Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Lichaam & Geest / Psychologie
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 25-05-2002, 19:13
Droomvlucht
Avatar van Droomvlucht
Droomvlucht is offline
Dit voorkomt misschien de vele topics met vragen over wat het is...


SCHIZOFRENIE

I: De verschijnselen van schizofrenie
II: Schizofrenie, wat is het wel, wat is het niet
III: De oorzaken van schizofrenie
IV: Medicijnen, werking en bijwerkingen
V : De verwerking van je ziekte



I. De verschijnselen van schizofrenie

Om te kunnen bepalen of iemand aan schizofrenie lijdt, moet er sprake zijn van een aantal verschijnselen. Meestal treden al die verschijnselen niet gelijktijdig op. Het meest opvallend is de psychose.

Mensen die psychotisch zijn, hebben voor een groot deel het contact met de alledaagse realiteit verloren.

In zo'n periode kan een aantal verschijnselen optreden. Iemand die psychotisch is, kan bijvoorbeeld:

grote moeite hebben om zijn gedachten op een rijtje te houden
een teveel aan gedachten hebben.
het idee hebben dat anderen niet meer te vertrouwen zijn.
denken dat er een complot tegen hem bestaat.
stemmen gaan horen, die hem opdrachten geven of die zijn gedrag van commentaar voorzien.
allerlei vreemde dingen in of aan zijn lichaam voelen.
denken dat anderen zijn gedachten kunnen lezen.
denken dat zijn omgeving, bijvoorbeeld de televisie, hem bestraalt.
denken dat hij een belangrijke rol heeft te vervullen op deze wereld.
erg gevoelig zijn voor emotionele prikkels van mensen om hem heen.
dingen gaan zien of ruiken die er in werkelijkheid niet zijn.
erg veel moeite hebben om zichzelf te verzorgen en dus zichzelf verwaarlozen.
Het kan zijn dat u of uw omgeving uit eigen ervaring een aantal van deze voorbeelden herkent.

Een psychose verdwijnt soms maar langzaam. Ook kunnen psychotische verschijnselen nog lang doorwerken, al lijken ze naar de achtergrond verdwenen. In zo'n periode nemen andere verschijnselen de overhand. Men heeft bijvoorbeeld wel weer contact met de realiteit, maar kan zich erg 'leeg' voelen. Misschien herkent u zelf een aantal van de volgende voorbeelden.

Het is mogelijk dat iemand na een psychose:

gaat merken dat hij minder blij of verdrietig is dan voorheen.
problemen heeft om zich bijvoorbeeld op een TV-programma te concentreren of om zijn aandcht lang te richten op iets, waar hij mee bezig is.
gesprekken in gezelschap moeilijk kan volgen.
meer behoefte heeft om alleen te zijn, zich terug te trekken.
wel plannen maakt om (oude) activiteiten op te pakken, maar aan het uitvoeren van die plannen niet toekomt.
minder aandacht heeft voor zijn persoonlijke verzorging; anderen maken opmerkingen over zijn kleding of zeggen dat hij eens onder de douche zou moeten.
de neiging heeft om lange tijd in bed te liggen, omdat hij zich erg moe voelt.
erg bezig is met zijn eigen gedachten.
erg somber is.
zich erg schuldig voelt over de dingen die er zijn gebeurd tijdens de psychose.



Om vast te stellen of iemand aan schizofrenie lijdt, moeten zich bij die persoon een aantal verschijnselen voordoen. Deze verschijnselen worden - in theorie - onderverdeeld in 2 groepen. Deze groepen van verschijnselen wisselen elkaar soms af. De namen van deze groepen zijn:

positieve verschijnselen
negatieve verschijnselen
Positieve verschijnselen
Deze groep kenmerkt zich door verschijnselen die te maken hebben met het denken en het waarnemen. Voorbeelden van symptomen, die te maken hebben met het denken, zijn:

verward denken,
het plotseling geen gedachten meer hebben en
het hebben van wanen d.w.z. dingen denken die niet kloppen met de realiteit.
Voorbeelden van symptomen, die te maken hebben met het waarnemen, zijn:

het horen van stemmen,
het zien, voelen, proeven of ruiken van dingen, die er niet zijn.
Dit noemt men hallucinaties.
De positieve verschijnselen worden 'positief' genoemd , omdat deze verschijnselen er voor het uitbreken van de psychose niet waren en nu wel. Er is als het ware iets bij gekomen bij het normale functioneren. De naam 'positieve verschijnselen' heeft niets te maken met hoe mensen deze verschijnselen ervaren; meestal zijn deze belevingen niet positief te noemen.

Negatieve verschijnselen
Voorbeelden van deze groep van verschijnselen, zijn:

moeheid,
je 'leeg' voelen,
weinig initiatief hebben,
minder heftige gevoelens hebben,
minder behoefte hebben aan sociale kontakten,
concentratie-problemen en
een slechte persoonlijke verzorging.
De negatieve verschijnselen worden 'negatief' genoemd, omdat er iets is afgegaan van het gewone functioneren. Ze treden meestal op na de psychose.

II. Schizofrenie: wat is het wel, wat is het niet?

Schizofrenie is een psychische stoornis die zich meestal voor het eerst openbaart tussen het zestiende en dertigste levensjaar. Vaak dus bij jonge mensen, zowel mannen als vrouwen, die voor het eerst op eigen benen gaan staan.
In Nederland lijden zo'n 150.000 mensen aan schizofrenie, van wie er ongeveer 15.000 verblijven in psychiatrische instellingen. Het is dus niet, zoals veel mensen denken, een zeldzame aandoening. Ook is het géén nieuwe ziekte die alleen in de rijke westerse landen voorkomt.

Een ander misverstand is ontstaan door de letterlijke vertaling van het woord schizofrenie, een samenvoeging van de twee Griekse woorden 'schizo', dat splitsen of scheuren betekent en 'frenes', dat geest betekent. Schizofrenie is dus letterlijk vertaald 'gespleten geest'.
Mensen die aan schizofrenie lijden hebben echter géén gespleten geest en géén gespleten persoonlijkheid. Ze bestaan dus niet uit meerdere, verschillende personen.

De ziekte schizofrenie is in de meeste gevallen (nog) niet te genezen. Wel kan iemand die eraan lijdt proberen zijn leven zo in te richten dat hij er minder last van heeft. Medicatie, rust en een evenwichtige dagindeling zijn hierbij belangrijke hulpmiddelen.


III. Oorzaken van schizofrenie

Omdat over de oorzaken van schizofrenie nogal wat misverstanden bestaan en bestonden, behandelen we deze vrij uitgebreid.

Vroeger

In het verleden heeft men zeer verschillend gedacht over de mogelijke oorzaken van schizofrenie. In het begin van deze eeuw dacht men vooral aan een biologische stoornis van de hersenen. Omdat het in bepaalde families vaker voorkwam dan in andere, dacht men dat alleen erfelijkheid bij het ontstaan van schizofrenie een belangrijke rol speelde.

Met de opkomst van de zogenaamde 'mens-wetenschappen', bijvoorbeeld psychologie, kwamen allerlei nieuwe theorieën in de belangstelling te staan. Oorzaken werden bijvoorbeeld gezocht in de manier waarop mensen in gezinnen met elkaar omgaan. Een van de ontwikkelde gedachten was, dat het aan de moeder zou liggen; de manier waarop zij met haar kind(eren) in een gezin omging, zou schizofrenie veroorzaken.

Later werd dit verwijt uitgebreid tot het hele gezin; de onderlinge communicatie zou binnen een gezin ziek kunnen zijn, waardoor één kind tot slachtoffer gemaakt werd. Weer later bedacht men dat schizofrenie eigenlijk een gezonde reaktie was op een zieke samenleving. Het ontstaan van de ziekte zou dus aan de maatschappij liggen.

Nu

Inmiddels zijn bovenstaande theorieën achterhaald.

Er is nu meer overeenstemming over wat schizofrenie is.
Men weet van alle genoemde theorieën, dat ze niet wetenschappelijk te bewijzen zijn.
Wat men ook weet, is dat erfelijkheid bij het ontstaan van schizofrenie een rol speelt; in de ene familie komt het meer voor dan in de andere.
Men gaat er nu van uit dat stress en kwetsbaarheid een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van een psychose. Dit noemt men de kwetsbaarheid-stress-hypothese.


Kwetsbaarheid-stress-hypothese

Deze theorie stelt dat biologische, psychologische en sociale factoren een rol spelen bij het ontstaan van schizofrenie.

Biologische factoren
zeggen iets over de aanleg en het functioneren van het lichaam zelf. Bijvoorbeeld dat de ziekte erfelijk bepaald is, in de genen zit dus. En dat het een stoornis is in de chemische stofjes in de hersenen, die mede verantwoordelijk zijn voor de verwerking van informatie.

Psychologische factoren
kunnen als volgt worden omschreven: Mensen die aan schizofrenie lijden, hebben moeite om aan het ene aandacht te besteden en het andere te negeren; misschien herkent u wel dat u alle geluiden in uw omgeving even hard hoort. Het verwerken van dit soort zintuiglijke prikkels (dat wat iemand hoort, proeft, voelt, ziet of ruikt) verloopt dan moeizaam. Je zou kunnen zeggen dat de informatieverwerking in de hersenen niet goed werkt; het lijkt net alsof er geen bescherming is tegen alle indrukken die op iemand afkomen, hij is er kwetsbaar voor. Dit merk je bijvoorbeeld als zo iemand werkt in een lawaaierige ruimte of als hij binnen een bepaalde tijd iets moet presteren.

Sociale factoren
betreffen de omgeving (familie, werk, vrienden, enzovoort) en de omstandigheden waarin iemand leeft. Deze zijn mede bepalend voor de mate van stress die iemand ervaart.
Langdurige stress kan veroorzaakt worden door:

spanningsvolle situaties
deze situaties doen zich soms voor wanneer iemand blootstaat aan erg veel kritiek. Of wanneer iemand emotioneel te veel betrokken is bij iets of iemand.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan een verhuizing, reorganisatie binnen een bedrijf of aan een familie waar veel ruzie voorkomt.
emotionele gebeurtenissen
in het leven, een paar voorbeelden: Het moeten doen van een examen, het zelfstandig gaan wonen, de overgang naar een beschermende woonvorm, het beginnen aan, of juist het verlies van een baan of misschien het overlijden van een vriend of familielid.
een niet-steunend sociaal netwerk
Dit wil zeggen: familie, vrienden, kennissen en/of buren kunnen bij een crisis soms niet in staat zijn om hulp van betekenis te bieden.



Over de oorzaken van schizofrenie is nog niet veel bekend. Er wordt nu van uitgegaan dat, naast erfelijkheid, de combinatie van kwetsbaarheid en stress veel te maken heeft met het ontstaan van schizofrenie; deze begrippen zijn dan ook erg belangrijk bij het leren hanteren van de verschijnselen van schizofrenie.
Mensen die aan schizofrenie lijden hebben een verhoogde kwetsbaarheid voor stress; ze zijn erg gevoelig voor spanningsvolle situaties. Het risico om bij onverwachte, emotionele gebeurtenissen in een psychose te raken is bij hen groter dan bij een ander.

IV. Medicijnen: werking en bijwerking

In het vorige hoofdstuk hebt u kunnen lezen dat biologische factoren een belangrijke rol spelen bij schizofrenie. Het ligt dus voor de hand dat medicatie een belangrijke plaats inneemt in de behandeling. Net zoals overigens bij vele andere ziektes, denk bijvoorbeeld maar aan suikerziekte of reuma.

Elk mens is anders, ook de verschijnselen van schizofrenie zijn bij ieder mens weer anders. Daarom krijgt niet iedereen dezelfde medicijnen. Wat bij de een werkt tegen 'hallucinaties' kan bij de ander werken tegen 'wanen'. Het is vaak een kwestie van zorgvuldig uitproberen om te zien welk middel bij wie werkt. Dit geldt ook voor het vaststellen van de juiste dosering. Mensen hebben in een stabiele periode soms minder medicijnen nodig dan in een psychotische periode.

Bij het leren omgaan met de vaak hinderlijke verschijnselen van schizofrenie is het belangrijk te weten welke soort medicijnen voor handen zijn en waarvoor ze dienen. Veel medicijnen hebben bijwerkingen. Dit zijn onbedoelde effecten van het gebruik van medicijnen. Ze kunnen voor ieder persoon verschillend zijn.

Er zijn twee manieren, waarop iemand medicijnen kan innemen:

Door het slikken van tabletten, capsules of drank (oraal)
Door middel van een injectie in de spieren (intramusculair), of in het bloedvat (intraveneus). Depotmedicatie is een voorbeeld van medicatie per injectie in de spieren.



Mocht u over de medicijnen die uzelf gebruikt vragen hebben, stel deze dan aan iemand die op dat terrein deskundig is (bijvoorbeeld de huisarts of psychiater).

Het gebruik van medicijnen heeft een belangrijke invloed op het verkleinen van de kans op een nieuwe psychose. Het gebruik van medicijnen alléén is echter niet voldoende.

Een overzicht van de meest gebruikte soorten medicijnen:

Antipsychotica en antiparkinsonmiddelen;
Angstdempers en slaapmiddelen.


Antipsychotica

Het doel van deze groep medicijnen is het doen verdwijnen van de psychose; zij kunnen meehelpen bij het verminderen van de psychotische verschijnselen of bij het minder overheersend maken ervan. Ook kunnen ze een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van een (nieuwe) psychotische periode.
Bij een psychose zijn als het ware de hersenen ontregeld; alle prikkels die iemand dan krijgt, lopen door elkaar. Antipsychotische middelen werken op de hersenen en kunnen orde scheppen in de verwarring. Hierdoor kan (weer) een beter contact ontstaan met de wereld om iemand heen.

Inmiddels is er sprake van eerste en tweede generatie antipsychotica.
De middelen van de eerste generatie helpen tegen wanen, hallucinaties en andere zogenaamde positieve symptomen van een psychose. Ze hebben echter geen uitgesproken effect op negatieve symptomen zoals vervlakking van gevoelens, spraakarmoede, concentratieproblemen en lusteloosheid.
De tweede generatie antipsychotica hebben hier wel effect op. Ze geven daarnaast minder parkinson-achtige bijwerkingen.

De werking van de antipsychotica kan pas na een week tot twee maanden beoordeeld worden.

Ze zijn niet verslavend.
Enkele namen van eerste generatie antipsychotica: Anatensol, Cisordinol, Dipiperon, Fluanxol, Haldol, Orap, Semap.
Antipsychotica van de tweede generatie: Leponex, Risperdal, Zyprexa, Seroquel, Zeldox.



De bijwerkingen kunnen in twee soorten verdeeld worden:

Bijwerkingen die vast kunnen zitten aan het gebruik van antipsychotica. Voorbeelden hiervan zijn:
Spierkrampen. Deze kunnen vooral in het begin van de behandeling voorkomen;
Parkinsonachtige verschijnselen: het hebben van stijve spieren, het traag bewegen, het trillen van de handen, een onrustig gevoel in de benen en niet stil kunnen zitten;
een toename van de eetlust;
speekselvloed;
afname van de zin in seks, potentieproblemen.
Antiparkinsonmiddelen helpen vooral tegen de eerste twee van hiervoor genoemde bijwerkingen. Akineton, artane en tremblex zijn voorbeelden van die antiparkinsonmiddelen.

Bijwerkingen die worden veroorzaakt door een overgevoeligheid voor het geneesmiddel. Deze bijwerkingen zijn zeldzaam.
Voorbeelden hiervan zijn:
Jeuk
Huiduitslag
Afwijkingen in het bloed
Allergische reacties.
Bij langdurig gebruik van antipsychotische middelen kunnen er dyskinesieën optreden; dat is bijvoorbeeld het hebben van onwillekeurige trekkingen in het gezicht of het maken van smakbewegingen. Het kan soms gebeuren, dat die dyskinesieën blijven bestaan wanneer gestopt wordt met het gebruik van antipsychotische medicatie. Dit noemt men tardieve dyskinesie.

Angstdempers en slaapmiddelen

Bij slaapstoornissen en angst worden vaak slaapmiddelen en angstdempers gebruikt.
Angstdempers kunnen helpen om de angsten de onrust te verminderen. Ook helpen ze hij het vinden van een goed dag- en nachtritme.
Bijwerkingen van angstdempers kunnen zijn:

moeite met duidelijk praten en
het maken van onhandige bewegingen
ook kan iemand er sloom en slaperig van worden.



Deze middelen geven vaak wél gewenning en bij maandenlang gebruik kan iemand er verslaafd aan raken. Bij het stoppen met deze medicijnen kunnen zich afkickverschijnselen voordoen.

Valium, tranxène, seresta en rivotril zijn op dit moment de meest voorgeschreven angstdempers.
Normison en dalmadorm zijn voorbeelden van slaapmiddelen.


--------------------------------------------------------------------------------

De voorgaande hoofdstukken beschreven de meer algemene zaken rond de ziekte schizofrenie. In de volgende twee gaan we nader in op je persoonlijke situatie.
Hoe verwerk je de ziekte en hoe ga je ermee om.

We hebben ervoor gekozen de lezer vanaf nu in de 'jij-vorm' aan te spreken, omdat wij vinden dat de 'u-vorm', zeker als het gaat om dit soort persoonlijke zaken, zo afstandelijk is.



--------------------------------------------------------------------------------

V. De verwerking van je ziekte

Wanneer er in je leven iets heel ergs gebeurt, zoals bijvoorbeeld het overlijden van iemand die belangrijk voor je is, kan dit veel reacties bij je oproepen.
Dat kan ook gebeuren als je een ernstige lichamelijke of psychische ziekte krijgt. Dus ook in het geval van schizofrenie.

Je leven verandert onverwachts. Het is onzeker of dat wat je altijd wilde bereiken, nu nog wel mogelijk is. Vaak zul je je toekomstverwachtingen bij moeten gaan stellen. Heel begrijpelijk dus, dat je tijd nodig hebt om deze veranderingen, en de gevolgen daarvan, voor jezelf te gaan accepteren.
Je zou kunnen zeggen dat je een periode van verwerking, eigenlijk rouw door moet. Vaak lukt dit niet zomaar en heb je hulp van anderen nodig.

In zo'n rouwproces zijn een aantal fasen te onderscheiden:

Ontkenning
Boosheid
Verdriet
Acceptatie.



Hieronder bespreken we elke fase apart; in werkelijkheid lopen ze allemaal door elkaar heen en komen ze in verschillende mate voor.

Ontkenning

Soms is de eerste reactie van mensen die een slecht bericht krijgen: 'Het is niet waar, ik geloof het niet.' Je zou kunnen zeggen dat het nieuws te moeilijk is om in één keer te verwerken. Maar, blijven ontkennen kan niet - vooral niet als er bijvoorbeeld iemand is overleden.

Ook als je schizofrenie hebt, kan het zo zijn dat je het in eerste instantie niet wilt of kunt geloven. Maar ook hierbij geldt:
Op een gegeven moment valt het niet meer te ontkennen. Dan volgen vaak boosheid en verdriet.

Boosheid

Bij het overlijden van iemand kun je bijvoorbeeld boos worden op de overledene, omdat die je in de steek gelaten heeft. Bij schizofrenie kun je boos worden op je behandelaars (of op de pillen, die ze je geven), op je familie (die je bijvoorbeeld heeft laten opnemen), op God (als je gelovig bent) of op jezelf (bijvoorbeeld omdat je jezelf de schuld geeft).

Het is goed om over je boosheid te praten. Het is een manier om beter te accepteren dat je iets naars is overkomen. Iets naars, waar niemand schuld aan heeft.

Verdriet

Door schizofrenie verandert je leven. Het lukt je vaak niet meer om (vroegere) plannen uit te voeren. Dit kan je heel verdrietig maken. Probeer er toch met anderen over te praten, dat lucht op.

Acceptatie

Accepteren dat je schizofrenie hebt, is niet iets dat zomaar gaat. Je wordt min of meer gedwongen je leven anders in te richten. Dit is geen eenvoudige opgave.
Je kan het pijnlijk vinden te ontdekken, dat je leeftijdgenoten (je broers, zussen, vrienden en vriendinnen) op de oude voet door kunnen gaan, terwijl jijzelf zoveel moet bijstellen.

Je kunt echter wel leren om je leven zo in te richten, dat je minder last van je 'handicap' hebt. Je zult bijvoorbeeld je eigen gedrag en je eigen mogelijkheden op een andere manier moeten leren beoordelen. Met je kwetsbaarheid voor stress zul je moeten leren omgaan. Dit is onder andere belangrijk om de kans op een nieuwe psychose te verkleinen.

Eigenlijk is het je leren aanpassen aan de nieuwe situatie een van de belangrijkste, maar zeker ook moeilijkste punten bij het accepteren van datgene wat je is overkomen. Dit alles lukt niet van de ene op de andere dag. En het gaat vaak gepaard met vallen en opstaan. Gun jezelf daar de tijd voor!



-----------------------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------------------




Multiple Personality syndrom

Een MPS/DIS patiënt heeft verschillende persoonsdelen (alters genoemd) die in de vroege jeugd ontstaan zijn, als een reactie op traumatische gebeurtenissen. Het oorspronkelijk zelf verbergt zich als het ware in de geest om te ontsnappen aan de levensbedreigende situatie van zo'n moment. En creëert onbewust alters of beter gezegd persoonsdelen, die beter zijn opgewassen tegen het trauma en dit ook feitelijk ondergaan zonder dat de oorspronkelijke persoon daar weet van heeft. Bijna altijd neemt deze nieuw gevormde alter (persoonsdeel) dan voor korte of langere tijd het leven over van de oorspronkelijke persoon. Met soms (maar niet altijd) specifiek andere karakter eigenschappen, zoals extroverter of juist introverter, angstiger of juist voor niemand bang, enzovoort.
Meestal hebben alters (persoonsdelen) een eigen naam, eigen genderidentiteit of voorkeur en in sommige MPS/DIS systemen komen zelfs dieren voor. Een 'dier' kan tenslotte sterker zijn (of/en veiliger zijn) dan een 'mens'.
Ook komt het voor dat alters/persoonsdelen juist helemaal geen naam hebben.
Verder kunnen er alters/persoonsdelen zijn die een heel andere fysieke gesteldheid hebben, bijvoorbeeld één persoonsdeel wat zonder bril alles prima kan zien, terwijl anderen niet zonder bril kunnen. Of één die ziek is of koorts heeft en de rest niet.
Vaak valt bij DIS/MPS de beruchte term, "stemmen horen". Dit buiten het feit dat ook 'normale' mensen stemmen horen, zoals bijv.: een logische stem, een kritische stem, een troostende stem en de stem van een behoeftig klein kind. Schizofrenen en mensen in een psychotische staat claimen vaak dat zij stemmen horen die van buiten komen.
Dit is zelden of nooit het geval bij mensen die gediagnosticeerd zijn als DIS/MPS. Zij zijn zich bijna altijd bewust dat zij de stemmen van binnenuit horen.
Hiermee wordt dan bedoeld stemmen als 'vreemden' in het hoofd. 'Vreemden', (alters/delen) omdat men vaak terdege weet dat deze stemmen uit haar/hem zelf komen, maar overduidelijk niet uit de eigen gedachten (gang) voortkomt of voort kan komen, van de persoon die er op dat moment is. En hoort men, vaak tot grote schrik, deze alters/delen duidelijk het woord (over)nemen in de realiteit. Of per ongeluk

Om het totaal aan alters/persoonsdelen te benoemen wordt nogal eens de term het 'systeem' gebruikt. Het systeem heeft en had als doel om de gehele persoon (het systeem) te kunnen laten overleven, maar zonder deelname van de oorspronkelijke persoon (en/of andere delen/alters) die vaak nog steeds een baby of klein kind is. Anderzijds komt het bij MPS/DIS patiënten ook voor dat zij wel degelijk een oorspronkelijke persoon hebben, die soms ook of deels weet wat er gebeurd of is gebeurd. En waarbij een alter het slechts tijdelijk van de oorspronkelijke persoon overneemt en deze dan weer terug komt als alles veilig is. In het algemeen komen er binnen een systeem altijd wel een woedende of boze alter voor, één of meer kleintjes, en een 'controller' (een die de dagelijkse gang van zaken behartigt) en ook of mede vaak weggehouden wordt van al te ingrijpende emoties. Niet zelden functioneert deze laatste ook min of meer 'los' van de anderen binnen het systeem.
Verder kunnen er schaduw alters zijn, die niet of nooit zelf naar voren of buiten komen, maar zich verbergen achter een andere alter die soms ook het woord voor haar/hem voert, waarbij deze (laat ik zeggen 'gast-') alter dit zelfs niet altijd weet of merkt. Deze gast alters/delen kunnen zijn ontstaan uit angst voor ontdekking in de buitenwereld van de oorspronkelijke alter, die de gast alter dan als het ware gebruikt als een scherm voor zich zelf. (en wellicht voor meer alters/delen). Het kan zelfs zo ver gaan dat deze schaduw-alters ook binnen het systeem onbekend blijven en deze zijn dan ook vaak erg moeilijk te traceren.

Op volwassen of latere leeftijd krijgen deze patiënten vaak last van flashbacks, angststoornissen, nachtmerries, relatie problemen, enzovoort en kunnen zich grote delen van hun leven niet meer herinneren. Door de overname van alters/persoonsdelen heeft de patiënt vaak geen weet van belangrijke persoonlijke gebeurtenissen in zijn of haar leven of kan zijn of haar gedrag van bepaalde momenten niet verklaren en sterker nog heeft daar weinig of geen weet van. Vaak komen ook ervaringen voor alsof men niet in zijn/haar eigen lichaam past. Of het te groot is, of bijv. zelfs bepaalde ledematen als klein ervaren worden, toebehorend aan een kleuter of 10-jarige, terwijl de rest van het lichaam wel op lengte lijkt. Het komt nogal eens voor dat men gemakkelijk verdwaalt en zichzelf terug vindt op vreemde en onbekende plaatsen. Mensen met DIS/MPS schrikken er vaak voor terug om dit te vertellen en durven vaak pas wat meer los te laten in de veilige omgeving van een therapeutische setting en bij een begripvolle therapeut(e). Anders dan met gewone herinneringen zijn dit soort traumatische herinneringen feitelijk altijd opgeborgen geweest, als in een apart hokje, waar niets meer bij kwam of uit kon en zijn in sommige gevallen zo detaillistisch dat het lijkt alsof het net gebeurd is. Achteraf in therapie (maar natuurlijk niet altijd) blijkt soms dat alters of persoonsdelen die het indertijd hebben 'overgenomen', nog steeds min of meer dezelfde leeftijd hebben die zij 'toen' hadden. Op hun beurt hebben zij, net als de oorspronkelijke persoon, als het ware in de tijd stil gestaan.
__________________
Ik vertelde de psychiater dat ik stemmen hoorde. Hij zei mij dat ik goede oren had. - Herman Finkers
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 28-05-2002, 10:42
de doornvogel
de doornvogel is offline
goed dat je even duidelijk maakt wat het verschil is!
Met citaat reageren
Oud 28-05-2002, 10:48
Gothic
Avatar van Gothic
Gothic is offline
Citaat:
de doornvogel schreef:
goed dat je even duidelijk maakt wat het verschil is!
tja, mensen kunnen dat ook zelf opzoeken als ze graag over iets willen praten met verstand...

Ik vind het wel goed dat je het neergeplant hebt, want een hoop mensen nemen niet de moeite iets over dingen te lezen. Dit forum moet kwa niveau omhoog vind ik, en daar draag je prima aan bij
__________________
~ Maybe it won’t last forever, but who says the best loves do ~ November is all I know, and all I ever wanted to know ~
Met citaat reageren
Oud 28-05-2002, 10:49
Gothic
Avatar van Gothic
Gothic is offline
ow en eigenlijk moet je even de bron/internet site erbij zetten (*gokt dat het daar vandaar komt*)
__________________
~ Maybe it won’t last forever, but who says the best loves do ~ November is all I know, and all I ever wanted to know ~
Met citaat reageren
Oud 28-05-2002, 10:59
Verwijderd
Ken ik al..

http://www.ypsilon.org/hulp/folders/peperstr.htm

Toch?

[edit]
Het lijkt er iig veel op
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:13.