(filosofie) Brandende vragen over Locke, Berkeley en Hume

Dag allemaal ,
Ik heb een aantal vragen over bovenstaande filosofen:

• Ik wil samenvatten wat ze in grote lijnen denken. Het verschil tussen Locke en Berkeley is makkelijk samen te vatten, maar Hume is wat moeilijker. Hoe vat ik dit samen, en maak ik dan toch duidelijk dat hij iets anders denkt dan Locke?
• Uit onderzoek bleek dat mensen die door een ongeluk een bepaald, gedragsbepalend deel van hun hersenen kwijt waren, zich anders gingen gedragen. Is dit te rijmen met Berkeleys standpunt dat een ongeboren mens een onbeschreven blad is?
• Bestaan volgens Berkeley iets dat wel waargenomen zou kunnen worden als het ergens anders zou zijn? Bijvoorbeeld, er staat een boom op een onbewoond eiland waar nooit iets of iemand komt, bestaat die dan wel?
• Wat bedoelt Locke met zijn primaire en secundaire eigenschappen? Waarom vindt hij dat voelen primairder zou zijn dan zien, ruiken, horen of proeven?
• Bestaan volgens Berkeley dingen die alleen in de geest bestaan, bijvoorbeeld een telefonische pot schaak?
• Wat is Humes mening over (het bestaan van) (Berkeleys) God?

Heel erg bedankt!
Liefs,
Etmakas.

Edit: Ik heb nog even getwijfeld of deze niet naar W&L moest, maar heb hem uiteindelijk toch hier gepost. Als een forumbaas denkt dat hij beter daar kan, moet hij/zij hem maar verplaatsen