Citaat:
Mwo, Robo is niet helemaal compleet geloof ik. De wil tot macht is ook iets dat Nietzsche zag als iets dat alle mensen hebben. Maar volgens de Nietzscheaanse definitie zou moeder Theresa ook machtig zijn geweest, omdat ze door haar handelen bekend was, invloed had en deed wat volgens haar waardenpatroon goed was. Macht moet je dan ook niet in een politieke context zien, maar meer als een soort woord dat staat voor alles dat jou als persoon verbeterd.
De oppermens werd door Nietzsche gedefinieerd als een soort mens dat in de toekomst zou heersen. Er is veel verwarring omdat het nationaal-socialisme de term kaapte, maar de oppermens is iemand die intelligent is, en door die intelligentie te gebruiken met behulp van mensen die fysiek sterk zijn, kan heersen over de rest van de mensen, die nergens in uitblinken en dus 'middelmatig' zijn. Tegenover die aanleg om te heersen staat dan weer een plicht om een goed heerser te zijn, aangezien je slim genoeg bent om dat te bereiken.
Je zou kunnen zeggen dat Nietzsche in ruwe termen een vrij deterministische meritocratie beschreef.
Hoewel dat natuurlijk maar een interpretatie is. Nietzsche vond alles slechts een interpretatie.
|
Ik weet dat je geen filosofie studeert, dus het is geen aanmerking maar een tip, maar vertaal de term Übermensch maar niet. Oppermens, superman/mens, etc. etc.
Ik vind het an sich niet zo erg, maar mocht je het ooit tegen een Nietzsche expert/liefhebber zeggen heb je grote kans dat hij of zij spontaan begint te huilen.
En nogmaals, het is geen aanval op je post hoor, maar Nietzscheanen zijn daar zeer op gebrand. Nietzsche zelf zij ook dat je zijn geschriften moest lezen zoals een koe zijn eten verteert (vaak dus
).
Maar dat terzijde
.
Verder op Beer13 zijn post:
1. Bij Plato is het menselijke lichaam slechts een aardse gevangenis. De ziel is beter af zonder dan met lichaam.
2. Beide richten zich op de mens, maar de antropologie meer op een wetenschappelijke manier dan de filosofische antropologie. Dit zie je vooral in de werkwijze. Antropologen gebruiken veel informatie uit de wereld om ons heen (zoals bv. menselijke schedels en statistieken) terwijl filosofisch antropologen meer radicale vragen stellen en die via de rede proberen te beantwoorden.
3. Metaforen schetsen een beeld om zo een stelling of concept beter uit te leggen. Zoals de metafoor van Plato's grot zijn visie over kennis, werkelijkheid en filosofie uitlegt.