Sorry, het document is te groot om te mailen (onze computer is niet zo supersnel...

)
Maar hier heb ik nog wat info voor je:
Euripides
Euripides werd in september 480 v. Chr. geboren op het eiland Salamis, precies op de dag dat de Atheense vloot die van de Perzen overwon, zo wordt beweerd. Hij groeide op in Phlya. Zijn vader Mnesarchus zou koopman zijn geweest, van zijn moeder Cleio is bekend dat ze van goede afkomst was. Al in zijn jeugd zou Euripides functies hebben vervuld in de eredienst van Apollo. Euripides was geïnteresseerd in sport en in de schilderkunst, maar in poëzie bleek hij het beste te zijn. Onder zijn vrienden bevonden zich onder andere Socrates en de grammaticus Prodicus.
Euripides wordt beschreven als een sombere man, die leefde in eenzaamheid. Omdat zijn huwelijk ongelukkig zou zijn geweest wordt dit vaak in verband gebracht met de soort vrouwelijke personages die hij in zijn stukken neerzet. Ze zijn vaak gewelddadig en gepassioneerd. In zijn tijd vatte niet iedereen zijn stukken goed op. Hij werd vaak afgeschilderd als vrouwenhater. Euripides heeft veel stukken geschreven waaronder De Peliaden waarmee hij een derde prijs behaalde, De Cycloop, Medea, De Alcestis, De Heracliden, Hecabe en Andromache.
Op 76-jarige leeftijd trok Euripides weg uit Athene. Hij verbleef enige tijd in Magnesia, waar hij aan het hof van koning Achelaus werkte. Rond 406 v. Chr zou hij zijn gestorven; verscheurd door de jachthonden van koning Achelaus.
Thema’s
Hieronder wil ik aandacht besteden aan de thema’s waarop Medea is gebaseerd. Bij elk thema heb ik de regels gekozen waarvan ik vind dat ze het thema het best verwoorden. Ik heb hierbij de vertaling gebruikt uit het boek “Sterke vrouwen uit de Oudheid”, bladzijden 53 tot en met 68.
Haat
R. 484:
Medea: Haat maar, ik walg van je bitter geblaf
Jason: En ik van het jouwe, maar daar kom je snel vanaf
R. 337:
Medea: Ellendig moet zij sterven door mijn gif
Ontgoocheling
R. 114-115
Medea: En nu, na alles wat ik voor jou deed, laat je mij in de steek ellendeling
R. 86-87
Medea: Waardeloze lafaard! Voor jouw slap gedrag kan ik geen woorden vinden
Trots
R. 45
Medea: Nooit pijnigt iemand ongestraft mijn ziel
R. 54
Medea: Nu moet je tonen wat je waard bent. Je stamt uit het edel geslacht van de Zon. De kennis bezit je
R. 338
Medea: Niemand moet denken dat ik zwak en onbeduidend ben en over mij laat lopen.
Jaloezie
R. 198
Jason: Niet omdat ik- een gedachte die jou kwelt- een afkeer van jou heb gekregen en bezeten ben van het verlangen naar een nieuwe vrouw.
Innerlijke strijd
R. 368
Medea: Ik heb het hart niet, wanneer ik die stralende ogen van mijn kinderen zie. Ik kan het nooit, weg met die plannen
Ik moet de kracht vinden
Macht
R.240
Medea: Je had als je eerlijk was in overleg met mij dat huwelijk gesloten, het niet voor je gezin verzwegen *
* Opmerking:
Hieruit blijkt weer de macht van de man over de vrouw. De man kon alles doen, zonder zijn vrouw erin te kennen
Het lot
R. 441-445
Koor: Veel regelt Zeus op de Olympus. Veel dingen, onverhoopt, vervullen de goden.Wat was verwacht is niet voltooid. God vond een weg voor het onverwachte
De positie van de vrouw in de tijd van Euripides
In de regels 230-251 spreekt Medea zich uit over de positie van de vrouw. Zij betrekt dit niet op zichzelf.
Atheense vrouwen in de 5de eeuw v. Chr trouwden vaak op jonge leeftijd. Soms kenden ze hun echtgenoten niet eens,omdat het trouwen meer een zaak tussen de families van de man en de vrouw was. De vader van de vrouw moest aan haar toekomstige man een bruidsschat betalen, in geld of in natura. De bruidsschat was bepalend voor het leven van een vrouw. Als een vrouw geen bruidsschat had, liep ze de kans om haar hele leven ongetrouwd te blijven. Als een man van zijn vrouw wilde scheiden kostte dat de (goede) naam van de vrouw. Een vrouw kon een man niet afwijzen.
Vrouwen hielden zich vooral bezig met huishoudelijke activiteiten en het opvoeden van kinderen. Aan het openbare leven deden ze nauwelijks mee. Ze traden alleen in het openbaar bij religieuze feesten en godsdienstige plechtigheden.