|
LAAT DIT NIET VOOR NIKS ZIJN
‘Hans bel een ambulance!. Joris ligt hier op de grond, hij heeft in zijn polsen gesneden, hij wou vast zelfmoord plegen.’ Yvonne, was heel erg geschrokken toen ze de kamer van Joris binnenkwam en haar zoon in een plas bloed zag liggen. Hans, de vader wist eerst niet wat er aan de hand, maar hij deed wat Yvonne zei, en belde een ambulance. Toen ging hij boven kijken, en was vast net zo geschrokken als zijn vrouw. Gelukkig was de ambulance er snel. In de ambulance verbonden ze de doorgesneden polsen van Joris en daarna legden ze hem aan het infuus. Daardoor werd zijn toestand weer stabiel, maar bleef bewusteloos.
‘U heeft geluk, of eigenlijk uw zoon heeft geluk gehad dat u hem op tijd gevonden heeft, hij had niet veel tijd meer over toen wij aankwamen.’ Alles leek heel langzaam te gaan voor Yvonne en Hans, in de ambulance, bij haar zoon die op het randje van de dood stond. Aangekomen in het ziekenhuis stond al een team klaar om Joris te behandelen. Snel diagnostiseerden de artsen de situatie die nu wel onder controle leek te zijn. Met spoed werd Joris op de brancard naar de operatiezaal gebracht. Yvonne liep natuurlijk mee en ging naast de operatiezaal zitten wachten op uitslag. Er kwamen allerlei geluiden uit de operatiezaal, rinkelend staal van de scalpels en tangen die in de steriele stalen schalen werden gelegd. De kort pieptoontjes van de hartmonitor. Die bleef gelukkig elke seconde een piepje geven. Dat stelde Yvonne gerust. Eén keer dacht ze te horen dat de pieptonen mekaar sneller gingen opvolgen. Ze viel toen ook prompt flauw. Ze werd snel weer bijgebracht door een zuster die al bij Yvonne was om haar enigszins te kalmeren. Uren gingen voorbij, spannende uren, slopende uren. Toen gingen ineens die klapdeuren open.
‘Meneer en mevrouw Den Uyl, ik ben verheugd u mede te delen dat het gelukt is om uw zoon te redden van de dood. Zijn herstel zal enige tijd nodig hebben, maar we verwachten dat hij er lichamelijk weer helemaal bovenop komt. Ik kan u niet verzekeren dat hij er ook geestelijk weer helemaal bovenop komt. Hij zal niet zomaar een zelfmoordpoging gedaan hebben. Ik adviseer u om hem zodra hij beter is, naar een psycholoog te sturen. Om uit te vinden waarom hij deze poging tot zelfdoding gedaan heeft, en hoe we kunnen voorkomen dat hij dat weer doet.’
‘Goddank, kan ik hem zien? De rest komt later wel.’
‘Hij ligt nu in de verkoeverzaal, om de narcose uit te laten werken. Het zal nog enkele uren duren voordat hij bijkomt en…’
‘Geen gezeur, ik ga nu naar hem toe en ik wacht wel.’
‘Oké, maar nogmaals, het duurt nog enkele uren voor hij bijkomt en dan duurt het nog eens ongeveer drie uur voordat hij weer helemaal helder en bij kennis is.’
‘Hans, ga je niet mee? Wil je je zoon niet zien?’
‘Nee’
Het duurde tijden voordat Joris weer enig teken van leven ging geven. Maar toen dat gebeurde was Yvonne er direct bij en begon hoopvol te praten.
‘Schat hoor je me?’ Yvonne keek hoopvol toen de ogen van haar zoon eindelijk weer bewogen na staren naar die bewegingloze gesloten oogleden.
‘Hey ben jij er weer, leuk. Maar ik ben moe en ga nu weer slapen, anders heb ik straks een ochtendhumeur.’
‘Oké, doe dat. Je hebt je rust nog wel nodig.’ Yvonne begreep dat hij nog last had van de narcose. Weer gingen enkele uren voorbij voordat de ogen van Joris weer open gingen. Weer begon Yvonne hoopvol te praten. Deze keer leek het meer tot haar zoon door te dringen. Hij probeerde zijn ogen uit te wrijven maar dat lukte niet vanwege een infuus dat zijn hand tegenhield. Hij keek verschrikt op, en toen pas herinnerde hij zich wat er gebeurd was.
‘Mijn god das waar ook. Gelukkig, ik heb hem niet teleurgesteld.’
‘Wie? Wie heb je niet teleurgesteld?’ Yvonne keek verbaasd toen ze haar zoon die zin hoorde uitspreken.
‘Je bent vast nog niet volledig hersteld van de narcose. Ga nog maar even slapen. We praten straks wel verder.’
‘Nee mam, ik heb helemaal geen roes meer. Ik heb het overleefd. Gelukkig, ik wou hem niet nog eens teleurstellen.’
‘Wie niet? Waar heb je het nou over?’
‘Nou wie denk je, Pattrick natuurlijk, wie anders?’
‘He? Wat heeft die hier nou mee te maken? Het is al jaren geleden dat hij gestorven is! En trouwens, ik ben bijna mijn tweede zoon kwijtgeraakt zonet en dat doet mij al zeer genoeg, begin nou niet weer over zijn, zijn dood.’ Yvonne krijgt tranen in de ogen van de naam Pattrick alleen al. Pattrick de oudere broer van Joris is acht jaar terug omgekomen toen hij op vreemde wijze een mes van een cyclomaaier tegen zijn hoofd aan kreeg geslingerd.
‘Oké, ik leg het later wel uit. Eerst wil ik toch weer even slapen.’ Joris draait zich om en weet ondanks de gedachte aan zijn broer, weer slaap te vatten.
Terwijl ze keek naar haar slapende zoon, piekerde ze over wat Joris gezegd had. Wat had Pattrick met zijn zelfmoord te maken? Ze besloot het er straks maar met haar zoon over te hebben, maar eerst Hans op de hoogte te gaan brengen.
Hans was heel erg bang om zijn zoon onder ogen te komen, omdat ze vlak voor zijn zelfmoordpoging knallende ruzie hadden gehad. Aan de andere kant was hij ook boos, waarom dacht Joris niet aan de gevolgen van de zelfmoord voor hun? Was één zoon verliezen niet genoeg? Hoe kon hij zo egoistisch zijn. Iemand het leven redden en daarbij zijn eigen leven verliezen is dapper. Zelfmoord is laf, je duikt weg voor je problemen en geeft ze door aan je vrienden en familie. Of is het toch dapper, je moet alles tenslotte zelf doen. Al deze dingen spookten door Hans zijn hoofd toen Yvonne binnenkwam. Plotseling kon hij de tranen niet meer ophouden.
‘Hij zei toen hij weer bijkwam van de narcose dat hij het nooit weer zou doen. We hoefen ons voorlopig dus nergens zorgen om te maken. We hebben hem en houden hem. Maar hij moet wel naar een psycholoog om de reden voor die zelfmoordpoging te plegen.’ Met deze woorden probeerde Yvonne Hans enigszins te kalmeren. Dat leek nog wel te lukken, en na de tranen weggepinkt te hebben, zei hij dat hij naar zijn zoon toe wou.
Toen Hans en Yvonne aankwamen in de verkoeverzaal zagen ze dat Joris ook weer bijgekomen was.
‘Hoe kon je zoiets doen? Waarom?’ Dat was het enige wat Hans zei toen hij zijn zoon weer in de ogen keek.
‘Willen jullie het allemaal horen? Ik kan me nog precies herinneren wat ik gedaan heb. Wat er om mij heen afspeelde weet ik niet meer, ik was in een soort trance. Eén ding weet ik wel, ik doe het nooit, maar dan ook echt nooit weer. Dat kan ik hem niet aandoen.’
‘Ik wil het allemaal horen, hoe kon je zoiets nou doen, egoistisch. Dacht je niet aan onze gevoelens? Pattrick verliezen was al moeilijk genoeg. Als jij ook nog eens ons zou verlaten zou ons leven helemaal instorten.’
‘Ja sorry, ik weet ook niet hoe ik het recht kan praten. Ik weet niet wat me bezielde.’
Er volgde een stilte. Yvonne onderbrak die stilte al snel door te vragen naar wat Pattrick nou met zijn zelfmoord te maken heeft.
‘Oké, ik zal het wel vertellen. Ook de aanleiding:
Het waren vooral de schuldgevoelens. Hij sprong voor dat mes, dat op mij af kwam vliegen. Ik zag dat mes niet eens uit de cyclomaaier komen. Hij wel, hij had zelfs de macht over zijn lichaam om ervoor te springen en het mes op te vangen. Toen ik doorhad wat er gebeurde lag hij al op de grond. Hij kon nog net een paar woorden zeggen: ‘Laat dit niet voor niks zijn.’ Heel lang nog spookte dat door mijn hoofd, hoe hij keek, hoe hij het zei en hoe ik zijn oogleden zag sluiten. Ik hield het geheim. Het was mijn geheim. Niemand mocht het weten.
Hij was slimmer, minder klunzig, ijveriger, alles beter als mij. Het enige wat ik had wat bij hem ontbrak was het sociale. Ik keek van jongs af aan tegen Pattrick op, met zijn rapporten, allemaal zevens of hoger. En als ik mijn rapport kreeg zag ik allemaal onvoldoendes en matigjes staan. Hij snapte alles, hij kon mij alles uitleggen, hij kreeg allemaal complimenten van jullie. Ik kreeg meestal alleen maar denigrerende opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. Als ik dit weer per ongeluk liet vallen, of als ik iets wat voor hem heel logisch was, niet snapte. Maar na zijn dood, veranderde dat. Die woorden ‘Laat dit niet voor niks zijn.’ spookten mij door het hoofd. Het is me gelukt om van VBO op te klimmen naar Havo. Dat is niet niks. En de cijfers die ik daar haalde waren ook niet slecht. Ik kon goed meedraaien. Ik heb er wel eens een vriendinnetje gehad. Het ging op alle fronten goed met me, en ik vergat langzaam wat zijn laatste woorden waren. Het leek alsof ik mijn doel bereikt had. Dat was ook zo. Maar die schuldgevoelens, die schuldgevoelens die ik acht jaar lang heb opgekropt. Die aten me van binnen op. Langzaam maar zeker. Ik probeerde het weg te stoppen door nog meer mijn best te doen en te denken aan wat zijn laatste woorden waren. Ik vergat door al mijn aandacht op mijn ‘succes’ te richten, wat hij gezegd had. Steeds meer aandacht ging naar mijn schoolwerk en zo, langzaam aan vergat ik zijn woorden. Steeds meer schuldgevoelens en ja, die kunnen niet voor altijd weggestopt en genegeerd blijven. Plotseling kwam dat tot uitbarsting. Alles kwam er in één keer uit. En dat was dus bijna fataal voor mij. Ik heb mijn mes gepakt en heb wel een half uur gezeten, geprobeerd mijzelf te verleiden het te doen. De aantrekkingskracht van dat lange glanzende vlijmscherpe staal werd steeds maar groter. Te groot en toen zette ik hem in mijn pols. Langzaam haalde ik hem bij mijn hand vandaan naar onder. Het deed niet zeer, net of er een last van mijn schouders viel. Het prikkelde alleen maar een beetje. Ik voelde niet veel meer, ik dacht alleen maar aan de rust die ik zou krijgen. Ik merkte nog maar nauwelijks dat er stroompjes dieprood bloed langs mijn arm naar beneden stroomden en op het tappijt druppelden. Ik had gewoon één doel, rust vinden. Ik was zelfs tevreden over hoe netjes ik gesneden had. Ik wou verder gaan met de andere pols. Maar dat lukte me niet. Ik zag hem namelijk staan. Zomaar ineens werd het zwart en zag ik alleen maar Pattrick en in de verte een lichtpuntje. Ik dacht dat ik ijlde door bloedverlies en wou verder gaan met mijn andere pols. Maar hij pakte mijn hand vast en ik gaf hem het mes. Ik weet niet waarom, ik wist gewoon dat ik dat moest doen. Hij zei niks. Ik keek hem aan. Hij keek mij ook aan, knikte nog een keer en draaide zich om. Toen verdween hij weer, net als dat witte puntje in de verte. Ik hoorde hem alleen nog, vlak voor hij verdween, zeggen: ‘Laat dit niet voor niks zijn.’
Het volgende wat ik mij herinner is dat ik wakker word en iets zeg over een ochtendhumeur.’
‘Zelfs na zijn dood red hij jou nog het leven.’ Hans was nog steeds boos, zelfs na het hele verhaal dat Joris hem verteld had.
‘Daar kan ik niks tegen in brengen. Eén ding weet ik wel, ik ga hem nooit weer teleurstellen. Ik weet nu dat ik pas schuldgevoelens moet krijgen als ik hem weer teleurstel. En dat ga ik niet doen, nooit weer.’
Yvonne had alleen maar een diep en diep triest gezicht en keek haar zoon huilend aan. Ze kon gewoon niks zeggen. Dat lukte haar gewoon niet, ze had gewoon een brok in haar keel. De woede van Hans zakte ook direct af door wat Joris zei.
Waar is dat mes? Dan kan ik het wegwerken, ik wil het nooit weer zien.’ Dat was het enige wat er bij Hans nog uit kon komen.
‘Ga maar kijken, dat mes vind je nooit weer. Hij heeft het meegenomen.’
------------------
Niet storen, ik ben al gestoord genoeg!!!!!!!!
[Dit bericht is aangepast door Kupu (06-07-2001).]
__________________
Fryslân BOPPE!!!!!!!!!!!!
|