|
Het begon allemaal op de eerste schooldag, een week nadat ik was verhuisd.
“Hé zie je dat opschepstertje, met die kakkerkleding?” Ik hoorde het geroddel, toen ik over de gangen liep. “Moet je die kont zien, echt mega”. Afvallen, maakte ik als notitie in mijn hoofd. Onzeker ging ik bij een groepje staan, ze zagen eruit als van mijn leeftijd. Ik zei hoi, maar ze zeiden niks terug en keerde me de rug toe. Alsof ik er niet was gingen ze over me staan roddelen. Mijn tranen inhoudend ging ik alvast naar het lokaal. Droevig ging ik tegen de lange kastwanden aanzitten. Wachtend op de bel dacht ik na over wat er gebeurd was. Ben ik echt zo dik? En ik had al 2 dagen niet gegeten, was 5 kilo afgevallen, en nog dik… Shit, het moet sneller! Ik voelde hoe een traan over mijn wang liep. Toen een meisje langsliep dat ik herkende als eva uit mijn klas, veegde ik hem snel weg. Ze zei spottend: “ach, zit het nieuwe opschepstertje, te huilen?! Eigen schuld, dikke bult, hahahaha, ze lachte schel, dikke bult, slaat precies op je kont. Dag klein miezertje” mijn vuisten knepen samen van woede, ik wou op haar afspringen, haar vermoorden. Ik keek naar haar, sterk, lenig, een perfect figuur, een perfect meisje. Tegen haar zou ik nooit op kunnen. Ik voelde hoe meer tranen over mijn wangen rolde. Dit was een klote dag, bij engels durfde ik niks te zeggen, de biologie leraar was eng, gelukkig kwam nu wiskunde, daar was ik altijd zo goed in geweest.
Bij wiskunde was het heerlijk, eindelijk wist ik iets, eindelijk gaf ik de juiste antwoorden. Het was het laatste uur, en nog vrolijk na de leuke les liep ik naar de kapstokken. Toen ik met de fiets bij het hek aanwas gekomen stonden ze daar, niks bijzonders, hield ik mezelf voor. Niks aan de hand, rustig naar huis fietsen. Niet achterom kijken. Toen ik na 300 meter omkeek fietsten ze achter me, ik zag ze wijze en eva riep: “daar heb je ons kleine miezertje weer, ze voelt zich vast vies vet vlees” het was inderdaad hoe ik me voelde. “Ik zag het wel, dat je in je zelf had gesneden, je snijd in voedsel, niet in jezelf”. Shit, ik had vandaag een shirtje gedragen met korte mouwen, ze moest de littekens gezien hebben. Ze bleven me achtervolgen met scheldwoorden tot ik bij huis was. Snel deed ik de deur van het slot af, en rende huilend naar boven.
Wat hadden ze tegen mij? Was ik echt te dik? Was ik echt een trut? Dat moet bijna wel, al vanaf jongs af aan werd me dat verteld door mijn ouders, mijn oma, mijn tantes en ooms. Maar waarom was ik een trut? Denkend aan deze woorden keek ik naar de littekens op mijn hand. Ik was al maanden geleden gestopt, maar ik voelde een onbeschrijfelijke drang om het weer te doen. Voor ik het wist lag de scherpe schaar stevig in mijn handen. Ik voelde de scherpe kant langs mijn pols glijden. Ik duwde wat dieper, en voelde stromend bloed, mijn bloed, het bloed, om alles te vergeten. Het bloed, dat ik verdiende.
het hele verhaal is aangepast, stukken zijn nog te herkennen waarschijnlijk, ook heb ik het zinnetje je snijd niet injezelf, snijden doe je in voedsel (ofzoiets) gebruitk, zijn er aanmerkingen?
|