Verveeld niets doen
Verveling is een ramp, vandaar dat ik mij daar nooit aan zal wagen. Voor diegenen die menen dat dit geen keuze is wil ik even opmerken dat niets doen iets anders is dan verveling: niets doen is ook een bezigheid, iets wat bij het vervelen niet het geval is. De taal geeft weliswaar aanwijzingen in tegenovergestelde richting (“Ik ben mij stierlijk aan het vervelen”), maar de taal is dan ook de oorzaak van dit misverstand. Iemand die zich verveelt is iets niet aan het doen omdat hij daar geen zin in heeft of niet op het idee komt om het te doen. Volgens mij blijft er vanwege die redenen in veel lusteloze mensen een artistiek talent verborgen, hoewel ik niet uitsluit dat er ook gevallen zijn die het artistieke v(l)ak beter niet kunnen inkleuren. Maar dit terzijde. In tegenstelling tot de verveling is iemand die niets doet niets aan het doen omdat hij zin heeft om niets te doen. Maar in de verveling gaat, net als in voorgaande zin, de zin verloren.
Ik hou het dus liever bij niets doen, wat ik eigenlijk niet kan. Ik probeer het wel eens, starend naar mijn computerscherm of liggend op mijn bed. In ieder geval staar ik altijd, dat helpt me om te doen alsof ik niets doe. Met mijn ogen wijd open gesperd denk ik dan: “nu doe ik lekker niks.” En dan begint het gevecht met het denken. Gedachten als “Hé, je bent nu aan het denken dus doe je niet niks” denk ik ongewild mijn denkwereld binnen. Dan knipper ik even met mijn ogen. Ook vanavond wilde ik weer eens niets doen, maar daar kwam niets van terecht. De gedachten bleven maar stromen, dus heb ik ze gevangen op papier. Dit zijn ze, die gedachten. Het is alles wat je nu leest en alles wat ik je nu kan bieden. Maar beste lezer, ik ben het met je eens: dit is een stomvervelend stuk schrijven. Vandaar dat ik nu weer verder ga met niets doen, hoe vervelend dat ook kan zijn.
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
|