VWO Economie 1,2 Tweede Tijdvak: vraag 3, 4, 23 en 25

[Marloes-Maasdam]

Hallo,

Ik ben vreselijk gespannen omdat het er om hangt of ik geslaagd ben of niet.
Bij een aantal vragen twijfel ik. Ik heb een ander antwoord dan het antwoord model.
Wie kan mij helpen, door te vertellen of dit antwoord (volgens jou) goed of gedeeltelijk goed is.
Alsjeblieft!
Heel erg bedankt..

Opdracht 1 - vraag 3: Leg de verwachting van de wetenschapper uit.
Mijn antwoord: Wanneer de prijs van binnenlandse vakanties stijgt, zullen minder buitenlanders in ons land op vakantie gaan, de internationale concurrentie positie verslechtert. (want het is duurder om in Nederland op vakantie te gaan). E (de 'export' van vakanties) daalt dus, waardoor de vraag naar euro's daalt. vervolgens daalt de wisselkoers. Nu kunnen wij in Nederland voor hetzelfde aantal euro's minder kopen in het buitenland. Dus wordt het eigenlijk duurder voor de Nederlanders om in het buitenland op vakantie te gaan. De vraag naar buitenlandse vakanties daalt dus.

---(ik weet het, erg omslachtig, maar klopt deze redenering?)---

[Marloes-Maasdam]

Hallo,

Ik ben vreselijk gespannen omdat het er om hangt of ik geslaagd ben of niet.
Bij een aantal vragen twijfel ik. Ik heb een ander antwoord dan het antwoord model.
Wie kan mij helpen, door te vertellen of dit antwoord (volgens jou) goed of gedeeltelijk goed is.
Alsjeblieft!
Heel erg bedankt..

Opdracht 1 - vraag 4: Leg uit hoe de wetenschapper zijn bewering kan onderbouwen
Mijn antwoord: Te zien is dat de vraag naar lange vakanties in het eigen land stijgt in inkomensgroep 1 tm 3. Vanaf groep 4 daalt deze vraag terwijl bij de buitenlandse lange vakanties de vraag van deze groep erg stijgt! Dit wijst er op dat bij inkomensgroep 4 binnenlandse vakanties worden gezien als een inferieur goed, en vervangen worden door een wat luxere goed: buitenlandse vakanties.

[Marloes-Maasdam]

Hallo,

Ik ben vreselijk gespannen omdat het er om hangt of ik geslaagd ben of niet.
Bij een aantal vragen twijfel ik. Ik heb een ander antwoord dan het antwoord model.
Wie kan mij helpen, door te vertellen of dit antwoord (volgens jou) goed of gedeeltelijk goed is.
Alsjeblieft!
Heel erg bedankt..

Opdracht 6 - vraag 23: Leg uit dat de stijging van de misere-indicator in de sterke Aziatische landen ook ongunstig kan zijn voor de EU.
Mijn antwoord: De stijging van de indicator kan betekenen dat de werkloosheid in de Aziatische landen sterk is toegenomen. Deze werklozen kunnen zich aan gaan bieden op de arbeidsmarkt van de EU. Het arbeidsaanbod stijgt dan in de EU. Hierdoor zullen de lonen dalen (er willen immers toch genoeg mensen werken), waardoor de consumptie daalt en dus de EV daalt. Dit is slecht voor de economie! Anderzijds moet de overheid nu ook meer sociale uitkeringen gaan betalen aan de werklozen.

[Marloes-Maasdam]

Hallo,

Ik ben vreselijk gespannen omdat het er om hangt of ik geslaagd ben of niet.
Bij een aantal vragen twijfel ik. Ik heb een ander antwoord dan het antwoord model.
Wie kan mij helpen, door te vertellen of dit antwoord (volgens jou) goed of gedeeltelijk goed is.
Alsjeblieft!
Heel erg bedankt..

Opdracht 6 - vraag 25: Leg uit hoe de verkoop van waardepapieren door de CB de groei van de primaire liquiditeiten kan afremmen.
Mijn antwoord: wanneer de CB waardepapieren verkoopt aan de gewone banken, kunnen de gewone banken minder geld aanbieden aan klanten. Er ontstaat een schaarste. Hierdoor gaat de rente omhoog en zal het voor bezitters van korlopende spaartegoeden (secundaire liquiditeiten die snel in geld zijn om te zetten), aantrekkelijker zijn om het geld te laten staan (sparen met een hoge rente is gunstig), dan om het op te nemen en het dus snel om te zetten in primaire liquiditeiten. Op deze manier wordt de groei van de primaire liquiditeiten dus afgeremd.

Marloes-Maasdam schreef op 23-06-2006 @ 21:08 :

Opdracht 6 - vraag 25: Leg uit hoe de verkoop van waardepapieren door de CB de groei van de primaire liquiditeiten kan afremmen.
Mijn antwoord: wanneer de CB waardepapieren verkoopt aan de gewone banken, kunnen de gewone banken minder geld aanbieden aan klanten. Er ontstaat een schaarste. Hierdoor gaat de rente omhoog en zal het voor bezitters van korlopende spaartegoeden (secundaire liquiditeiten die snel in geld zijn om te zetten), aantrekkelijker zijn om het geld te laten staan (sparen met een hoge rente is gunstig), dan om het op te nemen en het dus snel om te zetten in primaire liquiditeiten. Op deze manier wordt de groei van de primaire liquiditeiten dus afgeremd.

dit antwoord lijkt me goed ook als ik naar het antwoordmodel kijk

Marloes-Maasdam schreef op 23-06-2006 @ 21:06 :

Opdracht 6 - vraag 23: Leg uit dat de stijging van de misere-indicator in de sterke Aziatische landen ook ongunstig kan zijn voor de EU.
Mijn antwoord: De stijging van de indicator kan betekenen dat de werkloosheid in de Aziatische landen sterk is toegenomen. Deze werklozen kunnen zich aan gaan bieden op de arbeidsmarkt van de EU. Het arbeidsaanbod stijgt dan in de EU. Hierdoor zullen de lonen dalen (er willen immers toch genoeg mensen werken), waardoor de consumptie daalt en dus de EV daalt. Dit is slecht voor de economie! Anderzijds moet de overheid nu ook meer sociale uitkeringen gaan betalen aan de werklozen.

Ik vind het nogal onwaarschijnlijk. Als jou ouders werkeloos zijn gaan ze zich ook niet in Amerika aanbieden. Dit antwoord lijkt me dus fout

Dit lijkt me niet goed. Er wordt gesproken over deze inkomensgroep. Je moet dus uitleggen dat die groep minder te besteden heeft omdat de uitgaven stijgen. De wisselkoers is van meerdere dingen afhankelijk dan alleen toerisme.

Marloes-Maasdam schreef op 23-06-2006 @ 21:02 :
Opdracht 1 - vraag 4: Leg uit hoe de wetenschapper zijn bewering kan onderbouwen
Mijn antwoord: Te zien is dat de vraag naar lange vakanties in het eigen land stijgt in inkomensgroep 1 tm 3. Vanaf groep 4 daalt deze vraag terwijl bij de buitenlandse lange vakanties de vraag van deze groep erg stijgt! Dit wijst er op dat bij inkomensgroep 4 binnenlandse vakanties worden gezien als een inferieur goed, en vervangen worden door een wat luxere goed: buitenlandse vakanties.

Dit lijkt me wel goed je geeft aan dat er bij een inkomensstijging de vraag naar binnenlandse vakanties afneemt en naar buitenlandse toeneemt. Binnenlandse vakanties zijn daarom een inferieur goed.

Het ligt er een beetje aan of je correctors het ermee eens zijn dat je inkomensstijging niet noemt, maar ik denk dat het wel duidelijk is.

[Marloes-Maasdam]

Lucky Luciano schreef op 23-06-2006 @ 21:26 :
Dit lijkt me niet goed. Er wordt gesproken over deze inkomensgroep. Je moet dus uitleggen dat die groep minder te besteden heeft omdat de uitgaven stijgen. De wisselkoers is van meerdere dingen afhankelijk dan alleen toerisme.

Oke.. helder.
Maar dan denk ik: in alle geoefende vragen die ik heb gemaakt. Ging het ook om 1 product waar de prijs van steeg, zodat de internationale concurrentiepositie verslechterde, de vraag naar euro's daalde en de wisselkoers daalde. vakantie, kan toch ook gezien worden als een goed?
Het antwoord uit het antwoord model is uiteraard goed, maar ik vraag me af of ik hier niet ook nog 1 puntje voor zou krijgen.

Marloes-Maasdam schreef op 23-06-2006 @ 21:32 :
Oke.. helder.
Maar dan denk ik: in alle geoefende vragen die ik heb gemaakt. Ging het ook om 1 product waar de prijs van steeg, zodat de internationale concurrentiepositie verslechterde, de vraag naar euro's daalde en de wisselkoers daalde. vakantie, kan toch ook gezien worden als een goed?
Het antwoord uit het antwoord model is uiteraard goed, maar ik vraag me af of ik hier niet ook nog 1 puntje voor zou krijgen.

O ja zoiets kan ik me ook nog herinneren.
Maar je stuit dan op het volgende probleem. De euro is niet de munteenheid van alleen Nederland. Dus als de prijs in Nederland stijgt, gaan ze bv naar Spanje op vakantie. Waardoor de vraag naar euro's gelijk blijft.

[Marloes-Maasdam]

Lucky Luciano schreef op 23-06-2006 @ 21:39 :
O ja zoiets kan ik me ook nog herinneren.
Maar je stuit dan op het volgende probleem. De euro is niet de munteenheid van alleen Nederland. Dus als de prijs in Nederland stijgt, gaan ze bv naar Spanje op vakantie. Waardoor de vraag naar euro's gelijk blijft.

Ja, dat probleem had ik ook al ingezien.
Alleen dan denk ik weer: dat geldt dan voor elk goed. ook in de oefenopgaven. Ik heb het steeds in die opgaven alleen gehad over binnenland en buitenland. Er werd niet gesproken over euro-landen waar de wisselkoers dus geen invloed op had.
Snap je wat ik bedoel?
Ik bedoel dit niet als kritiek op jou hoor!! probeer gewoon uit te leggen hoe ik het zie.

Marloes-Maasdam schreef op 23-06-2006 @ 21:46 :
Ja, dat probleem had ik ook al ingezien.
Alleen dan denk ik weer: dat geldt dan voor elk goed. ook in de oefenopgaven. Ik heb het steeds in die opgaven alleen gehad over binnenland en buitenland. Er werd niet gesproken over euro-landen waar de wisselkoers dus geen invloed op had.
Snap je wat ik bedoel?
Ik bedoel dit niet als kritiek op jou hoor!! probeer gewoon uit te leggen hoe ik het zie.

Volgens mij zijn dat vaak opgave tussen China/VS/EU of soms staat er nog dat het in guldens is. Maar heb je daarvan misschien een voorbeeld?

[Marloes-Maasdam]

Lucky Luciano schreef op 23-06-2006 @ 21:52 :
Volgens mij zijn dat vaak opgave tussen China/VS/EU of soms staat er nog dat het in guldens is. Maar heb je daarvan misschien een voorbeeld?

Nee, sorry een voorbeeld heb ik zo snel even niet.
Maar ik snap wat je bedoelt.
Hopelijk krijg ik nog 1 puntje, maar als je het zo zegt denk ik het eigenlijk niet..

Marloes-Maasdam schreef op 23-06-2006 @ 21:54 :
Nee, sorry een voorbeeld heb ik zo snel even niet.
Maar ik snap wat je bedoelt.
Hopelijk krijg ik nog 1 puntje, maar als je het zo zegt denk ik het eigenlijk niet..

Je kan bij economie helaas niet 1 puntje krijgen. Je krijgt of 2 punten of 0.

[Marloes-Maasdam]

Lucky Luciano schreef op 23-06-2006 @ 22:01 :
Je kan bij economie helaas niet 1 puntje krijgen. Je krijgt of 2 punten of 0.

Weet je dat zeker, dat je nergens 1 punt kan krijgen???

[Marloes-Maasdam]

Lucky Luciano schreef op 23-06-2006 @ 22:01 :
Je kan bij economie helaas niet 1 puntje krijgen. Je krijgt of 2 punten of 0.

Op het antwoordmodel staat namelijk:
De scorepunten zijn de getallen 0,1,2,.....,n waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor de vraag is.
Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd

en verderop:
indien een vraag gedeeltelijk goed beantwoord is, wordt een deel van de scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel.

[Cait]

Dat staat er inderdaad, maar mijn ervaring met economie is dat je toch vaak alles of niets krijgt. Veel antwoorden die je moet geven zijn namelijk verklaringing waarin je eigenlijk een rijtje krijgt met oorzaken en verbanden opnoemt. Als je dan een onderdeel van je verklaring mist of niet goed is, dan klopt meteen je hele redenering niet meer, snap je? Maar misschien ligt dat gewoon wel aan hoe ik antwoord geef.

Trouwens, als je in het antwoordmodel ziet dat je per onderdeel puntjes kunt halen (dat ernaast staat hoe de maximumscore zou moeten zijn opgebouwd) dan kun je inderdaad gemakkelijk 1 van de 2 punten krijgen, bijvoorbeeld. Maar bij de andere vragen zul je wel het hele antwoord moeten hebben, vrees ik...