Met een knal wordt de deur van het oude schuurtje dichtgegooid. De oude man strompelt naar buiten. Zijn hond scheert hem voorbij en rent gelijk naar het dichtstbijzijnde parkje.
De man lacht en loopt op zijn gemak zijn trouwe vriend achterna. Ze komen bij het bos aan, dit is de plaats waar zijn hond, maar vooral hij zelf tot rust kan komen.
Thuis heeft hij het moeilijk, de man is al jaren werkloos en kan met moeite rondkomen. Toen ook nog zijn vrouw twee jaar geleden overleed aan de gevolgen van een spierziekte, kon de man het al helemaal niet meer aan. Hij had er zelfs bijna een einde aan gemaakt. Een einde aan de eindeloze eenzame dagen. Tot hij op een dag zijn gezelschap vond in een zwerfhond die hij al dagen voor zijn schuurtje had zien ronddwalen. In het begin wist hij hier niet mee om te gaan, hij was in zijn jeugd vaak genoeg gebeten door van die grote valse honden. Maar toch wist hij dat deze hond de oplossing kon zijn voor zijn eenzaamheid en hij besloot hem naar binnen te halen. Sindsdien zijn de twee onafscheidelijk.
De man denkt terug aan toen hij Jackkie uit het oog verloren was, het waren maar 5 seconcen.. maar voor de man leken het wel 5 dagen. Hij herinnert zich hoe hij in paniek raakte en zo blij was toen hij geblaf hoorde. Zo blij als een kind dat kadootjes krijgt. Trots is de man ook, op zijn Jackkie. De hond houdt het maar lang vol met hem vindt hij, maar hij maalt er niet om. In tegendeel.
Ondertussen kijkt naar zijn hond die al een heel stuk voor hem wacht. Hij wacht op het teken dat de man geeft zodat hij het bos in kan. De man knikt en de hond sprint het bos in. De man hoort hem blaffen. Hij wou dat hij nog als een dolle hond door het gras kon rennen. Maar die tijd zit erop. Hij moet het er maar mee doen. Hij is allang blij dat hij nog gezond is en dat hij een maatje heeft. Bijna nadert de man het bos, maar ineens is daar de stilte..
De abnormale stilte.. geen geblaf, geen krakende takken en geen ritselende bladeren.
‘Jackkie ik weet dat je er bent jongen, kom tevoorschijn’ roept de man quasi-vrolijk, maar er komt geen reactie. De man krijgt toch wel een raar gevoel in zijn maag. Hij loopt een stukje verder, blijft stil staan en houdt zijn hoofd schuin de lucht in. Niets, daar is de doodse stilte weer..hij probeert zichzelf wijs te maken dat hij geblaf hoort. Maar hij trapt er niet in.
Weer loopt hij een stukje verder en dan begint hij te roepen: ‘Jackkie kom nou toch, Jackkie, Jackkie!!!’ Maar weer geen reactie. Dan hoort hij een keiharde knal. De man wankelt even, maar een tak biedt nog net genoeg houvast. De man kijkt in de richting van de knal, maar zijn ogen zijn ook al zo slecht. Hij ziet alleen een zwarte vlek. Het zou toch niet hè…
Hij loopt door, steeds sneller, hij kan niet meer, maar hij moet doorzetten. Dan trapt hij in een gat, en verliest zijn evenwicht. Hij kan nog net een struik vastpakken, maar de bladeren schuren door zijn handen, een tel later ligt hij plat op de grond. Even weet de man niet waar hij is en wat er gebeurd is.. dan voelt hij de harde, maar vooral koude grond.
Er snuffelt iets aan de haren van de man. De man wil zijn hand optillen om te voelen wat het is. Hij heeft geen kracht en zijn hand valt met een klap op de grond. Het bloed gutst eruit, maar de man voelt geen pijn. Hij denkt alleen maar hij zijn beste vriend. En ook zijn enige.
Hij voelt dat iemand hem probeert op te trekken. Hij geeft zich gewonnen en laat alles gaan.
Als hij opkijkt ziet hij dat het ziin hond is. Hmm Jackkie is wel erg gegroeid ineens. En wat heeft hij nou voor blauw kleed om zich heen.. 'Jackkie wat zie jij er maf uit met dat pakje aan zeg' zegt de oude man lachend. HIj ziet dat 'Jackkie' niet laccht.. 'meekomen' en de man wordt aan zijn arm meegesleurd..
Dag jackkie, welkom politieagent...
De man begint te praten, aan één stuk door. De politieagent kan er geen touw aan vastknopen en neemt de man maar mee naar het bureau. Daar wordt hij aangezien als een verwarde gek. Niemand kan aan zijn adresgegevens komen, en een portemonnee heeft de man al helemaal niet. Die avond blijft de man in de cel op het bureau. De volgende dag wordt hij ingeschreven in een psychiatrisch centrum. Zonder zijn hond ook maar één keer te zien…
Laatst gewijzigd op 08-10-2002 om 14:11.
|