Echt heel erg bedankt. Nog een paar vraagjes :
Wat bedoel je met 'De wie uit regel 1 blijkt het lyrisch subject te zijn. Hij spreekt zichzelf tegen!'?
Zou je me het verschil kunnen vertellen tussen metrum en ritme? Een metrum is volgens mij dat beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen met een vast patroon worden afgewisseld. Maar wat is dan een ritme? Op wikipedia staat dat een ritme veel vrijer is. Is het in dit gedicht een metrum of een ritme en waar kan je dat aan zien? Zou het waarderen als je dat kon uitleggen, graag in Jip en Janneke taal (met duidelijk voorbeeld
), zodat ik het ook aan de klas snel kan uitleggen
. Ik kan in regel 1 bijvoorbeeld niet echt een metrum of ritme herkennen, maar bij zinnen die met "Sterk" beginnen krijg ik wel gevoel dat er ritme (of metrum ?) in zit. En wat zou de functie van het metrum/ritme kunnen zijn?
Heeft het enjambement in r9 en 10 een functie?
Steen, Ijzer, Vuur, enz. hebben allemaal een hoofdletter, maar waarom? Ik denk zelf dat het zo is, omdat het gedicht ook betrekking kan hebben op mensen (namen met hoofdletter).
Stijlfiguren: Ik zie herhaling, parallellisme (Sterk is) en tegenstellingen
Beeldspraak : Ik denk personificatie in de meeste strofen, bijvoorbeeld dat het ijzer zwicht. Ijzer krijgt dan een menselijke eigenschap. Of dat wolken het water op trekken.
Kan jij misschien nog meer beeldspraak en stijlfiguren in dit gedicht zien en misschien ook zeggen wat de dichter hiermee wil bereiken?