Grappig verhaal. Soms is het niet prettig om te lezen, door de opmaak van het stuk. Je hebt bijvoorbeeld een heel gesprek zonder goede witregels neergezet, dat leest niet fijn. Wel een leuk, droog verhaal.
Ik heb er, gewoontegetrouw, toch spelfouten uit gehaald. Toen ik het echter zat begon te worden, stopte ik er mee. als je wil dat ik er meer uithaal, zeg het even, dan ga ik rustig verder.
"Luid geeuwend werd het jongentje wakker."
Jongetje, zonder de tweede 'n'.
"Luid geeuwend werd het jongentje wakker. Nog voordat de haan zijn schrale stem door de lucht had geworpen om de komst van een nieuwe zon aan te kondigen lag hij wakker."
Hinderlijke herhaling: 'wakker'. De laatste zin is wel mooi.
"Hij besloot ze niet wakker te maken"
'Ze' moet 'hen' zijn, als ik me niet vergis.
"en zocht half op de tast zijn zijn muts"
"en zocht
, half op te tast
, zijn muts"
"zijn zijn muts, nadat hij deze gevonden had deed hij hem op."
Na 'muts' een punt.
"die de kaars"
Dat de kaars
"Wat een slechte grap dacht hij bij zichzelf"
Moet zijn: "Wat een slechte grap," dacht hij bij zichzelf
"Dit eenmaal terzijde gezet ging hij opzoek"
Stijlbreuk, het is zonder moeilijke woorden geschreven en dan gebruik je hier ineens wel een moeilijk woord. Ook hoort, na "dit eenmaal terzijde gezet, een komma.
"zijn oog viel al gouw op een verse pot thee"
Het is 'gauw'.
"verse pot thee. Het intresseerde hem niet hoe op een dergelijk uur er een verse pot thee kon staan en deed een kopje voor zichzelf in"
Hinderlijke herhaling: een verse pot thee.
Ook kan je geen "kopje voor jezelf indoen". Het is schenken.
"speurtoch door zijn hut"
Speurtoch
t
Komma na hut.
"en hij besloot dat thee niet te drinken was"
Dit klopt niet echt, i.v.b. het eerste zinsstuk. Lees het zelf eens na. Ook is de zin veel te lang.
"Daar beneden op de grond liep bij het voor de rest verlaten schip maar één man."
Komma na 'beneden'.
"De jongen besloot er op af te gaan. Op de grond aangekomen liep de jongen op de man af en verbaasde zich over diens uiterlijk"
HH: de jongen
"gekleurde kostuum"
Gekleurd kostuum.
""Zou dit een indiaan zijn ?" vroeg de jongen zich af"
Het is: "Zou dit een indiaan zijn," vroeg de jongen zich af
Pas deze "regel"ook toe bij de rest van de gedachten.
Komma na "af".