Ik zit vastgeklampt achter mijn Medion laptop, de houvast van mijn leven, de rode draad van mijn bestaan. Ik beleef er dagelijks grootse avonturen op en beheer enkele fora met een ijzeren grip. Van op mijn gouden troon, een simpele bureaustoel van Ikea, bestuur ik een koninkrijk van activiteiten.
“Michel?”
“Ja?”
“Het eten is gereed.”
Oh neen, een nachtmerrie komt uit, op naar mijn driedagelijkse dosis irritatie. In de ochtend, dan ook nog eens in de middag, and last but not least in de avond. Nu kun je vragen, waarom is het zo irritant om te gaan eten, het is dan toch een basisbehoefte van de mens? Welja, zo zou je het kunnen zeggen, maar dagelijks een overdreven aantal decibels aan gesmak en geslurp zijn geen vereiste om te overleven.
Ze zitten beiden als twee zombies naar Mooi en Meedogenloos te kijken, een typische Amerikaanse soap. Mijn grootvader en grootmoeder. Van die computer word je gek, zal wel. De oneindige, doelloze plottwisten en de spannende intriges en regeringscomplotten zorgen ervoor dat ze elke avond om zes uur afstemmen op VTM, kleurt je dag. Ja, was dat maar waar. De vele familievetes en onverwachte huwelijken zorgen ervoor dat ze heel de wereld door een andere lens gaan zien. Op de pc doe je wat je wil, maar als je naar Mooi en Meedogenloos kijkt niet; neen, je wordt meegesleurd in een zwartgallig hol dat oneindig diep blijkt te zijn. Je verliest grip op alles wat zich om je bevindt, ook het eten.
Ik smeer mijn boterham met chocolade van nutella, de enige lekkere smeerpasta als je het mij vraagt. Ik kijk even geïrriteerd op naar mijn grootvader, die met zijn open mond zit te smakken van hier tot Parijs. Nu zou je kunnen zeggen dat hij dat smakprobleem heeft door een of andere medische kwaal in zijn speekselverwerkingssysteem. En dat hij met een open mond eet omdat zijn neus verstopt zit. Maar het zou ook gewoon kunnen zijn door een gebrek aan tafelmanieren, ik opteer voor dat laatste.
Bomma is zo gefascineerd door het geheime complot van de kwaadaardige tandarts, of zoiets, dat haar boterham doelloos in de mond blijft zitten, zonder enig gekauw. Na een tijdje slikt ze het stukje toch naar binnen om vervolgens te zeggen: “Wie had dat nu kunnen denken?”
Einde van deel 1, tijd voor de pauze, eindelijk rust. Mijn grootouders hebben hier duidelijk een andere mening over, en dat zeggen ze ook dagelijks met dezelfde woorden. Identiek.
“Het is toch niet meugelijk he, as ge ne goeie film ziet van drei uure zit er twee uur reklam tussen.”
“Moet ge niet wat salaad eten jongen?” zegt mijn grootmoeder
“Nee, ik heb al genoeg met menen boterham.”
“Het is nochtans lekker zenne.”
“Nee boma ik moet er genen hebbe.”
“En het is nog zo gezond.”
“Boma ik wil gene salaad, ik zweer het”
“Ja ik zien het, ge hebt een zweerke op uwe neus, ik had nochtans zalf gekocht.”
“Och boma menselief toch.”
Ze luistert niet naar anderen, enkel naar zichzelf. En als ze iets wil, dan blijft ze het doordringen tot we toegeven.
“Zeker gene salaad?”
“Ok dan” uiteindelijk geef ik toe.
Hij neemt een slurp van zijn koffie, waarom? Kan hij zijn glas gewoon niet opheffen, neen hoor, lekker de koffie binnenslurpen en kleinzoon irriteren. Het zijn zeer brave mensen, waarschijnlijk de liefste van al mijn kennissen en familieleden, maar ze hebben geen manieren.
Deel twee van Mooi en Meedogenloos begint, alweer raken ze in een onmenselijke trance van de Amerikaanse liberalisering van het Europese continent. Binnenkort zullen ze niet meer weten in welk land ze wonen en zullen ze denken dat dit New York is, gebrainwasht (gehersenspoeld) door dit Amerikaanse product. Snel eet ik mijn eigen boterham op en vul mijn tas opnieuw. Ik sta recht en begeef me naar mijn kamer, terug naar mijn levensdoel, naar mijn computer.
“Is er soms iets Michel?”
“Nee zenne.”
“Jawel, zegt mor.”
“Wel eh, het is zo om te zeggen da ik mij vantijd irriteer on stoeme dinges, mor ik kan er echt niks on doen.”
“Ja, da hebbe wij oek, wij irriteren ons deraan da gij a on allemaal irritante dinges irriteert. Irritant he?”
|