestaan wel bruggen over het asfalt, maar na een grote bruggenramp waar zo’n brug instortte door het trillen van de voorbijsnellende auto’s worden deze minder gebouwd. Ik vraag me soms af waarom mijn werk niet door een computer gedaan wordt, maar eigenlijk ben ik daar wel blij mee.
Een soort digitale receptioniste heet me welkom in mijn laptop en vraagt me wat ik wil doen. Ik tik het rode rechthoekje met ‘werken’ aan. Touchscreens zijn hopeloos verouderd, maar door mensen zoals ik die dit prettiger vinden zijn ze nog steeds in de maak.
De laptop start zelf een programma op dat aangepast is aan mijn baan, doordat de mep-pod, (Multifunctional All-Purpose Portable Device) zoals laptops tegenwoordig heten (ook al noem ik het nog steeds ‘laptop’), heeft geleerd wat ik doe als ik aan het werk ben – en ook wat ik doe terwijl ik zou moeten werken.
Mijn favoriete spelletje tijdens het werken springt op en probeert me te verlokken met zijn verslavende simpelheid. Ik klik het weg. Nu even niet. Met een krakende computerstem vraagt hert ding of ik het zeker weet. Ja, ik weet het zeker. De receptioniste komt langs: ‘Maar dat is toch veel leuker dan je werk?’. Haar stem klinkt precies als een oude computerstem waarvan de toon omhooggaat op de verkeerde momenten. Ja, maar ik moet echt aan het werk. Wacht, ben ik me nou aan het verdedigen tegen een paar pixels?
Ik gooi de receptioniste in de prullenbak.
Ik begin te werken. Ik ben wel blij dat ik deze baan heb: zo ben ik me als één van de weinigen op deze planeet bewust van het fileprobleem. Goed, de hele wereldbevolking weet wel dat er op elk stukje land waar geen huizen staan asfalt ligt, maar blijkbaar zien weinig mensen in dat het opgelost moet worden. En toch vraag ik me af hoe dat kan.
Op de A1 meet ik een recordtijd: er worden snelheden behaald van twintig kilometer per uur, en dat is in vijf jaar niet eerder gemeten. Op de A98, een weg honderd kilometer van noord naar zuid, is alles hetzelfde als vorige week: in drie en een halve dag bereiken de meeste mensen de andere kant van de weg. De N216 is na twee dagen nog steeds een eindeloze file: in 48 uur is de file 1,3 kilometer opgeschoven.
Tijdens het werken denk ik altijd na over oorzaken, gevolgen en oplossingen voor het probleem, zoals het een echte filefunctionaris betaamt. Deze keer vraag ik me af hoe het kan dat de auto als enige vervoersmiddel over is gebleven. De fiets is langzaam verdwenen toen alle fietspaden plaats moesten maken voor autowegen; alleen op de geringe bosfietspaden na. De trein is verdwenen omdat hij als niet meer efficiënt werd gezien, en ook omdat er meer ruimte nodig was voor snelwegen. De vliegtuigen zijn uitgestorven toen het bleek dat de kerosine op was en het onmogelijk was om een – milieuvriendelijke – brandstof voor het vliegtuig te ontwikkelen. De maatschappij is in al die jaren misschien milieuvriendelijker geworden, want auto’s zorgen niet meer voor luchtvervuiling en stank, maar er blijft bijna geen milieu meer over. Voetpaden zijn er nog wel, maar er zijn maar weinig plekken waar je pad niet wordt gekruist door een autoweg, en oversteken is onmogelijk. In de grote steden zijn wel bruggen en er zijn natuurlijk veertaxi’s, maar die zijn erg duur. Boten varen tegenwoordig alleen over zee. Omdat het bootvolk zich afzet tegen de automaatschappij worden ze door de filerijders gezien als een apart volk, en dus zijn boten niet erg populair voor overtochten. Van- daar de enorme brug over de oceaan.
Ik schrik op als ik de
ping! hoor die aangeeft dat ik een nieuw e-mailbericht heb. Hij is van Bruce, een collega. Ik haat zijn mails, want ze zitten vol rare termen. Verder is hij wel aardig.
Hey Mizaki,
Sry dude, maar kun je ff iets voor me doen? Tis m’n pa’s birthday morgen, en da’s important imho. Naar m’n pa ist denk ik een dag rijden. Maar van de boss moet ik morgen een report geven over The Big Current, jeweetwel. Die dude wordt totally mad als ik het niet geef, en ik dacht Mizaki is wel zo chill om dat ff voor mij te doen. Anders word ik boos. JK . Kheb de bestanden en shit er bij gedaan, jij bent pwnage wat reports betreft dus je wint wel. BTW, we moeten IRL weer es gaan lollen. Kheb nog een awesome FPS.
Brooze
Ik moet de mail van ‘Brooze’ ongeveer drie keer nalezen voordat ik ongeveer begrijp wat hij wil. Ik weet niet precies of ik blij moet zijn dat ik ‘pwnage’ ben en wat ik ga winnen weet ik ook niet, maar ik snap wel dat er van me werd gevraagd om een verslag te maken over De Grote Stroom, ook wel De Rivier genoemd; of The Big Current, blijkbaar. De Grote Stroom is een veertienbaansweg van honderden kilometers waar altijd een file staat. Een file die altijd doorgaat, en als je in deze file belandt is het alsof je door een stroomversnelling mee wordt gevoerd: vandaar De Grote Stroom. Het is niet alleen moeilijk om in deze ‘stroom’ te komen, maar ook om eruit te komen. Er zijn maar weinig mogelijkheden om van deze grote weg af te komen en als je op bepaalde momenten op de verkeerde baan staat is het zelfs mogelijk dat je er nooit uit komt. Er zijn verhalen van mensen die midden in de file terechtkwamen en maanden vastzaten omdat het onmogelijk was om bij een uitrit te komen. Door de minuscule afstand tussen alle auto’s ben je gedwongen om mee te rijden met de stroming.