Advertentie | |
|
17-03-2005, 15:33 | ||
Citaat:
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
20-03-2005, 17:46 | ||
Citaat:
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
20-03-2005, 17:55 | ||
Citaat:
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
22-03-2005, 11:50 | |
Bedankt!
Hierbij een volgend deel: We liepen het pad op. We kwamen bij een splitsing, en ik wilde al het pad oplopen dat het stuk bos inging waar de Steen stond, maar Elise hield me tegen. “Nee, laten we de andere kant opgaan. In dat stuk bos gebeuren er vreemde dingen.” “Wat dan?” Vroeg ik nieuwsgierig. “Er verdwijnen mensen. En ’s avonds worden er vreemde geluiden gehoord. Ze zeggen dat een heksenkring er haar rituelen houdt.” “Een heksenkring?” Vroeg ik onschuldig. “Ja. Deze streek staat erom bekend dat er heksen huizen. Vroeger zijn hier veel vrouwen verbrand, omdat ze heksen waren, of er gedacht werd dat ze dat waren. Maar het is algemeen bekend dat het grootste gedeelte ook daadwerkelijk heksen waren.” “Heksen? Ik denk dat je teveel boeken leest,” zei ik, ietwat spottend. “Tante Appel is een heks. Ik weet het zeker.” “Hoe weet je dat dan?” Vroeg ik. “Ik heb haar rituelen zien uitvoeren in haar eigen tuin. Riten om het te laten regenen of zo. En diezelfde middag begon het echt te regenen.” Ik keek haar aan. “Dat kan toch best toeval zijn?” Elise schudde beslist haar hoofd. “Echt niet. Het was al drie weken droog geweest en elk weerbericht gaf aan dat dat nog wel een paar weken zo zou blijven.” “O. Maar dat is toch niet erg? Ik bedoel, alles zal ongetwijfeld ontzettend droog zijn geweest. In feite deed ze dus een goede daad.” “Nee, de straten hebben nog drie dagen blank gestaan. Ze is waarschijnlijk wat doorgeschoten,” zei Elise. “Hm. Tja.” We liepen het andere pad op. Na anderhalf uur gelopen te hebben kwamen we uit op een heideveld. “Ik wil hier wat tekenen,” zei ik, en ging zitten. “Dat is best.” Elise liet zich naast me zakken en keek genietend rond. “Het is hier zo mooi,” zei ze. “Ik zou hier eigenlijk vaker moeten komen.” “Waarom doe je dat dan niet?” Vroeg ik. “In je eentje is het nooit zo leuk. En ik mag ook niet in mijn eentje weg, tenminste niet naar de bossen.” “Ik zit hier zo vaak in mijn eentje.” “Ja, maar jij hebt geen irritante vader.” “Alsof dat zoveel uitmaakt.” “En je hebt ook geen moeder die zich constant zorgen maakt.” Ik keek haar aan. Ze schrok. “O shit! Ik was het even vergeten, sorry Sam! Ik dacht niet na, het spijt me!” “Het geeft niet. Ik bedoel, ik was nog geen dag oud toen ze stierf.” ”Ja, maar toch. Jemig, sorry, wat stom van me.” Ik glimlachte. “Het is al goed.” Toch voelde ik me alsof ik zojuist een klap had gekregen. Ik sloeg mijn tekenblok open en begon te tekenen. Dat maakte dat ik alles om mij heen vergat en de wereld ineens niet meer bestond. Elise zat doodstil naast me, bang me te storen. Toen haalde ze haar fototoestel uit haar schoudertas en stond geruisloos op. Ze liep verder en begon verwoed foto’s te maken, van allerlei plekjes en vanuit allerlei hoekjes. Ik merkte er eigenlijk weinig van, ik ging op in mijn tekenwerk. Na een halfuurtje zette ik de laatste lijntjes op papier. Ik had niet eens gemerkt dat Elise weer naast me was komen zitten. “Je kan goed tekenen,” zei ze. ”Dank je.” “Maar stel he, stel nou dat er inderdaad een heksenkring is, hier in de buurt. Zou je er dan lid van willen worden?” Vroeg ik Elise, toen we terug liepen. Het begon al te schemeren, ik gokte dat het zo’n zeven uur was. “Je hebt speciale gaven nodig om lid te kunnen worden. Je moet uitgekozen worden door een ander lid van de kring, en ze moeten maar net om een lid verlegen zitten.” “Voor iemand die bang is voor hekserij weet je er verdacht veel vanaf!” “Ik ben niet bang voor hekserij!” Zei Elise fel. “Ik vind het alleen niet prettig dat dat allemaal bij mij in de buurt gebeurt.” ”Ik zou wel lid willen worden, denk ik,” ze ik peinzend. “Het hangt er alleen een beetje vanaf wat voor eisen ze stellen en wat precies de bedoeling is.” “Ze hebben eens in de zoveel tijd een feest, volgens bij mij bij het wisselen van de jaargetijden en zo.” “HA! Volgens mij ben je zelf gewoon een heks, je weet teveel!” Riep ik. “Nee! Ik ben geen heks. Ik… Nou ja, ik ken toevallig een heks.” Ik grijnsde. “Maar dat mag je vast niet vertellen, omdat je anders of lid moet worden, of behekst wordt.” Ze keek me boos aan. “Ik zou er maar niet mee spotten als ik jou was.” Ik haalde mijn schouders op. “Ik kijk wel uit. Dadelijk ben ik het slachtoffer.” Ze gaf me een stomp. “Zit me niet zo te zieken, man!” Ik lachte. “Okay! Wie het eerst bij de voordeur is!” We renden de oprijlaan op, het grind knerpte onder onze voeten. Uiteindelijk vielen we tegen de voordeur aan, Elise had gewonnen. Gestoord door de herrie deed Alex de voordeur open. “Ik dacht al dat ik jullie hoorden! Kom binnen. Ik heb warme chocolademelk. Meisje, moet jij onderhand niet naar huis, of blijf je eten?” Zei hij. “Nee, ik bel mijn ouders wel even dat ik iets later ben, en dan ga ik dadelijk naar huis. Ik moet vanavond nog weg, dus blijven eten komt niet zo goed uit,” beantwoorde Elise de vragen van Alex. “O, jammer!” Alex keek zowaar teleurgesteld. Ik had zo het vermoeden dat er iets gebeurd moest zijn, want mijn vader was anders nooit zo enthousiast en helder en zo… niet-verstrooid. “Volgende keer misschien,” glimlachte Elise. “Is het goed als ik jullie telefoon gebruik?” “Natuurlijk, ik zal je even de telefoon wijzen,” zei ik. Ze belde naar huis, en even later stonden we weer voor de voordeur. Ik hoorde Alex stommelen in de keuken. “Tot maandag dan maar. Bedank je vader van me, de soep vanmiddag was heerlijk. En ik vond het heel gezellig vanmiddag,” zei Elise, ze klonk een beetje zenuwachtig. “Ja, bedankt. Ik vond het ook leuk. Ik zie je maandag,” antwoordde ik, te houterig naar mijn zin. Ik deed de voordeur open. Elise stapte naar buiten en keek me nog even aan. In haar blik zag ik iets dat ik even niet kon plaatsen en wat me een ongemakkelijk gevoel gaf. Het moment ging snel voorbij, en Elise stapte op haar fiets. “Doeg!” En ze fietste de oprijlaan af. Ik keek haar na, en toen ze de weg op fietste, deed ik de voordeur dicht.
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
22-03-2005, 15:04 | |
Volgens mij is ze zelf de heks.
Wat hoofdletters na citaten betreft: volgens mij is het altijd met een kleine letter, tenminste, zo staat het in mijn Nederlandse boek. We hebben elk jaar weer een paragraaf interpunctie, f*cking irritant. Voorbeeldje: 'Wat is er?' vroeg ze. 'Er is niets aan de hand,' zei haar mama. Maar als je een "nieuwe" zin begint, is het zo: 'Volgens mij wel.' Boos keek ze naar de vrouw die voor haar stond. Nja, zo staat het in mijn boek. Goed gedacht, nuttig commentaar-loos.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|
23-03-2005, 15:03 | ||
Citaat:
I C U, post maar gewoon meer, hoor
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
23-03-2005, 17:16 | |
Volgend deel:
VIII Op deze vrijdagavond kwam Katja de Wit eten. Alex meldde me dat terloops, nadat ik Elise de deur uit had geholpen. Ik keek hem stomverbaasd aan. “Is het de bedoeling dat ik boven eet, of mag ik beneden blijven?” Vroeg ik. “Natuurlijk blijf je beneden! Waarom niet?” Alex keek me onschuldig aan. “Nou… Misschien wilden jullie met z’n tweeën zijn…” Zei ik schouderophalend. “Nee, we zijn gewoon vrienden, niets meer, niets minder,” zei Alex resoluut. Hij begreep duidelijk maar weinig van vrouwen. “Als je het niet erg vindt, eet ik toch liever alleen. Ik heb weinig zin om de hele avond bij jullie te zitten.” “Vind ik ook prima.” Zodoende maakte ik zelf mijn eten klaar en verdween naar boven nog voordat Katja zich liet zien. Ik startte mijn pc op en ging naar het forum. Ik had een privé-bericht ontvangen, alweer. Not For Sale vroeg hoe we elkaar zouden herkennen, morgen. Een horde vlinders vloog op. Ik schreef terug dat ik een zwarte spijkerbroek zou dragen met een grijs vest en mijn haar in een staart zou doen. Als hij ook iets zwarts zou dragen, moesten we elkaar makkelijk kunnen vinden. Ik zuchtte. Morgen. Mijn oog viel op een briefje op het prikbord. ‘Niet vergeten te bellen’. Ik pakte de telefoon en toetste het nummer in. Ik kreeg een apparaat aan de lijn. Een vriendelijke vrouwenstem zei: “Wij zijn nu even niet bereikbaar. Probeer het later nog een keer of laat uw naam en nummer achter, dan bellen wij u terug.” Ik zuchtte en hing op. Ik had een hekel aan antwoordapparaten, en dat is niet veranderd in de loop van de tijd. Beneden hoorde ik hoe Alex Katja welkom heette en haar naar de keuken leidde. Ik hoorde haar kirrende lachje. “Gewoon vrienden… Sure!” Mompelde ik en lachte schamper. Katja had hele andere ideeën Nou ja, dat was zijn probleem. Uitrekkend dacht ik na over wat ik de komende avond zou doen. Ik keek uit mijn raam, dat uitzag op het bos. Het lag er donker en dreigend bij, meewiegend in de wind. Onze tuin was verwaarloosd en rommelig Misschien moesten Alex en ik daar eens wat aan gaan doen. Ik keerde me van het raam af. Mijn bed zag er zeer verleidelijk uit. Met een plof ging ik erop zitten en liet me achterover vallen. Algauw was ik vertrokken. Ik werd wakker van een geluid. Mijn besef voor tijd was ik kwijt, ik had geen idee hoe laat het was. Opkijkend zag ik een schim staan, midden in mijn kamer. Ik wreef in mijn ogen en keek nog eens, bang dat mijn ogen me bedrogen. “Wat is dit voor een huis?” Mompelde ik. De schim stond er nog steeds. Het was een meisje, in een lang wit onbestemd kledingstuk, met grote ogen die diep in hun oogkassen lagen. Haar haar was dun en blond en hing over haar schouders. Ze zei niets, ze keek me alleen aan met die enge ogen van haar. Eigenlijk zou ik bang moeten zijn, maar op de een of andere manier voelde ik dat ze geen kwaad in de zin had. “Wat wil je?” Vroeg ik, proberend alle emotie uit mijn stem te bannen. Het meisje reageerde niet, bleef staan en keek me nog steeds aan. Toen liep, nee zweefde ze mijn kamer uit. Even aarzelde ik, maar toen besloot ik haar te volgen. Het was donker in huis, alleen onder de deur van Alex’ kamer scheen licht, ook hoorde ik er stemmen, de brommende en lachende stem van mijn vader en het gegiechel van een vrouw. Ik schudde mijn hoofd, ik wilde niet weten wat daarbinnen gebeurde. Het meisje leidde me de trap af, de keuken in, de tuin in. In de verst gelegen rechterhoek van de tuin bleef ze staan, mij aankijkend met haar starende ogen. Ik keek rond, mijn ogen hadden moeite om te wennen aan het duister. Toen ik weer in staat was wat vormen te onderscheiden zag ik een steen staan, een soort grafsteen. Ik vermoedde dat het de grafsteen van het meisje was, waarom anders zou ze mij erheen leiden? Ik hurkte erbij neer en liet mijn vingers ervoer glijden. Er stond een inscriptie, maar het was te donker om het te lezen. Opeens werd ik mij bewust van een gloeiend gewicht om mijn hals. Die steen. Sinds ik dat ding had gebeurde er allerlei rare dingen met me. Ik kwam weer overeind en keek het meisje aan. “En nu?” Vroeg ik. Het meisje reageerde weer niet, en bleef staan. Ik keek verder. Er stond een hoop onkruid en een oude rozenstruik. Om de een of andere reden hurkte ik neer bij de struik, gadegeslagen door het meisje. Ze hurkte naast me neer. Ik voelde haar kille nabijheid en huiverde even. Mijn handen woelden door de koude vochtige aarde. Toen stootte ik mijn hand tegen iets hards, iets puntigs. Ik groef het uit. Een kistje. Het meisje glimlachte naar me. Haar ogen straalden. Ze verdween. In mijn kamer bekeek ik het kistje wat beter. Het was een eenvoudig houten kistje met een slot. Ik probeerde of ik het open kon krijgen. Het verbaasde me niet dat ik het niet open kreeg. Misschien was het dan wel oud, maar het slot was niet vergaan. Ik zette het kistje voor me neer en bekeek het. Met een oude lap uit de gangkast poetste ik het wat op. Toen ik daarmee klaar was, lag er een glans over het hout en zag ik dat er een oog gekerfd was op de deksel. Het was niet al te voorzichtig gedaan, het leek alsof de artiest grote haast had. Ik schoof mijn bureaustoel naar achteren en keek naar het kistje van een afstand. Toen keek ik op de klok. Het was drie uur ’s nachts. Ik gaapte, rekte me uit en besloot dat het een geschikt moment was om naar bed te gaan.
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
23-03-2005, 19:26 | ||
Citaat:
Als de oude vrouw die vertelt in haar jeugd al gewoon mobieltjes in de klas mocht hebben, en de lerares tegen mocht spreken, speelt het geheel zich dus eigenlijk ver in de toekomst af. Voor deze tijd vind ik een verhaal over heksen (en de irrationele manier waarop ze daar mee omgaan) al vreemd, laat staan voor over 50/60 jaar... En ik liep dus een beetje achter met lezen
__________________
Recht voor je raapje!
|
23-03-2005, 21:50 | |
Idd, je liep een heel eind achter!
Maar ik geloof dat er wel degelijk mensen zijn die zich heksen durven te noemen. Hoe ze dat dan invullen, is dan voor elk weer wat anders. Tja, ik geloof niet dat dit verhaal zich in Nederland afspeelt, eerder in Engeland of iets dergelijks, en op de een of andere manier vind ik de sfeer daar best wel geschikt voor hekserij... Wat die korte zinnen betreft, ik neem het mee zodra ik alles nog eens ga lezen! Opnieuw bedankt voor de reacties!
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
24-03-2005, 10:07 | |
Ik vind het echt zo knap dat je zo'n lang verhaal kunt schrijven, hartstikke goed
Enige echte aanmerking: Ze gaan elkaar herkennen op hun zwarte kleding. Ik wil niet vervelend doen, maar is dat niet wat lastig? Weet je hoeveel mensen zwarte kleding dragen?
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
24-03-2005, 16:59 | |
Volgend deel:
De volgende ochtend liep ik met een nog slaperig gevoel naar beneden, om een mok koffie voor mezelf in te schenken. Tot mijn verbazing was Katja die aan het zetten, in een T-shirt van mijn vader. Haar welgevormde blote benen kwamen er uitdagend onder vandaan. Ze glimlachte zenuwachtig naar me. “Goeie morgen. Wil je koffie?” Ik knikte nors. Op zoek naar brood smeet ik onnodig hard keukenkastjes dicht. Ik roosterde mijn brood en leunde tegen het aanrecht terwijl ik wachtte. Toen verplaatste ik mijn aandacht naar Katja. Ze wreef nerveus met haar voet over haar scheenbeen. Ze keek me niet aan. “Waar is Alex?” Vroeg ik. “Die ligt nog te slapen,” antwoordde ze. “Zeker uitgeput van de afgelopen nacht?” Zei ik spottend. Tot mijn voldoening bloosde Katja. Mijn brood sprong uit de broodrooster en ik draaide haar mijn rug toe. Ik smeerde mijn brood en nam het mee naar de tafel, waar ik ging zitten. Alex kwam binnen. “Goede morgen!” Zei hij vrolijk. Hij kuste Katja teder en grijnsde even verontschuldigend naar me. “Is er al koffie?” “Ja, die heb ik net gezet!” Zei Katja, in haar stem hoorde ik een spoor van opluchting. Ik negeerde haar en Alex en concentreerde me volledig op de zaterdagkrant. Alex kwam tegenover me zitten met een mok koffie, Katja naast hem. Ik durfde te wedden dat haar hand onder de tafel op zijn bovenbeen lag. Stug doorlezend werkte ik mijn ontbijt weg, en zodra dat gebeurd was, verliet ik de keuken. Waarom ik me zo kinderachtig gedroeg, wist ik niet, maar ik vond het niet prettig om Katja in ons huis te hebben. Ik mocht haar niet. Dit had ik al eens vaker meegemaakt. Hierna zouden vele afspraakjes volgen, daarna ‘gezellige’ uitstapjes om elkaar beter te leren kennen en vervolgens werd er ruzie gemaakt, werd er besloten dat ze niet verder gingen met elkaar en verhuisden we weer. En verhuizen was iets waar ik absoluut geen zin in had. Ik begon me hier een beetje op mijn plek te voelen, voor het eerst in zo’n tien jaar. Ik liet me op mijn bed vallen, met mijn gezicht in mijn kussen. Even bleef ik zo liggen, toen draaide ik me op mijn zij. Mijn blik viel op het kistje dat ik gisteravond gevonden had. Dat oog stond ook op het schilderij. Ik pakte het briefje met het telefoonnummer en belde opnieuw. Ditmaal werd er wel opgenomen. “Goedemorgen, met Charles Beaux, met wie spreek ik?” Zei een vriendelijke mannenstem. “Met Sam van Dam. Ik vond uw telefoonnummer in de lijst van een schilderij. Ik vroeg me af of u mij meer kon vertellen over het schilderij of over het model…” Ik wist niet goed wat ik verder moest zeggen. “Een schilderij zegt u? Wat voor schilderij?” Beaux klonk zeer nieuwsgierig. Ik beschreef het schilderij met mijn ogen dicht. “Ja, dat schilderij ken ik. Ik denk dat ik u daar beter persoonlijk over vertellen kan. Woont u in de buurt?” “Ik heb geen idee waar u woont, dus ik zou u ook niet kunnen vertellen of ik in de buurt woon,” zei ik. Hij noemde de plaatsnaam, en zeer toevallig was dat het nabijgelegen dorp. “Ja, ik woon daar niet al te ver vandaan.” “Goed, wanneer schikt het u om even langs te komen? Mijn kantoor is in de hoofdstraat, gemakkelijk te vinden. Beaux Advocaten.” “Ik ken het, ik ben er wel eens langs gefietst.” Ik kende het inderdaad. Het pand zag er oud en voornaam uit, en er hing een vergulde plaat naast de deur, waar met grote letters Beaux Advocaten op stond, met sierlijke krullen. “Dat is mooi. Heeft u woensdagmiddag eventueel tijd?” Vroeg Beaux. Ik dacht snel na. Woensdag was ik vroeg uit, dus dat kwam goed uit. “Ja, dat is goed. Komt halfdrie u uit?” “Ja, dat is uitstekend. Goed, tot woensdag dan maar!” “Tot woensdag!” Zei ik ook en hing op. Ik was benieuwd naar wat deze Charles Beaux me te vertellen had over dat schilderij. Blijkbaar was het nogal heftig, hij wilde me vast niet voor niets persoonlijk spreken. Ik keek op de klok. Het was half elf, nog vier en een half uur te gaan voordat ik Not For Sale zou ontmoeten. Ik zuchtte diep en voelde mijn zenuwen al opspelen. Ik liep met een handdoek om mijn middel over de overloop. Katja kwam net Alex’ slaapkamer uit, zag me en bloosde. Snel ging ze de kamer weer in. Ik gromde. Nog een reden waarom ik het niet prettig vond dat ze hier was. Ik wist zeker dat ze zodra ik mijn kamer binnen was zich naar beneden zou haasten. Met een klap sloeg ik mijn kamerdeur dicht en niet lang daarna hoorde ik Katja’s roffelende voetstappen op de trap. Ik grijnsde. Die had een haast om beneden te komen. Neuriënd kleedde ik me aan en haalde een hand door mijn haar. Het resultaat bekijkend in de spiegel trok ik een gek gezicht naar mezelf en liep naar beneden, zachtjes fluitend. Ik stopte vlak voor de keuken. Katja en Alex praten en lachen, blijkbaar hadden ze het heel gezellig. Ik fronste mijn wenkbrauwen. Ik vond het fijn dat Alex gelukkig was, natuurlijk. Maar ik vond het jammer dat daarmee ons kalme rustige leventje overhoop werd gegooid. Met een diepe zucht stapte ik de keuken binnen. Ze keken beide op. Alex glimlachte, Katja keek weg. Ik glimlachte naar Alex. “Nog plannen voor vandaag?” Vroeg Alex. “Ik heb met iemand afgesproken in het dorp, om drie uur. Verder niets.” “Aha. Vind je het erg om vanavond alleen te eten? Ik neem Katja mee uit eten,” zei Alex met een brede grijns. Ik werd misselijk van Katja’s opwinding en enthousiasme. “O, lieverd! Wat een verrassing!” Ik rolde met mijn ogen, Alex glimlachte en bukte zich om Katja’s zoenen in ontvangst te nemen. Ik schonk nog een beker koffie voor mezelf in en liep de keuken uit, naar de muziekkamer. De enige reden om het de muziekkamer te noemen was dat er een piano stond, en een gitaar. Op beide kon ik een aardig deuntje spelen, net als mijn vader. Een enkele keer speelden we samen muziek. Ik ging achter de piano zitten en sloeg lusteloos wat toetsen aan met een hand. Ik zette de koffiemok op de grond, Alex werd pislink wanneer hij hem op de piano zou zien staan. Ik begon rustig te spelen, zomaar wat liedjes die in me opkwamen.
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
25-03-2005, 12:53 | ||
Je zou gewoon een andere kleur kunnen nemen?
Citaat:
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
25-03-2005, 15:46 | |
Een andere kleur zou natuurlijk ook kunnen... Ach, ik zie nog wel!
Het nummer is een mobiel nummer, en je hebt wel gelijk met wat je zegt... Mb was het gewoon even wat sarcasme wat erin sloop. Hangt erg af van mijn humeur tijdens het schrijven...
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
25-03-2005, 21:10 | ||
Citaat:
Goed, ik vind het nog wel leuk, maar het begint een beetje langdradig te worden. Tijd dat er weer eens iets echts gebeurt.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|
25-03-2005, 21:35 | |
WOOPS! Nee, idd, daar heb je gelijk in... Hm... Heb ik overheen gelezen
Ik zal het volgende deel ook maar meteen posten: Ik hoor u zuchten omdat het zo cliché lijkt: een meisje dat zowel piano, als gitaar kan spelen en ook nog eens talent heeft op het gebied van tekenen. Alex vertelde me eens dat mijn moeders familie heel artistiek was geweest, en dat mijn moeder ontzettend mooi viool kon spelen en dat haar vader een bekend kunstenaar was. Het zat in de familie, zo gezegd. Mijn vader was de enige in zijn familie die iets met een muziekinstrument kon en zijn ouders vonden het prachtig. Jammer dat het contact zo goed als verloren was gegaan en enkel nog bestond uit een verjaardagskaart en een kerstkaart. Ik hoorde Katja en Alex de gang in lopen en afscheid nemen. De deur sloeg dicht en Alex verscheen in de deuropening van de muziekkamer. “Wat is er mis?” Vroeg hij. Ik ging door met spelen en deed alsof ik hem niet gehoord had. “Hé, nok met spelen, ik praat tegen je!” Schreeuwde hij. Ik stopte onwillig met spelen en staarde naar de muur. “En kijk me aan! Wat is er mis?” “Niets in het bijzonder. Behalve dan dat er vanmorgen een wildvreemde vrouw in de keuken koffie stond te zetten alsof dat de normaalste zaak van de wereld was, mijn vaders T-shirt aanhad en verder overduidelijk niets,” zei ik, gevaarlijk kalm. “O, jezus. Doe niet zo kinderachtig. Wil je dan dat ik als een kluizenaar leef?” “Nee, ik wil dat je eerlijk bent! ‘We zijn gewoon vrienden’! SURE!” Zei ik, nu goed kwaad. “Aan het begin van de avond waren we ook gewoon vrienden en nu nog steeds!” Ik hapte naar adem. “Jezus, bedoel je soms dat je haar hebt liggen neuken omdat ze gewoon een vriendin is en dat ze hier vanmorgen in haar blote reet koffie stond te zetten omdat ze gewoon een vriendin is?” Ik snoof minachtend. “Dan snap je geen moer van vrouwen.” Alex keek me woest aan. “Alsof jij hier wat van begrijpt, je bent net uit de luiers!” “Kom op, wat denk je zelf? Wees in godsnaam niet zo naïef! Die vrouw verwacht wat van je. Kijk of jij hetzelfde wilt of niet. Maar houdt haar niet aan het lijntje.” Alex zuchtte. “Soms lijkt het wel alsof ik hier het kind ben, en jij de ouder.” Zijn kwade bui was op slag verdwenen, hij had een vermoeide trek op zijn gezicht. Even had ik medelijden met hem, even maar. “Het is je eigen schuld. Dan had je maar duidelijker moeten zijn.” “Alsof dat het makkelijker maakt.” Ik haalde mijn schouders op. “Tja, dat zal wel niet.” Alex draaide zich om en liep naar boven. De deur van zijn kamer viel met een slag dicht. Ik begon weer te spelen op de piano. Even later kwam Alex weer naar beneden. “Heb jij nog was voor me?” Vroeg hij. Het was zijn beurt om de was te doen dit weekend. Soms deed tante Appel het, maar blijkbaar wilde hij dolgraag zijn beddengoed wassen. Ik grijnsde en schudde mijn hoofd. “Oké!” Fluitend liep hij naar het washok, waar ook de droger en de vriezer stonden. Ik schudde mijn hoofd. Alex was zo wisselvallig als het maar zijn kon, zo huilt hij en zo lacht hij. Soms heel vervelend, soms heel handig. In elk geval knap vermoeiend. IX Om half drie stapte ik op mijn fiets om naar het dorp te gaan. Twintig minuten later was ik in het dorp. Handig manoeuvreerde ik tussen de auto’s door en zo’n vijf minuten later stond ik voor het café waar we hadden afgesproken. De zenuwen gierden door mijn keel, maar ik wist ze in bedwang te houden, mijn gezichtsuitdrukking verraadde niets. Ik deed de deur open en liet mijn ogen door de ruimte dwalen. Het was nog best druk, er waren niet veel lege tafeltjes. Toen zag ik een jongen alleen zitten, die mij aandachtig bestudeerde. Ik keek hem aan, en herkende hem van de foto’s die ik had gezien. Ik glimlachte naar hem en liep naar het tafeltje. “Hoi, ik neem aan dat jij Tim bent?” Vroeg ik hem. “Ja, en jij bent Sam?” Glimlachte hij. Zijn stem klonk prettig, heel rustig. Ik knikte en ging tegenover hem zitten. “Kon je het een beetje vinden?” Vroeg ik, om maar wat te zeggen. Hij knikte. “Ja hoor, mijn oma woont hier in de buurt, en als ik met haar de stad inga, gaan we hier meestal iets drinken,” vertelde hij. Een serveerster verscheen naast ons tafeltje. “Wat willen jullie drinken?” Vroeg ze. Ze zag er vermoeid uit, maar waarschijnlijk had ze er ook al een halve dag op zitten. Ik bestelde thee, net als Tim “Zo. En nu moet je me wat vertellen over jezelf,” begon ik. “Ik weet praktisch niets van je, je laat niet zo veel los over jezelf.” Hij lachte. “Wat wil je weten?” “Waar woon je? Waar zit je op school, wie zijn je vrienden, wat is je lievelingskleur, hoe was je jeugd, hoe is je relatie met je vader, hoe zit het met meiden, heb je een vriendin?” Somde ik op. Hij lachte opnieuw. “Nou, ik leef op het moment zo’n vijf kilometer hier vandaan, in een oud klein huisje. Ik zit even nergens op school, heb een paar goede vrienden die ik al een tijdje niet heb gezien, mijn lievelingskleur is zwart, mijn jeugd beviel me best en is nog steeds niet afgelopen, mijn vader leeft niet meer, ik heb geen vriendin, maar val wel op meiden. Nu jij.” Ik grijnsde. Het gesprek kabbelde op een gemakkelijke manier voort, er vielen geen vervelende stiltes. Hij vertelde een hoop over zijn ouderlijk huis, hij had 3 jongere broertjes en een oudere zus. Het klonk allemaal heel leuk en gezellig en ik kreeg de kans om hem heel goed te bekijken terwijl hij vertelde. Hij had lichtblond haar, donkerblauwe ogen en een wipneus. Zijn lippen waren niet dun en niet dik, en zijn mondhoeken krulde praktisch altijd omhoog. Zijn kleding was vooral functioneel: hij droeg een gemakkelijke zwarte trui en had een wijde spijkerbroek aan. Zijn handen en nagels waren schoon en verzorgd. Ik keek altijd naar handen, ze vertelden veel over de persoon die erbij hoorde. Tim lachte. “En, bevalt het?” Vroeg hij plagend. Ik bloosde. “Ach, ik heb erger gezien.” Hij lachte. “Dat is dan weer positief!” “Op zich wel,” grijnsde ik en stak mijn tong uit. Zijn ogen glommen van pret. “Een beetje dimmen hé! Je kent me nog niet!” “O, dat komt vast nog wel!” Zei ik, en ik keek hem afwachtend aan. “Denk het wel, ja.” Hij keek op zijn horloge. “Hé, ik moet gaan, mijn oma verwacht me om vijf uur thuis… Ze is nogal gesteld op vaste eettijden. Mag ik je telefoonnummer? Dat is makkelijker als we nog een keer afspreken.” Hij vroeg het zonder enige verlegenheid, heel gemakkelijk. Ik gaf hem het nummer en moest moeite doen om niet heel hard ‘yes!’ te roepen. Hij sloeg het nummer op in zijn telefoon. We liepen samen naar buiten en bleven nog even praten. Toen gingen we allebei een andere kant op. Ik kon een grijns niet van mijn gezicht vandaan houden. Ik had het echt naar mijn zin gehad. Ik fietste weer terug, vrolijk fluitend. Thuis vond ik op de keukentafel een briefje van mijn vader. Hij was uit eten met Katja. Hij hoopte dat ik nog wakker was wanneer hij terugkwam, zodat we konden praten. Ik haalde mijn schouders op, verfrommelde het briefje en gooide het weg. Ik schonk wat drinken voor mezelf in en liep met het glas in mijn hand naar boven. Het kistje stond nog precies zoals ik het had achtergelaten, midden op het bureau. Ik zette mijn klas op het bureau neer en ging op de stoel zitten. Het slot leek me nogal solide, waarschijnlijk zou ik het moeten openbreken. In een la vond ik een schroevendraaier. Ik begon wat te morrelen met de schroevendraaier in het slot. Al gauw hoorde ik een klik en het slot ging open. In het kistje zaten een aantal dingen: een dun kettinkje met een medaillon, een brief, iets wat eruitzag als een stempel, een zegelring en klein doosje waar edelsteentjes in zaten. Ik bekeek alles zorgvuldig. In het medaillon zaten twee foto’s: een van het meisje op het schilderij en een van het meisje dat me dit kistje had laten vinden. Het contrast was opvallend: de een was zeer aantrekkelijk, de ander onopvallend, zelfs lelijk. Toch waren ze duidelijk zusjes. Ik pakte de stempel op. Waarschijnlijk werd het gebruik om in was te stempelen of zoiets. Waarschijnlijk was het een adelaar, maar dat was niet erg duidelijk, zo in spiegelbeeld. Het leek mij een familiewapen. Hetzelfde wapen stond in de zegelring, die verder van puur goud was, voor zover ik dat kon bepalen. Toen opende ik de brief, die ik expres als laatste bekeek. In een oud, krullerig en overduidelijk mannelijk handschrift stond: Liefste, Ik hoop dat je dit nog op tijd krijgt. Mijn trein vertrekt spoedig en ik heb geen tijd meer om in eigen persoon afscheid van je te nemen. Ik geef dit aan je zusje mee, zodat je het zo snel mogelijk krijgt. Ik hoop dat je begrijpt dat ik weg moet. Ik kom zo snel mogelijk terug om je op te halen, wacht op me. Wat je vader ook moge zeggen, ik kom je halen en neem je mee, om een nieuw leven te beginnen, alleen jij en ik. Ik hou van je. Je Samuel. Ik legde de brief opzij en staarde in het lege kistje. Het verbaasde me dat het papier nog niet uit elkaar was gevallen, het kraakte ook verdacht in mijn handen. Ik gokte erop dat die ‘liefste’ het meisje met het donkere haar was, en het zusje het lelijke meisje. Hopelijk zou ik woensdag achter hun namen zou komen. Wie waren ze toch? En waarom moest deze Samuel weg? Nadenkend keek ik uit het raam. Ik zag dat het al donker was en merkte dat ik honger had. Ik stond zuchtend op en liep naar de keuken. In een stille en donkere keuken verorberde ik een simpel avondmaal, uitgebreid koken was eigenlijk zinloos. Na het eten zette ik de vaat in de vaatwasser en liep toen weer naar boven. Na alles weer in de kist opgeborgen te hebben zette ik de kist op een lege plank in mijn boekenkast. Toen startte ik mijn computer op en begon het forum onveilig te maken, terwijl ik wachtte tot Alex thuis zou komen. Edit: Erm, het is mij duidelijk geworden dat er nog best wel veel stomme fouten in deze tekst zitten, vergeef mij...
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Laatst gewijzigd op 26-03-2005 om 10:02. |
25-03-2005, 22:26 | ||
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
25-03-2005, 22:47 | |
Okee, ik heb nog meer opmerkingen!!! (opgepast!!! )
Ten eerste valt het me op dat je echt snel door je verhaal ratelt. De ene concrete gebeurtenis is nog niet voorbij of de andere is al begonnen. Neem bijvoorbeeld het laatste stukje. Je hebt het even over muziekmaken/tekenen, vervolgens over Alex, die opeens wisselende stemmingen blijkt te kunnen hebben (overigens ben je wel erg makkelijk in het toedichten van karaktereigenschappen, maar okee), tussendoor laat je nog even weten dat hij fluitend zijn was doet, dan gaat Sam op haar date, stelt ze 5 vragen tegelijk en is ze binnen 30 regels alweer thuis. Nog koud thuis heeft ze het kistje alweer in handen, en, och, laat ze het even openbreken, de brief zou ik trouwens even in cursief zetten!!!. Ze hoeft maar even te peinzen, en dan, eet ze haar avondmaal in één zin. En dan nog wat loze informatie. Met loze informatie strooi je overigens vrij veel. Ik zou heel wat zinnen aan kunnen strepen die je beter weg had kunnen laten. Ik zou eerder te weinig vertellen dan teveel, want dan pleeg je in ieder geval geen aanval op de intelligentie van de lezer. Oja, wat me ook opvalt is dat je af en toe de tijden (vt/tt) verkeerd gebruikt, en dat werkt (bij mij tenminste) best wel storend. Voorbeeldjes: Alex was zo wisselvallig als het maar zijn kon, zo huilt hij en zo lacht hij. Ik keek altijd naar handen, ze vertelden veel over de persoon die erbij hoorde. Daarnaast zie ik nog gruwelijk veel zinnen beginnen met 'Ik', schandalig! Maar geeft den hoop niet op!! Het is zekerst geen slecht verhaal!! Tegen de tijd dat ge bij het eind bent, schrijft ge alweer stukken beter!!! En zo zeide ik, en zo zalt geschiede!!! (sorry, moest er even uit) Zo, de komende 3 delen zal ik me inhouden, dit is wel weer genoeg afkraak voor voorlopig
__________________
Recht voor je raapje!
|
25-03-2005, 22:55 | |
Afkraken? Nee, nuttige info! Ik heb zwaar mijn best zitten doen op die vervelende 'ik'-zinnen, dus in mijn pasgeschreven stukken zal dat hopelijk veel minder voorkomen. Inderdaad, loze informatie komt vrij vaak voor, dat is voornamelijk omdat ik dan even op een dood punt zit, ofzoiets. Of misschien vind ik het gewoon leuk om loze info te geven... Zou ook zomaar kunnen!
Met die vt/tt zal je vast wel gelijk hebben, maar dat merk ik dan wel wanneer ik het nog eens doorlees, dit is slechts een grove versie Maar bedankt voor je commentaar, hou je bij de volgende delen zeker niet in! Ik kan een hoop hebben... Edit: En die quote die jij geeft, is idd een hele grote domme fout... En die brief staat ook cursief, maar dan in word, en kwas ff vergeten dat ook hier te doen. Het is overduidelijk: Ik had allang in bed moeten liggen!
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Laatst gewijzigd op 25-03-2005 om 22:59. |
26-03-2005, 19:14 | ||
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
26-03-2005, 19:21 | ||
Citaat:
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
|
27-03-2005, 14:05 | |
Volgend deel:
Om twee uur kwam Alex thuis. Ik had bijna de moed opgegeven en was naar bed gegaan, maar nog voordat ik aanstalten kon maken om mijn bed in te stappen, hoorde ik de voordeur open gaan. Ik pakte twee flesjes bier en zette er een klaar op de keukentafel. Alex kwam binnen. Ik wees naar het bier. “Voor jou.” Hij griste het flesje van tafel en dronk snel en dorstig. “Jezus, wat heb jij gedaan?” Vroeg ik verbaasd. “Hm, nou… Laten we zeggen dat het gesprek niet volgens plan verliep.” Ik keek hem aan. “Ga me nou niet vertellen dat je bij haar thuis bent geweest!” Alex grijnsde. “Jawel. Alleen van het huis op zich heb ik vrij weinig gezien. Alleen de slaapkamer…” “Sukkel,” zei ik. “Tja, ze is gewoon een hele mooie vrouw, dat moet zelfs jou opgevallen zijn!” “Er is maar weinig mis met haar, dat klopt.” “En… Nou, ik kan haar altijd nog vertellen dat… Dat ik maar weinig zin heb in huisje boompje beestje?” Ik zuchtte. “Je weet dat dat fout gaat, uiteindelijk.” Alex haalde zijn schouders op. “Ik kan toch altijd doen alsof ik haar leuk vind en dan uiteindelijk er een eind aan maken?” “Nee, dan ben je een gentleman. Je bent gewoon een op seksbelust mannetje!” Alex lachte. “Kijk maar uit, misschien is het erfelijk! Wie was eigenlijk diegene met wie je afgesproken had, zaterdag?” Ik grinnikte. “Een jongen die ik ken via internet. Hij is… Nou ja, heel erg leuk, maar ik wil hem eerst iets beter leren kennen, voordat ik meer wil, zeg maar.” “Heel verstandig. Dat verstandige heb je vast van mij.” Ik haalde mijn schouders op. “Geloof je er zelf in? Als je verstandig zou zijn had je Katja allang aan de dijk gezet.” Ik stond op. “Nou, ik ga naar bed, ik heb het wel weer gehad. Welterusten” “Welterusten. Slaap lekker.” Ik kroop in bed en sliep vrijwel meteen. De zondag gleed voorbij, zonder dat er veel bijzonders gebeurde. Ik sliep uit, maakte huiswerk en lummelde wat rond. Alex deed ongeveer hetzelfde. We hadden beide geen zin om in de tuin te werken, dat zou volgend weekend wel komen. Het wat slecht weer, de regen geselde de ramen en de wind loeide om het huis. Tussen twee buien door liep ik de tuin in om naar de steen te kijken waarbij ik het kistje had gevonden. Het was een herdenkingssteen, dacht ik. Er stond een inscriptie op, in het Latijn Ik schreef de woorden over op een papiertje. Toen begon het weer te regenen. Ik rilde bij het idee dat ik de volgende dag weer naar school moest, en dat ik moest fietsen. Tim belde en we spraken wat af voor komende donderdag. Hij zei dat hij voorlopig toch de tijd had, hij wist niet wanneer hij weer naar school zou gaan. Ik ging er maar niet verder op in, dat zou misschien later wel komen. Maandagochtend werd ik wakker van de zonnestralen die door de kieren van de lamellen schenen. De lucht was strakblauw, het slechte weer van gisteren scheen te zijn weggevaagd. Ik was laat, zoals gewoonlijk. Met een noodgang fietste ik naar school. Op het moment dat de bel ging, fietste ik de fietsenstalling in. Ik zuchtte. Dat viel dan weer mee. Ik liep snel naar het lokaal waar ik moest zijn. Dit lesuur zat ik naast Mike. Ik kon niet zo goed hoogte krijgen van die jongen. Hij zei niet veel, maar wat hij zei duidde erop dat er meer in hem omging dat je in eerste instantie zou zeggen. Hij glimlachte naar me als begroeting. Ik knikte hem toe en ging zitten. Mijn gooide ik naast mijn stoel neer en ik keek om me heen. Iedereen was er, geloof ik. Elise zat schuin achter me. Ik grijnsde naar haar. Spider zat achterstevoren op zijn stoel, te praten met Dominique die achter hem zat. Blijkbaar was wat hij zei nogal grappig, Dominique kwam niet meer bij. Marscha zat achterin en liet haar stoel op twee poten leunen en zat met haar hoofd tegen de muur. Ze leek ver weg, onbereikbaar. Toen kwam de leraar gehaast binnen en de les begon. In de pauze zaten ik, Elise en Spider bij elkaar. Blijkbaar hadden de vrienden van Spider een andere pauze, dus zat hij voor de verandering bij ons. “Hé chick, werkt dat rare oude vrouwtje bij jullie?” Vroeg Spider. “Welk raar oud vrouwtje?” Ik haatte het als Spider me chick noemde, maar ik liet hem maar begaan, het had toch geen zin om daarop in te gaan. “Ehm… Klein, rimpelig vrouwtje, een beetje vreemd, wijs. Soort grootmoeder uit sprookjes, iets dergelijks.” “Je bedoelt tante Appel?” “Denk het.” Spider haalde zijn schouders op. “Ja, zij maakt bij ons schoon.” “Ze zeggen dat ze een heks is,” zei Spider. Ik haalde mijn schouders op. “Ze zeggen wel meer.” “Sam gelooft niet in heksen, dat je het ff weet!” Zei Elise. “Heksen bestaan, geloof me. Mijn oma was een heks,” zei Spider bloedserieus. “En hoe weet je dat?” Vroeg ik sceptisch. “Ik heb haar zien toveren. Ik heb gezien hoe ze mijn broertje beter maakte, nadat hij tegen een boom aan was gereden. Hij had een ernstige hoofdwond, zij legde haar hand erop, prevelde een paar woorden en mijn broertje stond op, alsof er niets gebeurd was.” Elise knikte. “Zie je wel! Er zijn er zoveel hoor. Heksen dan.” “Nou, het zal allemaal wel, ik geloof het pas als ik het zie.” “Dat is jouw probleem,” zegt Spider schouderophalend. “Ik geloof er wel in, het zou me niets verbazen als mijn moeder bij de heksenkring hoort.” “Heksenkring? Bij die Steen daar, in het bos?” Ik maakte een vaag gebaar in de richting van het bos. “Jep. Het is niet de enige Steen hier in de buurt, maar wel een van de belangrijkste. Mijn oma zei altijd dat daar de belangrijkste en machtigste heksen samenkwamen,” vertelde Spider. “Ze offerden er ook wel eens jonge maagden,” zei Elise. “Jij bent zeker wel blij dat die tijden voorbij zijn?” Zei Spider zoetsappig. “Wist je dat maagden niet per definitie meisjes zijn?” Zei Elise even zoetsappig. Ik grijnsde. “Jammer voor je, joh” en gaf Spider een klap op zijn schouder. Hij grinnikte. “Denk wat je denken wilt.” Elise lachte. “Dat zal ik zeker niet laten.” “Maar zo’n beetje iedereen hier heeft familie in een heksenkring?” Ging ik verder. “Ze zijn hier nogal makkelijk met hun definitie van heksenkring. Er zijn een paar echte, de rest zijn gewoon theekransjes. Er zijn maar weinig mensen die aan het echte werk meedoen,” zei Spider. “En je oma…?” “Was een echte.” “Aha.”
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Laatst gewijzigd op 27-03-2005 om 19:43. |
27-03-2005, 14:24 | |||
Citaat:
Citaat:
Verder vind ik hem goed, hoor
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
27-03-2005, 15:09 | |||
Citaat:
Citaat:
Oja, het is aanstalten Ik vind dat er ondertussen wel eens iets mag gaan gebeuren. Het is alleen maar onderzoek en saaie dagelijkse gebeurtenissen. Wanneer gaat er nou is iemand dood!?
__________________
Recht voor je raapje!
|
27-03-2005, 15:15 | ||
Citaat:
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
27-03-2005, 19:41 | |
@ Zut: Bij die eerste quote heb je idd wel gelijk, die tweede minder...
En weer bedankt voor de reacties! Edit: Ik heb 'm een beetje aangepast, foutjes verbeterd en dat ene stuk verwijderd. Zo. Edit: Volgend deel: Toen ik thuiskwam, was tante Appel de huiskamer aan het stofzuigen. Ik zwaaide naar haar en liep naar de keuken. Daar zaten Alex en een voor mij onbekende man over wat papieren gebogen. “Hoi,” groette ik en ik liep naar de koelkast. “O, hoi,” reageerde Alex afwezig. “Maar als we nou…” ging hij verder tegen de man, mijn aanwezigheid negerend, of vergetend. De man glimlachte verontschuldigend naar me. Ik wendde me af en liep met een glas cola naar boven. Tante Appel was ondertussen in mijn kamer terechtgekomen. “Sinds wanneer ben jij zo geïnteresseerd in heksenkringen?” Vroeg ze. “Sinds de Steen eigenlijk. Ik vroeg me af of hij nog gebruikt werd.” “Aha. Blijf ervandaan als je er niets te zoeken hebt. Het is een magische plek, maar weinigen kunnen die magie aan,” zei ze onheilspellend. Ik haalde mijn schouders op. “Ik ben er niet meer geweest sinds die eerste keer. Dus…” “Mooi.” “Tante Appel?” “Ja?” “Bent u een heks?” Tante Appel lachte. “Nou meisje, je bent de eerste die het me rechtstreeks vraagt en niet alleen denkt.” “Dat zal best. Bent u een heks?” Vroeg ik nogmaals. “Nee,” antwoordde ze en ze keek me recht aan. Ik geloofde haar niet, en ik wist dat zij dat wist. Ze lachte. “Draag je mijn amulet?” “Praktisch altijd. Hij staat goed, dus waarom ook niet.” “Mooi.” Ze knikte tevreden en liep mijn kamer weer uit. X Woensdagmiddag. Ik stond met mijn fiets voor het kantoor van Beaux. De gouden naamplaat glom me toe. Ik was te vroeg, tegen mijn gewoonte in. Ik deed de deur open en kwam in een kamer die dienst deed als een wachtkamer, maar dan ontzettend luxueus. Er lag een hoogpolig vloerkleed, er stonden verschillende gemakkelijke stoelen en in het midden stond een salontafel met daarop verschillende tijdschriften. Voor het geheel was een balie met daarachter een strengkijkende oude dame –een vrouw kon je het noemen, dit was echt een dame- die me nauwkeurig opnam vanachter haar halvemaanvormige brilletje. Zo te zien beviel wat ze zag niet zo. “Wat kan ik voor u doen?” Vroeg ze akelig netjes en beleefd. “Goedemiddag, ik had een afspraak met meneer Beaux, de naam is Sam van Dam,” antwoordde ik, net zo netjes en beleefd. Ze keek in de computer. Haar dunne lippen perste ze op elkaar. “ Goed, als u even wacht, dan kijk ik even of de heer Beaux al klaar is.” Ik knikte en ging zitten. Ik zakte helemaal weg in de fauteuil en ik bekeek de kamer nog eens goed. Aan de muur hingen verschillende schilderijen, waarvan enkele portretten. In sommige herkende ik dezelfde stijl als van het schilderij dat in het huis hing. Zenuwen legden een knoop in mijn maag, ik had het gevoel dat ik binnenkort de identiteit van het meisje zou ontdekken. De secretaresse kwam terug. “Meneer Beaux kan u ontvangen. Ik moest u vragen of u thee of koffie wilt of misschien iets fris?” “Thee, alstublieft,” zei ik. Ik volgde de dame naar een chique houten deur. Ze opende hem. Achter de deur zat een groot kantoor, gemeubileerd met zware eiken meubelen. In de open haard brandde een nepvuur en tegen de muur stonden verscheidene grote boekenkasten. De kamer zou donker moeten lijken, maar dat deed hij niet. Achter het bureau waren namelijk grote ramen, die het daglicht in grote mate naar binnen lieten. Toen pas zag ik de man die achter het bureau zat. Hij viel in het niet bij al de grote meubelen. Hij stond op en liep met kwieke stappen naar me toe. Hij schudde mijn hand en maakte een grappige buiging. “Gegroet, Sam van Dam! Ik ben Charles Beaux, advocaat en jurist,” sprak hij met een grappig accent. Ik moest mijn lachen inhouden, hij leek beter thuis te zijn in het circus dan in een rechtszaal. “Hallo, meneer.” Ik deed een armzalige poging tot een buiging, maar ik haalde bij lange na niet de sierlijkheid van deze heer Beaux. “Ach, zeg toch Charles, anders voel ik me zwaar bejaard en krijg ik de neiging me in te schrijven voor een bejaardentehuis. Ga toch zitten.” Hij gebaarde naar de grote stoelen die voor de open haard stonden. Ik ging zitten, behoedzaam, zodat ik niet weer plotseling in de stoelen zou wegzakken. Charles bemerkte dat en begon te lachen. “Ah, u heeft de stoelen in de wachtkamer geprobeerd! Ja, ik zou ze eigenlijk moeten vervangen, maar ik kom er gewoon niet aan toe! Nou ja, dat gebeurt nog wel. Kom, ik zal eens kijken waar Liesje blijft met de koffie en de thee,” zei hij en hij liep het kantoor uit, huppelend, leek het wel. Vijf minuten later kwam hij terug, met Liesje, de strenge secretaresse, op de hielen. “Zo Lies, zet de thee daar maar neer. Bedankt, liefje.” Liesje kneep haar lippen op elkaar, zodat ze nog dunner leken dan anders. Ik proestte, ik had haar nooit liefje durven noemen, laat staan Liesje. Ik had zelden een persoon gezien die zo slecht bij haar naam paste. Charles schonk thee voor ons in en ging toen ook zitten. Hij nam genietend een slok. “Ah, daar knapt een mens van op. Ik was net aan een moeilijke zaak bezig. Een scheiding vanwege mishandeling, drie kinderen. Trieste zaak,” zei hij hoofdschuddend. “Dus ik was wel aan thee toe. Maar goed, jij komt vanwege Marie-Louise.” Ik keek op. “Heet ze zo, Marie-Louise?” Hij glimlachte. “Ja.” Met een vreemde glans in zijn ogen nam hij een slok van zijn thee. “Marie-Louise… Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan naar die familie. Ze waren van oudsher de belangrijkste familie in de buurt, wist je dat?” Hij glimlachte toen ik mijn hoofd schudde. “Nee, dat dacht ik al. Ze waren rijk. Hadden veel land, later ook veel grond in de koloniën…” Charles leek op te gaan in beelden die alleen hij kon zien. “Ja, dat waren nog eens tijden.” “Maar wie was Marie-Louise?” Vroeg ik voorzichtig, bang hem te storen in zijn dagdromen. “Marie-Louise leefde zo’n honderdvijftig jaar geleden. Zij was de oudste dochter, en naar men zegt ook de moeilijkste. Ze hield er niet van om aan de leiband te lopen. Zat achter de jongens aan, of zij achter haar, wie zal het zeggen. Marie-Louise’s zusje was jaloers op haar, omdat haar verloofde achter Marie-Louise aanzat. Men zegt dat zij haar heeft vermoord.” Ik fronste mijn wenkbrauwen. Als dat zo was, waarom zou zij mij dan naar dat kistje geleid hebben? “Tja… Marie-Louise werd vergiftigd, schijnt nogal een pijnlijke dood geweest te zijn. Vergif is een middel van vrouwen. En vanwege die verloofde wees men al gauw naar het zusje. Niet lang daarna verdween het zusje ook. Ze zeggen dat ze verdwaald is in het bos en daar nog steeds rondzwerft, op zoek naar bewijzen van haar onschuld.” Charles staarde in het vuur. Een lange tijd bleef het stil. Ik dacht na. Bewijzen van haar onschuld… Dacht het zusje soms dat ik haar daarbij zou kunnen helpen? “Hoe heette het zusje?” Vroeg ik. “Magdalena.” “Mooie naam.” “Dat zeker. Helaas was dat ook het enige dat mooi was.” “Schoonheid is niet alles.” Charles zuchtte. “Nee, maar je bereikt er wel meer mee dan met lelijkheid.” Ik lachte. “Dat is waar. Waar woonden ze? Die familie?” “In het huis waar jij nu woont,” zei hij met glimmende oogjes. “De afstammelingen van deze familie woont in Australië of zo’n dergelijk oord, en zij hebben het huis tien jaar geleden verkocht, en sindsdien is heeft het 8 verschillende eigenaren gehad. Geen van hen hield het lang uit, het schijnt er te spoken.” “Aha. Nog niets van gemerkt,” loog ik. “Hoe oud was Magdalena toen ze Marie-Louise vermoordde?” “Veertien, geloof ik. Meisjes werden in die tijd al jong uitgehuwelijkt. Ik hoop dat ik je nieuwsgierigheid voldoende bevredigd heb?” Charles keek me doordringend aan. “Nou, ik had nog een vraag. Die Steen in het bos, hoorde die bij het landgoed?” “De Steen? Ja, ik geloof het wel. Dat ding staat er al sinds mensenheugenis, dus ik gok dat die er in de tijd van Marie-Louise en Magdalena ook al stond.” Hij keek zenuwachtig op zijn horloge. “Bedankt voor uw informatie en uw tijd!” Ik schudde zijn hand. Hij liep zelfs mee tot aan de deur.
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Laatst gewijzigd op 27-03-2005 om 19:47. |
28-03-2005, 09:25 | ||
Magdalena Zo noemt mijn oma mij
Citaat:
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|
28-03-2005, 12:24 | ||
Citaat:
Daarnaast, als ik charles zou heten.. asjeblieft, dan voelde ik me direct al bejaard !!! enniewees, ik krijg echt de indruk dat na twee minuten alweer buiten staat. Dat lijkt me nogal onwerkelijk. Dat van dat 'boeiende' stuk was meer om aan te geven dat je soms (ook in andere delen van je verhaal) teveel uitlegt. Ten eerste twijfel je daarmee aan de intelligentie van de lezer (laat hem zelf een beeld vormen van de personen, dat leest fijner!!!) en ten tweede leidt het af van het verhaal. Niet meer doen dus Als mensen klagen dat ze het niet snappen kun je er altijd nog wat tussen zetten.
__________________
Recht voor je raapje!
|
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
nog titelloos Verwijderd | 14 | 21-04-2006 19:11 | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] (voorlopig nog titelloos) WolterB | 4 | 20-01-2006 12:43 | |
Verhalen & Gedichten |
Nog Titelloos.. Krisje | 4 | 09-01-2005 10:01 | |
Verhalen & Gedichten |
nog titelloos Point of View | 1 | 14-02-2004 22:56 | |
Verhalen & Gedichten |
Nog titelloos - Een begin Orchid | 13 | 16-12-2003 18:50 | |
Verhalen & Gedichten |
*snif* (nog titelloos) Dragon's Mistress | 2 | 13-10-2001 16:18 |