Ik moet binnenkort examen doen met poezië. Ze gaan dan mondeling 3 gedichten overhoren en ik ben heel erg slecht in poezië. Ik zie die metrums en alles niet. Ik kan geen klemtonen ontdekken. En dan al die andere termen zoals Pars Pro Toto en al die andere metonymia's en metaforen, wat dacht je van een asyndetische vergelijking. Ik ben al blij als ik dat woord heb uitgesproken, het herkennen is een ramp. Zouden jullie kunne helpen. Neem nou dit gedicht:
Er zijn veel te veel jonge doden
om rustig rond te kunnen lopen,
Overal weer kom je ze tegen,
bleekjes, glimlachend en verlegen.
Bij vlaggen, halfstok in plantsoenen,
hoor je jezelf hun namen noemen.
Zij willen zich ons niet opdringen,
maar vullen je herinneringen.
Uit huizen, waar nu vreemden wonen,
zie je vrienden naar buiten komen,
je loopt in drukke winkelstraten
nog binnensmonds met ze te praten
Je hoort, maar ijler dan te voren,
steeds weer hun laatste afscheidswoorden,
Zijn zitten thuis op je te wachten
als de eigen binnengedachten
Er zijn veel te veel jonge doden
om ongestoord te kunnen dromen.
Hoe kan ik nu herkennen wat het metrum is de metaforen, waar de antimetrieen en elissies zitten enz.
Alvast Bedankt. Ik hoop dat hier iemand zit die gek is op het ontleden van gedichten
. Ik heb er iig niks mee.