Hoho! Uitkijken: waar je hiermee te maken hebt, heeft niets met delend lidwoord te maken.
De + le -> du
De + les -> des
[1] Een delend lidwoord [d.w.z. het voorzetsel “de” gecombineerd met een van de bepaalde lidwoorden, l’, le, la of les] treedt in het Frans op (en het Italiaans trouwens ook) in gevallen waarbij van een telbaar ZNW in het meervoud (b.v. boeken) of van een ontelbaar ZNW in het enkelvoud -uiteraard- (b.v. water) een niet nader genoemde hoeveelheid bedoeld wordt:
Je voudrais de l’eau, du café, du pain – ik zou graag water, koffie, brood willen
Je vois des livres – ik zie boeken.
Je vois des chiens – ik zie honden.
[2] De letterlijke betekenis van het voorzetsel “de” met vormen van het bepaalde lidwoord kan natuurlijk ook gewoon bedoeld worden:
L’écrivain des livres – de schrijver van de boeken.
Le nom du roi – de naam van de koning.
L’importeur du lait – de importeur van de melk.
Van dat laatste ‘normale’/letterlijke gebruik is sprake in de voorbeelden die jij citeert: daarin heeft het voorzetsel ‘de’ de eigenlijke betekenis “van”.
Le propriétaire des chiens est puni – de eigenaar van de honden wordt gestraft.
In gevallen van delend lidwoord wordt het voorzetsel “de” niet vertaald:
Je vois des chiens dans le parc – ik zie honden in het park.
|