Heej, een tijdje geleden heb ik hier een verhaaal geplaatst maar die vonden jullie niet zo goed. Dus ik dacht, ik probeer het nog 1 keer
Dus, hier is het begin en ik hoop dat jullie tips voa me hebben zodat het beter kan worden.
Lief dagboek…
Het is al zes maanden geleden sinds ik het heb gehoord… zes maanden al. Het voelt alsof het gisteren was, het is ook al zo dicht bij. Zes maanden lang heb ik gewacht met het opschrijven, ik kon het niet en wilde het eigenlijk ook niet. Maar nu, nu het bijna zover is, moet ik wel. Iets in me zegt dat dit het juiste is. Iets in me verteld me, dat dit me zal helpen tijdens mijn laatste dagen. Mijn laatste dagen hier, mijn laatste dagen…
Ook al ben ik nu zwak en zal ik af en toe rust moeten nemen omdat ik te moe ben om verder te schrijven, of omdat mijn spieren zeer doen, ik zal het opschrijven. Helemaal. Het hele verhaal. Hoe moeilijk het ook voor me is en hoe hard ik nu ook huil. Schrijven zal ik, want dat is immers altijd alles voor me geweest… schrijven.
“Anne, wat is het antwoord?”
“He, wat?” ik schrok op en keek omhoog naar de leraar die voor me stond.
“Anne, ik vroeg je het antwoord van de som op het bord.” Ik keek naar het bord en zag daar een ingewikkelde som staan.
“Geen idee meneer.” Antwoordde ik verbaasd. Hadden we die stof ooit al gehad?
“Geen idee meneer, hoezo geen idee!” De leraar keek me nors aan. “Ik heb dit hele uur alles uit zitten leggen en jij hebt geen idee!” Ik kromp ineen, de leraar werd boos, dat kon je zien. Hij was knalrood!
“Ik… ik was gewoon even weggezakt meneer.” Stamelde ik. Maar de leraar had geen medelijden en wees naar de deur. Ik begreep het gelijk al, dat betekende ‘meld je maar’… ik zuchtte, hees me op aan de stoel en begon mijn tas in te pakken. Zodra ik buiten de deur stond hoorde ik de deur met een enorme klap achter me dicht slaan. Ik keek om door het raampje dat nog na trilde en zag de leraar boos wegbenen en de mensen uit mijn klas grinniken. Weer zuchtte ik en liep de trap af, heel zachtjes tree voor tree, want ik had totaal geen zin in wat me te wachten stond. Mevrouw Pinnen. De meest gehate lerares op school die ook nog eens de sectorleidster was, oftewel de persoon waarbij ik me nu moest gaan melden. En dat betekende, strafwerk of nakomen. En als ze chagrijnig was beiden, dat wist ik maar al te goed want ik had de laatste tijd veel bij haar moeten komen. Ik dommelde telkens weg in de klas omdat ik ’s avonds pas rond een uur of 12 ging slapen. Natuurlijk wisten mijn ouders dit niet, maar ik bleef altijd liggen schrijven in mijn bed. Hele verhalen en gedichten schreef ik, maar niemand mocht ze lezen. Niemand behalve mijn beste vriend, Thijs. Hij vond ze altijd heel erg mooi maar ik zag ze alleen maar als een uitlaatklep voor alles wat er thuis aan de hand was. Mijn ouders waren gescheiden en na de scheiding was mijn moeder ongehoord snel weer aan een nieuwe vent begonnen die ik haatte. Hij keek altijd zo eng naar me, dat ik er kippenvel van kreeg. Ik schrok toen ik bijna tegen de deur van mevrouw Pinnen aan liep, ik was ook zo diep in gedachten verzonken! Ik klopte aan en liep naar binnen, aangezien de mevrouw Pinnen nog steeds voorover gebogen zat kuchte ik even. Ze keek op en keek me met een enge glimlach aan, sarcastisch zei ze: “O, en wat doet u hier mevrouw de groot? Nee, nee zeg maar niets ik wil raden. Uh, misschien liggen slapen in de klas?” Boos keek ik haar aan en boog mijn hoofd.
“Wat zullen we dit keer doen, extra huiswerk of misschien even nablijven. Nee, ik weet het! Ik bel je ouders wel even…” Verschrikt keek ik op. Ik wilde iets zeggen, mijn verontschuldigingen aanbieden, wat dan ook maar ze was me voor. “ En dan nu mijn kamer uit, ga maar naar huis ik regel de rest.” Ze voegde er een haast demonische glimlach aan toe en duwde me praktisch haar kamer uit. Ik raasde en tierde en gaf keihard een trap tegen haar deur. Zo snel ik kon rende ik naar mijn kluisje en haalde mijn jas en mp3 eruit. Ik zette hem op z’n hardst en liep naar mijn fiets. Ik sprong erop en reesde naar huis, daar gooide ik hem neer en rende naar mijn kamer. Pas toen de deur daar dicht was kwam ik tot rust, ik gleed langs de deur naar beneden en hoorde de muziek van Green Day door mijn hoofd galmen ‘wake me up when september ends…’ dat leek me prachtig! Gewoon slapen en niemand die het merkt en dan pas wakker worden als alles voorbij is… kon dat maar! Even bleef ik zo zitten, maar toen mijn rug begon zeer te doen liep ik naar mijn computer om te kijken of er iemand online was. Ja, Thijs was online, ik moest hem vertellen wat er was!