heeej, voor een toelatingsexamen moest ik een muzikale monoloog schrijven, en deze ook uitvoeren. ik heb net even wat geschreven, en ik hoop dat jullie mij kritiek kunnen geven, zodat ik het verhaal kan veranderen. Het thema is dus je dromen volgen. Ik wou dat het een redelijk 'korte' monoloog word, daarom zou sommige dingen niet uitgebreid beschreven. de nummers die tussendoor worden gespeeld passen dus bij het verhaal en er staat [] omheen. tijdens het zingen gebruik in een kazu (je weet wel, waar zon vliegengeluid uit komt] nou ik ben benieuwd naar jullie commentaar..
-------------------
Elke dag is anders. We kunnen hier lang over discuseren, maar ik hoop dat jullie dit van mij aan kunen nemen. Elke dag is anders. Zo ook deze dag. al was deze dag redelijk normaal voor jullie. Voor Steven was het een bijzondere dag. dit was Stevens laatste dag. En alsof dat nog niet genoeg was, was het ook zijn eerste dag. steven is een eendagsvlieg. Ieder mens ontwikkeld een droom in zijn leven. Aangezien een eendagsvlieg niet zon lang leven heeft, weten ze bij hun geboorte meteen al wat hun droom is. “Gitaar-muzikant”. Dat spookte door Stevens hoofd. Het klonk leuk. “gitaarmuzikant”. Een paar keer herhaalde hij het in zijn hoofd. ‘Wat zou het eigenlijk zijn?’ bedacht Steven zich plotseling. Hij besloot maar even rustig aan te doen, en eerst even de omgeving te verkennen, hij zou hier immers zijn hele leven blijven wonen. [piano, fly]
Steven besloot te landen toen hij een paar tonen hoorde. Hij vloog er op af. Hij zag Jaap, een wat oudere eendagsvlieg buigen. Sommige vliegen gooiden wat in zijn hoedje wat voor hem lag. Soms knopen soms geld. Juist toen Steven een fijn plekje had gevonden, zette Jaap zijn viool op zijn schouder en zette een nieuw stuk in [menuet-viool].
Steven had aandachtig zitten luisteren. Wat klonk dat mooi. ‘wat doe je?’ vroeg hij Jaap. ‘ik maak muziek’ Muziek, dat woord herkende Steven! Steven zou muzikant worden. ‘is... is dat dan een gitaar?’’ vroeg Steven een beetje verlegen. Jaap keek hem scheef aan ‘nee, dit is een viool, een gitaar kan je vinden in het park’. Steven wou Jaap bedanken, maar hij had zijn viool al weer op zijn schouder, klaar om een nieuw liedje in te zetten, dus ging Steven op zoek naar het park. In het park hoorde hij weer tonen. Dat zou wel weer muziek zijn, bedacht Steven zich. Hij vloog er heen, en zag daar een mooie eendagsvlieg, Susanne. Susanne was ongeveer evenoud als hem, en had voor zich een lange bruine kast, in een vreemde vorm, en een gat er in. Steven vloog naar haar toe, en ging voor haar zitten. ‘wat doe je?’ vroeg Steven haar. ‘Ik maak muziek’ zei Susanne. ‘Is dat dan een.. gitaar?’ ‘Ja’ antwoorde Susanne. ‘Mijn droom is om gitaar muzikant te worden’ vertelde Steven Susanne. ‘Wil je het leren?’ Susanne wachtte niet op antwoord, en overhandigde de gitaar aan Steven. Een beetje verlegen speelde Steven wat acoorden. [gitaar, accoorden] ‘Het klinkt goed, je bent nu een gitaarmuzikant’. Een beetje angstig keek Steven Susanne aan. Was dit alles. Gelukkig maakte ze haar zin nog af ‘maar.. als je echt een goede wil zijn, moet je er bij zingen’. Steven keek verlegen naar beneden, zou hij echt moeten zingen? Hij besloot het te doen. Je moet er wat voor over hebben, om je droom waar te maken. Opnieuw zette hij een paar accoorden in en begon hij te zingen. [gitaar, kazu, big intro]. Steven hoorde dat het goed klonk. En trots keek hij om naar Susanne. Ze was gestorven. Steven besefte dat ook hij nu niet meer lang te leven had. Hij zocht een rustig plekje op, op het groenste grassprietje wat hij kon vinden. Hij dacht terug aan zijn dag. Het was een goede dag geweest. Hij had zijn droom gevolgd, zijn talenten gebruikt, en uiteindelijk zijn doel bereikt. Voldaan sloot Steven zijn ogen, voor altijd...