Oud 24-02-2005, 15:54
Reynaert
Avatar van Reynaert
Reynaert is offline
Met dit verhaal (en 3 gedichten) haalde ik de shortlist van de literaire wedstrijd van Met Andere Zinnen.

De ondraaglijke lichtheid van Zwart

Zwart was liever niets geweest. Niet de econome die de wereld rondvloog om ten koste van armere landen haar eigen bedrijf te spekken. Niet de vrouw die elke maand tien euro overmaakte naar een goed doel maar ondertussen met vele miljoenen dollars tegelijk de welvaart nog oneerlijker over de wereld uitsmeerde. Liever niets. Geen stoere brandweervrouw, zoals ze vroeger wilde, of veearts. Ze zou er nog mee kunnen leven als ze haar eigen kind was geweest, maar ze had geen kinderen. Bovendien: als zij haar eigen kind was, had ze een moeder die liever haar zou zijn geweest. Ze wist niet of ze daar ook gelukkig mee zou zijn.
Half onderuit gezakt merkte ze dat ze niet niets was, ze was Zwart en overspannen. Elk spiertje in haar lijf leek letterlijk opgerekt en strak aangespannen waardoor elke verandering van houding haar krampen bezorgde. Ze had zich verschanst in een oerwoud van spullen. Met uiterste precisie die alleen voor haar zichtbaar was, had ze een klein looppad door het huis gecreëerd door de rest van haar ruimte te vullen met zaken als stoelen, wasgoed, een Boeddhabeeld van een halve meter hoog, een cactus in een foeilelijke pot, enzovoorts.
Vanaf de dag dat ze haar hoofd op haar deurmat had laten vallen was haar leven vertraagd van dagen naar seconden. Sindsdien stond ze elke dag om twaalf uur ’s middags op. Na een half uur konden de gedachten die door haar hoofd raasden winnen van de lusteloosheid van haar lichaam en geest. Dan wierp ze zuchtend haar benen uit het bed, ging op de bedrand zitten en verlangde weer naar de slaap waaruit ze dacht te zijn ontwaakt.
De rest van die dag was voor haar één grote poging om een staat van gedachteloosheid te bereiken, een wanhoopspoging. Iedere keer als ze dacht dat ze die toestand eindelijk bereikt had, bedacht ze dat ze dat had gedacht en het haar dus niet gelukt was. Later probeerde ze uitsluitend te denken aan leegte, aan niets. Maar haar hoofd raakte zo vol van deze gedachten dat ze zich misselijk op de sofa wierp en woedend werd op haar eigen bewustzijn.
Vol jaloezie keek ze dan uit het raam en zag haar buurvrouw buiten met een andere vrouw praten. Wat zou zij graag zo bewusteloos willen zijn als die vrouwen daar, luid pratend over lege onderwerpen, en ze zou niet eens in de gaten hebben hoe leeg de dingen waren.
Als ze haar zoektocht naar leegte beu was liet ze haar mentale orkaan razen over haar weg naar overspannenheid.

Zwart keek op van haar laptop, riep een afscheidsgroet in haar mobiele telefoon en klapte deze dicht. In de deuropening stond Roos, haar zakenpartner. Met een vreemde glimlach die Zwart nog niet eerder had gezien boog Roos zich over het bureau heen en zei:
”We hebben een nieuwe man.”
“We hebben een nieuwe man”, dacht Zwart.
“Hij heet Red. Hij is een Amerikaan (“Noord of Zuid”, dacht Zwart) van vijfendertig jaar en hij zal ons het leven een stuk gemakkelijker maken. Is het goed als ik hem even binnenlaat?”
Zonder op antwoord te wachten was Roos alweer verdwenen. Ze kwam terug met een guitige neger die zich op een keurige, zakelijke manier voorstelde. Zo zakelijk als zijn taaluitingen en manieren waren, zo vrolijk en grappig was zijn gezicht.
“Hij had beter Zwart kunnen heten”, dacht ze, en ze lachte zo hard dat, toen ze eenmaal tot bedaren kwam, ze haar gezicht nog na voelde gloeien. Red berispte haar op een manier zoals alleen ondergeschikten dat kunnen doen; hij liet zijn gelaat in uitdrukkingloze plooien vallen en wachtte veel langer met het hervatten van zijn verhaal dan nodig was. Zelfs nadat Zwart ‘sorry’ had gemompeld bleef hij nog zeker een halve minuut stil.
Ze had al snel door waar Roos hem voor ingehuurd had; hij zou zeker vijftig procent van Zwarts taken overnemen en ook nog een deel van die van Roos, zodat zij zich meer bezig konden houden met de economie van het bedrijf. De verplichte vluchten over de wereld om te dineren met leidinggevenden van andere bedrijven zouden nu vervangen worden door extra tijd. Die konden ze gebruiken om bijvoorbeeld te vergaderen, het businessplan te versterken of de jaarcijfers te bewonderen. Zwart haalde haar schouders op.
“Eindelijk meer rust”, zei ze en bonjourde hem de deur uit.
Binnen twee weken had Red alle taken overgenomen waarvan Zwart vergeten was dat het bezigheden waren waar ze van hield. Ze haatte Red en voelde zich schuldig omdat ze een zwarte man haatte. Pas toen er tijdens een algemene vergadering bleek dat de beste jaarcijfers die het bedrijf ooit had gehad Zwart niet meer konden interesseren, nodigde Roos haar uit voor een functioneringsgesprek. Zwart had lukraak geantwoord dat als ze iets te zeggen had, ze dat maar onmiddellijk moest doen. Ze had een hekel gekregen aan dingen waarvan vaststond dat ze zouden gebeuren. Alles in haar agenda lag als een onneembare berg voor haar op de lijn van haar leven. Zelf dacht Zwart dat ze daarom ook zo’n hekel had aan feestdagen, afspraken en de dood (de enige afspraak waar niemand onderuit kan). Roos stelde vervolgens het functioneren van Zwart openlijk aan de kaak. Zwart onderbrak haar en zei:
”Roos, je bent een afschuwelijk mens. Stil, ik weet wat je wil zeggen: ‘je mag nooit op de man af spelen’. Maar Roos: je bent een afschuwelijk mens. Omdat je me hebt laten inzien dat dit bedrijf waardeloos is. Omdat iedereen die hier werkt verlangt naar de leegte van een welvaart die de onze niet eens is. En ik zie de leegte. Bovendien heb je mijn leven doorgespeeld aan die klote-Red, zodat je nog meer leegte met die bleke open armpjes van je kan ontvangen. Ik pas hiervoor.” Red geneerde zich zichtbaar voor de uitlatingen van Zwart. “Als hij blank was geweest had het schaamrood zijn misnoegende smoel gesierd”, dacht ze. “Dat zou zijn naam in ieder geval eer aan doen.” Hysterisch lachend liep ze naar buiten, maar toen ze uit het zicht was verdwenen verkilde ze. Met haar armen om haar lichaam geslagen liep ze door het bedrijfsgebouw heen. In de lift belde ze een taxi, waarop ze buiten niet lang hoefde te wachten.
Eenmaal thuis stak ze de sleutel in haar voordeur. Terwijl het metaal tergend langzaam langs het slot schaafde voelde ze hoe elke spier in haar lichaam verslapte. Het vreemdste aan de situatie vond Zwart nog wel dat ze maar niet kon bedenken of ze haar lichaam nog in de hand had. Zodra ze dacht dat ze alle controle verloren had sloop het gevoel dat ze haar armen weer kon bewegen door haar hoofd. Maar zodra ze dit probeerde merkte ze dat ze nog steeds heel rustig naar de grond toe zakte. De gedachte dat alles zwaarder was geworden dartelde door haar heen, en terwijl ze wegzakte in een sluimerslaap viel haar hoofd op de deurmat. Zwart had op dit moment kunnen sterven. Als vanzelf schoot haar echter iets te binnen dat haar redde. Het lukte haar om niets te denken en de loodzware gedachten losten op in dit niets.
Met een fris gevoel, alsof ze droomloos geslapen had, ontwaakte ze op het bruine voetenkleed. De herinnering aan alles wat er was gebeurd wakkerde een verlangen naar spullen aan. Hoewel elke beweging haar pijnigde sjouwde ze allemaal verschillende goederen haar woonkamer in. Zelfs van zolder haalde ze dozen vol oude troep en bracht ze naar beneden. Toen ze de hele kamer gevuld had pakte ze een catalogus uit de kast en belde een transportbedrijf. Daar bestelde ze een Boeddhabeeld dat ze drie dagen later met een vrachtwagen kwamen brengen. Om ruimte te maken voor het beeld gooide ze haar lege reiskoffers in haar achtertuin. En in de overvolle huiskamer zou ze haar dagen doorbrengen; denkend aan het niets, of denkend aan het denken over niets.

Juist toen ze ergens zomaar tussen de middag haar hoofd helemaal leeg had gekregen en indommelde, ging de telefoon. Aan de andere kant van de lijn kon ze de zachte zakelijke toon van Roos’ stem horen. Een stem die niet geschikt was voor de taaluitingen die ze nu ten gehore bracht. Of ze zich al iets beter voelde, of ze al naar de dokter was geweest en wanneer ze dacht weer op de zaak te verschijnen. Zwart hield dat maar in het midden door te zeggen: “zodra ik beter ben”. In haar hoofd cirkelde de gedachte rond dat ze pas beter zou worden als ze naar het werk zou gaan, maar deze bleef onuitgesproken.
Zwart wilde al ophangen toen Roos met een voelbaar onzekere stem (maar niet hoorbaar; dat had de mediatraining voorkomen) haar aanraadde om eens te ontspannen.
“Het ligt misschien voor de hand, maar als je overspannen bent kan je het beste eens goed relaxen. Ga een keer naar de film of het zwembad ofzo.” Zwart deed net alsof ze het niet gehoord had en verbrak de verbinding.
Toch volgde ze diezelfde middag nog het advies op. Omdat ze sinds haar veertiende niet meer gezwommen had liet ze zich in een winkeltje naast het zwembad een zwart badpak aansmeren. Niet veel later liep ze al het kleedhokje uit richting het grasveld dat het zwembad omringde. Het was stralend mooi weer en dus zag het zwart van de mensen. De enige rustige plek in het zwembad was de paar vierkante meter die recht onder de hoge duikplank lag. Nu en dan werd deze verstoord door een lichaam dat het rustige oppervlak brak en verdeelde in chaotische golven. Zwart legde haar handdoek en spullen ergens tussen een familie en een groep jongeren. Ze keek naar de duikplank waar met een sierlijke boog een sterk gebruinde man van af dook. Het leek allemaal zo heerlijk langzaam te gaan, hoe hij op de kop onder een straalblauwe hemel zweefde. Toch brak hij uiteindelijk door de waterspiegel waar hij even onder verdween. Ze zag zijn nonchalante gezicht als een trotse Apollo boven het water uitkomen en wist dat zij ook een sprong in het diepe zou maken.
Niet angstig, maar ook niet vastberaden, liep ze om het zwembad heen en besteeg de ijzeren ladder. Met elke tree die ze nam voelde ze al hoe ze lichter werd; hoe de gedachten die loodzwaar op haar gemoed hadden gelegen begonnen te zweven. Helemaal boven aarzelde ze niet en liep van de plank af zoals men van een trap af loopt. Haar lichaam helde voorover tot ze horizontaal in de lucht hing. Ze dacht haar gewicht verloren te zijn en dat ze nooit meer terug hoefde te keren naar de aarde maar altijd zo in de lucht kon blijven zweven. Tot ook deze gedachte uit haar hoofd danste en haar niets restte dan zich te storten in de eeuwige gewichtloosheid.

De Wilgen, december ’04 – januari ’05
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 24-02-2005, 16:11
Tovenaar
Tovenaar is offline
Het doet me niet zoveel. Een uitgebreid commentaar volgt, nu even geen tijd voor, maar een belangrijk minpunt is voor mij het enorme tempo wat er in het verhaal zit. Het raast echt maar door, vind ik niet fijn lezen.
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!
Met citaat reageren
Oud 24-02-2005, 16:14
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Citaat:
Reynaert schreef op 24-02-2005 @ 15:54 :
Sindsdien stond ze elke dag om twaalf uur ’s middags op. Na een half uur konden de gedachten die door haar hoofd raasden winnen van de lusteloosheid van haar lichaam en geest. Dan wierp ze zuchtend haar benen uit het bed, ging op de bedrand zitten en verlangde weer naar de slaap waaruit ze dacht te zijn ontwaakt.
Ik heb nog een paar dingen gelezen die een beetje vreemd stonden, maar ik heb nu zo'n lusteloos gevoel dat ik dat overlaat voor een andere keer.

Mij boeide het echter zeker wel. Het is juist net dat perfecte mengsel van een met zijweggetjes doorspekt verhaal. Netjes.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 25-02-2005, 10:02
Reynaert
Avatar van Reynaert
Reynaert is offline
Tovenaar, dit verhaal heeft inderdaad een 'hoge snelheid'. Ik denk dat het een kwestie van smaak is of je dat fijn vind lezen of niet, ellenlange, saaie beschrijvingen die verder geen enkel nut hebben vinden anderen weer niet fijn om te lezen. Ik wacht met smart op je uitgebreide commentaar.
Zut Alors!, er staan nog wel een paar zinnen in die ik nu anders zou doen, ik heb het ook niet herschreven voordat ik het instuurde. Bedankt voor je complimenten trouwens.
Met citaat reageren
Oud 25-02-2005, 15:12
Roosje
Avatar van Roosje
Roosje is offline
Ik heet Roos, Roos Zwart.

Verder: Ik vond het pas snel gaan nadat ik de reacties had gelezen, als je snapt wat ik bedoel.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
Met citaat reageren
Oud 25-02-2005, 15:27
Verwijderd
Het heeft wel wat
Met citaat reageren
Oud 25-02-2005, 20:36
Tovenaar
Tovenaar is offline
Uiteraard is het voor een groot deel zeer persoonlijke smaak. Correct geschreven is het verhaal wel, de stijl bevalt mij alleen niet. Toch vind ik dat je in een verhaal als dit, waar je een zekere verandering van het karakter probeert te schetsen, sommige dingen verder moet uitdiepen, om het karakter te versterken.

Bijvoorbeeld dat stuk(je) over de man die Zwart uit het bedrijf werkt. Je zegt: ''ze haatte hem''. Dat klinkt zo koel, koud, het zegt me zo weinig. Daar had je wat mij betreft veel meer mee kunnen doen, lekker spelen met haar frustratie tot je die tot diep in je botten voelt (oke ik draaf door ) Maar die tijd dat hij haar werk overneemt, is in een paar zinnen voorbij. Liever had ik daar gezien hoe hij steeds meer werk uit handen nam, tot ze helemaal gek werd van woede.

Het einde zit wat dat betreft beter in elkaar, rustig en subtiel opbouwend beschreven hoe ze zich uiteindelijk in het water laat vallen. Alleen vind ik het niet geschikt als einde, oke ze is nu ontspannen, en dan? Het einde kwam voor mij als een hele onverwachtige wending, in wezen is dat natuurlijk niet slecht, maar ik heb gewoon het gevoel dat het niet in het verhaal past. Hysterisch, jaloers, gefrustreerd, en toch zet ze ineens de knop om. Dit stukje bijvoorbeeld:

Citaat:

Zwart deed net alsof ze het niet gehoord had en verbrak de verbinding.
Toch volgde ze diezelfde middag nog het advies op.
komt me heel onwerkelijk over. Moet daar niet eerst een heel proces van nadenken aan vooraf gaan? Dat bedoel ik ook met mijn kritiek op het tempo, Zwart wisselt zo snel van gedachten, en toch is ze aan het einde helemaal ontspannen. Had daar niet een soort twijfel moeten ontstaan? Of juist dat ze zo gek wordt van zichzelf, dat ze zichzelf verliest..

Soms heb je ook een aantal zinnen en woorden waarvan ik denk, die zijn overdreven en je probeert te krampachtig een donkere sfeer op te roepen,

Citaat:
Zwart had op dit moment kunnen sterven. Als vanzelf schoot haar echter iets te binnen dat haar redde.
Hysterisch, uiterste precisie, lusteloosheid, woorden die ik heb aangetroffen in zinnen die wat mij betreft daardoor ''over the top'' zijn.

Je onderwerp is heel mooi gekozen, maar ik had het subtiel en ingetogen proberen te beschrijven, en dat mis ik een beetje in dit verhaal. Je gebruikt ook zo vaak het woord ''niets'' dat te duidelijk is waar het over gaat. Ik geef meteen toe dat een beeld vinden van ''niets'' heeel lastig is, maar toch... (ieder zijn smaak natuurlijk, en ik zal eerlijk toegeven dat ik meestal een voorkeur heb voor verhalen waarin de lezer zelf door de beelden dat soort woorden oplepelt, zonder ze te hoeven lezen. Dan leeft het namelijk meer, althans bij mij)

Maar om niet als een professionele afkraker te overkomen, want je hebt ook hele mooie stukjes:

Citaat:
”Roos, je bent een afschuwelijk mens. Stil, ik weet wat je wil zeggen: ‘je mag nooit op de man af spelen’. Maar Roos: je bent een afschuwelijk mens. Omdat je me hebt laten inzien dat dit bedrijf waardeloos is. Omdat iedereen die hier werkt verlangt naar de leegte van een welvaart die de onze niet eens is. En ik zie de leegte. Bovendien heb je mijn leven doorgespeeld aan die klote-Red, zodat je nog meer leegte met die bleke open armpjes van je kan ontvangen. Ik pas hiervoor.” Red geneerde zich zichtbaar voor de uitlatingen van Zwart. “Als hij blank was geweest had het schaamrood zijn misnoegende smoel gesierd”,
“Dat zou zijn naam in ieder geval eer aan doen.”
Dit is het beste gedeelte mijn ogen. Maar wel een erg goed gedeelte.
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!

Laatst gewijzigd op 25-02-2005 om 20:39.
Met citaat reageren
Oud 01-03-2005, 22:57
Reynaert
Avatar van Reynaert
Reynaert is offline
Beetje laat, maar toch wil ik even laten weten dat ik je commentaar erg waardeer. Wel wil ik even opmerken dat ik het verhaal zo bondig mogelijk wilde houden en dat er daarom geen lange uitwijdingen instaan. Maar ik kan zeker wat met je aanmerkingen, bedankt.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten Van de vlam en de regen.
Verwijderd
9 10-07-2004 12:40
Verhalen & Gedichten [Verhaal] De ondraaglijke lichtheid
clubje
124 27-09-2003 12:07
Algemene schoolzaken SluierActie van Moslims Meisjes, mening?
Soezen
126 19-03-2003 09:33


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:34.