Een strand op een Grieks eiland in de Middellanse Zee is voor iedereen vrij toegankelijk. Een groot aantal kleine bedrijfjes verhuurt op dit strand strandstoelen. De strandstoelen zijn in de ogen van de toeristen identiek, zodat er sprake is van volkomende concurrentie.
De vraagfunctie naar strandstoelen luidt:
Qv = -5p + 4000
P = De huurprijs van een strandstoel per dag (in eurocenten)
Qv = De gevraagde hoeveelheid strandstoelen per dag.
De aanbodfunctie van strandstoelen luidt:
Qa = 25P - 2000
Een groot bedrijf koopt nu van de overheid het alleenrecht om stoelen op het strand te verhuren. De collectieve vraagfunctie verandert niet. Het bedrijf stelt de huurprijs vast op 250 eurocenten per dag.
a) Bereken de dagomzet toen er sprake was van volkomen concurrentie.
b) Bereken met hoeveel procent de prijs stijgt na invoering van het monopolie.
Als jullie me hiermee zouden willen helpen heel graag..